A. |
Artikelsgewijze toelichting bij het begrotingswetsvoorstel |
3 |
B. |
Begrotingstoelichting |
4 |
1. |
Leeswijzer |
7 |
2. |
Het beleid |
10 |
2.1 |
De beleidsagenda 2015 |
10 |
2.2 |
De beleidsartikelen |
26 |
2.2.1. |
Beleidsartikel 1 Inzet |
26 |
2.2.2. |
Beleidsartikel 2 Taakuitvoering zeestrijdkrachten |
34 |
2.2.3. |
Beleidsartikel 3 Taakuitvoering landstrijdkrachten |
38 |
2.2.4. |
Beleidsartikel 4 Taakuitvoering luchtstrijdkrachten |
43 |
2.2.5. |
Beleidsartikel 5 Taakuitvoering marechaussee |
47 |
2.2.6. |
Beleidsartikel 6 Investeringen krijgsmacht |
52 |
2.2.7. |
Beleidsartikel 7 Ondersteuning krijgsmacht door Defensie Materieel Organisatie |
67 |
2.2.8. |
Beleidsartikel 8 Ondersteuning krijgsmacht door Commando DienstenCentra |
69 |
2.3 |
De niet-beleidsartikelen |
72 |
2.3.1. |
Niet-beleidsartikel 9 Algemeen |
72 |
2.3.2. |
Niet-beleidsartikel 10 Centraal apparaat |
73 |
2.3.3. |
Niet-beleidsartikel 11 Geheime uitgaven |
79 |
2.3.4. |
Niet-beleidsartikel 12 Nominaal en onvoorzien |
80 |
3. |
Baten-lastenagentschappen |
81 |
3.1. |
Defensie Telematica Organisatie |
81 |
3.2. |
Dienst Vastgoed Defensie |
85 |
3.3. |
Paresto |
90 |
4. |
Bijlagen |
94 |
4.1. |
Verdiepingshoofdstuk |
94 |
4.2. |
Financieel overzicht Wapensystemen |
106 |
4.3. |
Overzicht Budget Internationale Veiligheid |
111 |
4.4. |
Overzicht uitgaven veteranen en uitgaven zorg en nazorg |
112 |
4.5. |
Overzicht Cyber |
116 |
4.6. |
Overzicht Subsidies |
118 |
4.7. |
Overzicht Evaluaties |
120 |
4.8. |
Toezichtrelaties en ZBO/RWT’s |
121 |
4.9. |
Moties en toezeggingen |
122 |
4.10. |
Lijst van afkortingen |
136 |
Wetsartikel 1 (begrotingsstaat ministerie)
De begrotingsstaten die onderdeel zijn van de Rijksbegroting, worden op grond van artikel 1, derde lid, van de Comptabiliteitswet 2001 elk afzonderlijk bij de wet vastgesteld.
Het wetsvoorstel strekt ertoe om de onderhavige begrotingsstaten voor het aangegeven jaar vast te stellen.
Alle voor dit jaar vastgestelde begrotingswetten tezamen vormen de Rijksbegroting voor dat jaar. Een toelichting bij de Rijksbegroting als geheel is opgenomen in de Miljoenennota.
Met de vaststelling van dit wetsartikel worden de uitgaven, verplichtingen en de ontvangsten vastgesteld. De in de begrotingsstaten opgenomen begrotingsartikelen worden in onderdeel B van deze memorie van toelichting toegelicht (de zogenoemde begrotingstoelichting).
Wetsartikel 2 (begrotingsstaat baten-lastenagentschappen)
Met de vaststelling van dit wetsartikel worden de baten en de lasten, het saldo van de baten en de lasten en de kapitaaluitgaven en -ontvangsten van de in de staat opgenomen baten-lastenagentschappen Defensie Telematica Organisatie (DTO), Dienst Vastgoed Defensie (DVD) en Paresto voor het onderhavige jaar vastgesteld. De in die begrotingen opgenomen begrotingsartikelen worden toegelicht in onderdeel B (Begrotingstoelichting) van deze memorie van toelichting en wel in de paragraaf inzake de agentschappen.
