Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 5 juli 2016
Op 1 juli 2015 en voor een deel op 1 januari 2016 is de Wet aanpak schijnconstructies (Was) in werking getreden. Het betreft maatregelen op het terrein van het loon, onkostenvergoedingen, de ketenaansprakelijkheid, de cao, openbaarmaking inspectiegegevens en gegevensuitwisseling. De inwerkingtreding van het verbod op inhoudingen op en verrekeningen met het wettelijk minimumloon is voorzien voor 1 januari 2017.1 Daarnaast is een wetsvoorstel naar de Kamer gestuurd om de ketenaansprakelijkheid ook voor vervoersovereenkomsten betreft goederenvervoer over de weg te laten gelden.2 Met alle verschillende maatregelen beoogt de Was een bijdrage te leveren aan het creëren van een gelijk speelveld op de arbeidsmarkt, het voorkomen van oneerlijke concurrentie tussen bedrijven, het versterken van de rechtspositie van werknemers en het waarborgen van een beloning voor werknemers, conform wet- en regelgeving, cao of afspraken bij individuele arbeidsovereenkomst.3 Over deze doelen bestaat, gezien de steun die de wet in zowel de Tweede als de Eerste Kamer kreeg, brede overeenstemming. Het afgelopen najaar heb ik u in de vierde voortgangsrapportage aanpak schijnconstructies van 1 oktober 2015 geïnformeerd over de implementatie van de wet.4
Om na te gaan in hoeverre de Was bijdraagt aan deze doelen is een goede evaluatie van de wet van essentieel belang. Tijdens de parlementaire behandeling van de Was heb ik een aantal toezeggingen gedaan over de evaluatie van de Was. Zo heb ik toegezegd de Was te evalueren en uw Kamer hierover te informeren.5 Tevens heb ik toegezegd de Was jaarlijks te monitoren, wat als input dient voor de uiteindelijke evaluatie.6 In deze brief informeer ik u over de stand van zaken en de wijze waarop ik deze wet zal monitoren en evalueren.
De aanpak van schijnconstructies en ondersteuning van de sociale partners bij toezicht op cao-naleving is voor mij van groot belang en heeft ook de komende tijd mijn aandacht. Daarom voer ik de motie van Kerstens / Van Weyenberg om de tijdelijke uitbreiding van de Inspectie SZW te verlengen en hiervoor in de periode 2016–2018 in totaal 5 miljoen euro beschikbaar te stellen, uit.7 Ik geef invulling aan deze motie door in 2016 hiervoor € 233.000,- beschikbaar te stellen, in 2017 € 1.429.000,- en in 2018 € 3.338.000,-. De verlenging van de tijdelijke uitbreiding wordt gefinancierd uit het beleidsbudget voor handhaving (artikel 98).
Planning
Eerder is aan u toegezegd dat de evaluatie van de Was zou plaatsvinden binnen drie jaar na de inwerkingtreding van de Was.8 Om ook de onderdelen mee te nemen die later zijn ingegaan of nog moeten ingaan is de planning om eind 2018 de evaluatie af te ronden. Naast de evaluatie heb ik zoals hierboven genoemd een jaarlijkse monitor toegezegd waarmee de uitwerking van dit wetsvoorstel in de praktijk tussentijds in kaart wordt gebracht.9 In het najaar van 2016 zal ik u per brief informeren over de stand van zaken en de uitkomsten van de eerste monitor.
Daarbij moet opgemerkt worden dat niet alle onderdelen van de Was gelijktijdig in werking zijn getreden. Daardoor worden in het eerste jaar na inwerkingtreding vooral de onderdelen van de Was gemonitord die reeds in juli 2015 in werking zijn getreden. De eerste monitor zal dan ook een beperkt eerste beeld opleveren van de werking van de Was.
