Kamerstuk 34000-X-73

Stand van zaken chroomhoudende verf bij Defensie

Dossier: Vaststelling van de begrotingsstaten van het Ministerie van Defensie (X) voor het jaar 2015

Gepubliceerd: 2 maart 2015
Indiener(s): Jeanine Hennis-Plasschaert (minister defensie) (VVD)
Onderwerpen: begroting financiƫn
Bron: https://zoek.officielebekendmakingen.nl/kst-34000-X-73.html
ID: 34000-X-73

Nr. 73 BRIEF VAN DE MINISTER VAN DEFENSIE

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 2 maart 2015

In mijn brief van 2 februari jl. (Kamerstuk 34 000 X, nr. 72) heb ik u nadere informatie toegezegd over de opdracht van de paritaire commissie en de details van de coulanceregeling. Hierbij doe ik deze toezegging gestand. Tevens ga ik in op de wijze waarop Defensie in de toekomst omgaat met chroomhoudende verven (verzoek van het lid Jasper van Dijk in het ordedebat van 3 februari jl.) en de onderzoeksvragen van het RIVM (verzoek van de Vaste commissie voor Defensie van 4 februari jl.). Ik sluit af met de laatste ontwikkelingen inzake de voorlichtingsbijeenkomsten en de publicatie van documenten over chroomhoudende verf.

Opdracht paritaire commissie

In mijn brief van 18 december 2014 (Kamerstuk 34 000 X, nr. 64) heb ik u geïnformeerd over het doel van de paritaire commissie onder voorzitterschap van de heer Vreeman. Inmiddels is met de centrales van overheidspersoneel overeenstemming bereikt over het instellingsbesluit van deze commissie en de daarin opgenomen opdracht. Het instellingsbesluit is gevoegd bij deze brief1.

De commissie heeft de opdracht om, in overleg met de betrokken onderzoeksinstituten (op dit moment het RIVM), de onderzoeksopdrachten en -plannen vast te stellen ten aanzien van de arbeidsomstandigheden bij de voormalige POMS-sites en het gebruik van chroom-6 houdende stoffen binnen Defensie. Ook zal de commissie, wederom in overleg, de deelonderzoeken en vervolgonderzoeken prioriteren in tijd. Ten derde zal de commissie gedurende de onderzoeken het onderzoeksproces bewaken en zo nodig de voortgang van het onderzoek bevorderen. Daarbij zal de paritaire commissie zich niet mengen in de onafhankelijke uitvoering door de onderzoeksinstituten. Tot slot zal de commissie mij adviseren over de consequenties die aan de uitkomsten van de onderzoeken kunnen worden verbonden. De commissie heeft voorts de mogelijkheid mij ongevraagd te adviseren over een eventuele afbakening of uitbreiding van de opdracht binnen de context van het onderzoek.

Eerder heb ik u gemeld dat de commissie naast de voorzitter, vier leden van werkgeverszijde en vier leden van de centrales van overheidspersoneel zal kennen. De commissie kan zich, waar dat voor de uitoefening van haar taak redelijkerwijs nodig is, laten bijstaan door deskundigen. Inmiddels is overeengekomen dat een onafhankelijk inhoudelijk deskundige permanent aan de commissie wordt toegevoegd. Hiertoe is emeritus hoogleraar prof. W.R.F. Notten bereid gevonden.

Coulanceregeling

In mijn brief van 18 december 2014 (Kamerstuk 34 000 X, nr. 64) heb ik u geïnformeerd over het doel van de coulanceregeling. Inmiddels is met de centrales overeenstemming bereikt over de tijdelijke regeling «Tegemoetkoming en ondersteuning slachtoffers blootstelling chroom-6 houdende stoffen». De regeling is gevoegd bij deze brief2.

De kern van de regeling bestaat uit een tegemoetkoming indien een (voormalig) werknemer gedurende één jaar of langer heeft gewerkt in een functie of samenstel van werkzaamheden die zijn vermeld in de regeling en die tevens een aandoening heeft die in de regeling is genoemd. Het gaat om werkzaamheden waarbij men regelmatig met chroom-6 houdende stoffen in aanraking is gekomen en er van blootstelling sprake kan zijn. De in de regeling benoemde aandoeningen zijn afgeleid uit een rapport dat is gemaakt door het Nederlands Centrum voor Beroepsziekten op basis van een literatuurstudie. Voor die aandoeningen geldt dat er aanwijzingen zijn dat die aandoeningen veroorzaakt kunnen zijn door werken met chroom-6. Afhankelijk van de sterke of beperkte aanwijzingen en de ernst van de aandoening, kan men in aanmerking komen voor een tegemoetkoming die ligt tussen € 3.000 en € 15.000.

Naast de tegemoetkoming voorziet de regeling ook in ondersteuning voor de (oud-)medewerkers. Die ondersteuning kan bestaan uit het begeleiden of bemiddelen in het verkrijgen van aanspraken uit andere (bestaande) regelingen en wordt geleverd door het Zorgloket ABP en het Dienstencentrum Bedrijfsmaatschappelijk Werk van Defensie.