De Minister van Defensie, J.A. Hennis-Plasschaert
1. |
LEESWIJZER |
7 |
2. |
HET BELEID |
10 |
2.1. |
De beleidsagenda 2015 |
10 |
Financiële gevolgen |
18 |
|
Inzetbaarheidsdoelstellingen Defensie |
19 |
|
Overzicht beleidsdoorlichtingen |
21 |
|
Garanties en achterborgstellingen |
23 |
|
2.2. |
De beleidsartikelen |
26 |
2.2.1. |
Beleidsartikel 1: Inzet |
26 |
Algemene doelstelling |
26 |
|
Rol en verantwoordelijkheid Minister |
26 |
|
Beleidswijzigingen |
26 |
|
Budgettaire gevolgen van beleid en budgetflexibiliteit |
27 |
|
Toelichting op de financiële instrumenten |
27 |
|
2.2.2. |
Beleidsartikel 2: Taakuitvoering zeestrijdkrachten |
34 |
Algemene doelstelling |
34 |
|
Rol en verantwoordelijkheid Minister |
34 |
|
Indicatoren algemene doelstelling |
34 |
|
Beleidswijzigingen |
34 |
|
Budgettaire gevolgen van beleid en budgetflexibiliteit |
35 |
|
Toelichting op de financiële instrumenten |
36 |
|
2.2.3. |
Beleidsartikel 3: Taakuitvoering landstrijdkrachten |
38 |
Algemene doelstelling |
38 |
|
Rol en verantwoordelijkheid Minister |
38 |
|
Indicatoren algemene doelstelling |
38 |
|
Beleidswijzigingen |
40 |
|
Budgettaire gevolgen van beleid en budgetflexibiliteit |
41 |
|
Toelichting op de financiële instrumenten |
41 |
|
2.2.4. |
Beleidsartikel 4: Taakuitvoering luchtstrijdkrachten |
43 |
Algemene doelstelling |
43 |
|
Rol en verantwoordelijkheid Minister |
43 |
|
Indicatoren algemene doelstelling |
43 |
|
Beleidswijzigingen |
44 |
|
Budgettaire gevolgen van beleid en budgetflexibiliteit |
45 |
|
Toelichting op de financiële instrumenten |
45 |
|
2.2.5. |
Beleidsartikel 5: Taakuitvoering marechaussee |
47 |
Algemene doelstelling |
47 |
|
Rol en verantwoordelijkheid Minister |
47 |
|
Indicatoren algemene doelstelling |
47 |
|
Beleidswijzigingen |
49 |
|
Budgettaire gevolgen van beleid en budgetflexibiliteit |
50 |
|
Toelichting op de financiële instrumenten |
50 |
|
2.2.6. |
Beleidsartikel 6: Investeringen krijgsmacht |
52 |
Algemene doelstelling |
52 |
|
Rol en verantwoordelijkheid Minister |
52 |
|
Beleidswijzigingen |
52 |
|
Budgettaire gevolgen van beleid en budgetflexibiliteit |
54 |
|
Toelichting op de financiële instrumenten |
55 |
|
2.2.7. |
Beleidsartikel 7: Ondersteuning krijgsmacht door Defensie Materieel Organisatie |
67 |
Algemene doelstelling |
67 |
|
Rol en verantwoordelijkheid Minister |
67 |
|
Beleidswijzigingen |
67 |
|
Budgettaire gevolgen van beleid en budgetflexibiliteit |
67 |
|
Toelichting op de financiële instrumenten |
68 |
|
2.2.8. |
Beleidsartikel 8: Ondersteuning krijgsmacht door Commando DienstenCentra |
69 |
Algemene doelstelling |
69 |
|
Rol en verantwoordelijkheid Minister |
69 |
|
Beleidswijzigingen |
69 |
|
Budgettaire gevolgen van beleid en budgetflexibiliteit |
69 |
|
Toelichting op de financiële instrumenten |
70 |
|
2.3. |
De niet-beleidsartikelen |
72 |
2.3.1. |
Niet-beleidsartikel 9: Algemeen |
72 |
Algemene doelstelling |
72 |
|
Budgettaire gevolgen |
72 |
|
Toelichting op de financiële instrumenten |
72 |
|
2.3.2. |
Niet-beleidsartikel 10: Centraal Apparaat |
73 |
Algemene doelstelling |
73 |
|
Budgettaire gevolgen |
73 |
|
Toelichting op de financiële instrumenten |
73 |
|
2.3.3. |
Niet-beleidsartikel 11: Geheime uitgaven |
79 |
2.3.4. |
Niet-beleidsartikel 12: Nominaal en onvoorzien |
80 |
3. |
BATEN-LASTENAGENTSCHAPPEN |
81 |
3.1. |
Defensie Telematica Organisatie (DTO) |
81 |
3.2. |
Dienst Vastgoed Defensie (DVD) |
85 |
3.3. |
Paresto |
90 |
4. |
BIJLAGEN |
94 |
4.1. |
Verdiepingshoofdstuk |
94 |
4.2. |
Financieel overzicht wapensystemen |
106 |
4.3. |
Overzicht Budget Internationale Veiligheid |
111 |
4.4. |
