Ontvangen 18 mei 2016
Het voorstel van wet wordt als volgt gewijzigd:
A
In artikel I wordt in artikel 273g, eerste lid, «of redelijkerwijs moet vermoeden» vervangen door: of ernstige reden heeft om te vermoeden
B
In artikel II wordt in artikel 286g, eerste lid, «of redelijkerwijs moet vermoeden» vervangen door: of ernstige reden heeft om te vermoeden.
De initiatiefnemers verwerken met deze nota van wijziging het amendement van het lid Van Tongeren (Kamerstukken II, 2015/16, 34 091, nr. 13) in het wetsvoorstel. De initiatiefnemers zijn van mening dat de GroenLinks-fractie met het amendement van mevrouw Van Tongeren een belangrijke handreiking heeft gedaan om het draagvlak voor het wetsvoorstel te vergroten. Op grond van gesprekken met onder meer het Openbaar Ministerie en de Nationaal Rapporteur Mensenhandel zijn de initiatiefnemers ervan overtuigd dat met de voorgestelde aanscherping van de schuldvariant een werkbare vervolgingspraktijk mogelijk blijft, terwijl tegelijkertijd de lat voor vervolging ten opzichte van het oorspronkelijke wetsvoorstel wordt verhoogd om onterechte criminalisering van prostituanten te voorkomen.
Met deze nota van wijziging wordt in navolging van het amendement de zinsnede «redelijkerwijs moet vermoeden» in de strafbepaling vervangen door «ernstige reden heeft om te vermoeden». Het betreft hier bewuste schuld. Dat betekent dat iemand pas strafbaar is als het niet anders kan dan dat hij zich bewust was van het slachtofferschap van mensenhandel. Het gaat hier om de zwaarste vorm van schuld. Het verschil met gewone culpa (het redelijkerwijs moeten vermoeden) is dat gewone onachtzaamheid of onoplettendheid niet tot strafrechtelijke aansprakelijkheid leidt.
Segers Volp Kooiman