Voorgesteld 26 februari 2015
De Kamer,
gehoord de beraadslaging,
constaterende dat ook in ketens met een publieke hoofdopdrachtgever, zoals Rijkswaterstaat, schijnconstructies en uitbuiting voorkomen;
overwegende dat de overheid een voorbeeldfunctie heeft en een voortrekkersrol moet nemen om als opdrachtgever het gebruik van schijnconstructies te voorkomen;
verzoekt de regering, in de jaarlijkse monitor over het resultaat van de Wet aanpak schijnconstructies expliciet te rapporteren over de wijze waarop publieke hoofdopdrachtgevers invulling geven aan hun verantwoordelijkheid en over de mate waarin binnen ketens met een publieke hoofdopdrachtgever een beroep wordt gedaan op de ketenaansprakelijkheid,
en gaat over tot de orde van de dag.
Van Weyenberg
Van Ojik
Kerstens