Vastgesteld 9 maart 2015
De vaste commissie voor Volksgezondheid, Welzijn en Sport heeft een aantal vragen en opmerkingen voorgelegd aan de Minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport over de brief van 15 oktober 2015 over het vervolg op de procedure Nader Onderzoek Doodsoorzaak minderjarigen (NODO-procedure) (Kamerstuk 34 000 XVI, nr. 8).
De vragen en opmerkingen zijn op 18 november 2014 aan de Minister van vws van Volksgezondheid, Welzijn en Sport voorgelegd. Bij brief van 6 maart 2015 zijn de vragen beantwoord.
De voorzitter van de commissie, Lodders
De adjunct-griffier van de commissie, Sjerp
Inhoudsopgave |
blz. |
|
I. |
Vragen en opmerkingen vanuit de fracties |
2 |
II. |
Reactie van de Minister |
4 |
Vragen en opmerkingen van de VVD-fractie
De leden van de VVD-fractie danken de Minister voor haar brief. Zij onderschrijven het belang van nader onderzoek naar de onverklaarde doodsoorzaak bij minderjarigen en zijn van mening dat het van groot belang is voor ouders/nabestaanden om te weten waaraan hun kind is overleden. Genoemde leden hebben alleen nog de vraag waar het jaarlijkse bedrag van € 500.000 voor deze procedure op is gebaseerd en of dit een reëel bedrag is.
Vragen en opmerkingen van de PvdA-fractie
De leden van de PvdA-fractie hebben met belangstelling kennisgenomen van voorliggende brief met betrekking tot de procedure inzake Nader Onderzoek Doodsoorzaak minderjarigen (NODO-procedure) en alternatieven daarvoor. Deze leden waren en zijn van mening dat overlijden van minderjarigen dat onverklaard blijft ongewenst is, zeker als blijkt dat er sprake is van overlijden ten gevolge van (niet-ontdekte) mishandeling.
Kan de Minister aangeven hoeveel kinderen per jaar in Nederland naar schatting overlijden ten gevolge van mishandeling? Enige jaren geleden bleek immers dat lang niet in alle gevallen deze doodsoorzaak werd onderkend en werd mede naar aanleiding daarvan de NODO-procedure gestart. Kunt u aangeven of u van mening bent dat de situatie op dit vlak inmiddels is verbeterd en zo ja, waar blijkt dat uit? Deelt u de mening van deze leden dat het feit dat er onder de 40 cases die de NODO-procedure hebben doorlopen geen gevallen van overlijden ten gevolge van kindermishandeling werden aangetroffen niet per se betekent dat er geen kinderen onontdekt door kindermishandeling overlijden? Zo ja, hoe kunt u garanderen dat er geen kinderen onontdekt overlijden ten gevolge van mishandeling?
De leden van de PvdA-fractie lezen dat na het besluit tot beëindiging van de NODO-procedure medewerkers van de Ministeries van VWS en VenJ hebben overlegd met veldpartijen uit de medische sector waaronder de KNMG, de Nederlandse Vereniging van Kindergeneeskunde, het Forensisch-Medisch genootschap, GGD-GHOR-Nederland, Inspectie voor de Gezondheidszorg (IGZ) en andere organisaties. Deze partijen geven aan dat een nader onderzoek naar de onverklaarde doodsoorzaak een meerwaarde heeft en dat er in bepaalde gevallen onvoldoende mogelijkheden zijn om dat nadere onderzoek te doen (blz. 2). Deze laatste constatering verontrust de leden van de PvdA-fractie. Zij zien overigens in de onderhavige brief onvoldoende terug hoe wel voorzien gaat worden in de mogelijkheid voor dit nader onderzoek. Dat nader onderzoek naar de doodsoorzaak van onverwacht en onverklaard overlijden van een kind wordt alleen mogelijk indien dat «gebeurt op nadrukkelijk verzoek van de betrokken ouders». De leden van de PvdA-fractie zien het nut hiervan in als het gaat om de medische vraag naar de doodsoorzaak die zeker bij de ouders van een kind zal leven. Maar deze leden vragen of met deze mogelijkheid voor een nader onderzoek alleen op verzoek van de ouders, niet veel te ver wordt afgeweken van één van de oorspronkelijke doelen van de NODO-procedure namelijk het voorkomen van onontdekte dodelijke slachtoffers van kindermishandeling. Genoemde leden hebben kortom de vraag of gezien de korte looptijd van de NODO-procedure en de eerdere zorgen over het onontdekte overlijden door kindermishandeling niet toch ook een mogelijkheid open moet blijven om vanuit de justitiële kant nader onderzoek te kunnen laten doen. De gesuggereerde oplossing (blz. 3) dat de bevindingen uit het nader onderzoek altijd nog kunnen leiden tot opsporing, achten de leden van de PvdA-fractie niet afdoende te meer daar dat nader onderzoek alleen op uitdrukkelijk verzoek van de ouders gehouden gaat worden. Kunt u hier nader op ingaan?
