Dit wetsvoorstel betreft de vrijwillige samenvoeging van de gemeenten Bussum, Muiden en Naarden in de provincie Noord-Holland. De nieuw te vormen gemeente zal 55.000 inwoners tellen en Gooise Meren gaan heten. Daarnaast wordt een grenscorrectie voorgesteld waardoor een deel van de huidige gemeente Muiden overgaat naar de gemeente Weesp.
Aanleiding tot het wetsvoorstel is het herindelingsadvies van de provincie Noord-Holland, waartoe de provincie op verzoek van de betrokken gemeenten het initiatief heeft genomen. Dit herindelingsadvies past bij de uitgangspunten van het kabinet voor gemeentelijke herindeling en komt tegemoet aan de wensen van de betrokken gemeenten, hoewel er geen unaniem draagvlak bestaat voor de voorgestelde grenscorrectie.
De voorgestelde herindeling kent een lange voorgeschiedenis, waarop in hoofdstuk 2 wordt ingegaan. De uitkomsten van de toets van het herindelingsadvies aan het Beleidskader gemeentelijke herindeling 2013 worden beschreven in hoofdstuk 3. In hoofdstuk 4 wordt ingegaan op de financiële consequenties van het wetsvoorstel en hoofdstuk 5 betreft enkele overige aspecten, zoals de herindelingsverkiezing en de naam van de nieuwe gemeente. Het herindelingsadvies van de provincie Noord-Holland is als bijlage1 bij deze memorie van toelichting opgenomen.
De discussie over de bestuurskracht van de gemeenten in de Gooi en Vechtstreek begon in 2005 met een bestuurskrachtmeting bij gemeenten in de regio. De bestuurskracht van de gemeente Muiden werd als onvoldoende beoordeeld en die van de gemeente Weesp als matig. Voor de provincie waren deze uitkomsten aanleiding om een herindelingsprocedure op grond van de Wet algemene regels herindeling (Wet arhi) te starten. Dit leidde tot een provinciaal herindelingsadvies van 17 maart 2008 gericht op de samenvoeging van de gemeenten Bussum, Muiden, Naarden en Weesp.
Bij de Staatssecretaris van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties bestonden zorgen over het (bestuurlijk) draagvlak voor de samenvoeging, mede vanwege verzet van de gemeente Bussum. De Staatssecretaris heeft daarom een gespreksronde gemaakt langs de burgemeesters van de betrokken gemeenten. Omdat in deze ronde verschillende visies op de samenvoeging naar voren kwamen, stelde de Staatssecretaris een Commissie van Wijzen voor de Gooi en Vechtstreek in. Deze commissie heeft onderzoek gedaan naar mogelijke alternatieven voor de samenvoeging van Bussum, Muiden, Naarden en Weesp. De commissie concludeerde in maart 2009 dat er geen alternatief was dat een goede oplossing zou bieden voor de bestuurskrachtproblemen in het gebied en waarvoor meer bestuurlijk draagvlak bestond.2
De gemeente Bussum heeft vervolgens in juni 2009 een brief naar de Staatssecretaris gestuurd om tegen de samenvoeging te pleiten. Deze gemeente zag meer heil in het oplossen van de geschetste problemen via intergemeentelijke samenwerking. De Staatssecretaris stond open voor dit alternatief en heeft daarom in de adviesaanvraag aan de Raad van State bij het wetsvoorstel tot samenvoeging van Bussum, Muiden, Naarden en Weesp gevraagd naar mogelijke alternatieven, die ook samenwerking konden betreffen. De Raad van State overwoog in zijn advies dat onderling vertrouwen een voorwaarde is voor goede samenwerking en concludeerde op basis van onder meer het rapport van de Commissie van Wijzen dat van een goede vertrouwensbasis tussen de gemeenten op dat moment geen sprake was.3 Mede gelet op de voorkeur van de andere drie gemeenten zag de regering voldoende grond om het wetsvoorstel in januari 2010 in te dienen.4 Een uitgebreidere beschrijving van de voorgeschiedenis en de verschillende adviezen is te vinden in de memorie van toelichting bij dit eerdere wetsvoorstel5 en in het bijgevoegde herindelingsadvies.
