Voorgesteld 20 november 2014
De Kamer,
gehoord de beraadslaging,
overwegende dat gemeenten de nieuwe taken in het kader van de zorg moeten uitvoeren binnen de daarvoor bestemde budgetten;
overwegende dat de motie-Slob c.s. (34 000, nr. 18) aangeeft dat de nieuwe verdeelmodellen enerzijds niet tot grote verschillen mogen leiden tussen gemeenten en anderzijds geen grote verschillen tussen beschikbaar budget en benodigd budget mogen hebben;
constaterende dat de Raad voor de financiële verhoudingen en de VNG aangeven dat het door AEF ontwikkelde verdeelmodel beschermd wonen GGZ leidt tot een onevenwichtige herverdeling van middelen onder de 43 centrumgemeenten;
van mening dat voor de doelgroep – mensen met psychische of psychosociale problemen die niet zelfstandig kunnen wonen – een onevenwichtige herverdeling van budget ongewenste gevolgen heeft;
verzoekt de regering, het verdeelmodel beschermd wonen van AEF niet in te voeren en samen met gemeenten een evenwichtig model te ontwikkelen,
en gaat over tot de orde van de dag.
Dik-Faber