Overzichtsconstructie uitgaven veteranen en uitgaven zorg en nazorg |
112 |
4.5. |
Overzicht Cyber |
116 |
4.6. |
Overzicht Subsidies |
118 |
4.7. |
Overzicht Evaluaties |
120 |
4.8. |
Toezichtrelaties en ZBO/RWT’s |
121 |
4.9. |
Moties en toezeggingen |
122 |
4.10. |
Lijst van afkortingen |
136 |
Op 20 april 2011 is de aanpassing van de presentatie van de Rijksbegroting onder de naam «Verantwoord Begroten» in de Tweede Kamer behandeld (Kamerstukken II, 31 865, nr. 26 (https://zoek.officielebekendmakingen.nl/kst-31865-26.html)). De nieuwe presentatie geeft meer inzicht in de financiële informatie, de rol en verantwoordelijkheid van de Minister en laat een duidelijke splitsing tussen apparaat en programma zien. In deze begroting zijn alle begrotingsartikelen ingevuld volgens de nieuwe voorschriften, inclusief de aanpassing van de tabel Budgettaire gevolgen van beleid.
Groeiparagraaf
De begroting 2015 bevat ten opzichte van de begroting 2014 de volgende wijzigingen:
• Vanaf 2015 is het Budget Internationale Veiligheid (BIV) overgeheveld van de begroting voor Buitenlandse Handel & Ontwikkelingssamenwerking (BH&OS) naar de begroting van Defensie. Vanuit dit budget worden middelen op het terrein van hervorming van de veiligheidssector, bescherming burgers in fragiele staten, rechtstaatontwikkeling en capaciteitsopbouw jaarlijks overgeheveld naar BH&OS en BZ. Besluitvorming wordt interdepartementaal voorbereid en uitgevoerd. Hiermee blijft het geïntegreerde karakter van de inzet van diplomatieke, civiele en/of militaire activiteiten uit het BIV gewaarborgd. Vanwege deze wijziging zijn de toelichtingen per missie verplaatst van het verdiepingshoofdstuk naar beleidsartikel 1 Inzet en is bijlage 3 «Overzicht Budget Internationale Veiligheid» toegevoegd aan de begroting 2015;
• De beleidsartikelen 2, 3, 4, 5, 7 en 8 kregen bij de invoering van «Verantwoord Begroten» de status van «Grote Uitvoerende Dienst». Voor deze status en uitzondering heeft het Ministerie van Financiën toestemming verleend. De reden hiervoor is de wens om de diverse defensieonderdelen herkenbaar te laten terugkomen in de begroting. Tevens is het financiële belang als criterium gehanteerd. Het gevolg hiervan is dat in deze artikelen zowel programma- als apparaatsuitgaven zijn opgenomen. De onderverdeling van de apparaatsuitgaven is in overeenstemming gebracht met de definities uit de Rijksbegrotingsvoorschriften;
• Naar aanleiding van de motie Günal-Gezer/Eijsink (Kamerstuk 33 750-X, nr. 24) is additionele informatie over de CODEMO-regeling (Commissie Defensie Materieel Ontwikkeling) opgenomen in artikel 6 Investeringen krijgsmacht;
• De bijlage «Volumes per rang en schaal defensiebreed» is vervallen en deze informatie is verwerkt in een overzicht van de gemiddelde jaarsterkte van militairen en burgers in artikel 10 Centraal apparaat, zoals toegezegd in het wetgevingsoverleg over het jaarverslag van Defensie op 24 juni 2014;
• In Bijlage 4.2 is een Financieel overzicht Wapensystemen toegevoegd. De financiële onderbouwing van de nota «In het belang van Nederland» (Kamerstuk 33 763, nr. 1) berustte mede op de wapensysteemsjablonen met de investeringen, de relevante exploitatie en de ontvangsten van de wapensystemen. Met de brief Inzicht in kosten en uitgaven van wapensystemen en het plan van aanpak daarvoor (Kamerstuk 33 763, nr. 27) is gemeld hoe Defensie haar financiële duurzaamheid op langere termijn structureel zal verankeren in de bedrijfsvoering. Daarbij is toegezegd dat de Ontwerpbegroting 2015 het geactualiseerde inzicht naar wapensystemen zal bieden met daarbij ook een aansluiting op de bestaande begrotingsindeling. Dat gebeurt met deze bijlage.