Na de val van het kabinet-Balkenende-IV op 20 februari 2010 werd het wetsvoorstel controversieel verklaard. Op 20 april 2011 heeft de Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties de Tweede Kamer bij brief laten weten dat hij het wetsvoorstel ter besluitvorming wilde voorleggen aan de Tweede Kamer.6 Gezien de precaire positie van de gemeente Muiden achtte de Minister het niet verantwoord de besluitvorming over het wetsvoorstel langer uit te stellen. Wel was het draagvlak voor de samenvoeging na de raadsverkiezingen van maart 2010 enigszins gewijzigd. Het breedste draagvlak bestond voor een samenvoeging van Bussum, Muiden en Naarden en een grenscorrectie ten gunste van Weesp, hoewel er discussie was over de grenscorrectie. Met deze grenscorrectie zou Weesp volgens de Minister voldoende versterkt worden.
De plenaire behandeling van het wetsvoorstel vond plaats in het voorjaar van 2012. De discussie spitste zich toe op de vraag of er meer draagvlak bestond voor een samenvoeging van de vier gemeenten (GV-4) of voor een samenvoeging zonder Weesp, maar met een grenscorrectie ten gunste van Weesp (GV-3). Het lid Van Beek (VVD) diende een amendement in dat ertoe strekte de samenvoeging te beperken tot de GV-3-variant.7 Tijdens de plenaire behandeling bleek onduidelijkheid te bestaan over het draagvlak voor dit amendement, waarna de Minister alle gemeenten in de Gooi en Vechtstreek en de provincie bij brief om een standpunt heeft gevraagd. Uit de reacties kwam geen unanimiteit naar voren. Een uitgebreide toelichting is te vinden in de brief die hierover op 20 april 2012 aan de Tweede Kamer is gestuurd.8 Op 15 mei 2012 werd zowel het amendement-Van Beek over de GV-3-variant als het wetsvoorstel verworpen.
Na de verwerping van het wetsvoorstel door de Tweede Kamer zijn de gemeenten met elkaar in gesprek gegaan over manieren om hun bestuurskracht te versterken. De gemeente Muiden had nog steeds behoefte aan versterking van de bestuurskracht en ook voor de gemeente Naarden was de urgentie van bestuurskrachtversterking inmiddels groter geworden. In het najaar van 2012 hebben Muiden, Naarden en Weesp verkend of zij gezamenlijk hun bestuurskracht voldoende konden versterken. Dit bleek geen realistische optie, omdat de gemeenten het niet eens werden over (het verkennen van) samenwerken of herindelen en de positie die Bussum daarbij moest krijgen. Ook hebben de gemeenten in de Gooi en Vechtstreek de heer Winsemius om advies gevraagd over de samenwerking in de regio. De heer Winsemius adviseerde de gemeenten in april 2013 tot versterkte, niet-vrijblijvende samenwerking in combinatie met gemeentelijke samenvoeging.9
Ook de Tweede Kamer had oog voor de ontwikkelingen in de Gooi en Vechtstreek. Tijdens de behandeling van de begroting voor 2013 heeft het lid Schouw (D66) de Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties gevraagd het herindelingsdossier «snel op te pakken». Naar aanleiding van dit verzoek heeft de Minister de betrokken gemeenten en de provincie gevraagd om hem voor 1 oktober 2013 te adviseren over de bestuurlijke toekomst van de gemeenten Muiden en Weesp op korte termijn en binnen het langetermijnperspectief voor de Gooi en Vechtstreek.10
Vervolgens hebben gedeputeerde staten met de betrokken gemeenten gesprekken gevoerd, waarvoor zij het rapport van de heer Winsemius als basis gebruikten. Dit heeft geresulteerd in het advies van gedeputeerde staten aan de Minister van 8 november 2013, waarin zij adviseerden tot een aanpak in drie fasen: op korte termijn een samenvoeging van Bussum, Muiden en Naarden en een grenscorrectie ten gunste van Weesp, voor de middellange termijn de realisatie van één van drie mogelijke scenario’s (zie § 3.5) en op lange termijn de vorming van één gemeente Gooi en Vechtstreek, dan wel een gemeente Gooi en een gemeente Vechtstreek. De voorgestelde oplossing voor de korte termijn was mogelijk omdat Weesp de eigen bestuurskracht inmiddels had versterkt via structurele samenwerking met de gemeenten Stichtse Vecht en Wijdemeren. Vanwege de urgente situatie in Muiden waren de gemeentebesturen van Bussum, Muiden en Naarden het weliswaar eens over de wenselijkheid van samenvoeging op korte termijn (met ingang van 1 januari 2016), maar niet over de precieze invulling. Daarom besloten gedeputeerde staten op verzoek van de betrokken gemeenten om een procedure op grond van de Wet arhi te starten.
