Ontvangen 29 oktober 2014
De ondergetekende stelt het volgende amendement voor:
De begrotingsstaat wordt als volgt gewijzigd:
I
In artikel 21 Duurzaamheid worden het verplichtingenbedrag en het uitgavenbedrag verhoogd met € 1.000 (x € 1.000).
II
In artikel 26 Bijdrage investeringsfondsen worden het verplichtingenbedrag en het uitgavenbedrag verlaagd met € 1.000 (x € 1.000).
Om de ambitie van 75% afvalscheiding in 2020 te halen is er in veel gemeenten, met name in de grote steden, nog een grote slag te maken. Met het programma Van Afval Naar Grondstof (VANG) worden gemeenten, inwoners en producenten ondersteund. Dit programma richt zich op meer duurzame producten op de markt, duurzamere consumptie en meer en betere recycling. Doelen zijn halvering van de hoeveelheid afval, betere scheiding van huishoudelijk afval, wegnemen van belemmerende regelgeving en Nederland tot hotspot van de circulaire economie maken.
Het Planbureau voor de Leefomgeving heeft geconstateerd dat met VANG de transitie naar een circulaire economie wordt bevorderd, maar dat de huidige acties niet toereikend lijken om de gestelde doelen te realiseren. Volgens gemeenten is het budget van € 1 miljoen per jaar voor dit programma onvoldoende om de ambitie van 75% afvalscheiding in 2020 te halen.
Daarom wordt met dit amendement het budget voor het programma VANG voor 2015 verhoogd met € 1 miljoen. Dekking wordt gevonden in het budget van 10 mln dat in 2015 beschikbaar is voor verhoging van de maximum snelheid op snelwegen (antwoord op vraag 163 van de feitelijke vragen over de begroting, Kamerstuk 34 000-XII nr. 6). Deze dekking bevindt zich in het Infrastructuurfonds. Derhalve hangt dit amendement samen met het amendement onder nr. 11 bij het Infrastructuurfonds (Kamerstukken II, 2014/15, 34 000 A, nr. 11). Deze middelen worden ingezet voor het realiseren van de AKOE-maatregelen (Aanpak Kritische Ontwerp Elementen), de kosten van bebording en de kosten van communicatie aan de weggebruiker en onderzoek. De AKOE maatregelen dienen ter verbetering van de verkeersveiligheid en worden gerealiseerd voorafgaand aan verhoging van de snelheid op de betreffende trajecten. Door op dit budget 10% te korten zal op een aantal snelwegen de verhoging van de maximum snelheid later worden ingevoerd. Dit is mogelijk door deze maatregelen pas door te voeren op reguliere onderhoudsmomenten zodat kosten worden bespaard.
Dik-Faber