Gepubliceerd: 13 februari 2015
Indiener(s): Magda Berndsen (D66)
Onderwerpen: bestuur gemeenten
Bron: https://zoek.officielebekendmakingen.nl/kst-34075-7.html
ID: 34075-7

Nr. 7 VERSLAG

Vastgesteld 13 februari 2015

De vaste commissie voor Binnenlandse Zaken, belast met het voorbereidend onderzoek van dit wetsvoorstel, heeft de eer als volgt verslag uit te brengen van haar bevindingen. Onder het voorbehoud dat de regering op de gestelde vragen en de gemaakte opmerkingen tijdig en genoegzaam zal hebben geantwoord, acht de commissie de openbare beraadslaging over dit wetsvoorstel voldoende voorbereid.

Inhoudsopgave

blz.

       

I

ALGEMEEN

2

       

1.

Inleiding

2

2.

Voorgeschiedenis en totstandkoming herindelingsadvies

3

3.

Toets aan het beleidskader

3

 

3.1.

Draagvlak

3

 

3.2.

Interne samenhang

5

 

3.3.

Bestuurskracht

6

 

3.4.

Evenwichtige regionale verhoudingen

6

 

3.5.

Duurzaamheid

7

4.

Financiële aspecten

7

 

4.1.

Algemeen

7

 

4.2

Artikel 12-aanvraag gemeente Muiden

10

5.

Overige aspecten

13

 

5.1.

Datum van herindeling en herindelingsverkiezing

13

 

5.2.

Zittingsduur gemeenteraad na datum van herindeling

13

       

II

ARTIKELSGEWIJS

14

I ALGEMEEN

1. Inleiding

De leden van de VVD-fractie hebben met belangstelling kennisgenomen van het wetsvoorstel Samenvoeging van de gemeenten Bussum, Muiden en Naarden en wijziging van de grens met de gemeente Weesp. Graag willen zij de regering hierover een aantal vragen stellen. Allereerst merken zij op dat het hier gaat om een gemeentelijke samenvoeging met een lange en bijzondere voorgeschiedenis. Een eerder wetsvoorstel voor samenvoeging van gemeenten in dit gebied werd namelijk in de Tweede Kamer, na een uitvoerige discussie, verworpen (TK 32 280).

Aanleiding tot het nieuwe wetsvoorstel is het herindelingsadvies van de provincie Noord-Holland, waartoe de provincie op verzoek van de betrokken gemeenten het initiatief heeft genomen. De leden lezen dat bij de besturen van Bussum, Muiden en Naarden groot draagvlak voor de samenvoeging bestaat. In hoeverre is er sprake van een vrijwillige samenvoeging? Hoe groot is het (bestuurlijk) draagvlak voor deze samenvoeging nu eigenlijk, zo vragen de leden van de VVD-fractie. De leden van de VVD-fractie vragen de regering daarbij de eventuele financiële schadeclaim voor de gemeente Muiden, de financiële positie van deze gemeente en de eventuele gevolgen daarvan voor de nieuwe gemeente Gooise Meren te betrekken. Ook wijzen deze leden in dat kader op de brief d.d. 9 februari jl. van de gemeenten Bussum, Muiden en Naarden aan de vaste Kamercommissie voor Binnenlandse Zaken.

De leden van de PvdA-fractie hebben met belangstelling kennis genomen van het wetsvoorstel voor de samenvoeging van de gemeenten Bussum, Muiden en Naarden tot de gemeente Gooise Meren en de wijziging van de grens met de gemeente Weesp. Dit wetsvoorstel kent een zeer lange geschiedenis en bevat ook nu nog een aantal gevoelige onderdelen, waar deze leden de regering een aantal vragen over willen stellen.

De leden van de SP-fractie constateren met vreugde dat de regering een alternatief presenteert voor de herindeling van Bussum, Muiden, Naarden en Weesp, waarvoor in de Tweede Kamer geen meerderheid bestond. Wel hebben zij indringende vragen over de noodzaak van deze herindeling en de financiële toekomst van de nieuwe gemeente.

De leden van de CDA-fractie hebben kennisgenomen van het wetsvoorstel tot samenvoeging van de gemeenten Bussum, Muiden en Naarden.

De leden van de D66-fractie hebben met belangstelling kennisgenomen van het wetsvoorstel. Zij zien de potentie van de nieuw te vormen gemeente Gooise Meren en verwachten dat dit een eerste stap is naar bestuurskracht-versterking in de Gooi en Vechtstreek op langere termijn. Gezien de lange voorgeschiedenis van deze herindeling begrijpen de aan het woord zijnde leden de bij de hoorzitting op vrijdag 30 januari jl. te Muiden geuite gevoelens goed. Tegelijkertijd benadrukken zij, mede in het licht van de geringe bestuurskracht van de gemeente Muiden, het belang dat de fusie per januari 2016 doorgang vindt. Zij stellen om die reden enige vragen ter verduidelijking over het Krijgsman-project/KNSF-terrein en de grenscorrectie bij de Bloemendalerpolder. Ook vragen zij zich af welke parallelle processen over het bestemmingsplan KNSF, de artikel 12 status van Muiden, en de beoogde fusie er lopen, en hoe die op elkaar zijn afgestemd.

De leden van de ChristenUnie-fractie hebben kennis genomen van het wets-voorstel dat voorziet in de samenvoeging van de gemeenten Bussum, Muiden en Naarden tot de nieuwe gemeente Gooise Meren en de wijziging van de grens met de gemeente Weesp. Deze leden constateren dat het huidige wetsvoorstel de uitkomst is van een langdurig en soms onstuimig proces. Op een aantal punten hebben zij behoefte tot het stellen van vragen.

De leden van de GroenLinks-fractie hebben met belangstelling kennis-genomen van het wetsvoorstel en hopen op een spoedige afronding van de besluitvorming rond deze herindeling zodat de betrokken partijen de voorbereidingen kunnen vervolgen.

De leden van de SGP-fractie hebben er met belangstelling kennis van genomen dat er een nieuw voorstel ligt voor een herindeling in het Gooi. Het is een langslepende discussie, maar dat mag nooit als zelfstandig argument dienen om een bepaalde knoop door te hakken. Zij vinden het vooral van belang of er sprake is van een herindeling die noodzakelijk is, niet opgedrongen en van onderaf tot stand gekomen, waarbij er draagvlak is bij de betrokken gemeenten. Daarom hebben zij een aantal vragen over dit wetsvoorstel.

