Wetsartikel 1
De begrotingsstaten die onderdeel uitmaken van de Rijksbegroting, worden op grond van artikel 1, derde lid, van de Comptabiliteitswet 2001 elk afzonderlijk bij de wet vastgesteld en derhalve ook gewijzigd. Het onderhavige wetsvoorstel strekt ertoe om voor het jaar 2014 wijzigingen aan te brengen in de departementale begrotingsstaat van het Ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap.
De in de begrotingsstaat opgenomen begrotingsartikelen worden in onderdeel B van deze memorie van toelichting toegelicht.
De Minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap, M. Bussemaker
1. |
Leeswijzer |
2 |
2. |
Het beleid |
2 |
2.1. Overzicht belangrijkste uitgaven- en ontvangstenmutaties |
2 |
|
2.2. Beleidsartikelen |
4 |
|
2.3. Niet-beleidsartikelen |
26 |
Allereerst is de begrotingsstaat voor de verplichtingen, uitgaven en ontvangsten voor de begroting van het Ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap opgenomen. Hierin wordt inzicht gegeven in de financiële wijzigingen die op (beleids)artikelniveau worden voorgesteld in de begroting voor het jaar 2014.
In paragraaf 2 «Het beleid» wordt een toelichting gegeven op de belangrijkste begrotingsmutaties uit dit wetsvoorstel (paragraaf 2.1). Vervolgens wordt inzicht gegeven in de begrotingsmutaties op artikelniveau voor de beleidsartikelen en de niet-beleidsartikelen (paragraaf 2.2 en 2.3). Hierbij worden uitgaven- en ontvangstenmutaties groter dan € 2,2 miljoen toegelicht.
De toelichtingen op de uitgaven gelden ook voor de verplichtingen. Alleen indien er sprake is van een groot verschil van de verplichtingenmutaties ten opzichte van de uitgavenmutaties, wordt dit verschil apart toegelicht. Deze verschillen ontstaan bijvoorbeeld doordat er verplichtingen zijn aangegaan die niet tot een uitgavenmutatie leiden (zoals het aangaan van garantieverplichtingen in het kader van schatkistbankieren) of door regelingen waarvoor de verplichtingen dit jaar worden aangegaan terwijl de uitgaven pas volgend jaar (of in de jaren daarna) plaatsvinden.
In de 2e suppletoire begroting van OCW wordt een verdere uitwerking gegeven aan de besluiten van het kabinet over de Najaarsnota voor het begrotingshoofdstuk van OCW (VIII). Als gevolg hiervan wordt in de OCW-begroting in 2014 een uitgavenpeil van € 36,0 miljard geraamd. Het geraamde ontvangstenniveau is € 1,2 miljard.
In tabel 1 wordt de aansluiting getoond van de uitgaven en ontvangsten tussen de 1e suppletoire begroting 2014 en de 2e suppletoire begroting 2014. Een deel hiervan is al gepresenteerd in de Miljoenennota 2015 en de hiermee samenhangende OCW-begroting 2015.
Artikel |
Uitgaven |
Ontvangsten |
||
---|---|---|---|---|
Stand oorspronkelijk vastgestelde begroting 2014 |
35.022,9 |
1.232,1 |
||
Stand 1e suppletoire begroting 2014 |
36.009,6 |
1.234,9 |
||
Belangrijkste mutaties: |
||||
1 |
Inzet eindejaarsmarge 2014 |
91 |
– 65,9 |
|
2 |
Ramingsbijstelling studiefinanciering, WTOS en lesgeld |
11, 12, 13 |
– 5,0 |
15,0 |
3 |
Mee- en tegenvallers |
diversen |
– 33,5 |
17,4 |
4 |
Overlopende verplichtingen naar 2015 e.v. |
diversen |
– 59,6 |
|
5 |
Beleidsmatig overig |
diversen |
84,8 |
|
6 |
Rentemutatie (generaal) |
11 |
– 30,0 |
|
7 |
Niet relevante uitgaven |
11 |
40,0 |
|
8 |
Technisch overig |
diversen |
– 11,4 |
11,9 |
Stand 2e suppletoire begroting 2014 |
35.959,0 |
1.249,2 |
Toelichting op de belangrijkste mutaties:
1) Inzet eindejaarsmarge
Het restant van de eindejaarsmarge uit 2013 is ingezet ter dekking van de wettelijk verplichte prijsbijstelling po en mbo voor 2014 (€ 22,9 miljoen), incidentele middelen NOA voor po, vo en mbo (€ 34 miljoen) en overige beleidsmatige onderwerpen (€ 9,0 miljoen).
2) Ramingsbijstelling studiefinanciering, WTOS en lesgeld
De per saldo neerwaartse bijstelling van de ramingen heeft verschillende oorzaken. De belangrijkste posten op de uitgaven zijn:
• een neerwaartse bijstelling van de kaderrelevante uitgaven van de basisbeurs en de Ov-kaart (omzettingen naar gift);
• er wordt minder gebruik gemaakt dan verwacht van de regeling tegemoetkoming schoolkosten (WTOS) op het onderdeel VO 18+;
• opwaartse technische bijstellingen als gevolg van extra kwijtscheldingen.
De belangrijkste meevallers bij de ontvangsten zijn:
• Meerontvangsten op de kortlopende vorderingen en meer lesgeld ontvangsten.
3) Mee- en tegenvallers
Dit betreft een saldering van diverse mee- en tegenvallers. De belangrijkste meevallers bij de uitgaven zijn:
• op de uitgaven voor de lerarenbeurs blijft incidenteel € 23,0 miljoen over omdat er minder aanvragen zijn dan dat er aan budget beschikbaar is.
De belangrijkste meevallers bij de ontvangsten zijn:
• in het po is sprake van meer ontvangsten omdat gemeenten ontvangen middelen voor de regeling Brede School en Binnenmilieu niet hebben ingezet. Deze middelen zijn daarom teruggevorderd (€ 6,0 miljoen);
• ook in het vo is sprake van meer ontvangsten als gevolg van onder andere het terugvorderen van middelen naar aanleiding van de controle op aanvragen in het kader van de regeling binnenmilieu en energiezuinigheid (€ 6,4 miljoen).
4) Overlopende verplichtingen naar 2015 e.v.
Op diverse artikelen zijn er verplichtingen die niet in 2014 tot uitgaven leiden maar in 2015 of latere jaren (overlopende verplichtingen).
5) Beleidsmatig overig
Dit betreft onder andere de volgende mutaties:
• de uitdeling van de wettelijk verplichte prijsbijstelling po en mbo voor het jaar 2014
• (totaal € 22,9 miljoen).
• de verdeling van de incidentele middelen NOA voor po, vo en mbo (totaal € 34,0 miljoen):
– € 12,0 miljoen is bestemd voor vo. Deze middelen worden in 2014 besteed;
– € 18,0 miljoen is bestemd voor po/vo. Dit faciliteert de po-sector om de cao in 2014 te dekken. Hiervoor is een kasschuif van 2015 naar 2014 ter grootte van € 18 miljoen benodigd. De middelen die hierdoor volgend jaar vrijvallen uit de loonbijstelling bij po zijn vervolgens beleidsmatig beschikbaar voor po/vo.
– € 4,0 miljoen is bestemd voor mbo. Deze middelen worden doorgeschoven naar 2015.
• de aflossing van de egalisatievordering met betrekking tot het Rijkshuisvestingsstelsel (€ 18,2 miljoen). Het kabinet heeft besloten tot een nieuwe vormgeving van het Rijkshuisvestingsstelsel per 1 januari 2016. Een van de gevolgen hiervan is dat de huidige huurcontracten voortijdig worden opengebroken. Gedurende de looptijd van het huurcontract heeft het Rijksvastgoedbedrijf (RVB) een vordering op de balans (zogenaamde egalisatievordering), die werd in de loop der tijd afgelost door het departement als gebruiker van een pand. Doordat de huurcontracten voortijdig moeten worden opengebroken vanwege de overgang naar het nieuwe huisvestingsstelsel, dienen departementen deze egalisatievordering voortijdig af te lossen.
6) Rentemutatie (generaal)
Op basis van de uitvoeringsgegevens van DUO is de verwachting dat de rente ontvangsten bij de langlopende rentedragende leningen lager zullen uit vallen dan geraamd.
7) Niet relevante uitgaven
De niet-kaderrelevante uitgaven voor studiefinanciering zijn hoger dan geraamd. Dit wordt onder andere veroorzaakt door minder omzettingen naar gift van de basisbeurs en de ov-kaart in het ho.
8) Technisch overig
Het betreft overboekingen met andere departementen en desalderingen van uitgaven met ontvangsten.
Artikel 1. Primair onderwijs
Budgettaire gevolgen van beleid
Stand oorspronkelijk vastgestelde begroting 2014 |
Stand 1e suppletoire begroting 2014 |
Mutaties 2e suppletoire begroting 2014 |
Stand 2e suppletoire begroting 2014 |
|||
---|---|---|---|---|---|---|
Verplichtingen |
9.587.743 |
9.613.900 |
35.126 |
9.649.026 |
||
Waarvan garantieverplichtingen |
2.000 |
2.000 |
||||
Totale uitgaven |
9.588.959 |
9.611.900 |
35.126 |
9.647.026 |
||
Waarvan juridisch verplicht |
99,70% |
99,80% |
99,90% |
|||
Bekostiging |
9.061.330 |
9.078.589 |
60.631 |
9.139.220 |
||
• |
Hoofdbekostiging |
8.884.415 |
8.901.674 |
53.478 |
8.955.152 |
|
– |
Bekostiging Primair Onderwijs |
8.871.479 |
8.888.738 |
53.392 |
8.942.130 |
|
– |
Bekostiging Caribisch Nederland |
12.936 |
12.936 |
86 |
13.022 |
|
• |
Prestatiebox |
157.400 |
157.400 |
157.400 |
||
• |
Aanvullende bekostiging |
19.515 |
19.515 |
7.153 |
26.668 |
|
– |
Conciërgeregeling |
19.515 |
19.515 |
19.515 |
||
– |
Subsidieregeling Passend Onderwijs |
|||||
– |
Onderwijstijdverlenging |
|||||
– |
Overig |
7.153 |
7.153 |
|||
Subsidies |
103.202 |
109.193 |
– 5.303 |
103.890 |
||
– |
Regeling Onderwijsvoorziening jonggehandicapten |
23.862 |
23.862 |
23.862 |
||
– |
Nederlands onderwijs buitenland |
10.055 |
13.455 |
13.455 |
||
– |
Herstart en Op de Rails |
19.162 |
9.662 |
9.662 |
||
– |
Basis voor Presteren (School aan Zet en Bèta Techniek) |
11.305 |
11.305 |
2.830 |
14.135 |
|
– |
Humanistisch vormend en godsdienstonderwijs |
10.000 |
10.000 |
10.000 |
||
– |
Overig |
28.818 |
40.909 |
– 8.133 |
32.776 |
|
Opdrachten |
14.541 |
11.488 |
– 10.275 |
1.213 |
||
Bijdragen aan agentschappen |
29.722 |
32.466 |
233 |
32.699 |
||
– |
Dienst Uitvoering Onderwijs |
29.722 |
32.466 |
233 |
32.699 |
|
Bijdragen aan ZBO's/RWT's |
8.277 |
8.277 |
154 |
8.431 |
||
– |
Stichting Vervangingsfonds en Particpatiefonds |
5.984 |
5.984 |
143 |
6.127 |
|
– |
UWV |
2.293 |
2.293 |
11 |
2.304 |
|
Bijdragen aan medeoverheden |
360.987 |
360.987 |
563 |
361.550 |
||
– |
Gemeentelijk onderwijsachterstanden-beleid |
260.987 |
260.987 |
763 |
261.750 |
|
– |
Convenant G37 |
95.000 |
95.000 |
95.000 |
||
– |
Ondersteuning niet G37 |
5.000 |
5.000 |
– 200 |
4.800 |
|
Bijdragen aan sociale fondsen |
10.900 |
10.900 |
– 10.877 |
23 |
||
– |
Brede Scholen |
10.900 |
10.900 |
– 10.877 |
23 |
|
Ontvangsten |
1.661 |
1.661 |
9.000 |
10.661 |
In de kolom «Mutaties 2e suppletoire begroting 2014» worden de mutaties ten opzichte van de «Stand 1e suppletoire begroting 2014» weergegeven. Hieronder worden de belangrijkste mutaties toegelicht.
