Ontvangen 27 mei 2015
De ondergetekende stelt het volgende amendement voor:
In artikel I, onderdeel B, wordt artikel 30, tweede lid, als volgt gewijzigd:
1. Na onderdeel b wordt een onderdeel ingevoegd, luidende:
ba. de gebruikersrechten voor reizigers in het openbaar vervoer;.
2. In onderdeel c wordt «onderdelen a en b» vervangen door: onderdelen a, b en ba.
In het voorgestelde artikel 30, tweede lid van de Wet personenvervoer 2000 wordt geregeld dat bij of krachtens algemene maatregel van bestuur in het belang van de toegankelijkheid, gebruiksvriendelijkheid en interoperabiliteit van het openbaar vervoer regels kunnen worden gesteld over concessieoverstijgende onderwerpen. Deze regels kunnen betrekking hebben op de uitgifte, de kwaliteit en de functionaliteit van vervoerbewijzen, de tarieven en vervoervoorwaarden en de informatievoorziening en klachtprocedures met betrekking tot deze onderwerpen.
Met dit amendement wordt aan deze opsomming «de gebuikersrechten voor reizigers in het openbaar vervoer» toegevoegd. Reizigersrechten zijn onder meer geregeld op basis van Verordening 1371/2007 van het Europees parlement en de Raad van de Europese Unie van 23 oktober 2007 betreffende de rechten en verplichtingen van reizigers in het treinverkeer. Aanvullingen in nationale regelgeving is desondanks nodig voor concessieoverstijgende onderwerpen. Zo is er nog geen gezamenlijke OV-brede geld-terug-bij-vertraging regeling. Ook is het wenselijk dat reizigersrechten binnen Nederland eenduidig worden toegepast zodat de reiziger precies weet waar hij aan toe is, ongeacht de vervoerder waar hij mee reist. Bij deze reizigersrechten kan het ook gaan om zaken die voortvloeien uit het VN gehandicaptenverdrag zoals toegankelijke informatie, het meereizen van geleidehonden.
Dik-Faber