2. Voorgeschiedenis en totstandkoming herindelingsadvies

De leden van de fractie van de SP constateren dat de gemeente Weesp, mede door nieuwe samenwerkingsverbanden met omringende gemeenten, haar verantwoordelijkheid voor een eigen toekomst heeft genomen. Waarom is niet gekozen voor een samenvoeging van Muiden met Weesp? Veel inwoners van Muiden zijn nu gericht op Weesp, dat vlak in de buurt ligt.

Deze leden vinden het bijzonder jammer dat dit voorstel voor herindeling niet van onderop tot stand is gekomen, in de zin dat de bevolking zich hierover heeft kunnen uitspreken, bijvoorbeeld in de vorm van een referendum. Zij constateren dat ook de steun vanuit de gemeenteraden van Naarden en Bussum voorwaardelijk is, namelijk als duidelijkheid wordt geboden over de financiële toekomst van de nieuwe gemeente.

3. Toets aan het beleidskader

3.1. Draagvlak

De leden van de PvdA-fractie onderschrijven de noodzaak van de pogingen om de claim rond het KNSF terrein op te lossen om daarmee de gemeente Muiden zonder lasten uit het verleden in de fusie te laten stappen. Tegelijk zien deze leden dat er nog veel onduidelijkheden en onzekerheden rond de vaststellingsovereenkomst zijn, die voor ruis dreigen te zorgen in het fusieproces. De leden van de PvdA-fractie hebben begrip voor de noodzaak van gedeeltelijke geheimhouding van de overeenkomst, maar betreuren de speculaties die dit met zich meebrengt. Deze leden willen graag de inschatting van de regering of in dit proces optimale openheid betracht is. Waar de regering naar de mening van de leden van de PvdA-fractie met name voor zou moeten zorgen is maximale zekerheid over de financiële situatie van de nieuwe gemeente, ongeacht het verloop van de uitvoering van de vaststellingsovereenkomst, aangezien de claim nog zou kunnen herleven als de overeenkomst niet nagekomen wordt. In dat geval zou de overheid een aanzienlijk risico kunnen lopen. Graag horen deze leden wat de regering doet om maximale duidelijkheid te krijgen en welke voortgang daar in samenspraak met de provincie en de gemeenten in gemaakt zijn.

De ervaring van de leden van de PvdA-fractie met samenvoegingen is dat het complexe processen zijn die veel tijd en aandacht van alle betrokkenen vragen. Daarom willen deze leden graag van de regering weten welke invloed de specifieke onzekerheden van deze samenvoeging lijken te hebben op het proces.

Eén van de elementen van dit wetsvoorstel is een grenswijziging tussen de gemeenten Muiden en Weesp om de ontwikkeling van de Bloemen-dalerpolder bij één gemeente te laten. De leden van de fractie van de PvdA-fractie merken hier weerstand tegen bij de gemeenten Muiden, Naarden en Bussum. Ze merken bij deze gemeenten twijfel of alle kosten die nog tot 1 januari 2016 door Muiden gemaakt worden voor de Bloemen-dalerpolder vergoed worden, zo niet dan vrezen ze vertraging van de ontwikkeling. Kan de regering hier duidelijkheid over geven? Ook zijn deze gemeenten van mening dat juist een nieuwe gemeente Gooise Meren de bestuurskracht heeft om een locatie als de Bloemendalerpolder te ontwikkelen, waar de bestuurskracht van de gemeente Weesp in 2005 nog als matig beoordeeld werd. Graag horen de leden van de PvdA-fractie van de regering of de weerstand tegen de grenswijziging de mening van de regering veranderd heeft.

De regering concludeert, zo merken de leden van de CDA-fractie op, dat er bij de besturen van Bussum, Muiden en Naarden groot draagvlak bestaat voor de samenvoeging van deze gemeenten. In dit verband vragen deze leden hoe de regering de moties beoordeelt die de gemeenteraden van Bussum en Naarden op 26 januari jl. hebben aangenomen, waarin deze gemeenteraden aangeven dat er geen draagvlak voor de fusie is, indien de financiële problematiek van de gemeente Muiden onvoldoende wordt opgelost.

De regering formuleert eufemistisch, dat er «één bijzonderheid [speelt] die van invloed is op de financiële positie van de nieuwe gemeente», namelijk de afwikkeling van een langlopend conflict tussen de gemeente Muiden en de ontwikkelaars van het zogeheten KNSF-terrein, de Koninklijke Nederlandsche Springstoffabrieken (KNSF) en KNSF Vastgoed (memorie van toelichting, blz. 8). Deelt de regering de indruk van de leden van de CDA-fractie, dat het draagvlak in Bussum en Naarden staat of valt met die ene bijzonderheid?

Wanneer zal het bestemmingsplan voor het KNSF-terrein onherroepelijk zijn vastgesteld? Is het juist, dat de naleving van de vaststellingsovereenkomst tussen de gemeente Muiden en KNSF Vastgoed afhankelijk is van het onherroepelijk worden van het bestemmingsplan? Wat zijn de consequenties, nu dat niet op 31 januari 2015 is gebeurd? (zie ook het Antwoord op schriftelijke vragen van de leden Albert de Vries, Jacobi en Kuiken, Aanh. Hand. TK 2013–2014, nr. 2592).

In hoeverre is de onherroepelijke vaststelling van het bestemmingsplan voor het KNSF-terrein van invloed op het draagvlak voor de herindeling? Wat zijn in dit verband de gevolgen van de recent opgestarte MER-procedure?

De leden van de fractie van de ChristenUnie constateren dat het beleidskader herindeling 2013 bij de beoordeling van dit voorstel van toepassing is. Zij merken op dat dit beleidskader begint met als belangrijkste leidraad de ervaring te noemen dat gemeentelijke herindeling die niet kan rekenen op steun van de betrokken gemeenten al snel een averechts effect kan hebben. De leden van de fractie van de ChristenUnie vragen hoe dit risico beoordeeld wordt bij het huidige voorstel, nu het draagvlak in de betrokken gemeenten vermindert doordat men vragen blijft houden bij de financiële risico’s van de huidige gemeente Muiden met betrekking tot het KNSF-terrein.

