Inhoudsopgave
A. |
Artikelsgewijze toelichting bij het wetsvoorstel |
2 |
B. |
Begrotingstoelichting |
3 |
1. |
Leeswijzer |
3 |
2. |
Het beleid |
3 |
2.1 Overzicht belangrijkste uitgavenmutaties |
3 |
|
2.2 De beleidsartikelen |
5 |
|
Artikel 1. Woningmarkt |
5 |
|
Artikel 2. Woonomgeving en bouw |
6 |
|
Artikel 3. Kwaliteit Rijksdienst |
8 |
|
Artikel 6. Uitvoering rijksvastgoedbeleid |
9 |
|
3. |
Baten-lastenagentschappen |
10 |
3.1 Shared Service Centrum-ICT Haaglanden (SSC-ICT Haaglanden) |
10 |
|
3.2 Gemeenschappelijk Dienstencentrum ICT (GDI) |
12 |
|
3.3 Rijksgebouwendienst (RGD) |
14 |
Wetsartikelen 1 tot en met 4
De begrotingsstaten die onderdeel zijn van de Rijksbegroting, worden op grond van artikel 1, derde lid, van de Comptabiliteitswet 2001 elk afzonderlijk bij de wet vastgesteld en derhalve ook gewijzigd. Het onderhavige wetsvoorstel strekt ertoe om voor het jaar 2014 wijzigingen aan te brengen in:
– de begrotingsstaat van Wonen en Rijksdienst;
– de begrotingsstaten inzake de agentschappen.
De in de begrotingsstaten opgenomen begrotingsartikelen en agentschappen worden in onderdeel B van deze memorie van toelichting toegelicht (de zgn. begrotingstoelichting).
De Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties, R.H.A. Plasterk
De Minister voor Wonen en Rijksdienst, S.A. Blok
De tweede suppletoire begroting geeft een beeld van de uitvoering van de begroting 2014. De stand van de tweede suppletoire begroting wordt vanaf de stand van de ontwerp begroting 2014 opgebouwd.
Dit begrotingshoofdstuk is een programma-begroting en heeft geen apart centraal apparaatsartikel. De apparaatsuitgaven zijn opgenomen bij de begroting van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties (VII).
Tabel budgettaire gevolgen van beleid
In de tabel budgettaire gevolgen van beleid is een inhoudelijke toelichting gegeven bij mutaties boven € 1 miljoen.
De gepresenteerde budgetflexibiliteit (juridisch verplicht) is de stand per 1 oktober 2014.
Belangrijkste suppletoire uitgavenmutaties 2014
Tweede suppletoire begroting
art. nr. |
2014 |
|
---|---|---|
Stand ontwerpbegroting 2014 |
3.370.782 |
|
Mutaties 1e suppletoire begroting |
137.412 |
|
Nieuwe mutaties: |
||
a. Revolverend fonds EGO |
2.1 |
– 85.000 |
b. Tijdelijke stimuleringsregeling energiebesparing |
2.1 |
7.200 |
c. Beleidsprogramma energiebesparing |
2.1 |
– 17.482 |
d. Revolverend Fonds Energiebesparing |
2.4 |
57.800 |
e. Eigenaarsbijdrage |
3.1 |
6.800 |
Overige mutaties |
7.878 |
|
Stand 2e suppletoire 2014 |
3.485.390 |
Toelichting
a. Revolverend fonds EGO
In het in 2013 gesloten woonakkoord is besloten tot het oprichten van een revolverend fonds voor verhuurders (Fonds Energiebesparing Huursector, FEH). Dit fonds is in oktober van start gegaan. Het fonds voorziet verhuurders van goedkope financiering voor energiebesparende projecten binnen de gebouwde omgeving. In totaal is hiervoor € 75 mln. beschikbaar. Hiervan is 60 mln. beschikbaar in 2014 en 15 mln. in 2015. Het fonds is als instrument binnen een separaat artikelonderdeel 2.4 vormgegeven binnen de begroting. Door middel van deze budgetneutrale herschikking worden de middelen van het fonds verantwoord op het juiste instrument.
Het aantal aanvragen bij het Nationaal Energiebesparingsfonds (NEF) blijven achter op de planning. De resterende middelen van 25 mln. worden niet meer in 2014 ter beschikking gesteld aan het NEF, maar doorgeschoven naar 2015.
b. Tijdelijke stimuleringsregeling energiebesparing
De middelen n.a.v. het SER energieakkoord, € 30 mln. voor de jaren 2014 t/m 2016 zijn oorspronkelijk aan het instrument opdrachten toegevoegd. Ondertussen is duidelijk dat de ondersteuningskosten door gemeenten (€ 15 mln.) als subsidie aan VNG beschikbaar zullen worden gesteld. De desbetreffende € 15 mln. wordt daarom overgeboekt naar het instrument subsidies. Voor 2014 betreft dit € 5 mln.
Tevens vindt een herschikking van budget plaats vanuit het beleidsprogramma energiebesparing (opdrachten).
c. Beleidsprogramma energiebesparing
Als onderdeel van het SER energieakkoord wordt voor het vernieuwde energielabel een geheel nieuw systeem ontwikkeld. Als gevolg van recente inzichten over de planning van de ontwikkeling en uitrol van dit systeem, schuift € 4.3 mln. van de hiervoor geoormerkte budgetten door van 2014 naar 2015.