Beleidsartikelen
In beleidsartikel 1 Inzet wordt de inzet van de krijgsmacht verantwoord. Dit betreft de bijdragen van Defensie aan crisisbeheersingsoperaties, contributies aan common funded Navo en EU-operaties, inzet voor nationale en koninkrijkstaken en overige inzet. Het artikel bevat ook een overzicht voor de structurele inzet die in andere beleidsartikelen is verantwoord, bijvoorbeeld door de Koninklijke Marechaussee, de Explosieven Opruimingsdienst Defensie en de Kustwachten. Tevens worden vanaf 2015 de middelen van BH&OS en BZ in het kader van BIV op dit artikel geraamd.
In de beleidsartikelen 2 tot en met 5 wordt de taakuitvoering geraamd voor zeestrijdkrachten (CZSK), landstrijdkrachten (CLAS), luchtstrijdkrachten (CLSK), de marechaussee (KMar) en de aan hen gemandateerde inzet, voor zover deze niet valt onder artikel 1. In beleidsartikel 6 zijn de investeringen opgenomen voor de krijgsmacht, te weten investeringen voor materieel, infrastructuur, ICT, wetenschappelijk onderzoek en bijdragen aan de Navo-investeringen. Daarnaast zijn de verkoopopbrengsten voor afstoting van materieel en infrastructuur in dit beleidsartikel opgenomen.
In de beleidsartikelen 7 Ondersteuning door Defensie Materieel Organisatie (DMO) en 8 Ondersteuning door Commando DienstenCentra (CDC) zijn de uitgaven, verplichtingen en ontvangsten geraamd voor de ondersteunende en dienstverlenende defensieorganisaties.
Niet-beleidsartikelen
In het niet-beleidsartikel 9 Algemeen worden de niet specifiek aan een defensieonderdeel toe te wijzen programma-uitgaven opgenomen. In het niet-beleidsartikel 10 Centraal apparaat worden de uitgaven ten behoeve van het centrale apparaat van Defensie begroot, waaronder voor de Bestuursstaf en de Militaire Inlichtingen- en Veiligheidsdienst (MIVD), alsmede de niet aan een specifiek artikel toe te wijzen apparaatsuitgaven voor pensioenen en wachtgelden. Ten slotte worden in de niet-beleidsartikelen 11 en 12 de Geheime uitgaven respectievelijk de ramingen voor Nominaal en onvoorzien opgenomen.
Overig
In de begroting worden ook de ramingen voor de baten-lastenagentschappen Defensie Telematica Organisatie, de Dienst Vastgoed Defensie en Paresto weergegeven. Daarnaast is in de bijlagen informatie opgenomen over de mutaties, de wapensystemen, het budget internationale veiligheid, de uitgaven voor veteranen en de uitgaven voor zorg en nazorg, cyber, subsidies, evaluaties, de toezichtrelaties en ZBO/RWT’s alsmede moties en toezeggingen.
De begroting van het Ministerie van Defensie is ook digitaal beschikbaar op de website www.rijksbegroting.nl. Om de toegankelijkheid verder te vergroten zijn in de digitale versie, waar mogelijk, hyperlinks aangebracht naar de achterliggende documenten.
