Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 29 september 2015
In mijn brief van 1 september 20151 heb ik aangegeven u te informeren wanneer Nederland en Marokko overeenstemming hebben bereikt over aanpassing van het bilaterale sociale zekerheidsverdrag tussen beide landen.
Hierbij kan ik u, mede namens de ministers van Buitenlandse Zaken en Volksgezondheid, Welzijn en Sport en de Staatssecretaris van Sociale Zaken en Werkgelegenheid, berichten dat Nederland en Marokko een akkoord hebben bereikt over aanpassing van het bilaterale socialezekerheidsverdrag tussen beide landen. Marokko heeft ingestemd met de door Nederland gewenste invoering van het woonlandbeginsel, de stopzetting van de export van de kinderbijslag en de beëindiging van de werelddekking bij tijdelijk verblijf in het kader van de Zorgverzekeringswet. In ruil daarvoor heeft Nederland verzachtende maatregelen en langere overgangstermijnen geboden.
Met dit akkoord wordt tegemoet gekomen aan de motie Schut-Welkzijn/Dijkgraaf van 10 juni 20142. In mijn brief aan uw Kamer van 20 augustus 20143 heb ik aangegeven dat om de motie uit te voeren het kabinet in de onderhandelingen, naast het stopzetten van de kinderbijslag en beëindigen van werelddekking bij tijdelijk verblijf, tevens in zal zetten op een zodanige aanpassing van het bilaterale socialezekerheidsverdrag dat dit niet langer in de weg kan staan aan de toepassing van het woonlandbeginsel in Marokko.
Afgesproken is om de wijzigingen per 1 januari 2016 in te laten gaan door het gewijzigde verdrag per die datum voorlopig toe te passen hangende de parlementaire goedkeuringsprocedure. Teneinde de overeengekomen wijzigingen op 1 januari 2016 voorlopig te kunnen toepassen, dienen Nederland en Marokko uiterlijk rond 1 december 2015 het protocol tot wijziging van het verdrag te ondertekenen.
Het onderhandelingsakkoord bestaat uit de onderstaande elementen.
Nederland eerbiedigt de uitspraken van de rechter over het vigerende bilaterale sociale zekerheidsverdrag en past die uitspraken toe op de gevallen tot de wijziging per 1 januari 2016. Concreet betekent dit dat er geen woonlandbeginsel wordt toegepast voor uitkeringen op grond van de Algemene Nabestaandenwet (Anw), de Regeling werkhervatting gedeeltelijke arbeidsongeschikten (WGA-vervolguitkering), de Toeslagenwet (TW) in het kader van een arbeidsgeschiktheiduitkering en de kinderbijslag wanneer deze uitkeringen zijn toegekend vóór 1 januari 2016. Hierbij zij opgemerkt dat in geval van opzegging van het verdrag deze uitkeringen op grond van de rechterlijke uitspraken ook zouden doorlopen zonder dat toepassing van het woonlandbeginsel mogelijk zou zijn4.
Voorts zal er een financiële tegemoetkoming plaatsvinden inzake de toepassing van het woonlandbeginsel voor Anw-gerechtigden van vóór 1 juli 2012 (datum inwerkingtreding Wet woonlandbeginsel) alsof zij in bezwaar of beroep zouden zijn gegaan voor de periode die loopt van 1 januari 2013 tot 1 maart 2014.
Tevens is afgesproken dat het woonlandbeginsel wordt ingevoerd voor nieuwe nabestaandenuitkeringen en WGA-vervolguitkeringen vanaf 1 januari 2016 door de Anw-uitkering te verminderen met een vast percentage van 10% op het bedrag dat betaald wordt in Nederland voor de gehele duur van het recht. Momenteel wordt zoals eerder aan uw Kamer gemeld een Associatiebesluit tussen Marokko enerzijds en de lidstaten van de Europese Unie anderzijds door de Europese Commissie voorbereid. Na de inwerkingtreding van het Associatiebesluit kan het woonlandbeginsel niet meer worden toegepast op nabestaandenuitkeringen en WGA-vervolguitkeringen voor gerechtigden woonachtig in Marokko. De vermindering wordt op dat moment teniet gedaan. Op dit moment is de verwachting dat de behandeling van het Associatiebesluit met Marokko in 2016 in de Raad Werkgelegenheid, Sociaal Beleid, Volksgezondheid en Consumentenzaken zal plaatsvinden.