Voorts is sprake van een budgetneutrale technische herschikking van € 5 mln. binnen het beleidsprogramma Energiebesparing. Door middel van deze herschikking vindt de verantwoording van de uitgaven binnen dit programma plaats op het juiste instrument (van «Opdrachten» naar «Subsidies»).
Ten slotte wordt € 3 mln. overgeboekt naar het instrument «Bijdragen aan baten-lastendiensten» van artikelonderdeel 2.2 in verband met de aanvullende opdracht ten aanzien van het energielabel.
d. Revolverend fonds Energiebesparing
De middelen voor het revolverend fonds voor de verhuurders (FEH) worden op dit artikelonderdeel verantwoord. Vanuit artikelonderdeel 2.1 vindt een budgetneutrale herschikking plaats voor de jaren 2014 (€ 60 mln.).
e. Eigenaarsbijdrage
Dit betreft een extra bijdrage aan de exploitatie van het agentschap Uitvoeringsorganisatie Bedrijfsvoering Rijk (UBR) over 2014 om te voorkomen dat er ultimo 2014 een negatief eigen vermogen ontstaat.
Stand vastgestelde begroting 2014 |
Stand 1e suppletoire begroting |
Mutaties 2e suppletoire begroting |
Stand 2e suppletoire begroting |
||
---|---|---|---|---|---|
Verplichtingen: |
3.101.815 |
3.211.893 |
– 22.164 |
3.189.729 |
|
Uitgaven: |
3.031.676 |
3.141.754 |
– 916 |
3.140.838 |
|
Waarvan juridisch verplicht |
72% |
||||
1.1 |
Betaalbaarheid |
3.024.498 |
3.133.576 |
– 1.018 |
3.132.558 |
Subsidies |
29.958 |
22.878 |
– 368 |
22.510 |
|
Beleidsprogramma betaalbaarheid |
29 |
9 |
400 |
409 |
|
Bevordering eigen woningbezit |
27.323 |
21.648 |
– 768 |
20.880 |
|
Eigen woningenregelingen |
1.365 |
0 |
0 |
0 |
|
Woonconsumentenorganisaties |
1.241 |
1.221 |
0 |
1.221 |
|
Opdrachten |
1.076 |
1.256 |
– 325 |
931 |
|
Beleidsprogramma betaalbaarheid |
1.076 |
1.256 |
– 365 |
891 |
|
Onderzoek en kennisoverdracht |
0 |
0 |
40 |
40 |
|
Inkomensoverdracht |
2.980.244 |
3.096.644 |
0 |
3.096.644 |
|
Huurtoeslag |
2.980.244 |
3.096.644 |
0 |
3.096.644 |
|
Bijdragen aan baten-lastenagentschappen |
1.797 |
0 |
0 |
0 |
|
Beleidsprogramma betaalbaarheid (Agentschap (RvO) |
1.797 |
0 |
0 |
0 |
|
Bijdragen aan ZBO's / RWT's |
10.440 |
10.815 |
1.658 |
12.473 |
|
Huurcommissie |
10.125 |
10.500 |
1.808 |
12.308 |
|
Overige uitvoeringsinstanties |
315 |
315 |
– 150 |
165 |
|
Bijdragen aan andere begrotingshoofdstukken |
983 |
1.983 |
– 1.983 |
0 |
|
Overige uitvoeringsinstanties |
983 |
1.983 |
– 1.983 |
0 |
|
1.2 |
Onderzoek en kennisoverdracht |
7.178 |
8.178 |
102 |
8.280 |
Subsidies |
1.811 |
1.811 |
818 |
2.629 |
|
Samenwerkende kennisinstellingen e.a. |
1.811 |
1.811 |
818 |
2.629 |
|
Opdrachten |
5.367 |
6.367 |
– 716 |
5.651 |
|
Basisonderzoek en verkenningen |
5.367 |
6.367 |
– 716 |
5.651 |
|
Ontvangsten: |
471.230 |
490.330 |
0 |
490.330 |
1.1 Betaalbaarheid
Huurcommissie
Bij de Dienst van de Huurcommissie (DHC) blijven de te ontvangen leges achter ten opzichte van de raming. Daarnaast zijn de kosten van de in 2012 doorgevoerde reorganisatie hoger dan eerder voorzien.
Om deze kosten te compenseren wordt de bijdrage 2014 aan de DHC verhoogd.
Overige uitvoeringsinstanties
In verband met de uitvoeringskosten voor de Inkomensafhankelijke Huurverhoging 2014 wordt € 1 miljoen overgeboekt naar de Belastingdienst. Het resterende budget voor 2014 op dit instrument wordt doorgeschoven naar 2015.
