Kamerstuk 34000-X-67

Lijst van vragen en antwoorden over het Jaarplan 2015 van de Kustwacht voor het Koninkrijk der Nederlanden in het Caribisch gebied

Dossier: Vaststelling van de begrotingsstaten van het Ministerie van Defensie (X) voor het jaar 2015

Gepubliceerd: 23 februari 2015
Indiener(s): Han ten Broeke (VVD)
Onderwerpen: begroting financiƫn
Bron: https://zoek.officielebekendmakingen.nl/kst-34000-X-67.html
ID: 34000-X-67

Nr. 67 LIJST VAN VRAGEN EN ANTWOORDEN

Vastgesteld 24 februari 2015

De vaste commissie voor Defensie heeft een aantal vragen voorgelegd aan de Minister van Defensie over de brief van 18 december 2014 inzake het Jaarplan 2015 van de Kustwacht voor het Koninkrijk der Nederlanden in het Caribisch gebied.

De Minister heeft deze vragen beantwoord bij brief van 23 februari 2015. Vragen en antwoorden zijn hierna afgedrukt.

De voorzitter van de commissie, Ten Broeke

De griffier van de commissie, Van Leiden

1

Op welke wijze wordt invulling gegeven aan de rijksbegroting waar onder het kopje «inzetbaarheidsdoelstellingen Defensie» staat dat er een «permanente militaire presentatie in het Caribisch gebied is» waaronder «een groot bovenwaterschip»? Dit daar uit eerdere informatie is gebleken dat vorig jaar ruim twee maanden geen Nederlands marineschip kon patrouilleren.

2

Zal er komend jaar permanente militaire presentatie zijn in het Caribisch gebied?

Defensie is in het Caribisch gebied permanent aanwezig met een stationsschip, Zr.Ms. Pelikaan, een compagnie mariniers op Aruba, een roulerende compagnie van het CLAS op Curaçao, een detachement mariniers op Sint Maarten, twee bootpelotons en een brigade van de Koninklijke Marechaussee. Defensie ondersteunt hiermee onder meer de Kustwacht. Vanwege de roulatiesystematiek die voor de schepen wordt gehanteerd, is in de winter een tussenperiode van twee maanden in de aanwezigheid van een stationsschip gebruikelijk. Dit past binnen de afspraken van het convenant. Defensie heeft derhalve kunnen voldoen aan de gemaakte afspraken.

3

Hoe lopen de mensensmokkeltrajecten die zowel de Benedenwindse als de Bovenwindse eilanden als springplank gebruiken? Kunt u aangeven wat het startpunt en wat het eindpunt is van deze trajecten?

De gegevens met betrekking tot mensensmokkeltrajecten in het Caribisch gebied leveren geen eenduidig beeld op. Het grootste deel van aangehouden illegalen op Aruba komt uit Venezuela. Deze groep lijkt vooral Aruba als eindbestemming te hebben. Op de Bovenwinden komen aangehouden illegalen van verschillende Caribische (ei)landen. Sint Maarten wordt in voorkomende gevallen vooral gebruikt als tussenstop richting Puerto Rico en de Verenigde Staten.

4

Op welke wijze kan bij de bestrijding van mensensmokkel, mensenhandel en illegale immigratie de samenwerking tussen de Kustwacht en de immigratie- en inlichtingendiensten worden verbeterd?

De samenwerking tussen de verschillende ketenpartners en de Kustwacht verloopt over het algemeen goed. Dit blijkt onder andere uit het feit dat in overleg met de partners in Aruba een gezamenlijk plan is opgesteld om de samenwerking verder uit te breiden. Dit plan is vooral gericht op het verbeteren van de onderlinge informatie-uitwisseling en de aansturing door het OM. Hiermee zal de bestrijding van mensensmokkel, mensenhandel en illegale immigratie effectiever zijn. De ervaringen die bij de uitwerking van het plan op Aruba worden opgedaan, worden gedeeld met de andere landen.

5

In welke mate verhinderen corrupte douanebeambten een succesvolle aanpak van mensensmokkel, mensenhandel en illegale immigratie door de Kustwacht?