De leden van de fractie van de ChristenUnie constateren dat tot nu toe niet inzichtelijk is geworden wat exact de omvang van een claim zou kunnen zijn en welke risico’s dit met zich mee brengt. Zij vragen nader toe te lichten waarom niet gewacht kan worden op de afhandeling van deze zaak, of dat er andere oplossingen overwogen zijn die recht doen in deze omstandigheid. Zij vragen om de verschillende scenario’s te schetsen die zijn verbonden aan de juridische procedure die op dit moment doorlopen wordt.

De leden van de SGP-fractie vragen hoe groot het bestuurlijk draagvlak in de vier gemeenten precies is voor de in dit wetsvoorstel gekozen constructie. De discussie binnen en tussen de vier gemeenten was intensief. Er zijn tal van voorstellen over de tafel gegaan.

3.2. Interne samenhang

De leden van de VVD-fractie merken op dat in het wetsvoorstel ook een grenscorrectie tussen Muiden en Weesp wordt voorgesteld, waardoor de Bloemendalerpolder vrijwel geheel in de gemeente Weesp komt te liggen. Deze leden vragen de regering nader in te gaan op de oriëntatie van dit gebied tot de gemeente Weesp. In hoeverre richten de lokale voorzieningen, waaronder de ontwikkeling van een school, zich op Weesp? Deze leden vragen hiernaar, omdat zij tijdens de hoorzitting van de Vaste Kamercommissie van Binnenlandse Zaken op 30 januari 2015 verschillende opvattingen over die oriëntatie hebben vernomen. De waarnemend burgemeester van Weesp sprak nadrukkelijk over een oriëntatie op Weesp, terwijl de loco-burgemeester van Muiden een tegenovergestelde visie naar voren bracht. Zo zou de gemeente Muiden een school vlakbij dan wel in dat gebied willen bouwen. In hoeverre zijn er nog meer investeringen van Muiden in dit gebied te verwachten? In hoeverre hebben Muiden en/of Weesp al kosten gemaakt om de ontwikkeling van de Bloemendalerpolder mogelijk te maken? Welke bedragen zijn daarmee gemoeid? Kortom, de leden van de VVD-fractie zouden graag meer inzicht in die oriëntatie krijgen, alsmede in datgene wat de gemeenten Muiden en Weesp elk reeds hebben gedaan als het gaat om de Bloemendalerpolder. Overigens vragen zij zich af wat de effecten voor de uitkering uit het Gemeentefonds zijn van een keuze voor ofwel het bijna geheel onderbrengen van de Bloemendalerpolder bij de gemeente Weesp ofwel voor het ongemoeid laten van de huidige grens tussen Muiden en Weesp.

De leden van de CDA-fractie vragen de regering uiteen te zetten waarom het van belang is, dat er in de Bloemendalerpolder een ongedeelde woonwijk ontstaat nog vóór de eerste bewoners zich er vestigen.

Hoe beoordeelt de regering de zorg van de gemeenteraden van Muiden, Naarden en Bussum, zoals kenbaar gemaakt bij brief van 9 februari 2015 aan de vaste Kamercommissie voor Binnenlandse Zaken, dat de gemeente Weesp momenteel onvoldoende bestuurskracht heeft als zelfstandige gemeente en dat het om die reden niet verstandig is een groot woningbouwproject als de Bloemendalerpolder alleen door Weesp te laten begeleiden?

Hoe beoordeelt de regering de eveneens in genoemde brief gemelde zorg van de gemeenteraden van Muiden, Naarden en Bussum), dat de gemeente Muiden al veel kosten heeft gemaakt om de ontwikkeling van de Bloemendalerpolder mogelijk te maken en dat de voorgestelde grenscorrectie met zich meebrengt, dat de nieuwe gemeente Gooise Meren wel deelt in de lasten, maar niet in de opbrengsten van deze woningbouwlocatie?

De leden van de D66-fractie merken op dat een deel van de momenteel in ontwikkeling zijnde Bloemendalerpolder met een grenscorrectie over zou gaan van Muiden naar Weesp. Van verschillende zijden zijn zij erop gewezen dat de door de provincie in het herindelingsadvies genoemde grondslagen daarvoor achterhaald zouden zijn. Ook zou in het provinciale advies onvoldoende mee zijn genomen dat de overgebleven kern Muiden zonder de Bloemendalerpolder slechts zeer beperkt ruimte over zou houden voor vraagstukken van ruimtelijke ordening indien dit gebied overgaat naar Weesp. De aan het woord zijnde leden verzoeken een reactie op die stellingen.

Ten aanzien van de grenscorrectie vragen de leden van de ChristenUnie- fractie op welke wijze is nagegaan op welke plaats de nieuwe bewoners van de Bloemendalerpolder georiënteerd zijn. Tevens vragen deze leden om nader in te gaan op de voorbereidingskosten die door de gemeenten Weesp en Muiden en private partijen zijn gemaakt en hoe de eindbalans na een eventuele grenscorrectie zal zijn.

Met name ten aanzien van de voorgestelde grenscorrectie leven bij de leden van de GroenLinks-fractie nog enkele vragen. Wat zijn de maatschappelijke en financiële gevolgen indien de grenscorrectie rond de Bloemendalerpolder buiten dit wetsvoorstel wordt gelaten, ofwel welke mogelijke gevolgen heeft het schrappen van artikel 3?

Wat zijn de mogelijkheden om de nieuwe gemeente Gooise Meren te com-penseren voor de toekomstige derving van inkomsten die deze gemeente zal lijden als gevolg van de grenscorrectie? Wie is de eerstverantwoordelijke voor het betalen van deze compensatie: het rijk, de provincie, de gemeente Weesp of de gemeente Gooise Meren?

De leden van de SGP-fractie vragen aandacht voor de voorgestelde grens-correctie, omdat die het meeste discussie blijkt op te roepen. Zij vragen wat het compromisvoorstel van Weesp precies behelsde en wat de reden is dat Muiden hier niet op heeft gereageerd. Is dat enkel het feit dat er geen behoefte is om nu een standpunt in te nemen over de grenscorrectie? Waarom zou het beter kunnen zijn om later een besluit hierover te nemen in plaats van bij dit wetsvoorstel?