Stand vastgestelde begroting 2014 |
Stand 1e suppletoire begroting |
Mutaties 2e suppletoire begroting |
Stand 2e suppletoire begroting |
||
---|---|---|---|---|---|
Verplichtingen: |
176.364 |
183.630 |
126.922 |
310.552 |
|
Uitgaven: |
176.384 |
183.650 |
– 31.978 |
151.672 |
|
Waarvan juridisch verplicht |
74% |
||||
2.1 |
Energie en bouwkwaliteit |
162.975 |
162.409 |
– 94.565 |
67.844 |
Subsidies |
136.500 |
140.125 |
– 76.023 |
64.102 |
|
Beleidsprogramma Energiebesparing |
0 |
0 |
3.582 |
3.582 |
|
Beleidsprogramma bouwregelgeving |
0 |
600 |
700 |
1.300 |
|
Energiebesparing verhuurders |
0 |
600 |
– 600 |
0 |
|
Innovatieregelingen gebouwde omgeving |
1.000 |
3.785 |
– 1.905 |
1.880 |
|
Revolverend fonds EGO |
135.000 |
135.000 |
– 85.000 |
50.000 |
|
Tijdelijke regeling blok voor blok |
500 |
140 |
0 |
140 |
|
Tijdelijke stimuleringsregeling energiebesparing |
0 |
0 |
7.200 |
7.200 |
|
Opdrachten |
26.475 |
22.284 |
– 18.542 |
3.742 |
|
Beleidsprogramma Energiebesparing |
24.339 |
20.185 |
– 17.482 |
2.703 |
|
Beleidsprogramma bouwregelgeving |
2.136 |
2.099 |
– 1.060 |
1.039 |
|
2.2 |
Woningbouwproductie |
9.635 |
17.303 |
4.699 |
22.002 |
Subsidies |
25 |
25 |
400 |
425 |
|
Beleidsprogramma woningbouwproductie |
25 |
25 |
400 |
425 |
|
Opdrachten |
863 |
863 |
– 512 |
351 |
|
Beleidsprogramma woningbouwproductie |
863 |
863 |
– 512 |
351 |
|
Bijdragen aan baten-lastenagentschappen |
8.747 |
16.415 |
4.811 |
21.226 |
|
Beleidsprogramma woningbouwproductie (Agentschap RvO) |
8.747 |
16.415 |
4.811 |
21.226 |
|
2.3 |
Kwaliteit woonomgeving |
3.774 |
3.938 |
– 112 |
3.826 |
Subsidies |
20 |
435 |
1.903 |
2.338 |
|
Beleidsprogramma woonomgeving e.a. |
20 |
435 |
1.903 |
2.338 |
|
Opdrachten |
3.754 |
3.503 |
– 2.165 |
1.338 |
|
Beleidsprogramma woonomgeving e.a. |
3.754 |
3.503 |
– 2.165 |
1.338 |
|
Bijdragen aan medeoverheden |
0 |
0 |
150 |
150 |
|
Beleidsprogramma woonomgeving e.a. |
0 |
0 |
150 |
150 |
|
2.4 |
Revolverend Fonds Energiebesparing Verhuurders |
0 |
0 |
58.000 |
58.000 |
Leningen |
0 |
0 |
57.800 |
57.800 |
|
Revolverend Fonds Energiebesparing verhuurders |
0 |
0 |
57.800 |
57.800 |
|
Bijdragen aan baten-lastenagentschappen |
0 |
0 |
200 |
200 |
|
Uitvoeringskosten Revolverend Fonds Energiebesparing Verhuurders |
0 |
0 |
200 |
200 |
|
Ontvangsten: |
91 |
91 |
0 |
91 |
2.1 Energie en bouwkwaliteit
Beleidsprogramma energie besparing (subsidies)
De mutatie betreft een budgetneutrale herschikking (van «Opdrachten» naar «Subsidies») binnen het beleidsprogramma Energiebesparing. Door middel van deze herschikking vindt de verantwoording van de uitgaven binnen dit programma plaats op het juiste instrument.
Innovatieregelingen gebouwde omgeving
De afwikkeling van een aantal projecten op het gebied van innovatieve energiebesparing uit het programma Energiesprong schuift als gevolg van vertraging in de oplevering van de projecten door naar 2015. Dit budget wordt ingezet ten behoeve van de jaarlijkse bevoorschotting aan de Rijksdienst voor Ondernemend Nederland (RVO) voor projecten op het gebied van energiebesparing en overgeboekt naar het instrument «Bijdragen aan baten-lastenagentschap» van artikelonderdeel 2.2.
Revolverend fonds EGO
In het in 2013 gesloten woonakkoord is besloten tot het oprichten van een revolverend fonds voor verhuurders (Fonds Energiebesparing Huursector, FEH). Dit fonds is in oktober van start gegaan. Het fonds voorziet verhuurders van goedkope financiering voor energiebesparende projecten binnen de gebouwde omgeving. In totaal is hiervoor € 75 mln. beschikbaar. Hiervan is 60 mln. beschikbaar in 2014 en 15 mln. in 2015. Het fonds is als instrument binnen een separaat artikelonderdeel 2.4 vormgegeven binnen de begroting. Door middel van deze budgetneutrale herschikking worden de middelen van het fonds verantwoord op het juiste instrument.
Het aantal aanvragen bij het Nationaal Energiebesparingsfonds (NEF) blijven achter op de planning. De resterende middelen van 25 mln. worden niet meer in 2014 ter beschikking gesteld aan het NEF, maar doorgeschoven naar 2015.
Tijdelijke stimuleringsregeling energiebesparing
De middelen n.a.v. het SER energieakkoord, € 30 mln. voor de jaren 2014 t/m 2016 zijn oorspronkelijk aan het instrument opdrachten toegevoegd. Ondertussen is duidelijk dat de ondersteuningskosten door gemeenten (€ 15 mln.) als subsidie aan VNG beschikbaar zullen worden gesteld. De desbetreffende € 15 mln. wordt daarom overgeboekt naar het instrument subsidies. Voor 2014 betreft dit € 5 mln.
Tevens vindt een herschikking van budget plaats vanuit het beleidsprogramma energiebesparing (opdrachten).