Defensie Materieelprojectenoverzicht
Zoals gebruikelijk ontvangt de Kamer op Prinsjesdag het Materieelprojectenoverzicht (MPO). Hierin wordt per project meer gedetailleerde informatie gegeven dan in de begroting. Zo wordt de samenhang met het defensiebeleid en met andere projecten duidelijk gemaakt. In het MPO zijn de lopende en de geplande strategische materieelprojecten opgenomen met een financiële omvang van meer dan € 25 miljoen, evenals de politiek gevoelige projecten. Daarnaast wordt ingegaan op af te stoten materieel. In deze begroting worden daarom alleen de grotere projectwijzigingen verder toegelicht. Defensie werkt momenteel aan een herziening van het Defensie Materieel Proces (DMP).
Inleiding
De internationale veiligheidssituatie is voortdurend aan verandering onderhevig. Zo zijn de conflicten in het Midden-Oosten en Oekraïne evenals de situatie in Noord-Afrika en de Sahel-regio zeer zorgwekkend. Deze ontwikkelingen zijn ook van invloed op de Nederlandse belangen, direct of indirect. Zij onderstrepen de noodzaak van een betrouwbare en slagvaardige krijgsmacht. Het is dan ook van belang dat de Nederlandse krijgsmacht zo goed mogelijk kan omgaan met uiteenlopende dreigingen en risico’s, nu en in de toekomst.
Het kabinet heeft besloten om extra geld vrij te maken voor Defensie.
Het gaat om € 50 miljoen in 2015, € 150 miljoen in 2016 en vanaf 2017 € 100 miljoen per jaar. De aanwending van de extra middelen berust op de uitgangspunten zoals uiteengezet in de nota In het belang van Nederland. Centraal staan operationele en financiële duurzaamheid, toekomstbestendigheid en de verdere intensivering van samenwerkingsverbanden, nationaal en internationaal. Met het extra budget kan het militaire handelingsvermogen worden versterkt.
Personeel is de meest kritische succesfactor van de krijgsmacht. Het personeel moet goed geoefend en met voldoende materieel van goede kwaliteit haar werk kunnen doen. Tegelijkertijd ondergaat Defensie al jarenlang grootscheepse veranderingen. Die veranderingen hebben onmiskenbaar hun weerslag op het personeel en de organisatie gehad. Het merendeel van de reorganisaties, die met de beleidsbrief van 2011 in gang zijn gezet, wordt in 2014 voltooid. Maar ook in 2015 staat er nog het nodige te gebeuren. De inspanningen om de bedrijfsvoering verder te verbeteren, worden de komende jaren onverminderd voortgezet.
Met ingang van 2015 zal het Budget Internationale Veiligheid (BIV) van de begroting van Buitenlandse Handel en Ontwikkelingssamenwerking (BH&OS) naar de begroting van Defensie worden overgedragen. De geïntegreerde benadering blijft onveranderd het uitgangspunt.
Inzetbaarheidsdoelstellingen
De krijgsmacht verdedigt het eigen en het bondgenootschappelijk grondgebied, bevordert de internationale stabiliteit en rechtsorde, voorziet in noodhulp bij rampen en humanitaire crises en beschermt de belangen van het Koninkrijk. Ook in 2015 is de krijgsmacht daarvoor inzetbaar. De inzetbaarheidsdoelstellingen, zoals verwoord in de nota In het belang van Nederland, zijn hierbij leidend. In 2015 is er vanzelfsprekend blijvende aandacht voor het op peil brengen van munitie en reservedelen.
Zoals bekend, is de gewenste inzetbaarheid van helikopters de afgelopen jaren niet gerealiseerd. Vooral de vertraagde invoering van de NH-90 springt hierbij in het oog. De vraag naar helikopters overtreft al geruime tijd de beschikbare capaciteit. De verbetering van de helikoptercapaciteit blijft in 2015 dan ook een belangrijk punt van aandacht. De helikopter is immers een kritische capaciteit, die ook in internationaal verband schaars is.
Zoals toegezegd, ontvangt de Kamer bij zowel begroting als jaarverslag een rapportage over de mate waarin Defensie aan de inzetbaarheidsdoelstellingen kan voldoen.