Zoals gemeld in mijn brief van 18 december jl. loopt deze regeling niet vooruit op een mogelijke aansprakelijkheid van Defensie als werkgever. De tegemoetkoming is een voorschot, in die zin dat het bedrag in mindering wordt gebracht op een eventuele latere schadevergoeding. Wel is besloten de tegemoetkoming niet terug te vorderen indien uit het onderzoek zou blijken dat er geen sprake is van aansprakelijkheid of causaliteit.

Toekomst chroomhoudende verf bij Defensie

Defensie is al jarenlang proactief bezig met het uitfaseren van gevaarlijke stoffen. Daarvoor gebruikt Defensie de List of Banned and Restricted Substances. Deze lijst bevat verboden stoffen, maar ook stoffen die Defensie vooruitlopend op wet- en regelgeving al verbiedt of reguleert. Het reguleren betreft het minimaliseren van de toepassing door het alleen toestaan met een uitzonderingsbepaling. Defensie past deze lijst toe bij de verwerving en instandhouding van materieel. Werknemers mogen werkzaamheden met deze stoffen alleen uitvoeren als de juiste technische en organisatorische beheersmaatregelen zijn getroffen, zoals het plaatsen van een afzuiginstallatie, het werken in een spuit-/straalcabine en het gebruik van persoonlijke beschermingsmiddelen. Chroomhoudende verf staat al op deze lijst.

De industrie voert onderzoek uit naar alternatieven voor chroomhoudende verf. Defensie volgt dit met veel belangstelling. Het betekent overigens niet dat Defensie deze alternatieven zomaar kan gebruiken en toepassen. Zo is op dit moment de toepassing van alternatieve verven op moeilijk toegankelijke plaatsen van luchtvaartuigen (nog) niet goedgekeurd. Hierin kan verandering komen als er geschikte vervangers zijn, nadat deze zijn gecertificeerd door de fabrikant van het luchtvaartuig. Deze situatie is vergelijkbaar met de burgerluchtvaart.

De Europese Commissie heeft chroom-6 opgenomen in bijlage XIV van de Registratie Evaluatie en Autorisatie van Chemische Stoffen (REACH-)verordening. Dit betekent dat het toepassen van chroomhoudende verf vanaf september 2017 is verboden, tenzij men een autorisatie tot gebruik heeft. Ook na 2017 kan bestaand en nieuw defensiematerieel dus nog steeds chroom-6 bevatten. Voor luchtvaartsystemen in het algemeen (dus ook civiel) zullen er naar verwachting autorisaties komen met het oog op de grote veiligheidsbelangen. Organisaties hebben daarnaast de mogelijkheid om voor specifieke doelen via de fabrikant een uitzondering aan te vragen.

Het verbod vanaf 2017 spoort de industrie in het algemeen overigens aan om voor vervanging te zorgen. Voor veel toepassingen zal vanaf 2017 geen gebruik meer worden gemaakt van chroomhoudende verf. Het per 2017 volledig vervangen is echter niet haalbaar. Aan de ene kant omdat de verf juist is toegepast op moeilijk toegankelijke plaatsen en verbindingen. Aan de andere kant omdat dit in sommige gevallen nagenoeg sloop van het desbetreffende systeem zou betekenen. Daarnaast worden ook in de toekomst voor specifieke toepassingen waarschijnlijk ontheffingen verleend.

Tijdens het ordedebat van 3 februari jl. werd eveneens gesproken over de actieve toepassing van chroomverf in Mali. Ik wil echter benadrukken dat hiervan geen sprake was en is. In Mali is geschuurd aan rotorbladen, waarop chroomhoudende verf was aangebracht. De verf die vervolgens nieuw werd aangebracht, is chroomvrij. Voor meer informatie over de getroffen maatregelen, verwijs ik u naar mijn brief van 2 februari jl.

Onderzoeksvragen RIVM

In mijn brief van 31 oktober jl. (Kamerstuk 34 000 X, nr. 36) heb ik u geïnformeerd over de door het RIVM in samenwerking met de betrokkenen te formuleren onderzoeksvragen. Toen is ook gesteld dat dit naar verwachting tot het einde van het eerste kwartaal van 2015 zou duren. Het inventariseren van de onderzoeksvragen met alle betrokkenen is in volle gang. Het RIVM kan niet zeggen hoe lang dit nog gaat duren. Zodra dit is voltooid, zal de paritaire commissie de onderzoeksvragen vaststellen en prioriteren. Zodra de commissie de onderzoeksvragen heeft vastgesteld, zal ik deze aan uw Kamer doen toekomen.

Publicatie documenten

Komende week zal Defensie een derde verzameling documenten openbaar maken via plaatsing op www.rijksoverheid.nl/onderwerpen/chroomverf. Deze verzameling omvat ruim 200 documenten. De zoektocht naar andere documenten zal Defensie blijven voortzetten.

Voorlichtingsbijeenkomsten

Deze maand zijn wederom twee voorlichtingsbijeenkomsten voor oud-medewerkers georganiseerd. Hiermee komt het totaal aan voorlichtingsbijeenkomsten neer op twaalf. In de tweede helft van dit jaar worden er weer nieuwe bijeenkomsten gepland.

De Minister van Defensie, J.A. Hennis-Plasschaert