Voorgesteld 27 november 2014
De Kamer,
gehoord de beraadslaging,
overwegende dat er in een weerbare democratie geen ruimte is voor groeperingen die de democratische rechtsorde misbruiken om deze rechtsorde omver te werpen en af te schaffen;
overwegende dat hiervan sprake is wanneer groeperingen de sharia zouden bepleiten;
overwegende dat ook het Europees Hof voor de Rechten van de Mens stelt dat de sharia inherent strijdig is met het EVRM;
verzoekt de regering, voorstellen te doen om groeperingen wier doelstellingen onvermijdelijk leiden tot het terzijde schuiven van onze democratische rechtsorde te kunnen verbieden,
en gaat over tot de orde van de dag.
Pieter Heerma
Dijkgraaf
Azmani