De Wet arhi stelt een aantal procedurele eisen aan een provinciaal herindelingsinitiatief. Ten eerste dienen gedeputeerde staten overleg te voeren met de colleges van burgemeester en wethouders van de betrokken gemeenten. Dit heeft plaatsgevonden in december 2013 en januari 2014 via in totaal zeven overleggen met combinaties van de colleges en de afzonderlijke gemeenteraden van Bussum, Muiden, Naarden en Weesp. Vervolgens hebben gedeputeerde staten op 28 januari 2014 een herindelingsontwerp vastgesteld en naar de betrokken gemeenten gestuurd. Dit heeft tot 1 mei ter inzage gelegen en zeven zienswijzen opgeleverd, waarop in § 3.1 nader wordt ingegaan. Op 23 juni 2014 hebben provinciale staten het herindelingsadvies vastgesteld.
In het herindelingsadvies stelt de provincie naast de samenvoeging van Bussum, Muiden en Naarden een grenscorrectie voor tussen Muiden en Weesp, waardoor de Bloemendalerpolder vrijwel geheel in de gemeente Weesp komt te liggen. De noodzaak voor deze grenscorrectie is volgens de provincie gelegen in de ontwikkeling van de polder tot een woonwijk. Door de grenscorrectie ontstaat een ongedeelde woonwijk en wordt één gemeente verantwoordelijk voor de ontwikkeling ervan. De nieuwbouwwijk is stedenbouwkundig ook vormgegeven als uitbreiding van de kern Weesp; het grootste deel van de geplande woningbouw zal op het huidige grondgebied van Weesp worden gebouwd. Tijdens het open overleg hebben gedeputeerde staten tweemaal, vooral over deze grenscorrectie, met de colleges van Muiden en Weesp gesproken. In § 3.1.1 wordt hier nader op ingegaan.
Het herindelingsadvies is getoetst aan het Beleidskader gemeentelijke herindeling van 2013.11 Volgens het Beleidskader dienen herindelingsadviezen aan de volgende criteria te worden getoetst: draagvlak, interne samenhang/dorps- en kernenbeleid, bestuurskracht, evenwichtige regionale verhoudingen en duurzaamheid.
Bij de besturen van Bussum, Muiden en Naarden bestaat groot draagvlak voor de samenvoeging van deze gemeenten. De vier betrokken gemeenteraden (inclusief die van Weesp) stemmen in met de samenvoeging, zoals blijkt uit hun inbreng tijdens het open overleg en hun zienswijzen op het herindelingsontwerp. Daarnaast blijkt het draagvlak in de gemeenten uit de gezamenlijkheid waarmee aan de nieuwe gemeente wordt gewerkt. Zo hebben Bussum, Muiden en Naarden in mei 2014 een bijeenkomst georganiseerd over de toekomst van de nieuwe gemeente, hebben zij een projectorganisatie ingesteld om toe te werken naar de samenvoeging en werken zij samen met inwoners en maatschappelijke instellingen aan een visie op de koers van de nieuwe gemeente.
