Voorgesteld tijdens het Wetgevingsoverleg van 3 november 2014
De Kamer,
gehoord de beraadslaging,
constaterende dat personen die op één adres zijn ingeschreven met een kind van een van hen automatisch worden aangemerkt als toeslagpartners;
constaterende dat dit ertoe leidt dat ook personen die in een opvanghuis, zoals een blijf-van-mijn-lijfhuis, wonen en van wie een van beiden een kind heeft automatisch door de Belastingdienst als toeslagpartner worden aangemerkt, ook al hebben zij geen onderlinge relatie of kennen ze elkaar niet eens;
overwegende dat het ongewenst is dat het inkomen van een persoon meetelt voor de toeslagen van een derde met wie geen enkele relatie bestaat of wordt aangegaan;
overwegende dat vrouwen met kinderen in een opvanghuis door deze regel in grote financiële problemen kunnen komen, omdat toeslagen, gemeentelijke regelingen en regelingen SZW worden gekort vanwege het inkomen van een medebewoner met wie zij niets te maken hebben;
verzoekt de regering, in overleg te treden met de Federatie Opvang teneinde voor de plenaire afhandeling een voorstel te hebben waardoor vrouwen met kinderen in opvanghuizen niet automatisch een medebewoner als toeslagpartner krijgen,
en gaat over tot de orde van de dag.
Omtzigt
Schouten