Ook vragen deze leden wat er precies de reden van is om de ongedeelde Bloemendalerpolder bij de gemeente Weesp in te delen en niet bij de nieuw te vormen gemeente Gooise Meren. Wat zijn hiervoor de argumenten? Volgens de gemeenten Naarden, Muiden en Bussum stemmen zij niet in met deze grenscorrectie of hebben deze correctie ontraden. Waarom heeft de regering dan toch deze correctie in dit wetsvoorstel opgenomen?

3.3. Bestuurskracht

De leden van de SP-fractie de begrepen dat ambtelijk feitelijk al sprake is van een fusie en ook financiële afspraken zijn gemaakt. De betrokken gemeenten zijn voortvarend van start gegaan met de voorbereiding van de herindeling, op het gebied van ambtelijke integratie en bestuur. Deze leden ontvangen graag een overzicht van alle zaken die nu al door de betrokken gemeenten samen worden gedaan of waarover al een besluit tot samenwerking is genomen, welke kosten hieraan zijn verbonden en welke van deze zaken onomkeerbaar zijn, of slechts omkeerbaar tegen hoge kosten.

De leden van de fractie van GroenLinks vragen om een nadere toelichting op de beperkte bestuurskracht van Muiden respectievelijk Naarden. Waaruit blijkt dit concreet?

3.4. Evenwichtige regionale verhoudingen

De leden van de fractie van de ChristenUnie constateren dat er veel wordt nagedacht over de middellange en lange termijnkaart van de gemeenten in het Gooi- en Vechtgebied. Zij wijzen er op dat voor deze leden het adagium dat samenwerking van onderop tot stand dient te komen de leidraad is bij het toetsen van voornemens tot herindeling en samenvoeging. Zij vragen om in het licht van dit adagium te reageren op de provinciale voornemens om te komen tot èèn dan wel twee gemeenten in deze regio. Deze leden vragen om een reactie op de stelling dat deze samenvoeging is bedoeld als een kortetermijnoplossing, zoals valt te lezen in de memorie van toelichting. Zij vragen om deze stelling te onderbouwen met besluiten van gemeenteraden of anderszins kenbare momenten van een draagvlakmeting in de betreffende gemeenten.

3.5. Duurzaamheid

Uitgangspunt voor de leden van de PvdA-fractie bij een herindeling is dat deze voor langere tijd een oplossing biedt, omdat herindelingen veel energie kosten. De situatie in Muiden spoort deze leden wel aan om zo snel mogelijk te zoeken naar vergroting van de bestuurskracht in deze gemeente, zonder te wachten op uitwerking van lange termijn perspectieven. Deze leden hebben echter ook behoefte aan een perspectief voor de gemeente die nu niet aan deze samenvoeging meedoet, namelijk Weesp

Het valt de leden van de SGP-fractie op dat er wordt gesproken over een kortetermijnoplossing die past binnen het proces van versterking van de bestuurskracht. Deze leden begrijpen de urgentie van de problematiek van Muiden, maar vragen zich wel af of het logisch is om een gemeente te vormen waarvan zelfs voor de korte termijn nog niet echt duidelijk is dat er sprake is van duurzaamheid. In twee van de drie genoemde scenario’s vindt er namelijk wel een nieuwe herindeling plaats met Huizen of Hilversum. Deze leden vragen zich af of het niet mogelijk is daar een duidelijke keuze in te maken, voordat deze herindeling definitief wordt. Waarop is de stelling gebaseerd dat het niet waarschijnlijk is dat er snel een nieuwe samenvoeging volgt?

4. Financiële aspecten

4.1. Algemeen

De leden van de VVD-fractie begrijpen dat bij de onderhavige samenvoeging de afwikkeling van een conflict tussen de gemeente Muiden en de ontwikke-laars van het KNSF-terrein en KNSF Vastgoed, en de daaruit voortvloeiende schadevergoeding die de gemeente Muiden zou moeten betalen, een groot punt van aandacht is. De leden van de VVD-fractie willen graag van de regering vernemen hoe het nu staat met de afhandeling van die claim. Welk bedrag is met die claim gemoeid? Deze leden hebben namelijk verschillende bedragen horen noemen, oplopend tot wel 300 à 400 miljoen euro. Welke verklaring kan voor die verschillende bedragen worden gegeven? Wanneer is er duidelijkheid over die claim en de hoogte daarvan? In hoeverre bestaat er eigenlijk nog een claim nu er in maart 2014 een Vaststellingsovereenkomst tussen de gemeente Muiden en de Koninklijke Nederlandse Springstoffen-fabriek N.V. en KSF Vastgoed II B.V. is gesloten? Of is de claim van tafel als gevolg van die Vaststellingsovereenkomst? In hoeverre kan de claim her-leven? Is er dan zicht op de hoogte van die claim? Bestaat er een risico dat de Vaststellingsovereenkomst wordt ontbonden? Zo ja, wat zijn de ontbindende voorwaarden? Hoe taxeert de regering overigens de onrust die over het voldoen aan de Vaststellingsovereenkomst door de gemeente Muiden lijkt te zijn ontstaan? Gaarne krijgen de leden van de VVD-fractie een reactie van de regering op de hier gestelde vragen.

Bij het eerdere wetsvoorstel, te weten Samenvoeging van de gemeenten Bussum, Muiden, Naarden en Weesp (TK 32 280), is het amendement-Van Beek (TK 32 280, nr. 10) aanvaard. De inhoud van dit amendement is in het onderhavige wetsvoorstel opgenomen. De leden van de VVD-fractie leggen het amendement-Van Beek als volgt uit: alle financiële schade, gelieerd aan het KNSF-terrein, met inbegrip van de daaraan gerelateerde kosten, de effectuering van de claim en de kosten voortvloeiend uit de Vaststellingsovereenkomst, komt in aanmerking voor vergoeding uit het Gemeentefonds, een en ander voor zover dit totale bedrag de eigen belastingcapaciteit van de gemeente Muiden te boven gaat. Dat bedrag dat de belastingcapaciteit van Muiden te boven gaat, is dan niet voor de nieuwe gemeente Gooise Meren. Dus: de financiële last die Muiden zelf had kunnen dragen, ware deze gemeente zelfstandig gebleven, is voor rekening van de nieuwe gemeente. Deelt de regering deze visie van de leden van de VVD-fractie? Zo neen, waarom niet? Welke peildatum voor het vaststellen van de eigen inkomsten van de gemeente wordt dan overigens gehanteerd? De brief van de Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties d.d. 5 december 2014 aan de betrokken gemeenten, waarin onder andere wordt ingegaan op de afhandeling van de financiële problemen van Muiden, lijkt voor onduidelijkheid te zorgen. Gesproken wordt over het «verhogen van de aanvullende uitkering». Maar in hoeverre dekt deze uitkering volledig het uit een eventuele schadeclaim voortvloeiende risico? Gaarne krijgen de leden van de VVD-fractie een reactie van de regering op de hier gestelde vragen.