Voor de voorgestelde grenscorrectie is minder draagvlak aanwezig. De verdeeldheid ziet niet op de keuze voor een ongedeelde wijk, maar op het voorstel van de provincie om het gebied naar de gemeente Weesp over te hevelen. Bussum, Muiden en Naarden zien als risico’s van de grenscorrectie dat het lokaal bestuurlijk draagvlak voor de samenvoeging vermindert en (daardoor) vertraging kan ontstaan in het herindelingsproces. Muiden had Weesp graag als onderdeel van de samenvoeging gezien, om op die manier tot een ongedeelde wijk te komen. Dit voorstel kan echter niet rekenen op steun van de andere gemeenten. In januari 2014 hebben gedeputeerde staten met de colleges van Muiden en Weesp gesproken over mogelijkheden om tot een compromisvoorstel te komen. Dat is niet gelukt. Wel werd afgesproken dat Muiden en Weesp uiterlijk 27 januari 2014 met een gezamenlijk compromis konden komen dat gedeputeerde staten dan konden opnemen in het herindelingsontwerp. Op 27 januari 2014 heeft Weesp de provincie bericht dat dit niet is gelukt, omdat Muiden niet op een compromisvoorstel van Weesp heeft gereageerd.
De provincie heeft aan de zorgen van Muiden tegemoet willen komen door een beperkt deel van de Bloemendalerpolder, het gebied waar een zorgboerderij en een monumentale Kringenwetboerderij (het zogeheten Pippi Langkoushuis) liggen, bij Muiden te laten. Weesp, Bussum en Naarden hebben positief op dit voorstel gereageerd. Muiden heeft niet gereageerd, omdat zij van mening bleef dat de grenscorrectie geen deel zou moeten uitmaken van deze herindelingsprocedure.
De provincie heeft het oordeel over het maatschappelijk draagvlak voor de herindeling aan de gemeenten gelaten. De gemeenten Muiden en Naarden hebben het niet nodig geacht een nieuwe raadpleging onder hun inwoners te houden, omdat deze gemeenten sinds de vorige herindelingsdiscussie niet van standpunt zijn veranderd en menen dat de standpunten van hun inwoners voldoende bekend zijn. Bussum heeft op 23 september 2013 een informatiebijeenkomst georganiseerd waarbij ongeveer 35 inwoners aanwezig waren. In meerderheid stonden zij achter het voorstel. Muiden heeft een brief gestuurd aan de inwoners van het gebied dat zou overgaan naar Weesp (27 huishoudens) om hen over het voornemen van de provincie te informeren en te wijzen op de mogelijkheid een zienswijze in te dienen. Dit heeft niet geleid tot zienswijzen.
Tijdens de terinzagelegging zijn slechts zeven zienswijzen ingediend, waarvan er zes van gemeenten kwamen en één van een inwoner van Bussum. Deze inwoner pleitte voor een grootschaliger samenvoeging van gemeenten in de Gooi en Vechtstreek.
Verder betrekken de drie gemeenten hun inwoners bij de vormgeving van de nieuwe gemeente, wat bijdraagt aan het draagvlak voor de nieuwe gemeente. Dit doen zij onder meer door met inwoners en maatschappelijke instellingen een visie op de nieuwe gemeente op te stellen.
De samenvoeging kan rekenen op zeer breed regionaal bestuurlijk draagvlak. Het herindelingsontwerp is toegezonden aan de overige gemeenten in de Gooi en Vechtstreek (Blaricum, Hilversum, Huizen, Laren en Wijdemeren), aan de nabijgelegen gemeenten Almere, Amsterdam, De Ronde Venen, Diemen, Eemnes en Stichtse Vecht en aan de provincie Utrecht. De gemeente Huizen steunt de voorgestelde samenvoeging, hoewel zij een voorkeur had voor het meenemen van enkele aanvullende grenswijzigingen tussen Naarden en Huizen en Bussum en Huizen. De provincie heeft deze grenswijzigingen niet overgenomen, omdat er geen draagvlak voor is bij Bussum en Naarden en omdat Huizen geen deel uitmaakte van het open overleg, waardoor de grenswijzigingen tot vertraging zouden leiden. De gemeente Hilversum meent dat de kortetermijnoplossing suboptimaal is en het risico heeft dat het verdere regionale proces stilvalt. De overige gemeenten en de provincie Utrecht hebben niet gereageerd op het herindelingsontwerp. Voor de gemeenten in de Gooi en Vechtstreek geldt dat zij al bij de besprekingen voorafgaand aan het advies van gedeputeerde staten aan de Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties (zie § 2.1.2) hebben laten blijken dat zij de door de provincie ingezette koers, waar deze samenvoeging als kortetermijnoplossing onderdeel van is, steunen.
