Vastgesteld 12 december 2014
De vaste commissie voor Infrastructuur en Milieu, belast met het voorbereidend onderzoek van dit voorstel van wet, heeft de eer verslag uit te brengen in de vorm van een lijst van vragen met de daarop gegeven antwoorden.
De vragen zijn op 4 december 2014 voorgelegd aan de Minister van Infrastructuur en Milieu. Bij brief van 11 december 2014 zijn ze door de Minister van Infrastructuur en Milieu beantwoord.
Met de vaststelling van het verslag acht de commissie de openbare behandeling van het wetsvoorstel voldoende voorbereid.
De voorzitter van de commissie, Van Dekken
Adjunct-griffier van de commissie, Tijdink
1. Welke gevolgen heeft het nadelige saldo op het Deltafonds van 42,5 miljoen euro?
Dit heeft geen gevolgen voor het Deltafonds. De fondsconstructie waarborgt dat hogere en/of lagere uitgaven in enig jaar via het saldo met (een van) de volgende jaren worden verrekend. Het fonds blijft daardoor meerjarig over de planperiode in evenwicht.
2. Kunt u bij artikel 1 (Investeren in waterveiligheid) toelichten waarom de uitgaven voor het Realisatieprogramma onder Overige aanlegprojecten Waterveiligheid (1.02.02) met 90 miljoen euro worden verlaagd? Waarom is deze wijziging in de uitgaven niet beter leesbaar toegelicht in de stukken?
In de ontwerpbegroting 2015 was voor het jaar 2014 een hoger budget opgenomen dan benodigd voor het Realisatieprogramma Overige aanlegprojecten Waterveiligheid. Met de in de Najaarsnota opgenomen aanpassing worden budget en benodigde middelen voor 2014 in evenwicht gebracht. In de tabel «projectoverzicht realisatieprogramma 01.02.02» op pagina 5 is middels de regel «overprogrammering» inzichtelijk gemaakt dat het budget voor 2014 hoger lag dan de benodigde middelen op dit artikelonderdeel.
3. Kunt u bij artikel 1 per genoemd vertraagd project de consequenties toelichten van de vertraging en de daarmee gepaard gaande verlaging van de verplichtingen? Zo nee, waarom niet?
Waddenzee Texel
De verschuiving in de verplichtingenreeks is een gevolg van een vertraging in de planvorming door nog niet afgeronde onderzoeken inzake de variant met de gekozen zandige oplossing bij de Prins Hendrikdijk. De planvorming vraagt meer nader onderzoek en meer tijd.
Hoogwaterkering Den Oever
Door de complexiteit van het project en de stabiliteit van de ondergrond is de planfase vertraagd en daardoor vindt er een verschuiving plaats van de verplichtingen.
Ruimte voor de Rivier
Programma Ruimte voor de Rivier kent een aantal verklaringen voor de lagere verplichtingenstand:
– De aanbesteding van het hoofdcontract van het project IJsseldelta heeft plaatsgevonden (ca € 160 mln). Het overige deel van het budget (engineering, vastgoed, etc) ca. € 90 mln zal de komende jaren verplicht worden.
– aanbestedingsmeevaller bij de projecten Volkerak-Zoommeer, Dijkverbetering Hagestein – Opheusden en Dijkverbetering Schoonhovenseveer – Langerak (€ 15 mln).
– Het overige deel wordt veroorzaakt door vertraging in de uitvoering van een aantal projecten (de kribverlagingen, Westenholte, Schelle. Zie VGR 24).
Zandmaas
De bijdrage vanuit het project Maaswerken aan het project Ooijen-Wansum vindt niet in 2015 plaats maar in 2016.
Steenbestorting
De planning van de uitvoering van het 3e cluster van werkzaamheden is naar achteren verschoven, als gevolg van discussie over het aanbrengen van een ecologische toplaag bij de vooroeververdedigingen in de Oosterschelde. Inmiddels is in samenspraak met de omgevingspartijen een ontwerp voor deze toplaag uitgewerkt.