Inhoud monitoring en evaluatie
De monitoren en de evaluatie van de Was zullen per onderdeel onderzoeken wat de resultaten en effecten zijn van de verschillende onderdelen van de Was:
• Ketenaansprakelijkheid
• Verlenging algemeen verbindend verklaring
• Transparantie Inspectiegegevens
• Specificeren loonbedragen op loonstrook
• Wettelijk minimumloon verplicht giraal uitbetalen
• Doorgeven vermoedens ontduiking van de cao aan sociale partners
• Niet langer toestaan verrekeningen met of inhoudingen op minimumloon
• Vervoersovereenkomst
In bijlage 1 staan de verschillende onderdelen, en de wijze waarop deze gemonitord worden nader omschreven. De evaluatie zal zowel kwalitatief als kwantitatief van aard zijn (bijvoorbeeld het aantal openbaar gemaakte inspectieonderzoeken, maar ook eventuele gedragsveranderingen), en ook breder ingaan op de doelstellingen en de effecten van de wet.
Specifieke aandachtspunten n.a.v. toezeggingen
Bij de behandeling van de Was heb ik u een aantal toezeggingen gedaan over de inhoud van de monitoren en de evaluatie en daarom zal er extra aandacht worden gegeven aan de volgende punten:
• Gelet op het advies van de Raad voor de Rechtspraak heb ik aangegeven dat in de jaarlijkse monitor aandacht besteed wordt aan de mogelijke gevolgen voor de werklast van de rechterlijke macht.10
• Ik heb toegezegd om in de monitor aandacht te geven aan het aantal betalingen onder het wettelijk minimumloon en voor het aantal boetes dat is opgelegd wegens contante betalingen, verrekeningen of inhoudingen. Dat geldt ook voor het aantal rechtszaken waarin een beroep wordt gedaan op de ketenaansprakelijkheid.11
• Per motie heeft uw Kamer mij verzocht in de monitor expliciet te rapporteren over de wijze waarop publieke hoofdopdrachtgevers invulling geven aan hun verantwoordelijkheid en over de mate waarin binnen ketens met een publieke hoofdopdrachtgever een beroep wordt gedaan op de ketenaansprakelijkheid.12 Naar aanleiding van deze motie heb ik u eerder per brief geïnformeerd dat er verschillende acties zijn ondernomen om er voor te zorgen dat ook lagere overheden goed geïnformeerd zijn over de Was in het algemeen en de ketenaansprakelijkheid in het bijzonder.13 Ook in de monitor en evaluatie zal specifiek aandacht besteed worden aan de verantwoordelijkheden van lagere overheden vanwege de inwerkingtreding van de Was.
• In de monitor zal ook ingegaan worden op de voorbeelden waarin de overheid zelf overtreder is en hoe vaak het voorkomt dat een gedupeerde werknemer, om welke reden dan ook en ondanks de ketenaansprakelijkheid, toch niet zijn of haar recht kan halen.14 De leidende gedachte achter de ketenaansprakelijkheid is immers dat het Kabinet wil dat het recht in alle gevallen geldend kan worden gemaakt.
Ik heb u eerder in een brief naar aanleiding van de motie Kerstens geïnformeerd dat er verschillende acties zijn ondernomen om er voor te zorgen dat ook lagere overheden goed geïnformeerd zijn over de Was in het algemeen en de ketenaansprakelijkheid in het bijzonder.15 Ook in de monitoren en in de evaluatie zal specifiek aandacht worden besteed aan de invulling van de verantwoordelijkheden van lagere overheden vanwege de inwerkingtreding van de Was.
In de voorbereiding heb ik sociale partners en de Inspectie SZW geconsulteerd. Bij uitwerking van onderdelen van dit plan en verschillende uit te zetten onderzoeken zal ik hen waar nodig weer raadplegen. Waar mogelijk maken we gebruik van beschikbare statistieken van de Inspectie SZW en eventuele andere partijen.
De aanpak van schijnconstructies is zeer belangrijk en daarom is het van belang dat de effecten van de Was geëvalueerd worden. Zoals ik uw Kamer heb toegezegd monitor ik de effecten van de Was nauwkeurig. Dit voorjaar is er begonnen met het inventariseren van de informatie voor de eerste monitor. Ik verwacht uw Kamer dit najaar de eerste resultaten te kunnen toesturen.
De Minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid, L.F. Asscher
• Ketenaansprakelijkheid (ingegaan 1/7/2015)
De ketenaansprakelijkheid voor loon heeft als doel de totstandkoming van bonafide ketens waarin werknemers het loon ontvangen waar zij recht op hebben en om oneerlijke concurrentie tussen werkgevers meer te kunnen voorkomen. De werknemer kan met de invoering van de ketenaansprakelijkheid ook de opdrachtgever van de werkgever aansprakelijk stellen voor de betaling van loon waar hij recht op heeft. Daarnaast krijgen opdrachtgevers die werkzaamheden in een keten laten verrichten hiermee instrumenten om te zorgen dat in de keten het juiste loon wordt betaald.
• Verlenging algemeen verbindend verklaring (ingegaan 1/7/2015)
Met deze wettelijke maatregel wordt het beter mogelijk om avv-loze periodes te voorkomen. Het geeft de mogelijkheid om een avv tijdelijk (maximaal een jaar) te verlengen in de situatie dat onderhandelingen niet tijdig worden afgerond. Het voorkomen van avv-loze periodes draagt daarnaast bij aan verbetering van de cao-handhaving en -naleving.
• Transparantie Inspectiegegevens (ingegaan op 1/1/2016)
De invoering van de Was heeft een wettelijke basis gecreëerd op grond waarvan inspectieresultaten van de Inspectie SZW met vermelding van naam en toenaam van de gecontroleerde bedrijven openbaar gemaakt worden op een speciale website (www.inspectieresultatenszw.nl). Het gaat daarbij zowel om uitkomsten waarbij wel als uitkomsten waarbij geen overtreding is vastgesteld.
• Specificeren loonbedragen op de loonstrook (ingegaan 1/1/2016)
Loonstrookjes moeten begrijpelijk zijn voor werknemers. De loonbedragen moeten daarom duidelijk worden gespecificeerd op de loonstrook. Hiermee wordt beoogd situaties tegen te gaan waarin werknemers op papier het wettelijk bruto minimumloon worden betaald, maar waarbij dit loon deels bestaat uit onkostenvergoedingen die niet tot het wettelijk minimumloon gerekend kunnen worden. De Inspectie SZW kan hierdoor beter vaststellen of de WML is nageleefd of niet en indien het laatste het geval is een boete opleggen.
• Wettelijk minimumloon verplicht giraal uitbetalen (ingegaan 1/1/2016)
Bij girale uitbetalingen van het loon bestaat een grotere zekerheid dat het loon daadwerkelijk is uitbetaald en dat de werknemer vrijelijk kan beschikken over zijn loon dan bij contante uitbetaling. Daarnaast kan het toezicht op naleving van het wettelijk minimumloon effectiever plaatsvinden bij girale uitbetalingen. De wettelijke plicht om het minimumloon giraal uit te betalen is daarom als nieuwe verplichting opgenomen in de WML.
• Doorgeven vermoedens ontduiking van de cao aan sociale partners (ingegaan 1/7/2015)
Uit een onderzoek van de Inspectie SZW naar betaling van het WML kan blijken dat er indicaties zijn dat de cao niet wordt nageleefd. Dit onderdeel van de Was biedt de Inspectie SZW de mogelijkheid om deze informatie door te geven aan cao-partijen.
• Niet langer toestaan verrekeningen met of inhoudingen op minimumloon (nog niet ingegaan)
Werknemers dienen een vrije beschikking te hebben over het volledige WML-bedrag om te verzekeren dat een werknemer het minimumloon kan gebruiken voor noodzakelijke levensbehoeften. Om te garanderen dat een werknemer het wettelijk minimumloon ontvangt, is daarom opgenomen in de WML dat verrekeningen met en inhoudingen op het wettelijk minimumloon niet zijn toegestaan. Dit onderdeel zal in werking treden vanaf 1 januari 2017. Gelijktijdig wordt voorzien in de mogelijkheid om voor bepaalde doeleinden (huisvestingskosten, kosten zorgverzekering) onder nadere voorwaarden inhoudingen wel toe te staan.16
• Vervoersovereenkomst (nog niet ingegaan)
De ketenaansprakelijkheid is momenteel nog niet van kracht wanneer er gewerkt wordt met een vervoersovereenkomst. Recent heb ik aan de Kamer een wetsvoorstel (nr 34 461) gestuurd, wat beoogt te regelen dat de ketenaansprakelijkheid ook geldt voor het goederenvervoer over de weg.