De gemeenten Bussum, Muiden en Naarden zijn met elkaar verbonden door de ligging in de Gooi en Vechtstreek. Bussum en Naarden vormen al één gemeenschap; de kernen van beide gemeenten lopen in elkaar over. Ook in sociaaleconomisch opzicht lijken beide gemeenten op elkaar, evenals de Muidense kern Muiderberg. Voor de kern Muiden ligt dit iets anders. Als vestingstad aan de Vecht is zij net als Weesp wat meer georiënteerd op de Vecht. Verder voeren de drie gemeenten hun huidige taken in het sociaal domein al gezamenlijk uit en worden de nieuwe taken in het sociale domein in een gezamenlijke uitvoeringsorganisatie ondergebracht. Zij worden ook alle drie geconfronteerd met vergelijkbare opgaven, zoals vergrijzing en het behoud van voorzieningen, en hebben vanwege de beperkte hoeveelheid kernen geen traditie van een kernenbeleid.
Het belangrijkste doel van deze herindeling is het versterken van de beperkte bestuurskracht van de gemeente Muiden en in mindere mate de bestuurskracht van Naarden, waar de urgentie van herindeling sinds 2012 ook is toegenomen. De opgaven in de regio gaan de bestuurskracht van Muiden te boven, waardoor de gemeente afhankelijk wordt van externe inhuur. De gemeente heeft moeite de reguliere taken adequaat uit te voeren en de gemeentelijke organisatie wordt vanwege haar beperkte omvang als kwetsbaar beschouwd.12 De bestuurskrachtproblemen van Muiden zijn zo urgent, dat gedeputeerde staten oordelen dat op de kortst mogelijke termijn een samenvoeging moet plaatsvinden. De afgelopen jaren hebben de provincie en het Ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties Muiden ondersteund door ambtelijke capaciteit beschikbaar te stellen. Hoewel de problemen voor Naarden minder urgent zijn, heeft deze gemeente eveneens samenvoeging nodig om haar taken goed uit te blijven voeren.
De bestuurskracht van de nieuwe gemeente Gooise Meren wordt door de provincie als voldoende beoordeeld. De nieuwe gemeente zal naar verwachting in staat zijn een robuuste en professionele organisatie te vormen. Ook na deze samenvoeging blijft het opereren binnen de regio, maar vooral ook als regio naar buiten, een krachtige samenwerking tussen de gemeenten in de regio vragen. Dit komt grotendeels doordat de regio tussen grote gemeenten ligt (Almere, Amersfoort, Amsterdam en Utrecht) en er een aantal belangrijke opgaven speelt op het terrein van economie, mobiliteit en recreatie, zoals verbetering van het treinverkeer tussen Schiphol, Amsterdam, Almere en Lelystad (OV-SAAL) en de uitbreiding van de A1-A6.
Deze samenvoeging is de eerste stap op weg naar het eindbeeld voor de regio Gooi en Vechtstreek. In de volgende paragraaf wordt nader ingegaan op het traject dat de provincie en gemeenten doorlopen om te komen tot bestuurskrachtversterking in de hele regio. Volgens zowel de provincie als de verkenners (zie § 3.5) biedt de samenvoeging goede mogelijkheden om tot positieve samenwerkingsrelaties en evenwichtige verhoudingen in de regio te komen. Daarbij wijst de provincie erop dat de nieuw te vormen gemeente naar inwonertal de tweede gemeente van de regio zal worden, wat bijdraagt aan gelijkwaardige verhoudingen in de regio.