Bent u bijvoorbeeld bereid om een pilot te starten die inhoudt dat in een nader te bepalen regio gedurende een jaar bij ieder overlijden van een kind standaard een gemeentelijk lijkschouwer de doodsoorzaak moet vaststellen? Zo ja, hoe gaat u die pilot vormgeven? Zo nee, waarom niet?
Ten aanzien van de medische kant van het nader onderzoek vragen deze leden of met het verdwijnen van de twee NODO-centra niet op specifieke kennis over onverklaard overlijden van kinderen verloren gaat dan wel dat de kans om die kennis op te bouwen verdwijnt? Kunt u hier nader op ingaan?
Een deel van de in uw brief genoemde organisaties gaf er eerder blijk van het niet eens te zijn met het afschaffen van de NODO-procedure. De leden van de PvdA-fractie vragen of er binnen die organisaties nu ook nog meningen bestaan waarin een andere uitkomst ten aanzien van de toekomst van de NODO-procedure wordt geschetst of andere ideeën over het nader onderzoek naar onverklaarbaar kinderoverlijden bestaan dan de door u in uw brief geschetste oplossing? Zo ja, welke meningen zijn dat? Beschikt u over stukken met standpunten van de door u in uw brief genoemde organisaties ten aanzien van de toekomst van de NODO-procedure of ten aanzien van nader onderzoek naar onverklaard overlijden van kinderen? Zo ja, kunt u die aan de Kamer beschikbaar stellen?
Tenslotte hebben de leden van de PvdA-fractie nog enkele vragen ten aanzien van het beschikbaar te stellen budget van € 500.000 per jaar voor het faciliteren van nadere onderzoeken naar de doodsoorzaak van kinderen. Zo is uit de ervaringen met de NODO-procedure gebleken dat de kosten voor onderzoek naar onverklaard overlijden € 30.000 per casus betroffen. Met 40 casussen per jaar schiet € 500.000 per jaar dus tekort. Op grond waarvan heeft u het bedrag van € 500.000 vastgesteld? Betekent het dat op het moment dat dit jaarlijkse budget aangewend is, dat er geen mogelijkheid voor een bijdrage van uw kant aan een nader onderzoek wordt gedaan? Acht u het mogelijk om met ziektekostenverzekeraars te overleggen over het opnemen van een nader onderzoek in het basispakket? Zo ja, op welke termijn gaat u dit doen en kan de Kamer de resultaten van dat overleg tegemoet zien?
Hoe gaat u er zorg voor dragen dat er een goede systematische dataverzameling plaatsvindt over onverklaard overlijden van kinderen? De leden van de PvdA-fractie zouden in dit verband er op willen wijzen dat op basis van langdurig epidemiologisch onderzoek door de Landelijke Werkgroep Wiegendood er meer inzicht is gekregen in de risicofactoren van wiegendood, en dat met goede voorlichting hierover aan de ouders de sterftecijfers aanzienlijk gereduceerd zijn.
Hoe wilt u omgaan met het huidige vacuüm, vooral indien het overlijden buiten het ziekenhuis (dus thuis) plaatsvindt en het ziekenhuis weigert om een NODO-procedure uit te voeren?
Vragen en opmerkingen van de SP-fractie
De leden van de SP-fractie hebben kennisgenomen van de brief van de Minister inzake de NODO-procedure. Kan de Minister uiteenzetten in welke situaties er geen mogelijkheid bestaat om de onverklaarbare doodsoorzaak van minderjarigen te onderzoeken? Oftewel wat was de reden waarom de NODO-procedure in het leven is geroepen? Kan de Minister toelichten welke andere methoden als vergelijkbaar zijn te beschouwen aan de huidige NODO-procedure?