Toelichting mutaties:
Uitgaven
Toelichting per instrument:
Bekostiging
Het budget voor de bekostiging van primair onderwijs wordt per saldo met € 60,6 miljoen verhoogd door:
• de belangrijkste oorzaak hiervoor is dat in het kader van het Nationaal Onderwijsakkoord (NOA) incidenteel € 18,0 miljoen beschikbaar is gesteld voor de CAO primair onderwijs (zie voor een nadere toelichting paragraaf 2.1, nummer 5);
• daarnaast zijn de uitgaven voor € 12,0 miljoen hoger uitgevallen, onder andere door een toename van het gebruik van de groeiregeling en de regeling eerste opvang vreemdelingen;
• er zijn middelen toegevoegd vanuit de eindejaarsmarge voor de wettelijke prijsbijstelling tranche 2014 voor het jaar 2014 (€ 19,5 miljoen) en voor de loonbijstelling (€ 16,7 miljoen euro);
• tevens zijn door een dalend aantal plaatsen in justitiële jeugdinrichtingen de kosten voor het onderwijs in deze inrichtingen gedaald. De teveel ontvangen bijdrage (€ 7,8 miljoen) wordt teruggestort naar DJI;
• op artikel 1 is er een bijdrage van € 2,1 miljoen ontvangen van het Ministerie van VWS voor de kosten van onderwijs in de gesloten jeugdzorg;
• tot slot is het budget voor aanvullende bekostiging met € 7,2 miljoen verhoogd door een interne herschikking vanuit de bekostiging in verband met de toegenomen uitgaven voor de compensatieregeling maatregelen AWBZ.
Subsidies
Het budget voor subsidies wordt per saldo met € 5,3 miljoen verlaagd. Voor een aantal projecten schuiven de juridische verplichtingen en bijbehorende kosten van 2014 door naar 2015, waardoor de uitgaven voor dit jaar dalen met € 2,8 miljoen. Daarnaast is op een aantal projecten (o.a. Goed worden, goed blijven, WIA en Herstart en Op de Rails) minder uitgegeven dan geraamd.
Opdrachten
Het budget voor opdrachten wordt per saldo met € 10,3 miljoen verlaagd. Voor € 8,0 miljoen wordt dit verklaard doordat op verschillende projecten, waaronder onderzoeksopdrachten en SLO-projecten minder is uitgegeven dan begroot. Het resterende bedrag van € 2,3 miljoen is een saldo van bijdragen voor verschillende projecten die op andere beleidsartikelen staan, onder andere voor de kosten die CvtE heeft gemaakt voor invoering van de centrale eindtoets en ontwikkeling van de digitale adaptieve eindtoets, Passend Onderwijs, het onderzoek naar de relatie tussen bewegingsonderwijs en schoolprestaties en antipestprogramma’s.
Bijdragen aan sociale fondsen
Het budget voor bijdragen aan sociale fondsen is met € 10,9 miljoen verlaagd vanwege een overboeking naar het Gemeentefonds ten behoeve van de impuls brede scholen, sport en cultuur.
Artikel 3. Voortgezet onderwijs
Budgettaire gevolgen van beleid
Stand oorspronkelijk vastgestelde begroting 2014 |
Stand 1e suppletoire begroting 2014 |
Mutaties 2e suppletoire begroting 2014 |
Stand 2e suppletoire begroting 2014 |
|||
---|---|---|---|---|---|---|
Verplichtingen |
7.263.617 |
7.553.803 |
295.539 |
7.849.342 |
||
Waarvan garantieverplichtingen |
22.898 |
3.475 |
26.373 |
|||
Totale uitgaven |
7.263.617 |
7.286.168 |
28.864 |
7.315.032 |
||
Waarvan juridisch verplicht |
99,92% |
99,9% |
||||
Bekostiging |
7.132.667 |
7.136.381 |
21.032 |
7.157.413 |
||
• |
Hoofdbekostiging |
6.755.902 |
6.760.414 |
21.032 |
6.781.446 |
|
– |
Bekostiging voortgezet onderwijs lumpsum |
6.743.095 |
6.745.141 |
23.256 |
6.768.397 |
|
– |
Bekostiging Caribisch Nederland |
12.807 |
15.273 |
– 2.224 |
13.049 |
|
• |
Prestatiebox |
150.000 |
150.000 |
0 |
150.000 |
|
– |
Regeling prestatiebox voortgezet onderwijs |
150.000 |
150.000 |
150.000 |
||
• |
Aanvullende bekostiging |
226.765 |
225.967 |
0 |
225.967 |
|
– |
Regeling aanvullende bekostiging maatschappelijke stage in het VO |
48.180 |
48.180 |
48.180 |
||
– |
Tijdelijke regeling subsidiëring experimenten leergang vmbo-mbo2 2008–2013, incl. borgingscohort vmbo-mbo2 |
24.498 |
18.600 |
18.600 |
||
– |
Regeling IGVO (Internationaal Georiënteerd Voortgezet Onderwijs) |
2.961 |
2.961 |
2.961 |
||
– |
Regeling leerplusarrangement, nieuwkomers en eerste opvang vreemdelingen |
82.205 |
78.255 |
78.255 |
||
– |
Regeling regionaal zorgbudget en reboundvoorzieningen |
66.885 |
76.385 |
76.385 |
||
– |
Regeling visueel gehandicapten |
1.206 |
756 |
756 |
||
– |
Regeling bekostiging kenniscentra voor leerwerktrajecten vmbo |
830 |
830 |
830 |
||
Subsidies |
48.670 |
51.599 |
– 3.096 |
48.503 |
||
– |
Stichting Kennisnet (basissubsidie) PO, VO, BE |
17.552 |
17.552 |
17.552 |
||
– |
ICT-projecten |
800 |
800 |
1.000 |
1.800 |
|
– |
Beter presteren (Scholen aan Zet en Platform Beta en Techniek) |
3.221 |
3.195 |
– 2.830 |
365 |
|
– |
Onderwijs Bewijs |
1.663 |
1.663 |
– 36 |
1.627 |
|
– |
Regionale verwijzingscommissies VO |
6.985 |
6.985 |
6.985 |
||
– |
Overige projecten |
18.449 |
21.404 |
– 1.230 |
20.174 |
|
Opdrachten |
374 |
374 |
1.800 |
2.174 |
||
– |
In- en uitbesteding |
374 |
374 |
1.800 |
2.174 |
|
Bijdragen aan agentschappen |
25.950 |
35.973 |
1.099 |
37.072 |
||
– |
Dienst Uitvoering Onderwijs |
25.950 |
35.973 |
1.099 |
37.072 |
|
Bijdragen aan ZBO's/RWT's |
55.750 |
61.635 |
7.997 |
69.632 |
||
– |
ZBO: College voor Examens |
3.338 |
3.392 |
8.184 |
11.576 |
|
– |
SLOA: onderwijs ondersteunende instellingen PO/VO/BVE (incl. examens) |
52.412 |
58.243 |
– 187 |
58.056 |
|
Bijdragen aan (inter)nationale organisaties |
206 |
206 |
32 |
238 |
||
– |
GRAZ (ECML) en PISA |
206 |
206 |
32 |
238 |
|
Ontvangsten |
4.661 |
1.361 |
6.400 |
7.761 |
In de kolom «Mutaties 2e suppletoire begroting 2014» worden de mutaties ten opzichte van de «Stand 1e suppletoire begroting 2014» weergegeven. Hieronder worden de belangrijkste mutaties toegelicht.
Toelichting mutaties:
Verplichtingen
De verplichtingen worden met € 295,5 miljoen verhoogd. Het verschil tussen de verplichtingen- en uitgavenmutaties (€ 266,7 miljoen) wordt veroorzaakt door:
• een mutatie in de garantieverplichtingen/rekening-courant kredieten aan onderwijsinstellingen waar OCW garant voor staat (€ 3,5 miljoen);
• bijstelling van de verplichtingenraming om aan te sluiten bij de verwachte realisatie over 2014 (€ 263,2 miljoen). De verplichtingen voor extra middelen die bijv. vanuit het Regeerakkoord en de Begrotingsafspraken 2014 voor het jaar 2015 beschikbaar komen, worden reeds in 2014 aangegaan.
Uitgaven
Toelichting per instrument:
Bekostiging
Het budget voor bekostiging wordt per saldo met € 21,0 miljoen verhoogd door:
• de extra incidentele middelen uit het NOA in verband met het afsluiten van de CAO in het voortgezet onderwijs (€ 12,0 miljoen) (zie voor een nadere toelichting paragraaf 2.1, nummer 5);
• de uitdeling van de loonbijstelling (werkgeverslasten tranche 2014, ad € 12,4 miljoen);
• kasschuif naar 2015 in verband met de verwachte uitgaven in 2015 voor Caribisch Nederland (– € 2,0 miljoen);
• overige diverse mutaties (– € 1,4 miljoen).
Subsidies
Het budget voor subsidies wordt per saldo met € 3,1 miljoen verlaagd door voornamelijk overboekingen tussen diverse beleidsterreinen van het Ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap en het Ministerie van Economische Zaken.
Opdrachten
Het budget voor opdrachten wordt per saldo met € 1,8 miljoen verhoogd door een overboeking van subsidies naar opdrachten, waardoor wordt aangesloten bij het niveau van de verwachte realisatie.
Bijdragen aan agentschappen
Het budget voor de Dienst Uitvoering Onderwijs wordt per saldo met € 1,1 miljoen verhoogd door diverse overboekingen.
Bijdragen aan ZBO’s/RWT’s
Het budget voor ZBO’s/RWT’s wordt per saldo met € 8,0 miljoen verhoogd door:
• verhoging van het budget voor het College voor Toetsen en Examens voor het uitvoeren van diverse projecten (o.a. staatsexamens NT2, taal en rekenen en toetsen). De afspraak geldt dat alle betalingen naar het College voor Toetsen en Examens (CvtE) «centraal» via artikel 3 voortgezet onderwijs plaatsvinden. Daarvoor is in de loop van 2014 een bedrag van € 8,2 miljoen naar artikel 3 overgeboekt van de diverse beleidsterreinen, alwaar de gelden waren gereserveerd.
Ontvangsten
Het ontvangstenbudget wordt met € 6,4 miljoen verhoogd als gevolg van het terugvorderen van middelen, voornamelijk naar aanleiding van de controle op aanvragen in het kader van de regeling binnenmilieu en energiezuinigheid.