De samenvoeging is bedoeld als een kortetermijnoplossing die past binnen het proces ter versterking van de bestuurskracht in de Gooi en Vechtstreek op de middellange en lange termijn. Het eindperspectief is één gemeente Gooi en Vechtstreek, dan wel een gemeente Gooi en een gemeente Vechtstreek. Op weg daarnaartoe voorziet de provincie een tussenstap op de middellange termijn. Voor deze tussenstap schetst de provincie drie mogelijke scenario’s, waarvan de samenvoeging van Bussum, Muiden en Naarden telkens deel uitmaakt:
– «Gooi-Noord en Gooi-Zuid»: samenvoeging van Bussum, Muiden, Naarden en Huizen enerzijds en van Hilversum, Blaricum, Eemnes en Laren anderzijds
– «Drie stromen»: samenvoeging van Bussum, Muiden, Naarden en Hilversum, terwijl Huizen de samenwerking met Blaricum, Eemnes en Laren intensiveert
– «GV-3»: samenvoeging van Bussum, Muiden en Naarden en van Huizen, Blaricum, Eemnes en Laren, terwijl Hilversum zelfstandig blijft.
De provincie heeft eind 2013 twee verkenners aangesteld om een «verdiepende verkenning» uit te voeren naar de drie scenario’s. In hun rapport van april 2014 adviseren de verkenners te kiezen voor een variant waarin Bussum, Muiden en Naarden één gemeente blijven vormen (de variant GV-3, met een aantal nuanceringen). Voor deze variant bestaat volgens de verkenners het grootste draagvlak. Gedeputeerde staten zullen zich naar verwachting in het najaar van 2014, wanneer ook de standpunten van de gemeenten bekend zijn, uitspreken over het rapport van de verkenners en vervolgstappen aankondigen. Gelet op het rapport van de verkenners lijkt het niet waarschijnlijk dat voor de nieuw te vormen gemeente snel een nieuwe samenvoeging volgt.
Daarbij komt dat het Beleidskader gemeentelijke herindeling 2013 rekening houdt met situaties waarin een urgente noodzaak bestaat om de gemeentelijke bestuurskracht te versterken, terwijl een duurzame oplossing op korte termijn niet mogelijk is. In dergelijke gevallen kan het belang van het versterken van de gemeentelijke bestuurskracht volgens het Beleidskader zwaarder wegen dan het belang van duurzaamheid.
Uit het voorgaande blijkt dat het voorstel voldoet aan het Beleidskader gemeentelijke herindeling 2013. De voorgestelde samenvoeging draagt bij aan de versterking van de bestuurskracht in de Gooi en Vechtstreek, waar vooral de gemeente Muiden (en inmiddels ook Naarden) behoefte aan heeft. Hoewel vragen kunnen worden gesteld bij de duurzaamheid van de samenvoeging, past de samenvoeging binnen het Beleidskader. Dit biedt immers de ruimte om het belang van het versterken van de gemeentelijke bestuurskracht zwaarder te laten wegen dan het belang van duurzaamheid. Verder kan de voorgestelde samenvoeging rekenen op groot draagvlak. De betrokken gemeenten en de omliggende gemeenten zijn voorstander en er is slechts één negatieve zienswijze ingediend. Hoewel de voorgestelde grenscorrectie niet kan rekenen op unaniem draagvlak (zie § 3.1.1), kiest de regering ervoor om ook deze over te nemen. De grenscorrectie draagt bij aan de interne samenhang van zowel Weesp als de nieuwe gemeente Gooise Meren, omdat de te ontwikkelen woonwijk georiënteerd zal zijn op Weesp.
Op basis van de informatie waarover de provincie via het reguliere financieel toezicht beschikt, beoordelen gedeputeerde staten de financiële positie van de nieuw te vormen gemeente Gooise Meren als gezond. Muiden is een financieel zwakke gemeente, die onder preventief financieel toezicht op basis van de Gemeentewet staat. De financiële positie van Bussum en Naarden wordt als voldoende tot goed beoordeeld. Per saldo begint de nieuw te vormen gemeente volgens gedeputeerde staten met een goede financiële positie.
