Nr. 22 MOTIE VAN DE LEDEN VOLP EN VAN NISPEN

Voorgesteld 14 februari 2017

De Kamer,

gehoord de beraadslaging,

overwegende dat het wetsvoorstel gesloten coffeeshopketen een overgangsregeling kent waarbij coffeeshops, zolang het aanbod van gedoogde telers niet afdoende is, ook bij niet-gedoogde telers mogen inkopen;

overwegende dat de Minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport moet zorgen voor voldoende gedoogbesluiten waardoor er voor coffeeshops een volledig dekkend aanbod van wiet en hasjiesj ontstaat;

van mening dat het onwenselijk is dat er naast een gedoogd aanbod een niet-gedoogd aanbod in stand blijft;

van mening dat het wetsvoorstel onvoldoende prikkels biedt voor coffeeshophouders om zo snel als mogelijk over te stappen op enkel de inkoop van gedoogde wiet en hasjiesj;

van mening dat bij algemene maatregel van bestuur een fasering moet worden opgenomen met jaarlijks oplopende percentages waaruit het aanbod van gedoogde wiet en hasjiesj ten opzichte van de totale vraag moet bestaan;

van mening dat aan het einde van deze fasering er sprake moet zijn van een volledig aanbod van gedoogde wiet en hasjiesj;

van mening dat die fasering zo kort als redelijkerwijs mogelijk moet zijn;

verzoekt de regering, uiterlijk bij het in werking treden van dit wetsvoorstel bij algemene maatregel van bestuur bovengenoemde fasering op te nemen;

verzoekt de regering tevens, de Kamer jaarlijks te informeren over de voortgang van die vastgestelde fasering,

en gaat over tot de orde van de dag.

Volp

Van Nispen