Als het zo is dat er met de Vaststellingsovereenkomst van maart 2014 geen financiële claim meer is, maar mocht deze herleven, dan beschouwen de leden van de VVD-fractie het amendement-Van Beek als een voorziening voor deze nieuwe situatie. Deelt de regering deze visie? Zo neen, waarom niet? Voorziet het wetsvoorstel in artikel 7 ook in een voorziening, zoals neergelegd in het amendement-Van Beek, voor het geval dat de financiële claim inzake het KNSF-terrein herleeft? Hoe groot is overigens de kans dat de schadeclaim herleeft? Gaarne krijgen de leden van de VVD-fractie een reactie van de regering.

In het kader van de Vaststellingsovereenkomst (schikkingsovereenkomst) stelt de Minister van BZK in zijn brief van 5 december 2014, gericht aan de gemeenteraden van de gemeenten van Bussum, Muiden en Naarden, dat het niet uitvoeren van de overeenkomst niet te wijten mag zijn aan de schuld van de gemeente Muiden (TK 34 075, nr. 5). De leden van de VVD-fractie vragen de regering een verduidelijking van deze passage. Wanneer is er sprake van schuld van de gemeente Muiden?

De leden van de PvdA-fractie roepen in herinnering dat de regering heeft toegezegd om te handelen in de geest van het amendement Van Beek, ingediend bij het vorige wetsvoorstel voor een herindeling in de Gooi- en Vechtstreek, en waardoor voorkomen wordt dat de nieuwe gemeente zwaarder wordt belast door de claim dan de oude gemeente gedaan zou worden. Dat uitgangspunt steunen de leden van de PvdA-fractie, net als ze bij de behandeling van het vorige wetsvoorstel voor dit amendement gestemd hebben. Maar in de uitleg door de regering aan de provincie lezen deze leden dat er alleen sprake kan zijn van compensatie als de extra kosten niet te wijten zijn aan schuld van de gemeente. Deze leden zijn van mening dat de gemeente Muiden in een complexe omgeving handelt, in een zeer ingewikkeld dossier, waarin er al snel handelingsalternatieven zijn waarbij men, in geval van het niet benutten van die alternatieven, zou kunnen spreken over schuld. Daarom willen ze van de regering de bevestiging dat extra kosten van de claim behoudens onwaarschijnlijke uitzonderingen gewoon gecompenseerd worden en dan wel het volledige bedrag van die extra kosten.

De leden van de PvdA-fractie hebben signalen opgevangen dat de procedure voor het vaststellen van een nieuw bestemmingsplan, onderdeel van de vaststellingsovereenkomst, verdere vertraging opgelopen heeft en nu voor het eind van het jaar voorzien wordt. Deze leden willen de regering vragen welke gevolgen deze vertraging gaat hebben voor het proces van de samenvoeging van de gemeenten met de bijbehorende verkiezingen en voor de uitvoering van de overeenkomst met KNSF vastgoed. Ook willen deze leden van de regering weten hoe ze de haalbaarheid van de huidige planning voor het vaststellen van het bestemmingsplan beoordeelt.

De leden van de SP-fractie vragen welke financiële risico’s de nieuwe gemeente loopt als gevolg van de claim die de nieuwe gemeente mogelijk te wachten staat als gevolg van het project De Krijgsman. Deze leden willen niet alleen inzicht in de hoogte van de mogelijke claim, maar tevens zekerheid over het bestemmingsplan. Graag willen zij inzicht in deze cijfers, voordat de behandeling van deze herindeling in de Tweede Kamer wordt voortgezet.

De leden van de CDA-fractie hebben enkele vragen over de invoeging van het amendement-Van Beek (TK 32 280, nr. 10) in het voorliggende wets-voorstel. In de brief van gedeputeerde staten van Noord-Holland bij het herindelingsadvies (25 juni 2014) lezen deze leden, dat «er mogelijk rekening mee [dient] te worden gehouden dat bij het vaststellen van de eenmalige saneringsbijdrage het Ministerie van Binnenlandse Zaken uitgaat van een verhoogde OZB-heffing voor de duur van 10 jaren voor de gemeente Muiden, ongeacht of deze ook daadwerkelijk zal worden geheven door de gemeente.» Kan de regering deze voorwaarde nader toelichten? Deelt de regering het standpunt, dat eventuele claims als gevolg van ontwikkelingen rond het KNSF-terrein niet ten laste zouden moeten komen van de inwoners van de nieuwe gemeente? Zo nee, waarom niet? Zo ja, op welke wijze draagt de regering bij aan de oplossing van het gesignaleerde probleem? Deze leden zijn van mening, dat de overheid sinds 1702 een bijzondere verantwoordelijkheid heeft gehad voor de Koninklijke Nederlandsche Springstoffenfabrieken (KNSF), die ook in de afwikkeling van de financiële claims tot uitdrukking dient te worden gebracht.

De regering geeft aan dat hij handelt in de geest van het amendement-Van Beek. Is de regering het met de leden van het CDA eens, dat de omstandigheden wel veranderd zijn in vergelijking met het moment dat het amendement-Van Beek werd ingediend?

De leden van de CDA-fractie wijzen in dit verband ook op de herindeling van de gemeente Boarnsterhim (Wijziging gemeentelijke indeling in deel provincie Fryslân, TK 33 496) en de gemeente Millingen aan de Rijn (Samenvoeging gemeenten Groesbeek, Millingen aan de Rijn en Ubbergen, TK 33 787), die allebei een artikel 12-gemeente waren. Bij deze beide herindelingen hebben de betrokken partijen ervoor gezorgd, dat de beide gemeenten «schoon zijn opgeleverd». De lasten van de artikel 12-status van deze gemeenten drukten niet meer financieel op de nieuwe gemeenten. Vindt de regering dit ook een begaanbare weg voor de nieuwe gemeente Gooise Meren? Zo nee, waarom niet? De leden van de CDA-fractie stellen in dit verband de volgende concrete vragen. Is de regering bereidt een garantstelling van het Rijk af te geven voor de bedragen die de op te heffen gemeente Muiden moet betalen in verband met de vaststellingsovereenkomst, al dan niet na beëindiging daarvan? Zo nee, waarom niet?