Volgens de meest recente berekeningen zal de algemene uitkering uit het Gemeentefonds aan de nieuwe gemeente Gooise Meren ruim € 0,4 miljoen lager zijn dan de som van de algemene uitkeringen die de samenstellende gemeenten in 2016 zonder samenvoeging zouden ontvangen. Deze structurele verlaging kan de nieuwe gemeente op langere termijn opvangen met de te verwachten vermindering van de bestuurskosten en andere te behalen efficiëntievoordelen van de nieuwe organisatie. Daarnaast zullen de huidige gemeenten en de nieuwe gemeente kosten moeten maken om de samenvoeging gestalte te geven. De nieuwe gemeente zal hiervoor bij samenvoeging op 1 januari 2016 een uitkering ontvangen op grond van de maatstaf herindeling van ruim € 8 miljoen. In het jaar voor de datum van herindeling zullen de drie gemeenten ieder reeds een bedrag van ruim € 0,6 miljoen ontvangen.
Artikel 12-aanvraag gemeente Muiden
Er speelt één bijzonderheid die van invloed is op de financiële positie van de nieuwe gemeente. Deze betreft de afwikkeling van een langlopend conflict tussen de gemeente Muiden en de ontwikkelaars van het zogeheten KNSF-terrein, de Koninklijke Nederlandsche Springstoffabrieken (KNSF) en KNSF Vastgoed. De gemeente Muiden heeft recent nieuwe afspraken met de ontwikkelaars gemaakt over de afwikkeling van het conflict.13 Deze afspraken leggen een dusdanig beslag op de meerjarenbegroting van Muiden dat de gemeente een aanvullende uitkering uit het Gemeentefonds heeft aangevraagd op grond van artikel 12 Financiële-verhoudingswet. Naar verwachting zal de Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties in de eerste helft van 2015 op deze aanvraag besluiten. Daarbij moet de gemeente Muiden voldoen aan de criteria van artikel 12 Financiële-verhoudingswet en zal de financieel inspecteur de financiële positie van Muiden beoordelen. De verwachting is dat de gemeente Muiden voor de datum van herindeling een sluitende meerjarenbegroting zal hebben. Dit betekent dat de nieuwe gemeente niet in een situatie zal verkeren waarin zij een beroep op artikel 12 hoeft te doen.
Bij het afwikkelen van de artikel 12-aanvraag zal de Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties handelen in lijn met een door de Tweede Kamer aangenomen amendement van het lid Van Beek (VVD) op het eerdere wetsvoorstel tot samenvoeging van de gemeenten Bussum, Muiden, Naarden en Weesp.14 Ten tijde van de behandeling van dat wetsvoorstel dreigde voor de gemeente Muiden een aanzienlijke schadeclaim. Het amendement beoogde te voorkomen dat de voorziene nieuwe gemeente in geval van een schadevergoedingsplicht een hogere eigen bijdrage zou moeten betalen dan de gemeente Muiden zonder samenvoeging zou hebben moeten betalen. Een dergelijke voorziening is niet nodig als de lopende artikel 12-aanvraag van de gemeente Muiden volgens verwachting in de eerste helft van 2015 wordt afgehandeld. Er zal dan een aanvullende uitkering aan de gemeente Muiden worden verleend, waarbij wordt uitgegaan van de eigen bijdrage die de gemeente Muiden kan opbrengen als zij zelfstandig blijft. Het niet door Muiden in 2015 opgebrachte deel van de eigen bijdrage zal na de datum van herindeling voor rekening komen van de nieuwe gemeente Gooise Meren. Voor het geval dat de artikel 12-aanvraag van Muiden onverhoopt niet op tijd is afgehandeld, regelt het wetsvoorstel dat aan de nieuwe gemeente een aanvullende uitkering wordt verleend onder vergelijkbare voorwaarden als aan de huidige gemeente Muiden. Zie daarover de artikelsgewijze toelichting op artikel 7 van het wetsvoorstel.