Internationale inzet
In 2015 lopen verschillende mandaten af van Nederlandse bijdragen aan internationale missies. Besluitvorming hierover is in de tweede helft van 2014 of in 2015 voorzien.
De Navo bereidt zich voor op de nieuwe missie Resolute Support in Afghanistan. Deze missie ziet per 1 januari 2015 toe op het trainen, adviseren en assisteren om de resultaten van de ISAF-missie te consolideren. Het kabinet heeft tot deelneming besloten. Ontplooiing van de Nederlandse bijdrage zal pas plaatsvinden als Afghanistan een Bilateral Security Agreement met de Verenigde Staten heeft gesloten en een Status of Forces Agreement met de Navo heeft getekend.
De Patriotmissie in Turkije (Ballistic Missile Defence Taskforce) zal niet nogmaals worden verlengd. De Nederlandse Patriot-systemen blijven nog tot eind januari 2015 gestationeerd in Turkije.
Nederland is voornemens actief te blijven op het gebied van piraterijbestrijding. Een besluit over een Nederlandse bijdrage aan de Navo-operatie Ocean Shield en de EU-operatie Atalanta in 2015 is voorzien voor de tweede helft van 2014. In het kader van de geïntegreerde benadering neemt Nederland ook deel aan andere EU-missies in de Hoorn van Afrika, te weten EUCAP Nestor en EUTM Somalië. Ook blijft Defensie Vessel Protection Detachments (VPD’s) inzetten ter bescherming van de Koninkrijksgevlagde koopvaardij.
Sinds januari 2014 neemt Nederland deel aan de VN-missie in Mali, MINUSMA. Het belangrijkste doel van de militaire bijdrage is om, binnen MINUSMA, een goede en overdraagbare inlichtingenketen op te zetten. De Nederlandse militaire bijdrage bestaat uit analisten en inlichtingenpersoneel voor de hoofdkwartieren in Bamako en Gao. Ook levert Nederland een verkenningseenheid die vanuit Gao opereert. Op het vliegveld nabij Gao is voorts een helikopterdetachement met vier Apache-gevechtshelikopters gestationeerd. In maart 2014 heeft het kabinet tevens besloten om drie Chinook-transporthelikopters aan het Nederlandse contingent toe te voegen.
In 2015 heeft Nederland een leidende rol in de aansturing van de Immediate Response Force (IRF) van de NATO Response Force (NRF). Alle operationele commando’s leveren een bijdrage. Voor de IRF zal Nederland, gedurende het hele jaar, samen met België, via de organisatie van Admiral Benelux, het commando voeren over de Standing NATO Mine Counter Measures Group 1 (SNMCMG 1). Daarnaast stelt Defensie twee keer een mijnenjager beschikbaar aan de IRF voor een periode van drie tot vier maanden, te weten vanaf maart en vanaf augustus. Tevens zal worden bezien welke bijdrage Defensie kan leveren aan de Standing NATO Maritime Group 1 (SNMG 1). Verder vervult het hoofdkwartier van het Duits-Nederlandse legerkorps de rol van Land Component Command. Daarnaast neemt Nederland deel met een brigadestaf, een samengestelde bataljonstaakgroep, gevechtsondersteuning, acht F-16’s, drie Chinook-helikopters, vier Apaches, een C-130 transportvliegtuig en stafcapaciteit van het Commando Luchtstrijdkrachten (CLSK). In de tweede helft van 2015 is tevens een Nederlandse onderzeeboot beschikbaar voor de Response Forces Pool (RFP). Het totaaloverzicht van de missies waaraan Nederland in 2015 deelneemt, is opgenomen in Artikel 1.
Nationale inzet
Nationale inzet ter ondersteuning van civiele autoriteiten is één van de hoofdtaken van Defensie. Civiele partners en Defensie weten elkaar steeds beter te vinden. Ook wint de samenwerking, bijvoorbeeld in de voorbereiding op crisissituaties, aan kwaliteit. Ter versterking van de civiel-militaire samenwerking (VCMS) blijven de inspanningen gericht op het verder intensiveren van gezamenlijke opleiden, trainen en oefenen inclusief simulatie. Steeds weer zal worden gekeken naar mogelijkheden om de professionalisering van de crisisbeheersing en rampenbestrijding verder te bevorderen. De samenwerking tussen Defensie en de Nationale Politie verdient bijzondere aandacht. Die samenwerking moet leiden tot een doeltreffende en doelmatige bijdrage aan de nationale veiligheid, waarbij onnodige duplicatie van capaciteiten wordt voorkomen.