Artikel 4. Beroepsonderwijs en volwasseneneducatie
Budgettaire gevolgen van beleid
Stand oorspronkelijk vastgestelde begroting 2014 |
Stand 1e suppletoire begroting 2014 |
Mutaties 2e suppletoire begroting 2014 |
Stand 2e suppletoire begroting 2014 |
|||
---|---|---|---|---|---|---|
Verplichtingen |
3.892.744 |
3.828.258 |
111.663 |
3.939.921 |
||
Waarvan garantieverplichtingen |
5.500 |
5.000 |
10.500 |
|||
Totale uitgaven |
3.830.290 |
3.787.630 |
– 10.425 |
3.777.205 |
||
Waarvan juridisch verplicht |
99,5% |
99,6% |
99,6% |
|||
Bekostiging |
3.469.233 |
3.443.924 |
– 31.900 |
3.412.024 |
||
• |
Hoofdbekostiging |
3.157.414 |
3.153.214 |
15.861 |
3.169.075 |
|
– |
Bekostiging roc's/overige regelingen |
2.987.962 |
2.981.962 |
15.271 |
2.997.233 |
|
– |
Bekostiging kbb's |
106.241 |
106.241 |
1.759 |
108.000 |
|
– |
Bekostiging Caribisch Nederland |
4.858 |
6.658 |
– 1.137 |
5.521 |
|
– |
Bekostiging vavo |
58.353 |
58.353 |
– 32 |
58.321 |
|
• |
Prestatiebox |
65.600 |
47.800 |
– 3.625 |
44.175 |
|
– |
Taal en Rekenen |
0 |
0 |
0 |
0 |
|
– |
Investeringsfonds mbo (Techniekpact) |
25.000 |
7.200 |
– 3.625 |
3.575 |
|
– |
VSV |
40.600 |
40.600 |
0 |
40.600 |
|
• |
Aanvullende bekostiging |
246.219 |
242.910 |
– 44.136 |
198.774 |
|
– |
Schoolmaatschappelijk werk in het mbo |
14.017 |
14.017 |
0 |
14.017 |
|
– |
Versterken centrale en uniforme toetsing |
13.612 |
11.216 |
– 11.216 |
0 |
|
– |
RMC's |
31.925 |
31.925 |
– 31.925 |
0 |
|
– |
Plusvoorzieningen overbelaste Jongeren en wijkscholen |
30.400 |
30.400 |
6 |
30.406 |
|
– |
Programmagelden regio's |
19.450 |
19.450 |
8 |
19.458 |
|
– |
Convenanten met RMC-regio's |
17.100 |
17.100 |
0 |
17.100 |
|
– |
Aanvullende vergoeding experimenten vmbo-mbo 2 |
1.000 |
1.000 |
– 890 |
110 |
|
– |
Leerlinggebonden financiering (LGF) |
53.615 |
52.702 |
– 119 |
52.583 |
|
– |
Taal en Rekenen |
52.600 |
52.600 |
0 |
52.600 |
|
– |
School-ex 2.0 |
12.500 |
12.500 |
0 |
12.500 |
|
– |
Stagebox |
0 |
0 |
0 |
0 |
|
Subsidies |
248.036 |
246.489 |
3.346 |
249.835 |
||
waarvan: |
||||||
– |
Subsidieregeling praktijkleren |
209.000 |
209.000 |
0 |
209.000 |
|
– |
Actieplan Laaggeletterdheid |
4.000 |
4.900 |
0 |
4.900 |
|
– |
Pilots laaggeletterdheid |
5.000 |
6.000 |
0 |
6.000 |
|
– |
Sectorplan mbo-hbo techniek |
3.065 |
400 |
– 400 |
0 |
|
– |
Netwerkscholen |
3.500 |
3.500 |
0 |
3.500 |
|
– |
Loopbaanorientatie |
1.300 |
500 |
0 |
500 |
|
– |
Overige projecten |
22.171 |
22.189 |
3.746 |
25.935 |
|
Opdrachten |
4.287 |
2.067 |
– 434 |
1.633 |
||
– |
In- en uitbesteding |
4.287 |
2.067 |
– 434 |
1.633 |
|
Bijdragen aan agentschappen |
17.836 |
19.106 |
17 |
19.123 |
||
– |
Dienst Uitvoering Onderwijs |
17.836 |
19.106 |
17 |
19.123 |
|
Bijdragen aan medeoverheden |
31.830 |
15.530 |
24.835 |
40.365 |
||
– |
Caribisch Nederland |
31.830 |
15.530 |
– 7.365 |
8.165 |
|
– |
RMC's |
0 |
0 |
32.200 |
32.200 |
|
Bijdragen aan sociale fondsen |
53.805 |
53.805 |
79 |
53.884 |
||
– |
Participatiebudget |
53.805 |
53.805 |
79 |
53.884 |
|
Bijdragen aan ZBO's/RWT's |
5.263 |
6.709 |
– 6.368 |
341 |
||
– |
College voor Examens |
363 |
4.509 |
– 4.509 |
0 |
|
– |
Wet SLOA |
4.900 |
2.200 |
– 1.859 |
341 |
|
Ontvangsten |
0 |
0 |
2.000 |
2.000 |
In de kolom «Mutaties 2e suppletoire begroting 2014» worden de mutaties ten opzichte van de «Stand 1e suppletoire begroting 2014» weergegeven. Hieronder worden de belangrijkste mutaties toegelicht.
Toelichting mutaties
Verplichtingen
De verplichtingen worden met € 111,7 miljoen verhoogd. Het verschil tussen de verplichtingen- en uitgavenmutaties (€ 122,1 miljoen) wordt veroorzaakt door:
• Garantieverplichtingen/rekening-courant kredieten aan onderwijsinstellingen die in 2014 zijn aangegaan en waar het Ministerie van OCW garant voor staat (€ 5,0 miljoen).
• Bijstelling van de verplichtingenraming als gevolg van de extra investeringen in het mbo vanuit de Begrotingsafspraken 2014 en het Regeerakkoord. De verplichtingen voor deze aanvullende investeringen worden in 2014 aangegaan en de uitgaven worden in 2015 gerealiseerd.
Uitgaven
Toelichting per instrument
Bekostiging
Het budget voor de bekostiging wordt per saldo met € 31,9 miljoen verlaagd. Deze verlaging is met name het gevolg van de volgende mutaties:
• De mutatie van € 15,3 miljoen in het kader van de bekostiging roc’s. Dit is grotendeels te verklaren door de eenmalige toevoeging van middelen vanuit het instrument versterken centrale uniforme toetsing, de uitgekeerde loon/prijsbijstelling 2014 de eenmalige NOA middelen. Deze NOA middelen worden doorgeschoven naar 2015 (zie voor een nadere toelichting paragraaf 2.1, nummer 5).
• Een bedrag voor de bekostiging van Caribisch Nederland wordt doorgeschoven naar 2015 (– € 1,0 miljoen).
• In het kader van het investeringsfonds mbo wordt een bedrag doorgeschoven naar 2015 (– € 3,3 miljoen). Daarnaast gaat het om een overboeking van investeringsfonds mbo naar het instrument subsidies. Het gaat hier om een subsidie in het kader van het investeringsfonds (– € 0,3 miljoen).
• De mutatie van € -11,2 miljoen in het kader van versterken centrale en uniforme toetsing. Dit is grotendeels te verklaren door een eenmalige toevoeging vanuit dit budget aan de lumpsum. Daarnaast zijn er middelen overgeboekt naar het subsidiebudget.
• Een overboeking van de middelen voor RMC’s naar het instrument bijdragen aan medeoverheden (– € 31,9 miljoen).
Subsidies
Het budget voor subsidies wordt per saldo met € 3,3 miljoen verhoogd. Deze verhoging is met name het gevolg van de volgende mutaties:
• Een overboeking van middelen voor het investeringsfonds mbo naar het instrument subsidies. Het gaat hier om een subsidieverstrekking in het kader van het investeringsfonds (€ 0,3 miljoen).
• Een overboeking van het instrument ZBO’s/RWT’s naar het instrument subsidies in het kader van ECBO (€ 1,2 miljoen).
• Een overboeking van middelen voor het versterken centrale en uniforme toetsing van het instrument bekostiging naar het instrument subsidies in het kader van examinering (€ 2,1 miljoen).
Bijdragen aan medeoverheden
Het budget voor medeoverheden wordt per saldo met € 24,8 miljoen verhoogd. Deze verhoging is met name het gevolg van de volgende mutaties:
• Een bedrag voor Caribisch Nederland wordt doorgeschoven naar 2015 (– € 7,1 miljoen). Deze verlaging wordt grotendeels verklaard door een vertraging in het masterplan onderwijshuisvesting.
• Een overboeking van de middelen voor RMC’s naar het instrument bijdragen aan medeoverheden (€ 32,2 miljoen).
ZBO’s/RWT’s
Het budget voor bijdragen aan ZBO’s/RWT’s wordt per saldo met € 6,4 miljoen verlaagd. De belangrijkste oorzaken hiervoor zijn:
• Een overboeking naar het artikel voorgezet onderwijs voor kosten van het werkprogramma 2014 van het College van Examens voor staatsexamens MBO en NT2 (– € 5,2 miljoen).
• Een overboeking van het instrument ZBO’s/RWT’s naar het instrument subsidies in het kader van ECBO (– € 1,2 miljoen).
Ontvangsten
Het ontvangstenbudget wordt met € 2,0 miljoen verhoogd. Dit wordt veroorzaakt door afrekeningen op de educatie, oude LGF-afrekeningen en diverse afrekeningen van andere subsidies.
Artikel 6. Hoger beroepsonderwijs
Budgettaire gevolgen van beleid
Stand oorspronkelijk vastgestelde begroting 2014 |
Stand 1e suppletoire begroting 2014 |
Mutaties 2e suppletoire begroting 2014 |
Stand 2e suppletoire begroting 2014 |
|||
---|---|---|---|---|---|---|
Verplichtingen |
2.573.655 |
2.895.423 |
62.766 |
2.958.189 |
||
Waarvan garantieverplichtingen |
13.000 |
8.139 |
21.139 |
|||
Totale uitgaven |
2.595.377 |
2.726.900 |
6.378 |
2.733.278 |
||
Waarvan juridisch verplicht |
99,90% |
99,90% |
99,90% |
|||
Bekostiging |
2.551.524 |
2.683.409 |
5.353 |
2.688.762 |
||
• |
Hoofdbekostiging |
2.381.676 |
2.513.561 |
5.106 |
2.518.667 |
|
– |
Onderwijsdeel hbo |
2.306.091 |
2.437.976 |
5.006 |
2.442.982 |
|
– |
Deel ontwerp en ontwikkeling |
69.101 |
69.101 |
100 |
69.201 |
|
– |
Bekostiging tweede bachelor- en mastergraden in het hbo |
0 |
0 |
0 |
0 |
|
– |
Bekostiging experimenten open bestel |
5.000 |
5.000 |
0 |
5.000 |
|
– |
Bekostiging postinitiële masteropleidingen hbo |
1.484 |
1.484 |
0 |
1.484 |
|
• |
Prestatiebox |
169.848 |
169.848 |
247 |
170.095 |
|
– |
Onderwijskwaliteit en studiesucces, en profilering |
169.848 |
169.848 |
247 |
170.095 |
|
Subsidies |
2.958 |
958 |
– 437 |
521 |
||
– |
Regeling bevordering kennisfunctie hogescholen |
0 |
0 |
0 |
0 |
|
– |
Regeling stimulering Bèta/techniek |
2.000 |
0 |
0 |
0 |
|
– |
Studiekeuze-informatie hoger onderwijs |
0 |
0 |
0 |
0 |
|
– |
Overig |
958 |
958 |
– 437 |
521 |
|
Opdrachten |
100 |
100 |
127 |
227 |
||
– |
Uitbesteding |
100 |
100 |
127 |
227 |
|
Bijdragen aan agentschappen |
15.801 |
17.439 |
412 |
17.851 |
||
– |
Dienst Uitvoering Onderwijs |
15.801 |
17.439 |
412 |
17.851 |
|
Bijdragen aan ZBO's/RWT's |
22.696 |
22.696 |
920 |
23.616 |
||
– |
NWO (Praktijkgericht onderzoek hbo) |
22.696 |
22.696 |
920 |
23.616 |
|
Bijdragen aan (inter)nationale organisaties |
2.298 |
2.298 |
3 |
2.301 |
||
– |
Stichting Studiekeuze 123 |
2.298 |
2.298 |
3 |
2.301 |
|
Ontvangsten |
1.213 |
1.213 |
886 |
2.099 |
In de kolom «Mutaties 2e suppletoire begroting 2014» worden de mutaties ten opzichte van de «Stand 1e suppletoire begroting 2014» weergegeven. Hieronder worden de belangrijkste mutaties toegelicht.