Integriteitsschendingen bij (rechts)handhavingsorganisaties zijn onacceptabel en hiertegen dient hard te worden opgetreden. Hoewel de Kustwacht nog niet is geconfronteerd met concrete gevallen van corrupte douanebeambten, zullen eventuele integriteitsschendingen direct worden gemeld en door de betrokken autoriteiten worden aangepakt.

6

Kunt u aangeven wat de resultaten zijn van de inspanningen om illegale wapenhandel/wapensmokkel tegen te gaan?

Deze worden jaarlijks in het jaarverslag van de Kustwacht gemeld. In 2013 zijn er twee wapens onderschept. In 2012 waren dat er zes; in 2011 acht en in 2010 een.

7

Zijn de twee DASH vliegtuigen reeds Nederlands geregistreerd?

Het proces van registratie door Inspectie Leefomgeving en Transport (ILT) is momenteel gaande. Na inspectie van de vliegtuigen, zoals nu voorzien in april, bepaalt de ILT wanneer de registratie kan worden omgezet.

8

Wanneer wordt het Maritiem Informatie Knooppunt, nu een werkorganisatie, formeel opgenomen binnen de organisatie?

Binnen het kader van de rijkswet Kustwacht is de Minister van Defensie verantwoordelijk voor de inrichting van de Kustwacht. De directeur Kustwacht zal in 2015 voor alle werkorganisaties binnen de Kustwacht, waaronder het Maritiem Informatie Knooppunt, de functiebeschrijvingen in overleg met de medezeggenschap actualiseren. Hierna zullen de functiebeschrijvingen door de landen worden gewaardeerd na overleg met de vakbonden.

9

Geniet vliegend personeel van enige rechtspositionele bescherming wanneer zij zonder toestemming het territoriale luchtruim van Venezuela, Colombia en de Dominicaanse Republiek binnenvliegen?

Dit is niet aan de orde. Kustwachtvliegtuigen zullen nooit zonder toestemming het luchtruim van andere landen binnenvliegen.

10

Grenst het SAR-gebied van de Kustwacht aan Jamaica? Waarom streeft u naar samenwerking met Jamaica op het gebied van SAR-taken?

Ja. Door dergelijke samenwerking kan efficiënter invulling gegeven worden aan de uitvoering van de SAR-taken van de Kustwacht. Ook de International Maritime Organization (IMO) en de Convention on International Civil Aviation of the International Civil Aviation Organization (ICAO) dringen aan op samenwerking om SAR-taken zo efficiënt mogelijk uit te voeren.

11

Kunt u aangeven welke maatregelen Venezuela neemt om illegale wapenhandel en mensensmokkel in het Caribisch gebied te voorkomen?

Voor zover mij bekend neemt Venezuela weinig of geen structurele maatregelen.

12

Waarom zijn geen bilaterale afspraken gemaakt met Venezuela in het kader van drugsbestrijding of het tegengaan van illegale wapenhandel en mensensmokkel? Kunt u dat nader toelichten?

In 1988 hebben het Koninkrijk der Nederlanden en Venezuela een overeenkomst gesloten inzake de preventie, controle en beteugeling van het misbruik van ongeoorloofde handel in en de ongeoorloofde productie van verdovende middelen, psychotrope stoffen en de daarmee in verband staande chemische middelen. Het verdrag is formeel nog altijd van kracht en op basis daarvan zijn op gezette tijden bilaterale besprekingen gevoerd en afspraken gemaakt.

Daarnaast is zowel het Koninkrijk der Nederlanden als Venezuela partij bij de VN-Verdragen inzake drugs en Transnational Organised Crime (UNTOC). Dit biedt eveneens een juridische kader voor samenwerking op het gebied van drugsbestrijding.

Het Koninkrijk der Nederlanden is betrokken bij de totstandkoming van en deelneming aan meerdere regionale initiatieven gericht op de aanpak van internationale georganiseerde misdaad in de Caribische regio (waaronder via de Maritime and Air Counter Narcotics Agreement in Caribbean en het Caribean Basin Security Initiative).

Venezuela is nog steeds niet aangesloten bij het op 10 april 2003 gesloten Verdrag inzake samenwerking bij de bestrijding van sluikhandel in verdovende middelen en psychotrope stoffen over zee en door de lucht in het Caribisch gebied («Verdrag van San José»), ondanks aansporingen van Nederlandse zijde aan Venezuela om partij te worden bij dit Verdrag.