Personeel
Zoals gezegd, hebben de veranderingen van de afgelopen jaren onmiskenbaar hun weerslag gehad op het personeel en de organisatie. Het aanhoudende beroep op een kleiner wordende krijgsmacht is voelbaar. Zorg voor het personeel staat dan ook centraal in 2015.
Zo gaat Defensie de personeelszorg verbeteren door P&O-capaciteit op de werklocaties dichterbij de medewerkers te brengen. Hierdoor kunnen medewerkers direct geholpen worden bij specifieke vragen en problemen. Ook andere punten van onvrede worden aangepakt, zoals het verplicht solliciteren in de onderbouw en de maximale functieduur.
Ook worden tekortkomingen in de eerstelijns medische verzorging in overleg met de bonden opgelost en worden de voorzieningen toegankelijker voor het personeel. Hierbij gaat het onder andere om de introductie van de mobiele tandheelkundige zorg en het oprichten van een afdeling bedrijfsgeneeskundige zorg bij het Coördinatiecentrum Expertise Arbeidsomstandigheden en Gezondheid.
Beperkingen in de oefenmogelijkheden dragen niet bepaald bij aan de motivatie. Een aantal van de voorgestelde materiële intensiveringen is dan ook gericht op het ondervangen van deze tekortkomingen, zoals het reactiveren van extra Cougar-helikopters en de aanschaf van extra Bushmasters. Defensie investeert voorts in specialistische functies voor de verwerving van materieel.
De agenda voor de toekomst van het personeelsbeleid komt in het najaar van 2014 beschikbaar. Zoals beschreven in de nota In het belang van Nederland berust het personeelsbeleid van de toekomst op de pijlers aanpassingsvermogen, samenwerking, vulling en betaalbaarheid. Deze pijlers worden ondersteund met toekomstbestendige arbeidsvoorwaarden. Defensie sluit, waar mogelijk, aan bij het rijksbrede P&O-beleid.
Door onder meer de verdere ontwikkeling van het flexibel personeelssysteem en een intensievere inzet van reservisten, beoogt Defensie haar aanpassingsvermogen verder te vergroten. Ook versterkt Defensie de samenwerking met andere overheidsdiensten, het bedrijfsleven, onderwijsinstellingen en internationale partners. Die samenwerking richt zich vooral op opleidingen en de door- dan wel uitstroom van personeel.
Met de inwerkingtreding van het Veteranenbesluit is ook de Veteranenwet van kracht geworden. Tevens is het Veteranenloket geopend. Dit zijn belangrijke impulsen voor de bijzondere zorg voor veteranen.
Het personeelsbudget van Defensie berust op de gemiddelde jaarsterkte van het personeel bij de defensieonderdelen. Zoals toegezegd in het wetgevingsoverleg over het jaarverslag op 24 juni jl., is een overzicht van deze gemiddelde jaarsterkten opgenomen bij beleidsartikel 10.
Verbetering slagkracht krijgsmacht
De nota In het belang van Nederland beoogt meer evenwicht te bereiken tussen ambities, capaciteiten, activiteiten en de beschikbare financiële middelen. Met het extra geld dat vanaf 2015 beschikbaar komt, wordt Defensie in staat gesteld verdere maatregelen te treffen om de inzetbaarheid en het voortzettingsvermogen, en daarmee de slagkracht, van de krijgsmacht te verbeteren.
• Helikoptercapaciteit is schaars, zowel in Nederland als daarbuiten. Vanwege het achterblijven van de NH90-capaciteit neemt Defensie voor de transporttaken extra Cougar-helikopters opnieuw in gebruik. Dit in aanvulling op de huidige acht Cougar-toestellen. Ook breidt Defensie de Chinook-capaciteit uit. Voorts investeert Defensie in een multidisciplinaire helikoptersimulator waarmee, voor alle Nederlandse helikoptertypen, complexe missies kunnen worden geoefend.