Toelichting mutaties:
Verplichtingen
De verplichtingen worden met € 62,8 miljoen verhoogd. Het verschil tussen de verplichtingen- en uitgavenmutaties (€ 56,4 miljoen) wordt veroorzaakt door:
• garantieverplichtingen aan onderwijsinstellingen die in 2014 zijn aangegaan waar OCW garant voor staat (€ 8,1 miljoen);
• bijstelling van de verplichtingenraming als gevolg van een aanpassing van de bekostiging in 2015 (€ 36,7 miljoen), overeenkomstig de bekostigingsregeling wordt de kasmutatie 2015 verplicht in 2014;
• bijstelling van de verplichtingenraming als gevolg van het in 2014 aangaan van diverse subsidieverplichtingen met kasgevolgen voor 2015 tot en met 2017 (€ 12,5 miljoen), waarvan in de begroting was geraamd dat deze na 2014 zouden worden aangegaan.
Uitgaven
Toelichting per instrument:
Bekostiging
Het budget voor de hoofdbekostiging wordt per saldo met € 5,1 miljoen verhoogd in verband met:
• de loonbijstelling 2014 (€ 3,6 miljoen);
• een overboeking vanuit artikel 9 inzake een overheveling van middelen ten behoeve van het lerarenbeleid (€ 1,5 miljoen).
Ontvangsten
Het ontvangstenbudget wordt met € 0,9 miljoen verhoogd inzake een desaldering van overblijvende kennisfunctie-middelen uit het RAAK-programma 2009 (praktijkgericht onderzoek) die ondergebracht worden bij het NWO ten behoeve van praktijkgericht onderzoek SIA.
Artikel 7. Wetenschappelijk onderwijs
Budgettaire gevolgen van beleid
Stand oorspronkelijk vastgestelde begroting 2014 |
Stand 1e suppletoire begroting 2014 |
Mutaties 2e suppletoire begroting 2014 |
Stand 2e suppletoire begroting 2014 |
|||
---|---|---|---|---|---|---|
Verplichtingen |
4.074.179 |
4.207.584 |
104.577 |
4.312.161 |
||
Totale uitgaven |
4.070.873 |
4.137.211 |
14.186 |
4.151.397 |
||
Waarvan juridisch verplicht |
99,9% |
99,9% |
99,9% |
|||
Bekostiging |
4.030.690 |
4.097.512 |
17.782 |
4.115.294 |
||
• |
Hoofdbekostiging |
3.901.966 |
3.968.788 |
17.611 |
3.986.399 |
|
– |
Onderwijsdeel wo |
1.574.097 |
1.636.922 |
4.657 |
1.641.579 |
|
– |
Onderzoeksdeel wo |
1.721.828 |
1.725.070 |
5.493 |
1.730.563 |
|
– |
Deel ondersteuning geneeskundig onderwijs en onderzoek |
606.041 |
606.796 |
7.461 |
614.257 |
|
– |
Bekostiging tweede mastergraden in het wo |
0 |
0 |
0 |
||
• |
Prestatiebox |
128.724 |
128.724 |
171 |
128.895 |
|
– |
Onderwijskwaliteit en studiesucces, en profilering |
128.724 |
128.724 |
171 |
128.895 |
|
Subsidies |
14.051 |
13.117 |
– 3.601 |
9.516 |
||
– |
Subsidieregeling Sirius programma |
7.954 |
7.954 |
– 2.000 |
5.954 |
|
– |
Subsidieregeling Libertas Noodfonds |
605 |
605 |
605 |
||
– |
Subsidieregeling Programma Akademie assistenten |
0 |
0 |
0 |
||
– |
3TU’s samenwerking |
1.500 |
1.500 |
1.500 |
||
– |
Toetsing en Toetsgestuurd leren |
0 |
0 |
0 |
||
– |
Overig |
3.992 |
3.058 |
– 1.601 |
1.457 |
|
Opdrachten |
1.560 |
1.560 |
– 129 |
1.431 |
||
– |
Uitbesteding |
1.560 |
1.560 |
– 129 |
1.431 |
|
Bijdragen aan ZBO's/RWT's |
3.764 |
3.764 |
5 |
3.769 |
||
– |
Nederlands-Vlaamse Accreditatie Organisatie (NVAO) |
3.764 |
3.764 |
5 |
3.769 |
|
Bijdragen aan (inter)nationale organisaties |
20.808 |
21.258 |
129 |
21.387 |
||
– |
Organisaties excl. NVAO en SKI 123 (zie tabel 6.5) |
20.808 |
21.258 |
129 |
21.387 |
|
Ontvangsten |
16 |
10.016 |
0 |
10.016 |
In de kolom «Mutaties 2e suppletoire begroting 2014» worden de mutaties ten opzichte van de «Stand 1e suppletoire begroting 2014» weergegeven. Hieronder worden de belangrijkste mutaties toegelicht.
Toelichting mutaties:
Verplichtingen
De verplichtingen worden met € 104,6 miljoen verhoogd. Het verschil tussen de verplichtingen- en uitgavenmutaties (€ 90,4 miljoen) wordt veroorzaakt door:
• bijstelling van de verplichtingenraming als gevolg van een aanpassing van de bekostiging in 2014 (€ 29,1 miljoen) waarvan in de begroting was geraamd dat deze in 2013 zouden worden aangegaan (technologie en zwaartekracht);
• bijstelling van de verplichtingenraming als gevolg van een aanpassing van de bekostiging in 2015 (€ 38,8 miljoen), overeenkomstig de bekostigingsregeling wordt de kasmutatie 2015 verplicht in 2014;
• bijstelling van de verplichtingenraming als gevolg van het in 2014 aangaan van diverse subsidieverplichtingen met kasgevolgen voor 2014 (€ 22,5 miljoen), waarvan in de begroting was geraamd dat deze in 2013 zouden worden aangegaan.
Uitgaven
Toelichting per instrument:
Bekostiging
Het budget voor de hoofdbekostiging wordt per saldo met € 17,6 miljoen verhoogd in verband met:
• de loonbijstelling 2014 van € 12,6 miljoen, waarvan € 5,7 miljoen als gevolg van een overboeking van het Ministerie van VWS betreffende de sector academische ziekenhuizen en € 0,6 miljoen als gevolg van een overboeking van het Ministerie van BuZa betreffende de instellingen van internationaal onderwijs en onderzoek;
• een overboeking van het Ministerie van EZ (€ 2,2 miljoen) betreffende het programma Zwaartekracht;
• in het kader van Verantwoord Begroten vindt een herschikking van middelen (€ 1,6 miljoen) plaats over de instrumenten bekostiging en subsidies;
• diverse overige geringe mutaties (interne overboekingen) die het budget verhogen (€ 1,2 miljoen).
Subsidies
Het budget voor Subsidies wordt per saldo met € 3,6 miljoen verlaagd in verband met:
• een overboeking (€ 2,4 miljoen) naar artikel 16 voor door het Nationaal Regieorgaan Onderwijsonderzoek (NRO) uit te voeren activiteiten in het kader van de bestendiging en voortzetting van excellentietrajecten in het hoger onderwijs en onderzoek naar open en online hoger onderwijs;
• in het kader van Verantwoord Begroten vindt een herschikking van middelen (€ 1,2 miljoen) plaats over de instrumenten bekostiging, subsidies en opdrachten.
Artikel 8. Internationaal beleid
Budgettaire gevolgen van beleid
Stand oorspronkelijk vastgestelde begroting 2014 (1) |
Stand 1e suppletoire begroting 2014 (2) |
Mutaties 2e suppletoire begroting 2014 (3) |
Stand 2e suppletoire begroting 2014 (4)=(2+3) |
|||
---|---|---|---|---|---|---|
Verplichtingen |
11.652 |
14.721 |
– 571 |
14.150 |
||
Totale uitgaven |
13.421 |
13.631 |
– 571 |
13.060 |
||
Waarvan juridisch verplicht |
90,50% |
92,20% |
92,70% |
|||
Subsidies |
1.608 |
1.658 |
2 |
1.660 |
||
– |
Duitsland Instituut Amsterdam (DIA) |
774 |
774 |
2 |
776 |
|
– |
Frans-Nederlandse academie (FNA) |
20 |
20 |
0 |
20 |
|
– |
Netherlands house for Education and Research (Neth-ER) |
450 |
450 |
0 |
450 |
|
– |
Incidentele subsidies voor het uitwisselen van cultuur |
364 |
364 |
0 |
364 |
|
– |
Overige incidentele subsidies |
0 |
50 |
0 |
50 |
|
Opdrachten |
290 |
215 |
0 |
215 |
||
– |
Beleidsonderzoek en benchmarking |
100 |
100 |
0 |
100 |
|
– |
Incidentele Internationale activiteiten |
190 |
115 |
0 |
115 |
|
Bijdragen aan (inter)nationale organisaties |
11.073 |
11.308 |
– 573 |
10.735 |
||
– |
OCW-vertegenwoordiging in het buitenland |
141 |
141 |
0 |
141 |
|
– |
Europees Platform |
4.560 |
4.795 |
– 105 |
4.690 |
|
– |
Nederlandse Taalunie |
3.186 |
3.186 |
47 |
3.233 |
|
– |
Europa College Brugge |
30 |
30 |
0 |
30 |
|
– |
Unesco |
20 |
20 |
0 |
20 |
|
– |
OESO CERI |
76 |
76 |
0 |
76 |
|
– |
Fulbright Center |
388 |
388 |
0 |
388 |
|
– |
DCICC (voorheen SICA) Cultural Contact Point |
90 |
90 |
0 |
90 |
|
– |
Stichting Ons Erfdeel |
185 |
185 |
0 |
185 |
|
– |
Nationaal Agentschap Leven Lang Leren (EU-programma) |
1.762 |
1.762 |
0 |
1.762 |
|
– |
Programma's Agentschap NL (inclusief uitvoeringskosten) |
585 |
585 |
– 515 |
70 |
|
– |
Incidentele EU-programma's en activiteiten |
50 |
50 |
0 |
50 |
|
Bijdragen aan andere begrotingshoofdstukken |
450 |
450 |
0 |
450 |
||
– |
Vlaams-Nederlands Huis DeBuren (Hoofdstuk V BuZa) |
450 |
450 |
0 |
450 |
|
Ontvangsten |
99 |
99 |
271 |
370 |
In de kolom «Mutaties 2e suppletoire begroting 2014» worden de mutaties ten opzichte van de «Stand 1e suppletoire begroting 2014» weergegeven.