Kan de Minister toelichten waarom de NODO-procedure te arbeidsintensief is en te emotioneel belastend? Welke kosten waren er verbonden aan de NODO-procedure? Wat waren de budgetten in 2012 en 2013? Op hoeveel onderzoeken is het beschikbare bedrag van € 500.000 voor de periode 2015–2017 precies gebaseerd? Kan dit beargumenteerd worden?
Is de gewenste multidisciplinaire richtlijn reeds beschikbaar en zo ja, is de Minister bereid om deze naar de Kamer te sturen? Op welke wijze zal de nieuwe multidisciplinaire richtlijn een substantiële bijdrage leveren in wetenschappelijk onderzoek naar en het terugdringen van kindersterfte in Nederland?
Op welke onderzoek/richtlijn kunnen/konden ouders in 2014 terugvallen om de onverklaarbare doodsoorzaak van een minderjarige te laten onderzoeken?
Vragen en opmerkingen van de PVV-fractie
De leden van de PVV-fractie hebben met belangstelling kennisgenomen van de brief van de Minister inzake de NODO-procedure. Deze leden willen echter nog wel enkele punten onder de aandacht brengen
Omdat uit 40 NODO-onderzoeken bleek dat er in 38 gevallen sprake was van natuurlijk overlijden en 2 maal dat er geen sprake was van kindermishandeling, is het Ministerie van VenJ gestopt met de procedure. Toch is de procedure zeer zinvol omdat 40 ouderparen opheldering hebben gekregen over de doodsoorzaak van hun kind en, mocht dat het geval zijn, van alle verdenkingen gevrijwaard zijn. De NODO-procedure is daarom buitengewoon waardevol. Het stemt de leden van de PVV-fractie daarom gelukkig dat het Ministerie van VWS voornemens is om de NODO-procedure voort te zetten, maar deze leden plaatsen wel hun vraagtekens bij het vrijgemaakte budget van € 500.000. Hoeveel NODO-procedures kunnen er volbracht worden voor € 500.000? Wat als er behoefte is aan meer NODO-onderzoeken? Waarom heeft het ministerie gekozen voor een budgetplafond? Als er sprake is van een vermoedelijke NODO dan moet er toch altijd de financiële mogelijkheid zijn voor een NODO-onderzoek? Een budgetplafond werkt toch niet omdat het een zeer gering aantal zaken per jaar is en het aantal kan fluctueren? Is de Minister bereid het budgetplafond op te heffen zodat in alle gevallen waarin er behoefte is aan een NODO-procedure deze ook gestart en afgerond kan worden?
VVD-fractie
Waar is het jaarlijkse bedrag van € 500.000 voor deze procedure op gebaseerd en is dit een reëel bedrag?
Door de betrokken veldpartijen is aangegeven dat een beperkt forensisch onderzoek naar een onverklaarbare doodsoorzaak gemiddeld € 15.000 per onderzoek zal kosten. Op basis van de ervaringscijfers is uitgegaan van 30 zaken op jaarbasis waarvan de doodsoorzaak onverklaarbaar is. Dat betekent dat het benodigd budget per jaar € 450.000,– bedraagt. Om enige flexibiliteit in te bouwen is het beschikbare budget vanuit VWS gesteld op de onderhavige € 500.000 per jaar.
PvdA-fractie
Kan de Minister aangeven hoeveel kinderen per jaar in Nederland naar schatting overlijden ten gevolge van mishandeling? Kunt u aangeven of er verbetering is op getreden?
Volgens het Ministerie van Veiligheid en Justitie is het niet mogelijk om een schatting te geven hoeveel kinderen overlijden ten gevolgen van mishandeling. Uit de evaluatie van de NODO-procedure bleek overigens dat in geen van de gevallen waarvan de doodsoorzaak onbekend was, mishandeling oorzaak van het overlijden was. Het lijkt er dan ook op dat de kans dat mogelijke gevallen van fatale kindermishandeling binnen de reguliere procedures niet over het hoofd gezien worden. Op basis van ontbreken van betrouwbare gegevens kan ik niet aangeven of er sprake is van een verbetering.