De ambassade van het Koninkrijk der Nederlanden in Caracas beschikt over een defensieattaché en een politieliaison om verdere uitvoering aan alle bovenstaande samenwerking te geven. Dit leidt onder andere tot wederzijdse informatie-uitwisseling.

13

Kunt u een overzicht geven van alle samenwerkingsverbanden met alle ketenpartners?

Op alle drie de landen wordt samengewerkt met de ketenpartners: douane, politie, immigratie en het Openbaar Ministerie. Op Curaçao en Aruba zijn er nog samenwerkingsverbanden met de havenautoriteiten, SAFRA (vrijwillige reddingsbrigade van Aruba), en CITRO (vrijwillige reddingsbrigade van Curaçao).

14

Wordt de wijze waarop het Kustwachtbudget wordt gefinancierd, heroverwogen bij het opstellen van het concept Lange Termijn Plan 2019–2028? Zo nee, waarom niet?

Nee. De wijze waarop het Kustwachtbudget wordt gefinancierd is bij wet geregeld. Artikel 13, eerste lid van de rijkswet Kustwacht voor Aruba, Curaçao en Sint Maarten alsmede voor de openbare lichamen Bonaire, Sint Eustatius en Saba bepaalt dat de landen van het Koninkrijk gezamenlijk de financiële middelen bijdragen ten behoeve van de Kustwacht.

15

Zijn er, nu of op enige termijn, mogelijkheden om, in samenwerking met Frankrijk die in hun deel reeds walradar implementeren, op geheel St. Maarten een walradarsysteem op te zetten?

Voor zover mij bekend verkeren de plannen van Frankrijk voor een walradarsysteem op Sint Maarten nog in de voorbereidende fase. Dit wordt met belangstelling gevolgd. Op dit moment is er binnen de begroting van de Kustwacht geen financiële ruimte om aan een dergelijk systeem bij te dragen.

16

Beschikken alle cutterbemanningsleden inmiddels over civiele vaarbevoegdheid?

Om te voldoen aan de voorschriften zijn er zeven functies aan boord van een cutter die een civiele vaarbevoegdheid vereisen. Naar verwachting zullen de desbetreffende bemanningsleden van alle cutters in de tweede helft van 2015 hieraan voldoen. Voor de overige bemanningsleden is een vaarbevoegdheid niet verplicht. Om functieroulatie mogelijk te maken en op deze manier de flexibiliteit te verhogen, zal de Kustwacht op de langere termijn ook toewerken naar vaarbevoegdheid van de overige bemanningsleden.

17

Hoe vrijblijvend is de «bedoeling» om in het laatste contractjaar een exit traject, met eventuele scholingsmogelijkheden, voor kustwachtpersoneel te realiseren?

In overleg met de lokale vakbonden is afgesproken dat betrokken medewerkers, binnen de grenzen van de operationele inzet, in de gelegenheid worden gesteld zich in het laatste contractjaar voor te bereiden op hun uitstroom. Dit traject komt tot stand op verzoek van de individuele medewerker en wordt vastgesteld in overleg met zowel de lijnmanager als bureau Personeel van de Kustwacht.

18

Hoe is de verdeelsleutel die sinds de oprichting van de Kustwacht in 1995 wordt gehanteerd vastgesteld? Op basis van welke feiten/argumenten is men tot de huidige verdeling gekomen?

Bij de huidige verdeling, die is vastgesteld op 11 februari 2011 door de Rijksministerraad, is gebruikgemaakt van de verdeelsleutel die ook is gehanteerd bij de boedelscheiding van het land De Nederlandse Antillen. De bijdrage van Nederland is verhoogd met het aandeel van Caribisch Nederland. Nederland betaalt de inzet van defensiemiddelen (via de begroting van Defensie) en de luchtverkenning (inclusief de exploitatie van het steunpunt Hato). De landen dragen gezamenlijk de overige uitgaven met de volgende verdeling:

Nederland (inclusief Caribisch Nederland):

69%

Aruba:

11%

Curaçao:

16%

Sint Maarten:

4%

19

Betalen de landen hun deel van het Kustwachtbudget wel op tijd?

De landen komen hun betalingsverplichtingen ieder jaar na, deze betalingen worden echter over het algemeen niet tijdig verricht.