Artikel 9. Arbeidsmarkt- en personeelsbeleid
Budgettaire gevolgen van beleid
Stand oorspronkelijk vastgestelde begroting 2014 |
Stand 1e suppletoire begroting 2014 |
Mutaties 2e suppletoire begroting 2014 |
Stand 2e suppletoire begroting 2014 |
|||
---|---|---|---|---|---|---|
Verplichtingen |
403.506 |
381.900 |
– 204.347 |
177.553 |
||
Totale uitgaven |
403.506 |
381.900 |
– 32.181 |
349.719 |
||
Waarvan juridisch verplicht |
94,3% |
96,4% |
99% |
|||
Bekostiging |
188.256 |
161.245 |
– 1.711 |
159.534 |
||
• |
Hoofdbekostiging |
6.434 |
4 |
0 |
4 |
|
– |
Beloning LeerKracht lumpsum po/vo/bve |
6.434 |
4 |
4 |
||
• |
Prestatiebox |
54.276 |
33.695 |
0 |
33.695 |
|
– |
Professionalisering po/vo/bve |
54.276 |
33.695 |
33.695 |
||
• |
Aanvullende bekostiging |
127.546 |
127.546 |
– 1.711 |
125.835 |
|
– |
Functiemix VO Randstadregio's |
61.256 |
61.256 |
128 |
61.384 |
|
– |
Salarismix MBO Randstadregio's |
41.067 |
41.067 |
86 |
41.153 |
|
– |
Tegemoetkoming kosten opleidingsscholen |
20.000 |
20.000 |
– 1.936 |
18.064 |
|
– |
G.O.- en vakbondsfaciliteiten po |
5.223 |
5.223 |
11 |
5.234 |
|
Subsidies |
197.612 |
197.305 |
– 31.901 |
165.404 |
||
– |
Lerarenbeurs/zij- instroom |
107.800 |
107.700 |
– 25.000 |
82.700 |
|
– |
Impuls lerarentekorten vo en wetenschap en techniek pabo |
20.000 |
20.838 |
– 2.432 |
18.406 |
|
– |
Versterking samenwerking lerarenopleidingen en scholen |
20.500 |
18.300 |
– 150 |
18.150 |
|
– |
Verankering academische opleidingsschool |
2.710 |
2.665 |
2.665 |
||
– |
InnovatieImpuls Onderwijs |
3.000 |
3.000 |
3.000 |
||
– |
Arbeidsmarkt-/kennisactiviteiten po |
2.230 |
2.230 |
2.230 |
||
– |
Onderwijscoöperatie |
2.935 |
2.935 |
– 35 |
2.900 |
|
– |
Open Universiteit (LOOK) |
1.937 |
1.937 |
1.937 |
||
– |
Promotiebeurs voor leraren |
9.500 |
7.900 |
– 25 |
7.875 |
|
– |
Projecten professionalisering |
4.825 |
2.000 |
2.000 |
||
– |
Projecten regionale arbeidsmarktproblematiek |
6.000 |
7.600 |
– 75 |
7.525 |
|
– |
Caribisch Nederland |
2.097 |
2.097 |
2.097 |
||
– |
Overige projecten |
14.078 |
18.103 |
– 4.184 |
13.919 |
|
Opdrachten |
3.447 |
8.047 |
990 |
9.037 |
||
– |
Onderzoek, ramingen en communicatie |
3.447 |
8.047 |
990 |
9.037 |
|
Bijdragen aan agentschappen |
6.244 |
7.356 |
424 |
7.780 |
||
– |
Dienst Uitvoering Onderwijs |
6.244 |
7.356 |
424 |
7.780 |
|
Bijdragen aan ZBO's/RWT's |
7.947 |
7.947 |
17 |
7.964 |
||
– |
Stichting Vervangingsfonds/Bedrijfs-gezondheid |
7.947 |
7.947 |
17 |
7.964 |
|
Ontvangsten |
6.000 |
6.000 |
6.000 |
In de kolom «Mutaties 2e suppletoire begroting 2014» worden de mutaties ten opzichte van de «Stand 1e suppletoire begroting 2014» weergegeven. Hieronder worden de belangrijkste mutaties toegelicht.
Toelichting mutaties:
Verplichtingen
De verplichtingen worden met € 204,3 miljoen verlaagd. Het verschil tussen de verplichtingen- en uitgavenmutaties (€ 172,2 miljoen) wordt veroorzaakt doordat:
• in 2014 op artikel 9 voorziene verplichtingen met kasgevolgen 2015 inzake de diverse beloningsmaatregelen en professionaliseringsmiddelen (totaal € 142 miljoen) zijn overgeboekt naar de sectoren po (artikel 1), vo (artikel 3), mbo (artikel 4) en hbo (artikel 6). Op die artikelen worden in 2014 de verplichtingen voor hetzelfde bedrag verhoogd, zodat op totaal OCW-niveau sprake is van een neutrale mutatie;
• in 2013 subsidieverplichtingen (bijvoorbeeld inzake de regeling versterking samenwerking lerarenopleidingen en scholen 2013–2016) zijn aangegaan, die tot kasuitgaven leiden in 2014 en verder en waarvan in de oorspronkelijke begroting was geraamd dat deze verplichtingen (deels) in 2014 zouden worden aangegaan (€ 30,0 miljoen).
Uitgaven
Toelichting per instrument:
Bekostiging
• Het budget voor «tegemoetkoming kosten opleidingsscholen» wordt met € 1,9 miljoen verlaagd omdat het aantal studenten (bepalend voor het niveau van de bekostiging) op de betreffende scholen nog niet het maximum heeft bereikt dat in de aanvullende bekostigingsregeling is opgenomen.
Subsidies
• Het budget voor de «lerarenbeurs/zij-instroom» wordt met € 25,0 miljoen verlaagd omdat het aantal aanvragen op de betreffende regeling achterblijft bij het aantal dat in de raming van het budget van de regeling is verwerkt.
• Het budget «impuls lerarentekorten vo en wetenschap en techniek pabo» wordt met € 2,4 miljoen verlaagd, met name in verband met een overheveling van subsidiemiddelen naar de sector owb voor de ondersteuning van projecten door het NRO.
• Het budget «overige projecten» wordt met € 4,2 miljoen verlaagd. Enerzijds door een overheveling van subsidiemiddelen (€ 2,0 miljoen) naar de sector hbo ten behoeve projecten gericht op de lerarenopleidingen en anderzijds valt in 2014 een bedrag van € 2,2 miljoen vrij doordat projecten eerst later worden ingezet.
Artikel 11. Studiefinanciering
Budgettaire gevolgen van beleid
Stand oorspronkelijk vastgestelde begroting 2014 |
Stand 1e suppletoire begroting 2014 |
Mutaties 2e suppletoire begroting 2014 |
Stand 2e suppletoire begroting 2014 |
|||
---|---|---|---|---|---|---|
Verplichtingen |
4.256.376 |
4.912.399 |
44.719 |
4.957.118 |
||
Totale uitgaven |
4.256.376 |
4.912.399 |
44.719 |
4.957.118 |
||
Waarvan juridisch verplicht |
100% |
100% |
100% |
|||
Inkomensoverdracht |
2.544.550 |
3.053.330 |
47.175 |
3.100.505 |
||
• |
Basisbeurs |
1.251.781 |
1.333.487 |
7.175 |
1.340.661 |
|
– |
Gift (R) |
1.068.758 |
1.005.589 |
– 12.825 |
992.764 |
|
– |
Prestatiebeurs (NR) |
183.023 |
327.898 |
20.000 |
347.897 |
|
• |
Aanvullende beurs |
649.636 |
670.918 |
0 |
670.918 |
|
– |
Gift (R) |
552.321 |
541.468 |
0 |
541.468 |
|
– |
Prestatiebeurs (NR) |
97.315 |
129.450 |
0 |
129.450 |
|
• |
Reisvoorziening |
529.173 |
836.935 |
– 20.000 |
816.935 |
|
– |
Bijdrage aan vervoersbedrijven (R) |
749.054 |
1.132.659 |
– 8.000 |
1.124.659 |
|
– |
Gift (R) |
569.207 |
533.061 |
0 |
533.061 |
|
– |
Prestatiebeurs (R) |
– 789.088 |
– 828.785 |
– 12.000 |
– 840.785 |
|
• |
Overige uitgaven |
113.961 |
211.991 |
60.000 |
271.991 |
|
– |
Overige uitgaven relevant (R) |
112.446 |
115.096 |
40.000 |
155.096 |
|
– |
Overige uitgaven niet-relevant (NR) |
1.515 |
96.895 |
20.000 |
116.895 |
|
Leningen |
1.614.861 |
1.735.990 |
0 |
1.735.990 |
||
– |
Rentedragende lening (NR) |
1.435.020 |
1.565.798 |
0 |
1.565.798 |
|
– |
Collegegeldkrediet (NR) |
179.841 |
170.192 |
0 |
170.192 |
|
Bijdragen aan agentschappen |
96.965 |
123.079 |
– 2.456 |
120.623 |
||
– |
Dienst Uitvoering Onderwijs (R) |
96.965 |
123.079 |
– 2.456 |
120.623 |
|
Ontvangsten |
766.271 |
770.514 |
– 25.000 |
745.514 |
||
– |
Ontvangen rente en relevante hoofdsom (R) |
265.030 |
228.273 |
– 30.000 |
198.273 |
|
– |
Kortlopende vorderingen (R) |
57.050 |
88.756 |
5.000 |
93.756 |
|
– |
Terugontvangen hoofdsom (NR) |
444.191 |
453.485 |
453.485 |
||
Relevante uitgaven: |
2.359.663 |
2.622.167 |
4.719 |
2.626.886 |
||
Niet relevante uitgaven: |
1.896.714 |
2.290.233 |
40.000 |
2.330.233 |
||
Relevante ontvangsten |
322.080 |
317.029 |
– 25.000 |
292.029 |
||
Niet relevante ontvangsten: |
444.191 |
453.485 |
0 |
453.485 |
In de kolom «Mutaties 2e suppletoire begroting 2014» worden de mutaties ten opzichte van de «Stand 1e suppletoire begroting 2014» weergegeven. Hieronder worden de belangrijkste mutaties toegelicht.
Toelichting mutaties:
Uitgaven
Toelichting per instrument:
Inkomensoverdrachten
Het budget voor de basisbeurs wordt per saldo met € 7,2 miljoen verhoogd. Dit komt door:
• De relevante basisbeursuitgaven worden verlaagd met € 12,8 miljoen. Dit bedrag bestaat voor – € 20,0 miljoen uit minder omzettingen ten opzichte van de raming van prestatiebeurs naar gift, voornamelijk bij het ho. Daarnaast is een eerdere overboeking voor 2014 naar het Ministerie van SZW van € 7,2 miljoen in verband met het afschaffen van de partnertoeslag in de studiefinanciering teruggeboekt, vanwege de latere ingangsdatum van de maatregel Studievoorschot. De niet-relevante basisbeursuitgaven vallen € 20,0 miljoen hoger uit. Dit als gevolg van de hiervoor beschreven lagere omzettingen van prestatiebeurzen in gift.
Het budget voor de reisvoorziening valt per saldo € 20,0 miljoen lager uit.
• Ten opzichte van de raming zijn er minder betalingen voor de reisvoorziening nodig met een totaal van € 8,0 miljoen. Daarnaast zijn er meer toekenningen aan studenten met recht op een Ov-kaart in het prestatieregime. Vanwege de boekhoudsystematiek leidt dit tot een relevante meevaller (– € 12,0 miljoen).
Het budget voor overige programma-uitgaven wordt met per saldo € 60,0 miljoen verhoogd.
• Deze uitgavenmutatie is voor € 40,0 miljoen relevant en € 20,0 miljoen niet-relevant. Uit de realisatiegegevens van DUO blijkt dat relevante technische bijstellingen tussen de diverse begrotingsposten in 2014 hoger uitvallen. De technische bijstellingen bestaan voornamelijk uit kwijtscheldingen en aansluitingsposten tussen relevant en niet-relevant. De tegenvaller bij de technische bijstelling zit voornamelijk op het onderdeel «correctie t.g.v. aansluiting niet-relevant WSF» (o.a. kwijtscheldingen van actieve studenten).
De niet-relevante mutatie wordt ook veroorzaakt door deze boekhoudkundige aansluitingsposten, waaronder ook de hiervoor genoemde tegenboeking van de meevaller van € 12,0 miljoen bij het onderdeel reisvoorziening.