Deelt de Minister de mening van deze leden dat het feit dat er onder de 40 cases die de NODO-procedure hebben doorlopen geen gevallen van overlijden ten gevolge van kindermishandeling werden aangetroffen niet perse betekent dat er geen kinderen onontdekt door kindermishandeling overlijden? Zo ja, hoe kunt u garanderen dat er geen kinderen onontdekt overlijden ten gevolge van mishandeling?
Ik deel uw mening. Ik kan u geen 100% garantie geven dat geen kinderen onontdekt overlijden ten gevolge van mishandeling. Zoals in mijn brief staat aangegeven is het budget primair bedoeld voor onderzoek op basis van verzoek van de ouders/nabestaanden.
Nader onderzoek naar de doodsoorzaak van onverwacht en onverklaard overlijden van een kind wordt alleen mogelijk indien dat «gebeurt op nadrukkelijk verzoek van de betrokken ouders». De leden van de PvdA-fractie zien het nut hiervan in als het gaat om de medische vraag naar de doodsoorzaak die zeker bij de ouders van een kind zal leven. Maar deze leden vragen of met deze mogelijkheid voor een nader onderzoek alleen op verzoek van de ouders, niet veel te ver wordt afgeweken van één van de oorspronkelijke doelen van de NODO-procedure namelijk het voorkomen van onontdekte dodelijke slachtoffers van kindermishandeling. Gezien de korte looptijd van de NODO-procedure en de eerdere zorgen over het onontdekte overlijden door kindermishandeling niet toch ook een mogelijkheid open moet blijven om vanuit de justitiële kant nader onderzoek te kunnen laten doen. De gesuggereerde oplossing (blz. 3) dat de bevindingen uit het nader onderzoek altijd nog kunnen leiden tot opsporing, achten de leden van de PvdA-fractie niet afdoende te meer daar dat nader onderzoek alleen op uitdrukkelijk verzoek van de ouders gehouden gaat worden. Kan de Minister hier nader op ingaan?
Conform reguliere procedures zal bij aanwijzingen van een mogelijk strafbaar feit als doodsoorzaak van onverwacht en onverklaard overlijden van een kind een strafrechtelijk onderzoek volgen. Bij onvoldoende aanwijzingen zal een strafrechtelijk onderzoek niet worden gestart.
Bent u bijvoorbeeld bereid om een pilot te starten die inhoudt dat in een nader te bepalen regio gedurende een jaar bij ieder overlijden van een kind standaard een gemeentelijk lijkschouwer de doodsoorzaak moet vaststellen? Zo ja, hoe gaat u die pilot vormgeven? Zo nee, waarom niet?
Neen, gegeven de ervaringen in de afgelopen periode ten aanzien van de niet natuurlijke doodsoorzaak zie ik geen directe noodzaak om een pilot te starten in een bepaalde regio.
Ten aanzien van de medische kant van het nader onderzoek vragen deze leden of met het verdwijnen van de twee NODO-centra niet op specifieke kennis over onverklaard overlijden van kinderen verloren gaat dan wel dat de kans om die kennis op te bouwen verdwijnt? Kan de Minister hier nader op ingaan?
Het verdwijnen van de twee NODO-centra leidt niet primair tot het verdwijnen van specifieke kennis. Gelet op het aantal nader onderzoek op jaar basis is het in stand houden van de twee NODO-centra niet als efficiënt te kenschetsen. Het is van belang om met de zorgverleners af te spreken of zij in staat zijn het nader onderzoek tegen een vast tarief op deskundige wijze uit te voeren.
Een deel van de in uw brief genoemde organisaties gaf er eerder blijk van het niet eens te zijn met het afschaffen van de NODO-procedure. De leden van de PvdA-fractie vragen of er binnen die organisaties nu ook nog meningen bestaan waarin een andere uitkomst ten aanzien van de toekomst van de NODO-procedure wordt geschetst of andere ideeën over het nader onderzoek naar onverklaarbaar kinderoverlijden bestaan dan de door u in uw brief geschetste oplossing? Zo ja, welke meningen zijn dat? Beschikt u over stukken met standpunten van de door u in uw brief genoemde organisaties ten aanzien van de toekomst van de NODO-procedure of ten aanzien van nader onderzoek naar onverklaard overlijden van kinderen? Zo ja, kunt u die aan de Kamer beschikbaar stellen?