Beleidsprogramma energiebesparing (opdrachten)
Als onderdeel van het SER energieakkoord wordt voor het vernieuwde energielabel een geheel nieuw systeem ontwikkeld. Als gevolg van recente inzichten over de planning van de ontwikkeling en uitrol van dit systeem, schuift € 4.3 mln. van de hiervoor geoormerkte budgetten door van 2014 naar 2015.
Voorts is sprake van een budgetneutrale technische herschikking van € 5 mln. binnen het beleidsprogramma Energiebesparing. Door middel van deze herschikking vindt de verantwoording van de uitgaven binnen dit programma plaats op het juiste instrument (van «Opdrachten» naar «Subsidies»).
Ten slotte wordt € 3 mln. overgeboekt naar het instrument «Bijdragen aan baten-lastendiensten» van artikelonderdeel 2.2 in verband met de aanvullende opdracht ten aanzien van het energielabel.
Beleidsprogramma bouwregelgeving
Dit betreft een budgetneutrale herschikking (van «Opdrachten» naar «Subsidies») binnen het beleidsprogramma bouwregelgeving. Door middel van deze herschikking vindt de verantwoording van de uitgaven binnen dit programma plaats op het juiste instrument.
2.2 Woningbouwproductie
Beleidsprogramma woningbouw productie
De mutatie betreft een aanvullende opdracht aan het RVO voor het energielabel.
2.3 Kwaliteit woonomgeving
Beleidsprogramma woonomgeving
De mutaties betreffen een budgetneutrale herschikking (van «Opdrachten» naar «Subsidies») binnen het beleidsprogramma woonomgeving. Door middel van deze herschikkingen vindt de verantwoording van de uitgaven binnen dit programma plaats op het juiste instrument.
2.4 Revolverend Fonds Energiebesparing Verhuurders
De middelen voor het revolverend fonds voor de verhuurders (FEH) worden op dit artikelonderdeel verantwoord. Vanuit artikelonderdeel 2.1 vindt een budgetneutrale herschikking plaats voor de jaren 2014 (€ 60 mln.).
Stand vastgestelde begroting 2014 |
Stand 1e suppletoire begroting |
Mutaties 2e suppletoire begroting |
Stand 2e suppletoire begroting |
||
---|---|---|---|---|---|
Verplichtingen: |
17.896 |
27.906 |
3.614 |
31.520 |
|
Uitgaven: |
17.896 |
27.906 |
3.614 |
31.520 |
|
Waarvan juridisch verplicht |
44% |
||||
3.1 |
Kwaliteit Rijksdienst |
17.896 |
27.906 |
3.614 |
31.520 |
Subsidies |
3.400 |
3.400 |
250 |
3.650 |
|
Fysieke Werkomgeving Rijk |
0 |
0 |
250 |
250 |
|
Subsidie A&O-fonds |
3.400 |
3.400 |
0 |
3.400 |
|
Opdrachten |
8.920 |
11.065 |
– 1.489 |
9.576 |
|
Bedrijfsvoering Rijk |
8.920 |
11.065 |
– 1.489 |
9.576 |
|
Bijdragen aan baten-lastenagentschappen |
5.576 |
13.441 |
4.853 |
18.294 |
|
Arbeidsmarkt Communicatie |
5.576 |
6.213 |
81 |
6.294 |
|
Bijdrage |
0 |
7.228 |
– 2.028 |
5.200 |
|
Eigenaarsbijdrage |
0 |
0 |
6.800 |
6.800 |
|
Ontvangsten: |
250 |
7.228 |
512 |
7.740 |
3.1 Kwaliteit Rijksdienst
Bedrijfsvoering Rijk
Betreft de uitgaven voor het project DigiInkoop, welke verantwoord worden ten laste van een ander beleidsinstrument binnen dit artikel, namelijk de Bijdrage aan baten-lastenagentschappen. De uitgaven worden verantwoord door het baten-lastenagentschap Logius.
Bijdrage aan baten-lastenagentschappen
Conform de Regeling Agentschappen is bij de Voorjaarsnota 2014 het surplus Eigen Vermogen van Logius en SSC-ICT afgeroomd door de eigenaar. Een deel hiervan gaat nu naar de opdrachtgever terug voor door Logius uit te voeren extra projecten. Een ander deel gaat terug naar de opdrachtgevers van SSC-ICT.
Daarnaast wordt bij dit instrument de bijdrage voor Digi-Inkoop verantwoord, zie ook de toelichting hierboven bij Bedrijfsvoering Rijk.
Eigenaarsbijdrage
Dit betreft een extra bijdrage aan de exploitatie van het agentschap Uitvoeringsorganisatie Bedrijfsvoering Rijk (UBR) over 2014 om te voorkomen dat er ultimo 2014 een negatief eigen vermogen ontstaat.
