Ontvangen 21 december 2016
De ondergetekende stelt het volgende amendement voor:
I
Artikel I, artikel 151d, wordt als volgt gewijzigd:
1. In het eerste lid wordt na «of een bij die woning behorend erf gebruikt» een zinsnede ingevoegd, luidende: of tegen betaling in gebruik geeft aan een persoon die niet als ingezetene met een adres in de gemeente in de basisregistratie personen is ingeschreven.
2. In het derde lid wordt na «5» een komma ingevoegd.
II
In artikel II wordt «van Veiligheid en Justitie» vervangen door: voor Wonen en Rijksdienst.
Dit amendement regelt dat ook verhuur via online verhuurplatforms als Airbnb kan worden aangepakt indien deze verhuur tot overlast leidt. Tevens herstelt dit amendement enige technische kwesties.
Grote steden kampen met veel overlast ten gevolge van Airbnb. Woningen worden meermaals voor korte perioden verhuurd aan buitenlandse toeristen. Omwonenden ervaren hierdoor geregeld ernstige woonoverlast. Omdat de woning telkens voor een korte periode aan andere personen wordt verhuurd, heeft het opleggen van een last onder dwangsom of een last onder bestuursdwang aan de huurder weinig zin. Daarom is het goed als in deze specifieke gevallen een last kan worden opgelegd aan de verhuurder in plaats van de huurder. In het uiterste geval kan de last ertoe leiden dat een woning niet meer mag worden verhuurd aan toeristen.
Het amendement regelt dat het aanpakken van de verhuurder alleen mogelijk is bij ernstige overlast door huurders die niet als ingezetene staan ingeschreven met een adres in de gemeente in de basisregistratie personen. Daardoor valt reguliere verhuur door bijvoorbeeld woningcorporaties buiten de werking van dit amendement. Het is specifiek gericht op het aanpakken van woonoverlast veroorzaakt door het gebruik van online verhuurplatforms als Airbnb.
Van der Linde