Steenbekleding
Op basis van de recente raming en gelet op de korte resterende doorlooptijd van het project, is een deel van de risicoreservering en een aanbestedingsmeevaller vrijgevallen. Hiervoor zijn ook de verplichtingen naar beneden bijgesteld.
Rivierverruiming
De vertraging en daardoor een verschuiving van de verplichtingen betreft hier een tweetal deelprojecten van het MIRT project NURG (Nadere Uitwerking Rivieren Gebied). Deelproject Afferdense en Deestse Waarden is vertraagd als gevolg van niet voorziene kwelproblematiek. Deze is inmiddels opgelost en het project is nu herstart. Bij het deelproject Heesseltsche Uiterwaarden betreft het een vertraging in de bestemmingsplanprocedure en de daaraan gekoppelde grondverwerving.
4. Kunt u bij artikel 3 (Beheer, onderhoud en vervanging) de consequenties toelichten van de genoemde vertragingen en de daarmee gepaard gaande verlaging van de verplichtingen? Welk gedeelte van de verlaagde verplichtingen behelst vervanging en renovatie? Is dit verantwoord?
Stuwen Lek
Bij de herijkte scope van de projecten Stuwen in de Lek past het verschuiven van de geplande gunning van het hoofdcontract van het derde kwartaal van 2014 naar uiterlijk het eerste kwartaal van 2016. In 2013 en 2014 is er geïnvesteerd in de kwaliteit van het aanbestedingsdossier met een latere gunning als gevolg om een nieuwe mislukte aanbesteding te voorkomen.
Stroomlijn
De verplichtingenschuif heeft te maken met een aanbestedingsmeevaller voor deelgebieden 1 en 2 voor fase 3 van Stroomlijn. Hiervoor dient een risicoreservering aangehouden te worden, de verplichtingenruimte hiervoor schuift naar achter.
Vervangingen en renovaties
De vertraging van de verplichtingen op het artikelonderdeel vervangingen en renovaties betreft naast de al genoemde projecten sluis en stuwcomplexen Nederrijn en Lek en Stroomlijn diverse kleine programmaonderdelen. Dit heeft geen verslechtering tot gevolg van de staat van infrastructurele objecten.
5. Wat is de totale bijdrage voor het project Marker Wadden vanuit de Ministeries van Infrastructuur en Milieu, Economische Zaken en eventuele andere departementen? Wat is de bijdrage van derden? En wat zijn de resultaatafspraken die zijn gemaakt in het kader van de eerste fase danwel het vervolg van het project Marker Wadden?
Voor de eerste fase van het project is nu € 50 mln beschikbaar, waarvan:
– € 15 mln van de Postcodeloterij
– € 30 mln van het Rijk (IenM en EZ ieder € 15 mln)
– € 5 mln van de provincie Flevoland en Natuurmonumenten gezamenlijk
Natuurmonumenten is daarnaast verantwoordelijk voor het aantrekken van extra middelen. Daarbij wordt vooral gedacht aan Europese subsidies en investeringen van bedrijven. De resultaatafspraak voor fase 1 Marker Wadden is dat met het beschikbare projectbudget van € 50 mln een natuureiland van circa 300 hectare wordt gerealiseerd in het Markermeer en een omringend onderwaterlandschap met slibgeulen. Het doel van een zo groot mogelijk natuureiland moet in balans zijn met kwaliteitsaspecten.
6. Kunt u bij de Investeringsruimte op artikel 5 (Netwerkgebonden kosten en overige uitgaven) toelichten wat de consequenties zijn van de verschuivingen met het jaar 2015 ten laste van het voordelig saldo?
