Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 2 maart 2015
In mijn beantwoording van schriftelijke vragen over het gebruik van het schoonmaakmiddel PX-10 door Defensie van 7 november 2014 (Aanhangsel Handelingen II 2014/15, nr. 516), heb ik toegezegd uw Kamer te informeren over de uitkomsten van het deskundigengesprek over PX-10. Met het aanbieden van het gespreksverslag1 doe ik deze toezegging gestand.
Het gesprek heeft op 29 januari jl. plaatsgevonden en is gevoerd overeenkomstig de gedragsregels zoals vastgelegd in de Nederlandse Gedragscode Wetenschapsbeoefening van de Koninklijke Nederlandse Academie van Wetenschappen.
Het RIVM is onafhankelijk en organiseert zelf haar contra-expertise in lijn met de door het RIVM gehanteerde zorgvuldigheidseisen. In dit kader heeft het deskundigengesprek plaatsgevonden. Het RIVM heeft Defensie laten weten dat de inhoudelijke bespreking van de kritieken geen aanleiding geeft om de PX-10 beoordeling te herzien. Ik zie daarom geen aanleiding om het beleid van Defensie inzake de blootstelling aan PX-10 aan te passen.
De Minister van Defensie, J.A. Hennis-Plasschaert