Stand vastgestelde begroting 2014 |
Stand 1e suppletoire begroting |
Mutaties 2e suppletoire begroting |
Stand 2e suppletoire begroting |
||
---|---|---|---|---|---|
Verplichtingen: |
144.826 |
154.884 |
6.476 |
161.360 |
|
Uitgaven: |
144.826 |
154.884 |
6.476 |
161.360 |
|
Waarvan juridisch verplicht |
87% |
||||
6.1 |
Een doelmatige uitvoeringspraktijk van de Rijkshuisvesting |
57.753 |
58.473 |
950 |
59.423 |
Bijdragen aan baten-lastenagentschappen |
57.753 |
58.473 |
950 |
59.423 |
|
Bijdrage aan Rgd voor huisv Koninklijk Huis, HoCoSta's en AZ |
37.905 |
38.275 |
1.080 |
39.355 |
|
Bijdrage aan Rgd voor monumenten |
10.195 |
10.195 |
– 130 |
10.065 |
|
Bijdrage aan Rgd voor rijkshuisvesting |
9.653 |
10.003 |
0 |
10.003 |
|
6.2 |
Beheer materiele activa |
87.073 |
96.411 |
5.526 |
101.937 |
Opdrachten |
9.679 |
12.679 |
2.500 |
15.179 |
|
Beheer en plankosten |
9.679 |
12.679 |
2.500 |
15.179 |
|
Bekostiging |
56.415 |
59.674 |
3.000 |
62.674 |
|
Zakelijke lasten |
56.415 |
59.674 |
3.000 |
62.674 |
|
Bijdragen aan baten-lastenagentschappen |
20.979 |
24.058 |
26 |
24.084 |
|
Bijdrage RVOB |
20.979 |
24.058 |
26 |
24.084 |
|
Ontvangsten: |
116.841 |
121.811 |
23.626 |
145.437 |
6.1 Een doelmatige uitvoeringspraktijk van de rijkshuisvesting
Bijdrage aan Rgd voor huisvesting Koninklijk Huis, HoCosta’s en AZ
Er zijn extra kosten gemaakt voor onderhoud aan de beveiliging van de Koninklijke Woon- en Werkverblijven. Deels zijn dit kosten als gevolg van activiteiten die georganiseerd zijn bij Huis ten Bosch ten tijde van de Nucleair Security Summit en deels betreft dit kosten van de recent afgeronde verbouwing van Noordeinde 66. De uitgaven worden gedekt binnen het artikel vanuit meerontvangsten omdat voorschotten uit 2012 en 2013 dit jaar afgerekend worden.
6.2 Beheer materiële activa
Beheer en plankosten
De meeropbrengsten van de specifieke vervreemdingen (grondverkopen Groningen Seaports) worden ingezet voor problematiek Plan en beheer en zakelijke lasten.
Zakelijke lasten
Er zijn meer gebouwen dan verwacht in portefeuille waardoor ook de zakelijke lasten hoger zijn. Dekking vindt plaats via meerontvangsten vervreemding.
Exploitatie
(1) |
(2) |
(3) |
(4)=(1)+(2)+(3) |
|
---|---|---|---|---|
Omschrijving |
Oorspronkelijk vastgestelde begroting |
Mutaties (+ of –) 1e suppletoire begroting |
Mutaties (+ of –) 2e suppletoire begroting |
Totaal geraamd |
Baten |
||||
Omzet moederdepartement |
28.400 |
0 |
– 500 |
27.900 |
Omzet overige departementen |
88.800 |
10.078 |
– 9.778 |
89.100 |
Omzet derden |
0 |
0 |
0 |
0 |
Rentebaten |
0 |
0 |
0 |
0 |
Vrijval voorzieningen |
0 |
0 |
0 |
0 |
Bijzondere baten |
0 |
0 |
0 |
0 |
Totaal baten |
117.200 |
10.078 |
– 10.278 |
117.000 |
Lasten |
||||
Apparaatskosten |
99.300 |
8.078 |
– 12.478 |
94.900 |
– personele kosten |
45.400 |
4.121 |
– 9.521 |
40.000 |
– wv eigen personeel |
22.000 |
7.471 |
– 2.571 |
26.900 |
– wv externe inhuur |
23.300 |
– 3.350 |
– 6.950 |
13.000 |
– materiële kosten |
53.900 |
3.957 |
– 2.957 |
54.900 |
– wv apparaat ICT |
47.200 |
3.957 |
– 2.957 |
48.200 |
– wv bijdrage SSO's |
2.800 |
0 |
0 |
2.800 |
Rentelasten |
1.400 |
0 |
– 1.300 |
100 |
Afschrijvingskosten |
16.500 |
2.000 |
– 3.500 |
15.000 |
– materieel |
16.500 |
2.000 |
– 3.500 |
15.000 |
– wv apparaat ICT |
16.500 |
2.000 |
– 3.500 |
15.000 |
– immaterieel |
0 |
0 |
0 |
0 |
Overige lasten |
0 |
0 |
7.000 |
7.000 |
– dotaties voorzieningen |
0 |
0 |
7.000 |
7.000 |
– bijzondere lasten |
0 |
0 |
0 |
0 |
Totaal lasten |
117.200 |
10.078 |
– 10.278 |
117.000 |
Saldo van baten en lasten |
0 |
0 |
0 |
0 |
Omzet-totaal
De omzet raming wordt, vanwege een achterblijvende ontwikkeling van specifieke opdrachten en teruggaaf van rente aan onze opdrachtgevers, met € 10 mln. neerwaarts bijgesteld naar € 117 mln.
Personele kosten
In verband met de lagere omvang van specifieke opdrachten wordt de raming voor inhuur met € 7 mln. neerwaarts bijgesteld naar € 13 mln. Door het moeizaam vervullen van vacatures blijven ook de ambtelijke loonkosten € 2 mln. achter bij de raming.
Materiële kosten
Door minder specifieke opdrachten en een terughoudend uitgavenbeleid wordt de raming voor de materiële kosten met € 7 mln. neerwaarts bijgesteld naar 51 mln.