Deze verschuiving heeft geen consequenties voor het volume van de investeringsruimte. Door het niet (volledig) uitkeren van de prijsbijstelling 2013 en 2014 zijn de projecten en programma’s op de fondsen geïndexeerd uit de resterende investeringsruimte bij de modaliteiten. Evenals vorig jaar resteert er hierdoor op de fondsen een kasprobleem. Technisch is dit kasprobleem verwerkt via een minregel op de investeringsruimte van de modaliteiten. De verschuiving bij Najaarsnota is het gevolg van het opheffen van het minbedrag (€ 23,2 mln) voor het jaar 2014. Bij Voorjaarsnota 2015 wordt de spiegelbeeldige mutatie van deze verschuiving opgenomen ten laste van latere jaren. Met betrekking tot dit kasritmeprobleem is afgesproken dat IenM dit uiterlijk bij ontwerpbegroting 2017 oplost, maar zo mogelijk eerder bij een eerstvolgende herijking van het Investeringsprogramma.
7. Waar wordt de extra productie van 131 miljoen euro op het Deltaprogramma door verklaard?
De uitvoering bij onder meer het HWBP-2 en Ruimte voor de Rivier verloopt voortvarend waardoor een deel van de overprogrammering tot betaling is gekomen. Aangezien er elders binnen het Deltafonds sprake is van kasvertragingen, is er budgettair ruimte voor de hogere realisatie bij onder meer het HWBP-2 en Ruimte voor de Rivier in 2014. De totale projectbudgetten over de planperiode van het Deltafonds blijven ongewijzigd.
8. Waar worden de versnelde inkomsten bij Ruimte voor de Rivier door veroorzaakt?
De hogere prognose van de ontvangsten heeft te maken met het eerder verkopen van vastgoed dan gepland. Tevens zal de opbrengst van de verkoop van vastgoed hoger zijn dan verwacht, dit heeft te maken met grotere aangekochte grondposities/ruilbedrijven die vrijvallen.
9. Hoeveel geld is tot op heden besteed aan de zogenoemde Gemeenteambassadeurs Water? Welke doelstellingen en resultaatverplichtingen zijn afgesproken?
Om de betrokkenheid van het grote aantal gemeenten in Nederland bij de interbestuurlijke organisatie te faciliteren is er bij de start van het Deltaprogramma in 2010 voor een tijdelijke hulpconstructie gekozen in de vorm de gemeenteambassadeurs. Gemeenteambassadeurs hebben activiteiten opgezet vanuit de gebiedsgerichte deelprogramma’s (Waddengebied, IJsselmeergebied, Kust, Rivieren (Rijn en Maas), Rijnmond-Drechtsteden en Zuidwestelijke Delta). Dit naar voorbeeld van de werkwijze bij de Kaderrichtlijn Water. Doelen voor de inzet van de gemeenteambassadeurs waren:
– Informeren gemeenten (ambtelijk en bestuurlijk)
– Organiseren regionale bijeenkomsten voor gemeenten (ambtelijk en bestuurlijk)
– Kennis overdragen door gesprekken met gemeenten, gemeentelijke samenwerkingsverbanden e.d.
– Ondersteunen gemeenten in de voorbereiding van regionale ambtelijke en bestuurlijke overleggen in het betreffende gebied.
De activiteiten en producten van de gemeenteambassadeurs voor het voor het betreffende gebied zijn vooraf vastgelegd in werkplannen. Over de activiteiten en resultaten is jaarlijks verantwoording afgelegd.
Het overzicht van de bestedingen aan de gemeenteambassadeurs vanuit het Deltaprogramma over 2010 tot en met 2014 is:
2010 |
2011 |
2012 |
2013 |
2014 |
---|---|---|---|---|
€ 254.750 |
€ 254.750 |
€ 294.857 |
€ 245.873 |
€ 148.789 |
Gezien het afronden van de voorbereidingsperiode van de deltabeslissingen en voorkeursstrategieën is het bedrag in 2013 en 2014 afgebouwd.