Gelet op de evaluatie van PWC en het feit dat de twee NODO-centra medio 2013 hadden aangegeven te stoppen met het uitvoeren van nader onderzoek op grond van de NODO-procedure hebben vertegenwoordigers van de Ministeries van VWS en V&J in 2013 en 2014 met een groot aantal veldpartijen overleg gevoerd. Uiteindelijk zijn de deelnemers overeengekomen om op basis van een multidisciplinaire richtlijn een nader onderzoek op verzoek van ouders/nabestaanden mogelijk te maken. Op 18 september 2014 heb ik van de Landelijke Werkgroep Wiegendood (LWW) een brief ontvangen waarin zij hun zorgen kenbaar maken over het wegvallen van de NODO-procedure. Ik ben bereid u deze brief toe te sturen.
Op grond waarvan heeft de Minister het bedrag van € 500.000 vastgesteld? Betekent het dat op het moment dat dit jaarlijkse budget aangewend is, dat er geen mogelijkheid voor een bijdrage van uw kant aan een nader onderzoek wordt gedaan?
Op basis van de ervaringscijfers is uitgegaan van 30 zaken op jaarbasis met een geraamde kostprijs per onderzoek van € 15.000,–. Dat betekent dat het budget toereikend zou moeten zijn. Mocht echter blijken dat het beschikbare budget onvoldoende is zal ik binnen de begroting van VWS zoeken naar additionele fondsen.
Acht de Minister het mogelijk om met ziektekostenverzekeraars te overleggen over het opnemen van een nader onderzoek in het basispakket? Zo ja, op welke termijn gaat u dit doen en kan de Kamer de resultaten van dat overleg tegemoet zien?
Vooralsnog niet. Bij de inwerkingtreding van de subsidieregeling zal in het laatste jaar 2017 een evaluatie plaatsvinden waarbij de verschillende veldpartijen betrokken zullen zijn. Het evaluatierapport zal ik de Kamer toesturen.
Hoe gaat de Minister er zorg voor dragen dat er een goede systematische dataverzameling plaatsvindt over onverklaard overlijden van kinderen?
Bij het opstellen van de multidisciplinaire richtlijn zal de systematische (centrale) dataverzameling een belangrijk onderdeel zijn.
Hoe wil de Minister omgaan met het huidige vacuüm, vooral indien het overlijden buiten het ziekenhuis (dus thuis) plaatsvindt en het ziekenhuis weigert om een NODO-procedure uit te voeren?
Een onderzoek op basis van de NODO-procedure is vanaf 1 januari 2014 niet meer mogelijk, aangezien de NODO-procedure per die datum is beëindigd. Wanneer bij ouders twijfel is over de doodsoorzaak kunnen zij dat kenbaar maken aan de opsporingsautoriteiten dan wel aan de huisarts c.q. schouwarts. Ook bestaat de mogelijkheid om aangifte te doen bij de politie. Een andere mogelijkheid is dat de ouders dit kenbaar maken aan de inspectie en toestemming verlenen voor een nader onderzoek. Daaraan voeg ik vervolgens de mogelijkheid om een beperkter onderzoek te doen toe, waarvoor ook in 2014 € 500.000,– ter beschikking is gesteld aan de begroting van VenJ.
SP-fractie
Kan de Minister uiteenzetten in welke situaties er geen mogelijkheid bestaat om de onverklaarbare doodsoorzaak van minderjarigen te onderzoeken? Oftewel wat was de reden waarom de NODO-procedure in het leven is geroepen?
Er bestaat geen mogelijkheid om de onverklaarbare doodsoorzaak van minderjarigen te onderzoeken wanneer de ouders daar geen toestemming toe hebben verleend en zich daar in gesteund vinden door de rechter.
Kan de Minister toelichten welke andere methoden als vergelijkbaar zijn te beschouwen aan de huidige NODO-procedure?
Een gerechtelijke sectie bij het NFI is qua aard en omvang vergelijkbaar met de «oude» NODO-procedure, met als grootste verschil het strafrechtelijk kader van de gerechtelijke sectie. Bij de NODO-procedure waren politie en justitie niet betrokken.
Kan de Minister toelichten waarom de NODO-procedure te arbeidsintensief is en te emotioneel belastend?
De NODO-procedure was een zeer uitgebreide obductie. Deze obductie is tijdkritisch. Als er eenmaal begonnen is dan moet doorgegaan worden tot deze is afgerond. Het neemt vele uren in beslag. Vanuit het veld is aangegeven dat obductie aan overleden minderjarigen door alle betrokkenen als erg emotioneel wordt ervaren.