Dotatie aan voorzieningen
Voor de voorziene kosten voor de migratie in 2015 naar het nieuwe Overheidsdatacenter en de kosten van de organisatieontwikkeling in verband met de fusie per 1 januari 2015 met agentschap GDI, zal per 31 december 2014 een voorziening worden gevormd. Dit betreft de interne financiering van projecten 4 en 7 van het uitvoeringsprogramma Compacte Rijksdienst, waarvoor door het kabinet separaat geen financiële middelen beschikbaar werden gesteld.
Rente
De door Financiën in rekening gebrachte rentekosten voor uitstaande leningen zijn structureel lager dan de in de tarieven opgenomen rekenrente van 4%. Het verschil wordt teruggegeven aan de opdrachtgevers.
Kasstroomoverzicht
(1) |
(2) |
(3) |
(4)=(1)+(2)+(3) |
||
---|---|---|---|---|---|
Oorspronkelijk vastgestelde begroting (1) |
Mutaties (+ of –) 1e suppletoire begroting |
Mutaties (+ of –) 2e suppletoire begroting |
Totaal geraamd |
||
1. |
Rekening-courant RHB 1 januari 2014 |
4.980 |
18.134 |
18.134 |
18.134 |
2. |
Totaal operationele kasstroom |
16.520 |
– 10.000 |
15.580 |
22.100 |
Totaal investeringen (-/-) |
– 18.800 |
– 8.821 |
12.121 |
– 15.500 |
|
Totaal boekwaarde desinvesteringen (+) |
0 |
0 |
0 |
0 |
|
3. |
Totaal investeringskasstroom |
– 18.800 |
– 8.821 |
12.121 |
– 15.500 |
Eenmalige uitkering aan moederdepartement (-/-) |
0 |
0 |
– 2.462 |
– 2.462 |
|
Eenmalige storting door het moederdepartement (+) |
0 |
0 |
0 |
0 |
|
Aflossingen op leningen (-/-) |
– 16.500 |
3.656 |
– 147 |
– 12.991 |
|
Beroep op leenfaciliteit (+) |
18.800 |
8.821 |
– 12.121 |
15.500 |
|
4. |
Totaal financieringskasstroom |
2.300 |
12.477 |
– 14.730 |
47 |
5. |
Rekening-courant RHB 31 december 2013 (=1+2+3+4) |
5.000 |
11.790 |
31.105 |
24.781 |
De aanpassing van de operationele kasstroom vloeit voort uit de bijgestelde exploitatieraming.
De eenmalige uitkering aan het moederdepartement betreft de afroming door de eigenaar van het surplus eigen vermogen 2013. Dit wordt door de eigenaar teruggegeven aan de vier departementen die heel het jaar deel uitmaakten van het verzorgingsgebied.
De investeringen gerelateerd aan het nieuwe datacenter, zijn aanvankelijk te hoog ingeschat en te vroeg ingepland. Hierdoor vallen de posten investeringen en aflossingen op leningen lager uit.
Doelmatigheid
begroting |
stand 1e suppletoire begroting |
stand 2e suppletoire begroting |
|
---|---|---|---|
Omschrijving Generiek Deel |
2014 |
2014 |
2014 |
Taakstellende tariefverlaging |
– 1,50% |
– 1,50% |
– 1,50% |
Kostprijs voor beheertaken (werkplektarief, exclusief datacenter) |
1.840 |
1.840 |
1.840 |
Totale omzet per product of dienst |
117.200 |
127.278 |
117.000 |
generiek (infrastructuur, rijksportaal en samenwerkfunctionaliteit, ODC DH km2) |
14.100 |
14.100 |
14.100 |
gemeenschappelijk (basis kantoorautomatisering + hosting |
71.100 |
81.178 |
81.178 |
specifiek (plusdiensten en maatwerk) |
32.000 |
32.000 |
32.000 |
FTE-totaal (excl. externe inhuur) |
342 fte |
370 |
360 |
Saldo van baten en lasten (%) |
0% |
0% |
0% |
Klanttevredenheid (KTO) |
7 |
7 |
7 |
Medewerkertevredenheid (MTO) |
7 |
7 |
6,4 |
Omschrijving Specifiek Deel – ICT Diensten |
2014 |
2014 |
2014 |
---|---|---|---|
Beschikbaarheid (betrouwbaarheid) basisfunctionaliteit |
98% |
98% |
98% |
Geleverd binnen gestelde termijn |
90% |
90% |
90% |
Incidenten hersteld binnen afgesproken tijd |
90% |
90% |
90% |
Kwaliteit beantwoorden vragen |