Bijdragen aan agentschappen
Het budget 2014 voor de Dienst Uitvoering Onderwijs (DUO) wordt per saldo met € 2,5 miljoen verlaagd. Dit wordt grotendeels veroorzaakt door herziening van het kasritme voor het Programma Vernieuwing Studiefinanciering (PVS). In 2014 worden minder betalingen gedaan. Een bedrag van € 3,0 miljoen wordt naar 2015 overgeboekt.
Ontvangsten
Het ontvangstenbudget wordt met € 25,0 miljoen verlaagd. Dit is het saldo van de volgende mutaties:
• Op basis van de uitvoeringsgegevens van DUO is de verwachting dat de rente ontvangsten bij de langlopende rentedragende leningen lager zullen uit vallen dan geraamd (– € 30,0 miljoen);
• Meer ontvangsten (€ 5,0 miljoen) door meer aflossingen dan geraamd bij de kortlopende vorderingen.
Artikel 12. Tegemoetkoming onderwijsbijdrage en schoolkosten
Budgettaire gevolgen van beleid
Stand oorspronkelijk vastgestelde begroting 2014 |
Stand 1e suppletoire begroting 2014 |
Mutaties 2e suppletoire begroting 2014 |
Stand 2e suppletoire begroting 2014 |
|||
---|---|---|---|---|---|---|
Verplichtingen |
115.064 |
107.642 |
– 4.983 |
102.659 |
||
Totale uitgaven |
115.064 |
107.642 |
– 4.983 |
102.659 |
||
Waarvan juridisch verplicht |
100% |
100% |
100% |
|||
Inkomensoverdracht |
97.372 |
90.663 |
– 5.000 |
85.663 |
||
• |
TS 17- |
23.378 |
17.342 |
0 |
17.342 |
|
– |
Minderjarige deelnemers bol (R) |
23.378 |
17.342 |
0 |
17.342 |
|
• |
TS 18+ |
6.248 |
6.063 |
0 |
6.063 |
|
– |
Tegemoetkoming lerarenopleiding (tlo) (R) |
4.833 |
4.575 |
0 |
4.575 |
|
– |
Deeltijd vo (R) |
1.415 |
1.488 |
1.488 |
||
• |
VO 18+ |
67.746 |
67.258 |
– 5.000 |
62.258 |
|
– |
Volwassenenonderwijs (vavo) (R) |
5.382 |
5.906 |
0 |
5.906 |
|
– |
Meerderjarige scholieren vo (R) |
56.426 |
55.151 |
– 5.000 |
50.151 |
|
– |
Meerderjarige scholieren vso (R) |
4.628 |
4.948 |
4.948 |
||
– |
STOEB/ALR (NR) |
1.310 |
1.253 |
0 |
1.253 |
|
Bijdragen aan agentschappen |
17.692 |
16.979 |
17 |
16.996 |
||
– |
Dienst Uitvoering Onderwijs (R) |
17.692 |
16.979 |
17 |
16.996 |
|
Ontvangsten |
4.701 |
4.764 |
0 |
4.764 |
||
– |
TS 17- (R) |
1.244 |
1.307 |
0 |
1.307 |
|
– |
TS 18+ (R) |
574 |
704 |
0 |
704 |
|
– |
VO 18+ (R) |
2.883 |
2.753 |
0 |
2.753 |
In de kolom «Mutaties 2e suppletoire begroting 2014» worden de mutaties ten opzichte van de «Stand 1e suppletoire begroting 2014» weergegeven. Hieronder worden de belangrijkste mutaties toegelicht.
Toelichting mutaties:
Uitgaven
Toelichting per instrument:
Inkomensoverdrachten
Het budget inkomensoverdrachten wordt met € 5,0 miljoen verlaagd.
• Uit de realisatiegegevens tot en met augustus blijkt dat bij de regeling VO 18+ (ouderinkomensafhankelijke regeling voor meerderjarige scholieren in het voortgezet onderwijs) de uitgaven in 2014 lager uitkomen dan geraamd.
Artikel 13. Lesgelden
Budgettaire gevolgen van beleid
Stand oorspronkelijk vastgestelde begroting 2014 |
Stand 1e suppletoire begroting 2014 |
Mutaties 2e suppletoire begroting 2014 |
Stand 2e suppletoire begroting 2014 |
|||
---|---|---|---|---|---|---|
Verplichtingen |
7.087 |
7.109 |
7 |
7.116 |
||
Totale uitgaven |
7.087 |
7.109 |
7 |
7.116 |
||
Waarvan juridisch verplicht |
100% |
100% |
100% |
|||
Bijdragen aan agentschappen |
7.087 |
7.109 |
7 |
7.116 |
||
– |
Dienst Uitvoering Onderwijs (R) |
7.087 |
7.109 |
7 |
7.116 |
|
Ontvangsten |
247.762 |
240.561 |
10.000 |
250.561 |
In de kolom «Mutaties 2e suppletoire begroting 2014» worden de mutaties ten opzichte van de «Stand 1e suppletoire begroting 2014» weergegeven. Hieronder worden de belangrijkste mutaties toegelicht.
Toelichting mutaties:
Ontvangsten
Het ontvangstenbudget wordt met € 10,0 miljoen verhoogd.
• Uit de realisatiegegevens tot en met augustus blijkt dat de lesgeldontvangsten in 2014 hoger uitkomen dan geraamd.
Artikel 14. Cultuur
Budgettaire gevolgen van beleid
Stand oorspronkelijk vastgestelde begroting 2014 |
Stand 1e suppletoire begroting 2014 |
Mutaties 2e suppletoire begroting 2014 |
Stand 2e suppletoire begroting 2014 |
|||
---|---|---|---|---|---|---|
Verplichtingen |
919.248 |
945.982 |
– 33.247 |
912.735 |
||
Waarvan garantieverplichtingen |
629.000 |
629.000 |
0 |
629.000 |
||
Totale uitgaven |
740.522 |
727.256 |
– 14.993 |
712.263 |
||
Waarvan juridisch verplicht |
90,60% |
95,80% |
99,1% |
|||
Bekostiging |
626.224 |
612.636 |
– 4.733 |
607.903 |
||
– |
Culturele basisinfrastructuur |
475.687 |
480.513 |
85 |
480.598 |
|
Vierjaarlijkse instellingen |
323.150 |
326.832 |
– 411 |
326.421 |
||
Vierjaarlijkse fondsen |
152.537 |
153.681 |
496 |
154.177 |
||
– |
Monumentenzorg |
83.425 |
79.790 |
0 |
79.790 |
|
– |
Archieven incl. Regionale Historische Centra |
24.905 |
24.905 |
522 |
25.427 |
|
– |
Investeringen huisvesting rijksgesubsidieerde musea |
30.245 |
15.466 |
– 4.606 |
10.860 |
|
– |
Cultuureducatie met Kwaliteit |
10.000 |
10.000 |
0 |
10.000 |
|
– |
Archeologie |
1.962 |
1.962 |
– 734 |
1.228 |
|
Subsidies |
84.501 |
72.836 |
– 11.556 |
61.280 |
||
– |
Verbreden inzet cultuur |
8.809 |
8.809 |
– 700 |
8.109 |
|
– |
Internationaal cultuurbeleid (incl. HGIS) |
7.260 |
8.260 |
– 962 |
7.298 |
|
– |
Programma bibliotheekvernieuwing |
17.942 |
17.942 |
0 |
17.942 |
|
– |
Programma leesbevordering |
2.850 |
2.850 |
0 |
2.850 |
|
– |
Programma CRISP |
2.612 |
2.612 |
0 |
2.612 |
|
– |
Programma erfgoed en ruimte |
8.000 |
4.123 |
– 1.908 |
2.215 |
|
– |
Programma ondernemerschap |
3.437 |
5.179 |
– 3.583 |
1.596 |
|
– |
Specifiek cultuurbeleid |
29.941 |
19.411 |
– 753 |
18.658 |
|
– |
Regeling frictie- en transitiekosten culturele basisinfrastructuur 2009–2012 |
3.650 |
3.650 |
– 3.650 |
0 |
|
Opdrachten |
2.354 |
2.354 |
2.466 |
4.820 |
||
– |
Beleidsonderzoek, evaluaties en kennisbasis |
2.354 |
2.354 |
2.466 |
4.820 |
|
Bijdragen aan agentschappen |
23.739 |
35.805 |
– 1.312 |
34.493 |
||
– |
Nationaal Archief |
23.739 |
35.805 |
– 1.312 |
34.493 |
|
Bijdragen aan (inter-)nationale organisaties |
3.704 |
3.625 |
142 |
3.767 |
||
– |
Uitvoering internationale verdragen |
2.664 |
2.585 |
55 |
2.640 |
|
– |
Uitvoering internationale contributies |
990 |
990 |
87 |
1.077 |
|
– |
Europese samenwerking |
50 |
50 |
0 |
50 |
|
Ontvangsten |
1.561 |
1.561 |
10.722 |
12.283 |
In de kolom «Mutaties 2e suppletoire begroting 2014» worden de mutaties ten opzichte van de «Stand 1e suppletoire begroting 2014» weergegeven. Hieronder worden de belangrijkste mutaties toegelicht.
Toelichting mutaties:
Verplichtingen
De verplichtingen worden met € 33,2 miljoen verlaagd. Het verschil tussen de verplichtingen- en uitgavenmutaties (– 18,3 miljoen) wordt met name veroorzaakt door:
• bijstelling van de verplichtingenraming als gevolg van minder verplichtingen voor de monumentenzorg (– € 48 miljoen);
• bijstelling van de verplichtingenraming als gevolg van het aangaan van een meerjarige verplichting voor de cultuurkaart (€ 24,5 miljoen);
• bijstelling van de verplichtingraming als gevolg van verhoging van de toegekende huisvestingssubsidie voor de subsidieperiode 2013–2016 aan het Rijksmuseum Amsterdam na afronding van de verbouwing (€ 14,4 miljoen).
Uitgaven
Toelichting per instrument:
Bekostiging
Het budget voor investeringen huisvesting rijksmusea wordt per saldo met € 4,6 miljoen verlaagd.
• de belangrijkste reden is dat in de aanloop naar decentralisatie van het huisvestingsstelsel (met ingang van 2017) terughoudend wordt omgegaan met het investeringsbudget, wat dit jaar tot lagere uitgaven leidt (– € 4,5 miljoen);
• de ontvangsten die voortvloeien uit de afronding van het project Het Nieuwe Rijksmuseum (zie onder kopje ontvangsten), zijn toegevoegd aan het budget investeringen huisvesting rijksmusea, maar in verband met de decentralisatie van het huisvestingsstelsel doorgeschoven naar een later begrotingsjaar.
Subsidies
Het budget voor het programma ondernemerschap wordt per saldo met € 3,6 miljoen verlaagd.
• de belangrijkste redenen zijn dat het programmabudget grotendeels wordt besteed aan opdrachten in plaats van subsidies, waarvoor budget is overgeboekt naar het opdrachtenbudget (– € 1,9 miljoen) en dat in verband met aanbestedingsvertraging budget uit 2014 is doorgeschoven naar een later begrotingsjaar (– € 1,4 miljoen).
Het budget voor specifiek cultuurbeleid wordt per saldo met € 0,8 miljoen verlaagd.
• dit wordt grotendeels veroorzaakt enerzijds doordat middelen naar het begrotingsjaar 2016 zijn verschoven voor een incidentele subsidie van € 5,5 miljoen voor het museale beheer en de toegankelijkheid van het Tropenmuseum en anderzijds door een overboeking vanuit het budget voor frictie- en transitiekosten (zie volgend punt).
Het budget voor frictie- en transitiekosten wordt per saldo met € 3,7 miljoen verlaagd.
• dit budget was bedoeld voor flankerend arbeidsmarktbeleid. Voor dat doel bleken in 2013 betaalde middelen echter toereikend. Het budget is daarom overgeboekt naar het budget voor specifiek cultuurbeleid, waar het wordt ingezet voor talentontwikkeling (€ 3 miljoen) en bij de dekking van reorganisatiekosten van het Centraal Bureau voor Genealogie.