Is de regering bereid de eigen bijdrage te compenseren die de nieuwe gemeente moet opbrengen als gevolg van de artikel 12-status van Muiden, ter voorkoming van restschade voor de gemeente Gooise Meren? Zo nee, waarom niet?

Is de regering bereid de geleden en nog te lijden schade te compenseren van de gemeente Muiden, zoals ambtelijke kosten en de kosten van de vaststellingsovereenkomst als gevolg van het KNSF-dossier? Zo nee, waarom niet?

Hoe beoordeelt de regering het feit, zoals geconstateerd door gedeputeerde staten van Noord-Holland in hun brief van 11 februari 2015 aan de vaste Kamercommissie voor Binnenlandse Zaken, dat de fusiepartners van Muiden menen dat het wetsvoorstel niet voldoende helderheid geeft over de situatie wanneer Muiden de afspraken uit de vaststellingsovereenkomst niet kan nakomen en de schadeclaim herleeft?

De leden van de CDA-fractie ontvangen graag een reactie van de regering op deze punten.

De leden van de GroenLinks-fractie lezen dat de algemene uitkering uit het gemeentefonds aan de nieuwe gemeente Gooise Meren ruim € 0,4 mln. lager wordt dan de som van de algemene uitkeringen die de samenstellende gemeenten in 2016 zonder samenvoeging zouden ontvangen. Deze leden vragen hoe dit zich laat rijmen met het onderzoek van Coelo uit 2014 waaruit naar voren komt dat herindelingen niet leiden tot lagere kosten?

De leden van de SGP-fractie vragen zich bij de financiële toekomst van de nieuwe gemeente of een nadere duiding kan worden gegeven van de wijze waarop het gunstige oordeel over de financiële positie tot stand komt. Als een financieel zwakke gemeente samengevoegd wordt met twee gemeenten die voldoende tot goed scoren, is het de vraag of het dan logisch is te verwachten dat de nieuwe gemeente financieel gezond zal zijn en goed functioneren. Met name vragen zij dit ook in het licht van onderzoek van het Coelo waaruit blijkt dat herindelingen in de praktijk helemaal niet zo voordelig uitpakken als meestal wordt verondersteld. Hoe oordeelt de regering bijvoorbeeld over de stelling van dat onderzoek dat er ook schaalnadelen plaats kunnen vinden door een grotere bureaucratie en management en dat er geen aanwijsbare besparingen zijn? Op welke wijze zijn die aspecten meegewogen in de beoordeling van de financiële toekomst van de nieuwe gemeente?

4.2. Artikel 12-aanvraag gemeente Muiden

Heeft de gemeente Muiden de afgelopen jaren de volledige belastingcapaci-teit die er is, benut, zo vragen de leden van de VVD-fractie. Heeft Muiden alles gedaan om de financiële last die na de samenvoeging op de nieuwe gemeente komt te rusten, zo laag mogelijk te houden? Zo neen, wat zijn daarvan de gevolgen voor de artikel 12-aanvraag en de nieuwe gemeente Gooise Meren? Welk bedrag is met het eventueel niet volledig benutten van de belastingcapaciteit van de gemeente Muiden gemoeid? Gaarne krijgen de leden van de VVD-fractie een reactie van de regering.

Voorst vragen de leden van de VVD-fractie zich af of er eerdere situaties bekend zijn waarin, vanuit een artikel 12-status, is gefuseerd door een gemeente. Zo ja, welke? Hoe verliep dat? Welke gevolgen zijn er doorgaans voor artikel 12-gemeenten in de jaren na afloop van die status? Als het gaat om de artikel 12-status lezen de leden van de VVD-fractie in de memorie van toelichting dat bij de bepaling van de artikel 12-bijdrage aan de gemeente Muiden zal worden getoetst aan de «algemene» criteria van artikel 12 Financiële Verhoudingswet. Hoe verhoudt dit zich tot de stelling van de provincie Noord-Holland dat de financiële consequenties van de Vaststellingsovereenkomst volledig worden gesaneerd via een artikel 12-bijdrage? De leden van de VVD-fractie verwijzen dien aangaande naar een brief van de provincie Noord-Holland aan de vaste Kamercommissie voor Binnenlandse Zaken, die zij op 10 februari jl. ontvingen.

Voorts vragen de leden van de VVD-fractie in hoeverre de nieuwe gemeente Gooise Meren wordt geconfronteerd met hogere financiële lasten als gevolg van de samenvoeging. In hoeverre worden de inwoners van de nieuwe gemeente met hogere OZB-tarieven geconfronteerd, een en ander gelet op het feit dat er thans grote verschillen zijn tussen de OZB-tarieven van de drie huidige gemeenten Bussum, Muiden en Naarden.

Tot slot van deze paragraaf vragen de leden van de VVD-fractie zich af hoe de financiële positie van de gemeente Muiden is zonder de problematiek van het KNSF-terrein. Heeft Muiden nog andere financiële problemen of komen de financiële problemen alleen voort uit het KNSF-terrein?

De leden van de PvdA-fractie vragen de regering duidelijkheid te geven over de berekening van de artikel 12-bijdrage aan de gemeente Muiden bij het volledig uitvoeren van de vaststellingsovereenkomst, daarbij is het voor de betrokken gemeenten belangrijk of er ook rekening gehouden wordt met de reserves die Muiden nog in zou kunnen zetten om een deel van de kosten te voldoen of dat de volledige kosten van de overeenkomst gecompenseerd worden minus het verdienvermogen in de OZB van de gemeente Muiden. Ook hebben de leden van de PvdA-fractie er begrip voor dat er ongenoegen is dat de hogere OZB-inkomsten nog negen jaar na de fusie berekend lijken te worden. Daarmee voelen inwoners van Naarden en Bussum zich benadeeld vanwege de voorgeschiedenis van Muiden. Deze leden horen graag van de regering of ze mogelijkheden ziet om deze hogere belasting-norm na de samenvoeging te compenseren.