|||
beantwoorden helpdeskvragen binnen afgesproken tijd |
95% |
95% |
95% |
direct beantwoorden helpdeskvragen |
80% |
80% |
80% |
Exploitatie
(1) |
(2) |
(3)=(2)-(1) |
||
---|---|---|---|---|
Omschrijving |
Oorspronkelijk vastgestelde begroting |
Mutaties (+ of –) 1e suppletoire begroting |
Mutaties (+ of –) 2e suppletoire begroting |
Totaal geraamd |
Baten |
||||
Omzet moederdepartement |
45.800 |
– 44.664 |
767 |
1.903 |
Omzet overige departementen |
1.192 |
55.320 |
4.717 |
61.229 |
Omzet derden |
0 |
0 |
0 |
0 |
Rentebaten |
0 |
0 |
0 |
0 |
Vrijval voorzieningen |
0 |
0 |
0 |
0 |
Bijzondere baten |
0 |
0 |
1.255 |
1.255 |
Totaal baten |
46.992 |
10.656 |
6.739 |
64.387 |
Lasten |
||||
Apparaatskosten |
39.155 |
11.355 |
7.605 |
58.115 |
– personele kosten |
27.469 |
9.943 |
5.871 |
43.283 |
– wv eigen personeel |
14.798 |
4.274 |
– 3.930 |
15.142 |
– wv externe inhuur |
12.671 |
5.669 |
9.801 |
28.141 |
– materiële kosten |
11.686 |
1.412 |
1.734 |
14.832 |
– wv apparaat ICT |
9.926 |
– 218 |
2.352 |
12.060 |
– wv bijdrage SSO's |
1.760 |
0 |
0 |
1.760 |
Rentelasten |
100 |
42 |
– 53 |
89 |
Afschrijvingskosten |
7.737 |
– 741 |
– 1.391 |
5.605 |
– materieel |
7.737 |
– 741 |
– 1.391 |
5.605 |
– wv apparaat ICT |
7.658 |
– 909 |
– 1.200 |
5.549 |
– immaterieel |
0 |
0 |
0 |
0 |
Overige lasten |
0 |
0 |
320 |
320 |
– dotaties voorzieningen |
0 |
0 |
0 |
0 |
– bijzondere lasten |
0 |
0 |
320 |
320 |
Totaal lasten |
46.992 |
10.656 |
6.481 |
64.129 |
Saldo van baten en lasten |
0 |
0 |
258 |
258 |
De toename van de baten is het gevolg van een grotere vraag naar met name projectcapaciteit door de opdrachtgevers. Hierdoor is tevens een substantieel deel van de toename van de lasten te verklaren. In verband met de grotere vraag dienen hiervoor ook tijdelijk meer externen te worden ingehuurd. Dit is mede het gevolg van de moeizame vervulling van vacatures. Hierdoor zullen de personele lasten van eigen personeel lager uitkomen dan geraamd. Daarnaast zijn ook de hogere materiële uitgaven met name te relateren aan de toename van projectopdrachten.
De lagere afschrijvingskosten zijn het gevolg van wijzigingen in het investeringstempo. Hierdoor verschuiven afschrijvingslasten naar komende jaren.
Kasstroomoverzicht
(-1) |
(2) |
(3)=(1)+(2) |
|||
---|---|---|---|---|---|
Oorspronkelijk vastgestelde begroting (1) |
Mutaties (+ of –) 1e suppletoire begroting |
Mutaties (+ of –) 2e suppletoire begroting |
Totaal geraamd |
||
1. |
Rekening-courant RHB 1 januari 2014 |
16 |
2.699 |
0 |
2.715 |
2. |
Totaal operationele kasstroom |
6.075 |
– 4.530 |
0 |
1.545 |
Totaal investeringen (-/-) |
– 700 |
– 7.675 |
2.375 |
– 6.000 |
|
Totaal boekwaarde desinvesteringen (+) |
0 |
0 |
0 |
0 |
|
3. |
Totaal investeringskasstroom |
– 700 |
– 7.675 |
2.375 |
– 6.000 |
Eenmalige uitkering aan moederdepartement (-/-) |
0 |
0 |
0 |
0 |
|
Eenmalige storting door het moederdepartement (+) |
0 |
0 |
0 |
0 |
|
Aflossingen op leningen (-/-) |
– 4.260 |
883 |
300 |
– 3.077 |
|
Beroep op leenfaciliteit (+) |
700 |
7.675 |
– 2.375 |
6.000 |
|
4. |
Totaal financieringskasstroom |
– 3.560 |
8.558 |
– 2.075 |
2.923 |
5. |
Rekening-courant RHB 31 december 2013 (=1+2+3+4) |
1.831 |
– 948 |
300 |
1.183 |
De overname van activa van het Ministerie van Algemene Zaken vindt later dan 2014 plaats. Hierdoor vallen de posten investeringen en aflossingen op leningen lager uit.