Opdrachten
Het budget wordt per saldo met € 2,5 miljoen verhoogd.
• de belangrijkste reden hiervoor is, zoals ook toegelicht onder het kopje subsidies, dat bij de invulling van beleidsprogramma’s (met name bij het programma ondernemerschap) budget gedeeltelijk wordt ingezet voor opdrachten, terwijl het programmabudget geheel onder subsidies was begroot.
Ontvangsten
Het ontvangstenbudget wordt met € 10,7 miljoen verhoogd. Belangrijkste oorzaak is de eindafrekening van het project Het Nieuwe Rijksmuseum, dat is afgesloten met een positief saldo van € 9,8 miljoen.
Artikel 15. Media
Budgettaire gevolgen van beleid
Stand oorspronkelijk vastgestelde begroting 2014 |
Stand 1e suppletoire begroting 2014 |
Mutaties 2e suppletoire begroting 2014 |
Stand 2e suppletoire begroting 2014 |
|||
---|---|---|---|---|---|---|
Verplichtingen |
977.240 |
1.006.315 |
178.001 |
1.184.316 |
||
Totale uitgaven |
977.571 |
1.006.646 |
1 |
1.006.647 |
||
Waarvan juridisch verplicht |
99,90% |
99,90% |
99,90% |
|||
Bekostiging |
972.710 |
1.001.623 |
– 896 |
1.000.727 |
||
– |
Publieke Omroep (omroepinstellingen) |
850.525 |
883.340 |
0 |
883.340 |
|
Landelijke publieke omroep |
708.180 |
735.670 |
735.670 |
|||
Wereldomroep |
0 |
0 |
0 |
|||
Regionale Omroep |
141.600 |
146.370 |
146.370 |
|||
Minderhedenprogrammering |
745 |
1.300 |
1.300 |
|||
Bezuiniging Publieke Omroep (nog in te vullen) |
0 |
0 |
0 |
|||
– |
Beheertaken landelijke publieke omroep |
59.968 |
61.399 |
0 |
61.399 |
|
Stichting Omroep Muziek |
14.581 |
14.885 |
14.885 |
|||
Uitzenden en uitzendgereedmaken |
24.463 |
25.163 |
25.163 |
|||
Nederlands Instituut voor Beeld en Geluid (NIBG) |
20.924 |
21.351 |
21.351 |
|||
– |
Dotaties, bijdragen publieke omroep |
30.654 |
31.174 |
0 |
31.174 |
|
Stimuleringsfonds Nederlandse Culturele Mediaproducties |
18.280 |
18.646 |
18.646 |
|||
Stimuleringsfonds voor de Pers |
2.300 |
2.300 |
2.300 |
|||
Filmfonds van de omroep en Telefilm (COBO) |
7.568 |
7.722 |
7.722 |
|||
Mediawijsheid Expertisecentrum (Bewust mediagebruik) |
2.000 |
2.000 |
2.000 |
|||
Organisatie van Lokale Omroepen in Nederland (OLON) |
506 |
506 |
506 |
|||
Kabelraden |
0 |
0 |
0 |
|||
– |
Dotatie/onttrekking Algemene Mediareserve (AMR) |
30.738 |
24.885 |
– 897 |
23.988 |
|
– |
Overige bekostiging media (uit rente AMR) |
500 |
500 |
500 |
||
– |
Basisinfrastructuur Cultuur 2013–2016 |
325 |
325 |
1 |
326 |
|
Vierjaarlijkse instellingen |
325 |
325 |
1 |
326 |
||
Subsidies |
920 |
920 |
0 |
920 |
||
– |
Subsidies |
920 |
920 |
920 |
||
Bijdragen aan ZBO's/RWT's |
3.906 |
4.068 |
897 |
4.965 |
||
– |
Commissariaat voor de Media |
3.906 |
4.068 |
897 |
4.965 |
|
– |
Bezuiniging (nog in te vullen) |
0 |
0 |
0 |
||
Bijdragen aan (inter-)nationale organisaties |
35 |
35 |
0 |
35 |
||
– |
Uitvoering internationale contributies |
35 |
35 |
35 |
||
Ontvangsten |
197.500 |
196.500 |
196.500 |
In de kolom «Mutaties 2e suppletoire begroting 2014» worden de mutaties ten opzichte van de «Stand 1e suppletoire begroting 2014» weergegeven. Hieronder worden de belangrijkste mutaties toegelicht.
Toelichting mutaties:
Verplichtingen
De verplichtingen worden met € 178,0 miljoen verhoogd. Het verschil tussen de verplichtingen- en uitgavenmutaties wordt veroorzaakt door:
• bijstelling van de verplichtingenraming als gevolg van het in 2014 aangaan van de verplichting aan de regionale omroepen voor het jaar 2015 (€ 146,5 miljoen) verhoogd met doorwerking van de printprijsregeling (€ 7,5 miljoen);
• bijstelling van de verplichtingenraming als gevolg van het voor een hoger bedrag aangaan van de verplichting aan de landelijke publieke omroep (€ 86 miljoen) vanwege de doorwerking van de printprijsregeling;
• bijstelling van de verplichtingenraming als gevolg van de bezuinigingen uit Regeerakkoord Rutte I, waardoor de in 2014 aan te gane verplichting voor het jaar 2015 aan de landelijke publieke omroepen € 57 miljoen en aan andere onderdelen van de bekostiging € 3 miljoen lager zijn;
• bijstelling van de verplichtingenruimte als gevolg van minder benodigde ruimte voor in 2014 aangegane verplichtingen (-/- € 3 miljoen).
De eerste drie bijstellingen zijn het gevolg van het feit dat de oorspronkelijke bijstellingen 1 op 1 (kas en verplichtingen in hetzelfde jaar) zijn geboekt in de begrotingsadministratie, terwijl de verplichtingen al in het voorafgaande jaar worden vastgelegd.
Uitgaven
Toelichting per instrument:
Bekostiging
Het budget voor Dotatie Algemene Mediareserve wordt per saldo met € 0,9 miljoen verlaagd. Dit budget is overgeboekt naar het instrument Bijdragen aan ZBO/RWT’s ten behoeve van een extra vergoeding aan het Commissariaat voor de Media voor aanvullende taken en frictiekosten in 2014.
Bijdragen aan ZBO’s/RWT’s
Het budget voor Commissariaat voor de Media wordt per saldo met € 0,9 miljoen verhoogd. Dit budget is overgeboekt van het instrument Bekostiging ten behoeve van een extra vergoeding aam het Commissariaat voor de Media voor aanvullende taken en frictiekosten in 2014.
Artikel 16 Onderzoek en wetenschapsbeleid
Budgettaire gevolgen van beleid
Stand oorspronkelijk vastgestelde begroting 2014 |
Stand 1e suppletoire begroting 2014 |
Mutaties 2e suppletoire begroting 2014 |
Stand 2e suppletoire begroting 2014 |
|||
---|---|---|---|---|---|---|
Verplichtingen |
829.799 |
832.752 |
137.681 |
970.433 |
||
Totale uitgaven |
905.368 |
921.042 |
8.253 |
929.295 |
||
Waarvan juridisch verplicht |
99,80% |
99,80% |
99,80% |
|||
Bekostiging |
721.320 |
747.630 |
8.537 |
756.167 |
||
• |
Hoofdbekostiging |
475.974 |
502.284 |
1.798 |
504.082 |
|
NWO-wet en WHW |
0 |
0 |
||||
– |
NWO |
337.955 |
364.265 |
1.626 |
365.891 |
|
– |
KNAW |
91.196 |
91.196 |
135 |
91.331 |
|
– |
KB |
46.823 |
46.823 |
37 |
46.860 |
|
• |
Aanvullende bekostiging |
245.346 |
245.346 |
6.739 |
252.085 |
|
– |
NWO Talentenontwikkeling |
165.865 |
165.865 |
0 |
165.865 |
|
– |
NWO STW |
8.000 |
8.000 |
0 |
8.000 |
|
– |
NWO Grootschalige researchinfrastructuur |
61.963 |
61.963 |
0 |
61.963 |
|
– |
Nationaal Regieorgaan onderwijsonderzoek |
9.518 |
9.518 |
6.739 |
16.257 |
|
Subsidies |
99.649 |
87.632 |
– 534 |
87.098 |
||
Kaderregeling exploitatiesubsidies onderzoek en wetenschap |
38.491 |
26.594 |
54 |
26.648 |
||
– |
LF TUD bibliotheek |
4.013 |
0 |
0 |
0 |
|
– |
Stichting SURF |
5.853 |
0 |
0 |
0 |
|
– |
CPG |
261 |
261 |
0 |
261 |
|
– |
Montesquieu Instituut |
558 |
558 |
1 |
559 |
|
– |
Max Planck Instituut |
1.573 |
0 |
0 |
0 |
|
– |
NCB/Nationaal Herbarium |
9.830 |
10.222 |
13 |
10.235 |
|
– |
BPRC |
8.607 |
8.607 |
28 |
8.635 |
|
– |
NEMO |
3.509 |
3.509 |
11 |
3.520 |
|
– |
STT |
230 |
230 |
1 |
231 |
|
– |
NTU/INL |
3.207 |
3.207 |
0 |
3.207 |
|
– |
EIB |
850 |
0 |
0 |
0 |
|
Subsidieregeling St. AAP |
1.027 |
1.026 |
1 |
1.027 |
||
Kaderregeling subsidiëring projecten t.b.v. onderzoek en wetenschap |
60.131 |
60.012 |
– 589 |
59.423 |
||
– |
Statia Multifunctioneel Kenniscentrum |
2.500 |
2.500 |
0 |
2.500 |
|
– |
Gezondheidsonderzoek |
0 |
0 |
0 |
0 |
|
– |
Poolonderzoek |
2.942 |
2.942 |
0 |
2.942 |
|
– |
Genomics |
40.500 |
40.500 |
0 |
40.500 |
|
– |
Nationale coördinatie |
6.120 |
8.320 |
– 589 |
7.731 |
|
– |
Bilaterale samenwerking |
3.750 |
3.750 |
0 |
3.750 |
|
– |
Weerstandsverhoging onderzoeksinstellingen (CBRN) |
0 |
0 |
0 |
0 |
|
– |
Grootschalige researchfaciliteiten |
0 |
0 |
0 |
0 |
|
– |
SURFnet |
0 |
0 |
0 |
0 |
|
– |
NCB biodiversiteit |
0 |
0 |
0 |
0 |
|
– |
Hersenen en Cognitie |
2.200 |
0 |
0 |
0 |
|
– |
Nader te verdelen |
2.119 |
2.000 |
0 |
2.000 |
|
Opdrachten |
0 |
0 |
250 |
250 |
||
Uitbesteding |
0 |
0 |
250 |
250 |
||
Bijdragen aan agentschappen |
303 |
303 |
0 |
303 |
||
– |
Dienst Uitvoering Onderwijs |
303 |
303 |
0 |
303 |
|
Bijdragen aan (inter-)nationale organisaties |
83.609 |
84.990 |
0 |
84.990 |
||
– |
EMBC |
780 |
780 |
– 5 |
775 |
|
– |
EMBL |
4.720 |
4.795 |
– 3 |
4.792 |
|
– |
ESA |
30.362 |
30.362 |
0 |
30.362 |
|
– |
CERN |
39.247 |
40.553 |
0 |
40.553 |
|
– |
ESO |
8.500 |
8.500 |
8 |
8.508 |
|
Bijdragen aan medeoverheden |
487 |
487 |
0 |
487 |
||
– |
Nationaal contactpunt Kaderprogramma |
487 |
487 |
0 |
487 |
|
Ontvangsten |
101 |
101 |
0 |
101 |
In de kolom «Mutaties 2e suppletoire begroting 2014» worden de mutaties ten opzichte van de «Stand 1e suppletoire begroting 2014» weergegeven. Hieronder worden de belangrijkste mutaties toegelicht.