De leden van de SP-fractie vragen welke financiële risico’s de nieuwe gemeente loopt als gevolg van de status van artikel 12 gemeente van Muiden. Graag willen zij inzicht in deze cijfers, voordat de behandeling van deze herindeling in de Tweede Kamer wordt voortgezet.

De leden van de CDA-fractie vragen wanneer het rapport over de artikel 12-status van de gemeente Muiden wordt vastgesteld. Kan dit rapport ook aan de Kamer worden gezonden?

De gemeenten Naarden, Muiden en Bussum geven aan dat zij zich niet in een generieke artikel 12-procedure bevinden, maar in een specifieke artikel 12-procedure. De gemeente Muiden heeft op dit moment immers niet een aanmerkelijk en structureel tekort op de begroting. Herkent de regering het argument dat hier geen sprake is van een generieke artikel 12-procedure?

Gedeputeerde staten van Noord-Holland stellen (bij brief van 11 februari 2015), dat het ongewenst is en niet past binnen de eerder gemaakte afspraken, dat de regering bij de bepaling van de artikel 12-bijdrage aan Muiden zal toetsen aan de algemene criteria van artikel 12 van de Financiële verhoudingswet. Gedeputeerde staten voeren aan, dat de insteek was dat alleen de consequenties van de vaststellingsovereenkomst in het artikel 12-traject meegenomen zouden worden. Deelt de regering de conclusie van gedeputeerde staten, dat de artikel 12-uitkering daardoor lager uitpakt, met als gevolg een hogere eigen bijdrage voor Muiden en haar rechtsopvolger? Zo ja, wat is de reden om af te wijken van de eerder gemaakte afspraken?

De leden van de D66-fractie constateren dat in het wetsvoorstel een bepaling is opgenomen voor het geval de aanvraag van de gemeente Muiden van een aanvullende uitkering op grond van artikel 12 van de Financiële verhoudings-wet niet voor de herindelingsdatum afgehandeld kan worden. Dit om te voor-komen dat de fusiegemeente, en de inwoners van de gemeenten Naarden en Bussum in het specifiek, nadeel zouden ondervinden van een erfenis uit het verleden. In de brief van de Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties aan de gemeenteraden van de gemeenten Bussum, Muiden en Naarden (d.d. 5 december 2014) is aanvullend gesteld dat de bepaling tot resultaat heeft dat een veroordeling tot het betalen van een schadevergoeding die hoger uitvalt dan hetgeen reeds is vergoed via de aanvullende uitkering op basis van de schikkingsovereenkomst, zal leiden tot een verhoging van de aanvullende uitkering. Een voorwaarde daarbij is dat het niet uitvoeren van de schikkingsovereenkomst niet te wijten is aan de schuld van de gemeente. Omdat recentelijk – omwille van het houden van een zorgvuldige procedure bij het bestemmingsplan De Krijgsman – een MER-procedure gestart is, wordt daarin enige vertraging verwacht. In Naarden en Bussum lijkt vervolgens onrust te zijn ontstaan over de herindeling, hetgeen ten koste gaat van het maatschappelijk draagvlak.

De aan het woord zijnde leden verzoeken de regering daarom de ontstane onrust weg te nemen. Hoe reduceert de regering de onzekerheid ten aanzien van de financiën voor de komende jaren? Hoe moet bijvoorbeeld de zinsnede «aan de schuld van de gemeente te wijten» worden uitgelegd, en kan gegarandeerd worden dat de herindelingsgemeente een financieel schone start maakt per januari 2016? Tot slot, is de regering bereid om het wetsvoorstel te verduidelijken door daarin op te nemen dat de financiële gevolgen van een mogelijke schadeclaim beperkt worden in de lijn van amendement van Beek zoals beschreven in de reeds genoemde brief van 5 december jl.?

De leden van de fractie van de ChristenUnie hebben kennis genomen van de artikel 12-aanvraag van de gemeente Muiden en vragen of de regering voorbeelden kan geven van eerdere samenvoegingen van artikel 12-gemeenten en de wijze waarop afspraken werden gemaakt over de financiële consequenties.

Uit de hoorzitting van de vaste Kamercommissie op 30 januari 2014 is naar de indruk van de leden van de GroenLinks-fractie naar voren gekomen dat de noodzaak van de fusie wordt onderschreven, maar dat er tegelijk grote zorgen zijn bij inwoners, colleges en gemeenteraden van Naarden, Muiden en Bussum over de financiële risico’s rond de afwikkeling van het conflict tussen de gemeente Muiden en de ontwikkelaars van het zogeheten KNSF-terrein. De fractie van GroenLinks deelt deze zorgen. Het mag niet zo zijn dat deze afwikkeling, die met steun van provincie en rijk tot stand is gekomen, ten koste gaat van de publieke voorzieningen in Gooise Meren en/of de inwoners van de nieuwe gemeente. Hetzelfde geldt voor de consequenties van het eventueel herleven van de claim van de ontwikkelaar. De leden van GroenLinks zijn dan ook verheugd dat de colleges en raden de handen ineen hebben geslagen en met een gezamenlijke reactie zijn gekomen met daarbij ook concrete suggesties voor versterking van het wetsvoorstel. Hoe beoordeelt de regering deze reactie en in het bijzonder de voorstellen voor aanpassing van artikel 7 van het wetsvoorstel?

Op grond van de huidige formulering van artikel 7 worden inwoners van Naarden en Bussum geconfronteerd met het dragen van lasten van het niet door Muiden in 2015 opgebrachte deel van de eigen bijdrage in het kader van de artikel 12-status. Gedeputeerde staten van de provincie Noord-Holland hebben in een brief d.d. 5 maart 2014 aan het college van B&W van Muiden het volgende gesteld over de consequenties van de artikel 12 status van Muiden voor de nieuwe fusiegemeente: «Vanuit het belang van de herindeling dat alle partijen onderschrijven, hebben gedeputeerde staten er vertrouwen in dat in de komende maanden in goed overleg tussen partijen een oplossing zal worden gevonden voor het hiervoor bedoelde punt». Op 18 maart heeft u in een brief aan de burgemeester van Naarden gesteld achter de inhoud van bovenbedoelde brief te staan en daarin opgenomen afspraken. Hoe staat het met de afspraken over de oplossing van de artikel 12 status? Hoe ziet u daarbij de rol van het rijk respectievelijk de provincie?