Doelmatigheid
Doelmatigheidsindicatoren
Omschrijving Generiek Deel |
begroting |
stand 1e suppletoire begroting |
stand 2e suppletoire begroting |
---|---|---|---|
2014 |
2014 |
2014 |
|
Gemiddeld uurtarief |
102 |
102 |
102 |
Verbetering kostprijzen infrastructuurcomponenten |
1% |
1% |
1% |
Verbetering kostprijzen werkplekcomponenten |
1% |
1% |
1% |
FTE-totaal (excl. externe inhuur) |
199 |
242 |
220 |
Aantal externe fte's |
75 |
114 |
145 |
Aantal externe fte's in % van totale fte's |
27% |
34% |
40% |
Saldo van baten en lasten (%) |
0% |
0% |
0% |
Omschrijving Specifiek Deel – ICT Diensten |
begroting |
stand 1e suppletoire begroting |
stand 1e suppletoire begroting |
---|---|---|---|
Beschikbaarheid systemen |
98,0% |
98,0% |
98,0% |
Betrouwbaarheid dienstverlening |
96,0% |
96,0% |
96,0% |
Resultaat benchmarkvergelijking |
2% |
2% |
2% |
Klanttevredenheid |
7 |
7 |
7 |
Exploitatie
(1) |
(2) |
(3)=(2)-(1) |
||
---|---|---|---|---|
Omschrijving |
Oorspronkelijk vastgestelde begroting |
Mutaties (+ of –) 1e suppletoire begroting |
Mutaties (+ of –) 2e suppletoire begroting |
Totaal geraamd |
Baten |
||||
Omzet moederdepartement |
19.848 |
0 |
19.848 |
|
Omzet overige departementen |
1.260.841 |
0 |
– 41.000 |
1.219.841 |
Omzet derden |
13.938 |
0 |
13.938 |
|
Rentebaten |
0 |
0 |
2.000 |
2.000 |
Vrijval voorzieningen |
0 |
0 |
6.500 |
6.500 |
Overige baten |
9.797 |
0 |
15.000 |
24.797 |
Totaal baten |
1.304.424 |
0 |
– 17.500 |
1.286.924 |
Lasten |
||||
Apparaatskosten (netto) |
67.174 |
0 |
67.174 |
|
Huren |
242.365 |
0 |
242.365 |
|
Rentelasten |
255.181 |
0 |
– 56.000 |
199.181 |
Afschrijvingskosten |
314.831 |
0 |
– 5.000 |
309.831 |
Onderhoud |
145.298 |
0 |
– 5.000 |
140.298 |
Dotaties voorzieningen |
18.080 |
0 |
20.000 |
38.080 |
Belastingen en heffingen |
21.647 |
0 |
21.647 |
|
Investeringen buiten gebruiksvergoedingen |
80.023 |
0 |
– 25.000 |
55.023 |
Overige producten |
||||
Services |
36.865 |
0 |
5.000 |
41.865 |
Adviezen |
4.495 |
0 |
4.495 |
|
Beleidsondersteuning |
6.188 |
0 |
6.188 |
|
PPS lasten |
53.900 |
0 |
53.900 |
|
Overige lasten |
12.726 |
15.000 |
27.726 |
|
Totaal lasten |
1.258.773 |
0 |
– 51.000 |
1.207.773 |
Saldo van baten en lasten |
45.651 |
0 |
33.500 |
79.151 |
Opbrengsten overige departementen.
Deze post wordt met name verlaagd vanwege de mutatie op de lastenpost «investeringen buiten gebruiksvergoeding» en de daling op de rentelasten.
Overige baten
Er worden meer onttrekkingen aan de bestemmingsreserve brandveiligheid voorzien.
Vrijval voorzieningen.
De afgelopen jaren zijn een grote dotaties gedaan aan de voorziening herstelonderhoud. Bij een aantal projecten heeft de klant ingestemd de herstelkosten voor zijn rekening te nemen. Hierdoor is de voorziening niet langer benodigd.
Rentelasten
Mede als gevolg van lagere investeringen in 2014 en herfinanciering van een substantieel deel van de leningen worden lagere rentelasten voorzien.
Dotaties voorzieningen
Dit betreft het saldo van de dotatie aan de voorziening voor de renovatie voor Huis ten Bosch, zoals al in de ontwerpbegroting 2015 aangekondigd.
Investeringen buiten gebruiksvergoeding.
Mede in het licht van de voorbereidingen voor de uitvoering van de masterplannen huisvesting geven de departementen minder opdrachten aan de Rgd voor kleinere investeringen.
Overige lasten
Dit betreft mede hogere onttrekkingen aan de bestemmingsreserve brandveiligheid (zie ook de overige baten) en daarnaast voorziene boekwaardecorrecties en projectresultaten.
Kasstroomoverzicht
(-1) |
(2) |
(3)=(1)+(2) |
|||
---|---|---|---|---|---|
Oorspronkelijk vastgestelde begroting (1) |
Mutaties (+ of –) 1e suppletoire begroting |
Mutaties (+ of –) 2e suppletoire begroting |
Totaal geraamd |
||
1. |
Rekening-courant RHB 1 januari 2014 |
263.701 |
0 |
– 135.238 |
128.463 |
2. |
Totaal operationele kasstroom |
363.043 |
0 |
0 |
363.043 |
Totaal investeringen (-/-) |
– 425.000 |
0 |
230.000 |
– 195.000 |
|
Totaal boekwaarde desinvesteringen (+) |
129.550 |
0 |
0 |
129.550 |
|
3. |
Totaal investeringkasstroom |
– 295.450 |
0 |
230.000 |
– 65.450 |
Eenmalige uitkering aan moederdepartement (-/-) |
0 |
0 |
0 |
0 |
|
Eenmalige storting door het moederdepartement (+) |
0 |
0 |
0 |
0 |
|
Aflossingen op leningen (-/-) |
– 392.120 |
0 |
0 |
– 392.120 |
|
Beroep op leenfaciliteit (+) |
425.000 |
0 |
– 230.000 |
195.000 |
|
4. |
Totaal financieringskasstroom |
32.880 |
0 |
– 230.000 |
– 197.120 |
5. |
Rekening-courant RHB 31 december 2014 (=1+2+3+4) |
364.174 |
0 |
– 135.238 |
228.936 |
Leenfaciliteit
Er zijn ook in 2014 minder investeringsmiddelen nodig, omdat er vertraging optreedt in de start en uitvoering van projecten. Die vertraging wordt vooral veroorzaakt doordat het meer tijd vergt dan verwacht om projecten tot uitvoering te laten komen. Het gaat met name om de projecten uit de masterplannen en uit het instandhoudingsprogramma waarvoor het RVB zelf opdrachtgever is. Dit betekent niet dat de financieringsbehoefte over de jaren heen zal dalen, maar dat er een verschuiving van deze behoefte naar latere jaren zal plaatsvinden.