Ook is afgesproken dat het woonlandbeginsel ingevoerd wordt op nieuwe uitkeringsgerechtigden Toeslagenwet in het kader van de arbeidsongeschiktheid vanaf 1 januari 2016 volgens het volgende schema:
– voor nieuwe gerechtigden waarvan het recht begint in 2016 wordt de Nederlandse uitkering verminderd met een vast percentage van 10% voor de gehele duur van het recht;
– voor nieuwe gerechtigden waarvan het recht begint in 2017 wordt de Nederlandse uitkering verminderd met een vast percentage van 20% voor de gehele duur van het recht;
– voor nieuwe gerechtigden 2018 wordt de Nederlandse uitkering verminderd met een vast percentage van 30% voor de gehele duur van het recht;
– voor nieuwe gerechtigden vanaf 2019 wordt de Nederlandse uitkering verminderd met een vast percentage van 40% voor de gehele duur van het recht.
Daarnaast is afgesproken dat het recht op export van kinderbijslag voor nieuwe gerechtigden van 1 januari 2016 tot en met 31 december 2020 behouden blijft. Deze uitkeringen zullen worden betaald tot het kind de leeftijd van 18 jaar heeft bereikt. Op de nieuwe kinderbijslaguitkeringen die in deze periode verstrekt worden, zal het woonlandbeginsel worden toegepast volgens het volgende schema:
– voor kinderen geboren in 2016 wordt de Nederlandse uitkering verminderd met een vast percentage van 10% voor de gehele duur van het recht;
– voor de kinderen geboren in 2017 wordt de Nederlandse uitkering verminderd met een vast percentage van 20% voor de gehele duur van het recht;
– voor de kinderen geboren in 2018 wordt de Nederlandse uitkering verminderd met een vast percentage van 30% voor de gehele duur van het recht;
– voor kinderen geboren in 2019 en 2020 wordt de Nederlandse uitkering verminderd met een vast percentage van 40% voor de gehele duur van het recht.
Het toekomstig Associatiebesluit met Marokko heeft geen invloed op de toepassing van het woonlandbeginsel op de Toeslagenwet in het kader van de arbeidsongeschiktheid en de kinderbijslagen. Dit betekent dat het principe van het woonlandbeginsel op deze wetten van toepassing blijft.
Vanaf 1 januari 2021 zal de export van kinderbijslag voor nieuwe gerechtigden definitief stopgezet worden. Hiermee wordt het verdrag in overeenstemming gebracht met de Wet herziening exportbeperking kinderbijslag.
Tot slot is ten aanzien van de beperking van de werelddekking bij tijdelijk verblijf in het kader van de Zorgverzekeringswet afgesproken dat de daarvoor noodzakelijke wijziging in het verdrag met Marokko ingaat per 1 januari 2021. Het wetsvoorstel dat ziet op beëindiging van de werelddekking bij tijdelijk verblijf is momenteel in voorbereiding.
Nu er een overeenkomst gesloten is met Marokko over aanpassing van het bilaterale socialezekerheidsverdrag tussen onze beiden landen en deze overeenkomst tegemoet komt aan de motie Schut-Welkzijn/Dijkgraaf van 10 juni 2014 zal ik het kabinet voorstellen om het wetsvoorstel tot goedkeuring van het voornemen tot opzegging van het bilaterale socialezekerheidsverdrag met Marokko5 in te trekken.
De Minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid, L.F. Asscher