De bijzondere status van de gemeente Muiden, met de art. 12-aanvraag vanwege de claim rond het KNSF-terrein roept bij de SGP-fractie nog vragen op. Zij vragen de regering om duidelijk te maken of de beslissing over een eventuele extra uitkering uit het Gemeentefonds niet genomen kan worden voordat er een besluit komt over het wetsvoorstel. Verder vragen zij wat de consequenties zijn voor deze uitkering als er toch geen sprake zou zijn van een private claim of als deze claim lager is dan op dit moment wordt verwacht? Kan ook worden aangegeven wat er gebeurt als de afspraken van de vaststellingsovereenkomst niet tijdig haalbaar blijken te zijn?

Er wordt in de toelichting ook gesproken over een eigen bijdrage van Muiden die ook over zou gaan op de rechtsopvolger, de nieuwe gemeente Gooise Meren. Deze leden vragen aan wat voor eigen bijdrage gedacht moet worden en in hoeverre dit reëel is? Wat voor eigen bijdrage is in dit soort gevallen gebruikelijk als een gemeente zelfstandig blijft?

5. Overige aspecten

De leden van de VVD-fractie merken op dat tijdens de hiervoor al genoemde hoorzitting van de Kamercommissie op 30 januari 2015 ook aandacht werd besteed aan een milieueffect-rapportage in relatie tot een nog vast te stellen bestemmingsplan door de gemeente Muiden. Wat zijn de gevolgen van deze uit te voeren milieueffectrapportage en het nog vast te stellen bestemmings-plan voor het tijdpad van de geplande herindeling per 1 januari 2016? Wanneer wordt het bestemmingsplan vastgesteld? Wanneer is de milieueffect-rapportage uitgevoerd? Wat zijn de gevolgen van de milieueffect-rapportage en het bestemmingsplan voor de nieuwe gemeente Gooise Meren? In hoeverre hebben deze rapportage en het bestemmingsplan gevolgen voor de datum van 1 januari 2016? Is er een relatie tussen het bestemmingsplan, de milieueffect-rapportage en de Vaststellingsovereen-komst van maart 2014? Zo ja, welke? Kortom, in hoeverre kan er een spanning optreden met de datum van herindeling per 1 januari 2016? In hoeverre krijgt dit nadere aandacht? Gaarne krijgen de leden van de VVD-fractie een reactie van de regering.

5.1. Datum van herindeling en herindelingsverkiezing

De leden van de PvdA-fractie zien uit naar een spoedige beantwoording van dit Verslag, zodat de wetsbehandeling vervolgd kan worden voor maximale en tijdige duidelijkheid richting de betrokken gemeenten.

5.2. Zittingsduur gemeenteraad na datum van herindeling

De leden van de PvdA-fractie lezen dat de betrokken gemeenten ervoor gekozen hebben om een korte zittingsduur van de nieuwe gemeenteraden te beperken tot de reguliere verkiezingen. Deze leden vragen de regering welke redenen de gemeenteraden hebben om te kiezen voor een kortere zittingsduur dan mogelijk.

De leden van de SGP-fractie constateren dat de regering voorstelt in afwijking van de recent ingegane wijziging van de Wet algemene regels herindeling de zittingsduur van de nieuwe gemeenteraad te stellen op twee jaar en drie maanden. Zij zien dat de regering hierbij spreekt over een overgangsvoorziening. Is het dus wel de bedoeling om in de praktijk de nieuwe normen strikt te hanteren en het minder afhankelijk te maken van de keuze van gemeenten zelf? Wat is de consequentie van deze keuze voor de herindeling van de gemeenten Edam-Volendam en Zeevang die naar verwachting tegelijkertijd zal plaatsvinden? Levert deze keuze geen verwarring op voor de inwoners van deze gemeenten?

II ARTIKELSGEWIJS

Artikel 7

De leden van de CDA-fractie vragen de regering, of hij kennisgenomen heeft van de zorgen van de gemeenteraden van Muiden, Naarden en Bussum (bij brief van 9 februari 2015 aan de vaste Kamercommissie voor Binnenlandse Zaken) over het financiële vangnet voor de afwikkeling van de vaststel-lingsovereenkomst tussen de gemeente Muiden en de Koninklijke Neder-landse Springstoffenfabriek N.V. en KNSF Vastgoed II B.V. Hoe beoordeelt de regering de stelling van deze gemeenteraden, dat het vangnet in artikel 7 van het wetsvoorstel niet toereikend is om de financiële risico’s voor de nieuwe gemeente Gooise Meren te begrenzen. Graag ontvangen deze leden een nadere toelichting op het voorgestelde artikel 7.

Biedt artikel 7 een voorziening voor de extra kosten die mogelijk ontstaan wanneer de vaststellingsovereenkomst wordt ontbonden of wanneer de aanvullende uitkering op grond van artikel 12 van de Financiële verhoudings-wet niet of niet geheel wordt toegekend?

Valt het niet tijdig vaststellen van het bestemmingsplan ook onder de definitie van «verwijtbaar» in artikel 7? De leden van de CDA-fractie constateren, dat ook gedeputeerde staten van Noord-Holland, zie eerder genoemde brief van 11 februari 2015, van mening zijn dat niet duidelijk is wanneer het te wijten is aan de gemeente dat de schikkingsovereenkomst niet wordt uitgevoerd. Kan de regering de verwijtbaarheid concretiseren?

Hoe beoordeelt de regering het conceptamendement op artikel 7, dat de gemeenteraden van Muiden, Naarden en Bussum bij brief van 9 februari 2015 aan de vaste Kamercommissie voor Binnenlandse Zaken hebben voorgelegd?

De leden van de fractie van GroenLinks vragen hoe het huidige artikel 7 zich verhoudt tot de Handleiding Artikel 12 Financiële verhoudingswet waarin staat dat het geldende uitgangspunt bij een voorgenomen herindeling is dat de artikel 12-gemeente in principe «schoon wordt opgeleverd» en dat de nieuw te vormen gemeente niet met de financiële problematiek van de artikel 12-gemeente wordt geconfronteerd.

De voorzitter van de commissie, Berndsen-Jansen

De adjunct-griffier van de commissie, Hendrickx