Toelichting mutaties:
Verplichtingen
De verplichtingen worden met € 137,7 miljoen verhoogd. Het verschil tussen de verplichtingen- en uitgavenmutaties (€ 129,4 miljoen) wordt met name veroorzaakt door:
• bijstelling van de verplichtingenraming als gevolg van de 2de tranche ten behoeve van de intensivering onderwijs en onderzoek (€ 43,0 miljoen);
• bijstelling van de in de Begrotingsafspraken 2014 opgenomen middelen ten behoeve van matching (€ 50,0 miljoen);
• bijstelling van de in de Begrotingsafspraken 2014 opgenomen middelen ten behoeve van vrije competitie (€ 25,0 miljoen);
• bijstelling in verband met de vrijval van middelen ten behoeve van cofinanciering (€ 8,6 miljoen).
Uitgaven
Toelichting per instrument:
Bekostiging
Het budget voor bekostiging wordt per saldo met € 8,5 miljoen verhoogd. Dit wordt met name veroorzaakt door interne overboekingen van de directies primair onderwijs, voortgezet onderwijs, wetenschappelijk onderwijs en kennis ten behoeve van projecten die uitgevoerd worden door het Nationale Regieorgaan Onderwijsonderzoek (totaal € 6,7 miljoen).
Artikel 25. Emancipatie
Budgettaire gevolgen van beleid
Stand oorspronkelijk vastgestelde begroting 2014 |
Stand 1e suppletoire begroting 2014 |
Mutaties 2e suppletoire begroting 2014 |
Stand 2e suppletoire begroting 2014 |
|||
---|---|---|---|---|---|---|
Verplichtingen |
11.449 |
11.924 |
1.610 |
13.534 |
||
Totale uitgaven |
14.792 |
14.867 |
– 1.665 |
13.202 |
||
Waarvan juridisch verplicht |
27,4% |
70,7% |
93,5% |
|||
Bekostiging |
4.148 |
4.148 |
0 |
4.148 |
||
Kennisinfrastructuur |
4.148 |
4.148 |
0 |
4.148 |
||
– |
Vrouwenemancipatie |
2.948 |
2.948 |
2.948 |
||
– |
LHBT |
1.200 |
1.200 |
1.200 |
||
Subsidies |
6.651 |
7.246 |
119 |
7.365 |
||
Subsidieregeling emancipatieprojecten |
0 |
0 |
0 |
0 |
||
– |
Vrouwenemancipatie |
0 |
0 |
0 |
||
Wet Overige OCW-subsidie |
0 |
0 |
0 |
0 |
||
– |
Vrouwenemancipatie |
0 |
0 |
0 |
||
– |
LHBT |
0 |
0 |
0 |
||
Subsidieregeling emancipatie |
1.087 |
1.682 |
587 |
2.269 |
||
– |
Vrouwenemancipatie |
1.030 |
1.645 |
624 |
2.269 |
|
– |
LHBT |
57 |
37 |
– 37 |
0 |
|
Subsidieregeling emancipatie 2011 |
5.564 |
5.564 |
– 468 |
5.096 |
||
– |
Vrouwenemancipatie |
2.952 |
2.952 |
135 |
3.087 |
|
– |
LHBT |
2.612 |
2.612 |
– 603 |
2.009 |
|
Regeling sociale veiligheid LHBT jongeren op school |
0 |
0 |
0 |
0 |
||
– |
LHBT |
0 |
0 |
0 |
||
Opdrachten |
962 |
962 |
571 |
1.533 |
||
– |
Vrouwenemancipatie |
455 |
455 |
471 |
926 |
|
– |
LHBT |
507 |
507 |
100 |
607 |
|
Bijdragen aan agentschappen |
151 |
151 |
0 |
151 |
||
– |
Dienst Uitvoering Onderwijs |
151 |
151 |
151 |
||
Bijdragen aan mede-overheden |
2.880 |
2.255 |
– 2.250 |
5 |
||
Gemeentefonds BZK |
2.480 |
2.255 |
– 2.250 |
5 |
||
– |
Vrouwenemancipatie |
2.020 |
2.020 |
– 2.015 |
5 |
|
– |
LHBT |
460 |
235 |
– 235 |
0 |
|
EL&I Talent naar de Top |
400 |
0 |
0 |
0 |
||
– |
Vrouwenemancipatie |
400 |
0 |
0 |
||
Bijdragen aan (inter)nationale organisaties |
0 |
105 |
– 105 |
0 |
||
– |
LHBT |
0 |
105 |
– 105 |
0 |
|
Ontvangsten |
0 |
0 |
0 |
In de kolom «Mutaties 2e suppletoire begroting 2014» worden de mutaties ten opzichte van de «Stand 1e suppletoire begroting 2014» weergegeven. Hieronder worden de belangrijkste mutaties toegelicht.
Toelichting mutaties:
Verplichtingen
De verplichtingen worden met € 1,6 miljoen verhoogd. Het verschil tussen de verplichtingen- en uitgavenmutaties (€ 3,2 miljoen) wordt veroorzaakt door verhoging van de verplichtingenraming door het aangaan van verplichtingen in 2014 met kasjaren in 2015, 2016 en 2017.
Uitgaven
Toelichting per instrument:
Subsidies
Het budget voor 2014 wordt verhoogd met € 0,1 miljoen. Dit komt door:
• een kasschuif € 0,8 miljoen (van 2014 naar 2015). Voor betalingen, die doorgeschoven zijn naar 2015;
• verhoging van het budget met € 0,9 miljoen. (door aanpassing raming instrumenten). Zie ook bijdrage aan medeoverheden.
Opdrachten
Het budget voor 2014 wordt met € 0,6 miljoen verhoogd. Dit bedrag is een aanpassing van de raming op de instrumenten. Zie bijdrage aan medeoverheden.
Bijdragen aan medeoverheden
Het budget voor 2014 wordt met € 2,3 miljoen verlaagd. De verlaging is met name het gevolg van de volgende mutaties:
• € 0,9 miljoen is van het instrument bijdragen aan medeoverheden overgeheveld naar subsidies;
• € 0,6 is naar het instrument opdrachten overgeheveld in verband met aanpassing van de raming;
• € 0,3 miljoen is overgeboekt naar het gemeentefonds voor het uitvoeren van het «Regenboogbeleid» (lokaal LHBT beleid) voor gemeenten;
• € 0,3 miljoen is overgeboekt naar het gemeentefonds voor het uitvoeren van het programma «Eigen Kracht» in gemeenten.
Artikel 91. Nominaal en Onvoorzien
Budgettaire gevolgen van beleid
Stand oorspronkelijk vastgestelde begroting 2014 |
Stand 1e suppletoire begroting 2014 |
Mutaties 2e suppletoire begroting 2014 |
Stand 2e suppletoire begroting 2014 |
|||
---|---|---|---|---|---|---|
Verplichtingen |
5.367 |
115.267 |
– 115.267 |
0 |
||
Uitgaven |
5.367 |
115.267 |
– 115.267 |
0 |
||
• |
Loonbijstelling |
0 |
49.691 |
– 49.691 |
0 |
|
• |
Prijsbijstelling |
0 |
0 |
0 |
0 |
|
• |
Nader te verdelen |
5.367 |
65.576 |
– 65.576 |
0 |
|
Ontvangsten |
0 |
0 |
0 |
0 |
In de kolom «Mutaties 2e suppletoire begroting 2013» worden de mutaties ten opzichte van de «Stand 1e suppletoire begroting 2013» weergegeven. Hieronder worden de belangrijkste mutaties toegelicht.
Toelichting mutaties:
Uitgaven
Toelichting per instrument:
Loonbijstelling
Het budget voor loonbijstelling (alleen werkgeverslasten) wordt per saldo met € 49,7 miljoen verlaagd. De loonbijstelling is volledig uitgekeerd naar de desbetreffende artikelen. In het algemeen deel van het verdiepingshoofdstuk in de begroting 2015 is de verdeling naar artikelen toelicht.
Nader te verdelen
Het budget «nader te verdelen» wordt per saldo met € 65,6 miljoen verlaagd. Dit restant van de eindejaarsmarge 2013 is ingezet voor:
• Wettelijke prijsbijstelling tranche 2014 voor het jaar 2014 voor po en mbo (€ 22,9 miljoen) en diverse kleinere problematiek (€ 9,0 miljoen).
• Uitkeren van de incidentele middelen NOA aan het primair onderwijs, voortgezet onderwijs en het middelbaar beroepsonderwijs (€ 34,0 miljoen). Zie voor een nadere toelichting paragraaf 2.1, nummer 5.
Artikel 95. Apparaatskosten
Budgettaire gevolgen van beleid
Stand oorspronkelijk vastgestelde begroting 2014 |
Stand 1e suppletoire begroting 2014 |
Mutaties 2e suppletoire begroting 2014 |
Stand 2e suppletoire begroting 2014 |
|||
---|---|---|---|---|---|---|
Verplichtingen |
234.723 |
252.047 |
– 8.111 |
243.936 |
||
Uitgaven |
234.723 |
252.047 |
– 8.111 |
243.936 |
||
Personele uitgaven |
146.953 |
161.264 |
– 3.269 |
157.995 |
||
Waarvan |
||||||
– |
eigen personeel |
131.150 |
145.461 |
– 3.005 |
142.456 |
|
– - |
externe inhuur |
5.998 |
5.998 |
– 108 |
5.890 |
|
Materiële uitgaven |
87.770 |
90.783 |
– 4.842 |
85.941 |
||
Waarvan |
||||||
– |
eigen personeel |
20.813 |
20.813 |
– 2.503 |
18.310 |
|
– |
externe inhuur |
30.254 |
30.199 |
– 508 |
29.691 |
|
– |
Begrotingsreserve schatkistbankieren |
0 |
0 |
0 |
||
Ontvangsten |
567 |
567 |
0 |
567 |
In de kolom «Mutaties 2e suppletoire begroting 2014» worden de mutaties ten opzichte van de «Stand 1e suppletoire begroting 2014» weergegeven. Hieronder worden de belangrijkste mutaties toegelicht.
Toelichting mutaties:
Uitgaven
Toelichting per instrument:
Personele uitgaven
Het budget voor personele uitgaven wordt per saldo met € 3,3 miljoen verlaagd. Dit wordt voornamelijk veroorzaakt door:
• diverse kasschuiven die hebben geleid tot een verlaging van het budget met totaal € 3,6 miljoen. De belangrijkste hiervan zijn:
– Door een vertraging in het aannemen van nieuw personeel voor het uitvoeren van nieuw beleid zal € 0,8 miljoen in 2015 worden uitgegeven;
– Middels een kasschuif van 2014 naar 2015 van € 2,8 miljoen wordt het budget aangepast aan het verwachte ritme van de realisatie binnen het apk-artikel.
Materiële uitgaven
Het budget voor materiële uitgaven wordt per saldo met € 4,8 miljoen verlaagd. Dit wordt voornamelijk veroorzaakt door:
• diverse kasschuiven die hebben geleid tot een verlaging van het budget met totaal € 4,5 miljoen. De belangrijkste hiervan zijn:
– Door vertraging in facilitaire investeringen zal hiervan € 0,8 miljoen in 2015 worden gerealiseerd;
– Door vertraagde inter- (en intra-) departementale besluitvorming zal € 2,1 miljoen pas in 2015 gerealiseerd kunnen worden;
– Middels een kasschuif van 2014 naar 2015 van € 1,6 miljoen wordt het budget aangepast aan het verwachte ritme van de realisatie binnen het apk-artikel.