Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 7 februari 2017
Tijdens het plenaire debat van 22 december 2016 over het voorstel van wet tot wijziging van de Gemeentewet in verband met de aanpak van woonoverlast (Wet aanpak woonoverlast) van het lid Tellegen (VVD), vroeg het lid Marcouch (PvdA) om een reactie op een uitspraak van de burgemeester van Nijmegen over het sluiten van koopwoningen waar wiet wordt gekweekt (Handelingen II 2016/17, nr. 39, item 8).
Op 18 december 2016 stond in de Gelderlander dat de burgemeester van Nijmegen koopwoningen zal sluiten als er sprake is van een hennepkwekerij.
In afstemming met de Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties voldoe ik met deze brief aan het verzoek om een reactie.
Uit navraag bij de gemeente Nijmegen is gebleken dat de burgemeester doelde op het sluiten van woningen op basis van artikel 13b Opiumwet (de Wet Damocles). Met een wijziging van artikel 13b Opiumwet in 2007 kregen burgemeesters de mogelijkheid om bestuursdwang toe te passen ter handhaving van de artikelen 2 en 3 van de Opiumwet in woningen en lokalen of bij woningen of lokalen behorende erven (Stb. 2007, nr. 355). De burgemeester kan daardoor panden sluiten in het geval van drugshandel en/of hennepteelt.
Sinds de uitspraak van de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State van 11 december 2013 (ECLI:NL:RVS:2013:2362) wordt aanvaard dat kan worden gesproken van een handelsvoorraad indien de aangetroffen hoeveelheid drugs in een lokaal (niet zijnde een coffeeshop) of woning meer bedraagt dan de toegestane hoeveelheid voor eigen gebruik. Van een handelsvoorraad mag volgens de Afdeling worden aangenomen dat deze bestemd is voor verkoop, aflevering of verstrekking vanuit dat lokaal. Voor het sluiten van een woning is het aantreffen van een handelsvoorraad drugs dan ook toereikend.
Uit het vorenstaande blijkt dus dat het sluiten van koopwoningen mogelijk is wanneer er sprake is van drugshandel en/of hennepteelt.
De Minister van Veiligheid en Justitie, S.A. Blok