Welke kosten waren er verbonden aan de NODO-procedure?
Zowel vanuit het Ministerie van VWS als vanuit VenJ was jaarlijks budget beschikbaar gesteld om uitvoering te geven aan de NODO-procedure. In totaal was een budget van € 940.000,– op de begroting van VenJ beschikbaar.
Wat waren de budgetten in 2012 en 2013?
Door het Ministerie van VWS is zowel in 2012 als 2013 € 500.000,– naar de begroting van het Ministerie van VenJ overgeheveld ten behoeve van de NODO-procedure.
Op hoeveel onderzoeken is het beschikbare bedrag van € 500.000 voor de periode 2015–2017 precies gebaseerd? Kan dit beargumenteerd worden?
Op basis van de ervaringen tijdens de NODO-procedure is uitgegaan van 30 zaken op jaarbasis. Een beperkt forensisch onderzoek naar onverwacht en onverklaard overlijden van een minderjarige kan naar het oordeel van de veldpartijen tegen een kostprijs van gemiddeld € 15.000 per onderzoek. Dat betekent dat het budget toereikend is.
Is de gewenste multidisciplinaire richtlijn reeds beschikbaar en zo ja, is de Minister bereid om deze naar de Kamer te sturen?
Nee, de multidisciplinaire richtlijn is nog niet beschikbaar. De Nederlandse Vereniging van Kinderartsen (NVK) is eind 2014 gestart met het opstellen van een projectplan en subsidieaanvraag om met een aantal betrokken veldpartijen de multidisciplinaire richtlijn op te stellen.
Op welke wijze zal de nieuwe multidisciplinaire richtlijn een substantiële bijdrage leveren aan wetenschappelijk onderzoek naar en het terugdringen van kindersterfte in Nederland?
Op dit moment werkt het veld aan de multidisciplinaire richtlijn die in juni 2015 gereed zal zijn. In aanvulling op de multidisciplinaire richtlijn zal een database worden ontwikkeld waarin de bevindingen van de onderzoeken eenduidig zullen worden ingevoerd en verwerkt.
Op welke onderzoek/richtlijn kunnen/konden ouders in 2014 terugvallen om de onverklaarbare doodsoorzaak van een minderjarige te laten onderzoeken?
Bij vermoedens van een strafbaar feit kunnen ouders daartoe aangifte doen bij de politie. Een strafrechtelijk onderzoek is dan een optie.
PVV-fractie
De PVV plaatst wel haar vraagtekens bij het vrijgemaakte budget van € 500.000. Hoeveel NODO-procedures kunnen er volbracht worden voor € 500.000?
Naar verwachting kunnen voor het jaarlijkse budget 30 nader onderzoeken op basis van de multidisciplinaire richtlijn worden verricht.
Wat als er behoefte is aan meer NODO-onderzoeken?
Wanneer in de loop van het jaar het beschikbare budget onvoldoende is, zal binnen de VWS-begroting gezocht worden naar additionele fondsen.
Waarom heeft het ministerie gekozen voor een budgetplafond?
In het kader van een subsidieregeling dienen specifieke uitgaven voor een bepaalde doel te worden gebudgetteerd.
Als er sprake is van een vermoedelijke NODO dan moet er toch altijd de financiële mogelijkheid zijn voor een NODO-onderzoek?
Wanneer sprake is van een onverwacht en onverklaard overlijden van een minderjarige en de ouders/nabestaanden doen een beroep op een nader onderzoek op basis van de multidisciplinaire richtlijn zal op grond van de subsidieregeling het onderzoek worden verricht.
Een budgetplafond werkt toch niet omdat het een zeer gering aantal zaken per jaar is en het aantal kan fluctueren?
Het budgetplafond is gebaseerd op ervaringscijfers van het aantal NODO-onderzoeken in 2012 en 2013. Het aantal vertoonde de afgelopen jaren slechts geringe fluctuaties.
Is de Minister bereid het budgetplafond op te heffen zodat in alle gevallen waarin er behoefte is aan een NODO-procedure deze ook gestart en afgerond kan worden?
Nee, ik ben bereid om binnen mijn begroting te zoeken naar extra budget mocht daar op grond van de behoefte noodzaak toe zijn.