Op grond van de Wet arhi dient voorafgaand aan de datum van herindeling een verkiezing plaats te vinden voor de raad van de nieuwe gemeente. De beoogde datum van herindeling van 1 januari 2016 kan worden gehaald als deze wet uiterlijk halverwege september 2015 in werking treedt. Er resteert dan voldoende tijd voor de voorbereiding van de herindelingsverkiezing, die naar verwachting wordt gehouden op woensdag 18 november 2015. De betrokken gemeente met het grootste aantal inwoners, te weten de gemeente Bussum, is belast met de voorbereiding van de verkiezing (artikel 52 Wet arhi).
Sinds 16 augustus 2014 bevat de Wet arhi een algemene regeling over de zittingsduur van de eerste gemeenteraad na een herindeling.15 In afwijking van de tot dusverre geldende praktijk schrijft de Wet arhi voor dat na een herindeling halverwege de raadsperiode de eerstvolgende reguliere raadsverkiezingen worden overgeslagen (artikel 56e Wet arhi). Dit betekent dat de eerste raad van de nieuwe gemeente zes jaar en drie maanden zitting zal hebben. De gemeenteraden van Bussum, Muiden en Naarden hebben echter verzocht om de reguliere raadsverkiezingen van maart 2018 in de nieuwe gemeente wel door te laten gaan. Aan dit verzoek is bij wijze van overgangsvoorziening tegemoetgekomen, omdat de gemeenten bij het bepalen van hun voorkeur voor de datum van herindeling onvoldoende rekening hebben kunnen houden met de nieuwe regeling van de Wet arhi.16 Indien de herindeling doorgang vindt op 1 januari 2016, zal in de nieuwe gemeente in maart 2018 wel een reguliere raadsverkiezing plaatsvinden (artikel 6 van het onderhavige wetsvoorstel). De zittingsduur van de eerste raad zal in dat geval twee jaar en drie maanden bedragen.
De raden van de gemeenten Bussum, Muiden en Naarden hebben op 20 oktober 2014 gekozen voor Gooise Meren als naam voor de nieuwe gemeente. Met dit besluit nemen de raden het voorstel van een speciaal voor de naamgeving ingestelde commissie over. Deze commissie had als opdracht de drie meest geschikte namen te selecteren uit suggesties van de inwoners van de drie gemeenten en daarbij aan te geven welke naam de voorkeur heeft.
Artikel 7
Dit artikel is bedoeld voor het geval dat de aanvraag van de gemeente Muiden van een aanvullende uitkering op grond van artikel 12 van de Financiële-verhoudingswet (zie § 4 van het algemeen deel) onverhoopt niet voor de datum van herindeling kan worden afgehandeld. In dat geval behandelt de Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties het verzoek om een aanvullende uitkering van de gemeente Muiden als verzoek van de nieuwe gemeente Gooise Meren. Dit betekent dat het lopende verzoek van Muiden wordt beschouwd als verzoek van de nieuwe gemeente Gooise Meren. Ook betekent het dat de eigen bijdrage van de nieuwe gemeente wordt beperkt tot het bedrag dat de gemeente Muiden had moeten bijdragen indien zij zelfstandig zou zijn gebleven. Deze eigen bijdrage bestaat enerzijds uit het verhogen van de eigen inkomsten en anderzijds uit het verlagen van de uitgaven en het aanspreken van overige eigen inkomsten, reserves en vermogen. De optelsom van de middelen die op deze wijze kunnen worden verkregen, bepaalt wat de gemeente Muiden zelf had kunnen bijdragen en derhalve wat de nieuwe gemeente moet bijdragen.
Artikel 7 komt materieel overeen met het in 2012 aangenomen amendement-Van Beek (zie § 4 van het algemeen deel). Wel is het artikel in enkele opzichten anders formuleerd. Zo is rekening gehouden met het feit dat Muiden inmiddels, anders dan in 2012, een aanvullende uitkering heeft aangevraagd. Naar aanleiding van een redactionele opmerking van de Afdeling advisering van de Raad van State is voorts gekozen voor de formulering dat de Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties het verzoek van de gemeente Muiden behandelt als verzoek van de nieuwe gemeente. Met deze formulering wordt voorkomen dat de raad van de gemeente Gooise Meren opnieuw een verzoek om een aanvullende uitkering zou moeten doen.
De Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties, R.H.A. Plasterk