• Defensie schaft twintig extra Bushmaster-pantservoertuigen aan voor de verbetering van het voortzettingsvermogen van het Commando Landstrijdkrachten, het Korps Commando Troepen en het Korps Mariniers. Met de extra Bushmasters kunnen eenheden beter worden getraind voor missies en zijn meer eenheden inzetbaar met hetzelfde voertuigtype.
• De informatie die wordt vergaard met onbemande systemen is van grote waarde voor de commandant te velde. Daarom investeert Defensie in de nieuwste generatie tactische onbemande luchtsystemen. Hiermee beschikken grondtroepen over betere en real time informatie.
• Cyberaanvallen en -spionage leiden tot ernstige verstoringen van onze samenleving. Defensie investeert dan ook verder in de kennis en deskundigheid van haar personeel en in capaciteit ten behoeve van datavergaring en analyse.
• Goede bescherming tegen gevaarlijke stoffen (CBRN) verbetert de inzetbaarheid van militairen in een missiegebied of ten behoeve van de nationale veiligheid. Met een nieuwe generatie CBRN-uitrusting voor de individuele militair blijft slagvaardig optreden mogelijk.
• De munitievoorraad voor inzet is en blijft een belangrijk punt van aandacht. Er wordt gewerkt aan een Beleidskader Inzetnormen. De munitievoorraden voor belangrijke zee-, land- en luchtwapensystemen worden verder aangevuld.
• De inzet van eenheden bij missies leidt tot een verhoogd verbruik van reservedelen. Het hanteren van een minimale voorraad leidt tot tekorten bij de niet-ingezette eenheden. Dit gaat ten koste van de geoefendheid en de reactietijd en daarmee ten koste van het voorzettingsvermogen. De reservedelenvoorraad wordt daarom verder aangevuld. Voor 2016 zijn bovendien incidenteel extra middelen gereserveerd voor munitie en reservedelen.
• Het is van cruciaal belang om over specialistische kennis te beschikken voor de verwerving van materieel. Defensie investeert in specialistische functies op relevante plekken (smart buyers/specifiers).
• Moderne wapensystemen verzamelen en verwerken grote hoeveelheden informatie. Ook in de toekomst moet Defensie in staat blijven de informatie van uiteenlopende systemen bijeen te brengen, te verwerken en te analyseren. Defensie investeert daarom in de benodigde personele deskundigheid evenals systemen die dergelijke analyses mogelijk maken.
• Om aan de toenemende vraag naar informatie over risicogebieden en (potentiële) inzetgebieden te kunnen voldoen, is het essentieel dat Defensie zelf inlichtingen kan vergaren en verwerken. De MIVD wordt versterkt met relevante personele capaciteit. Ook wordt er geïnvesteerd in specialistische IV/ICT.
• Samenwerking, nationaal en internationaal, is essentieel in een operationele omgeving. Met uiteenlopende ICT-systemen en softwarepakketen moet bij voorkeur worden gebruikgemaakt van een gestandaardiseerde structuur waarmee naadloos kan worden voorzien in de uitwisseling van data en informatie. Dit maakt een volledig geïntegreerde en eenvoudiger commandovoering, evenals betere ondersteuning van de logistiek, mogelijk. Daarom investeert Defensie in meer en betere middelen die de mogelijkheden van «genetwerkt optreden» (Network Enabled Capabilities) vergroten.
• Een beperkt deel van het extra budget wordt vrijgemaakt om enkele knelpunten weg te nemen die het personeel ervaart in de bedrijfsvoering. Dit betreft verbeteringen op het gebied van infrastructuur, zoals legering, en IV/ICT-ondersteuning zoals selfservice faciliteiten.
Innovatie
Defensie heeft nu en in de toekomst behoefte aan modern, kwalitatief hoogwaardig en betaalbaar materieel. Het materieel moet voorts breed toepasbaar zijn en over een groot aanpassingsvermogen beschikken. Het op de voet volgen van ontwikkelingen, om risico’s en bedreigingen een stap voor te blijven, is essentieel. Defensie wil dan ook verder investeren in kennisopbouw en technologieontwikkeling. De geactualiseerde Strategie Kennis- en Innovatieagenda (SKIA), die begin 2015 beschikbaar komt, geeft daar richting aan.
Een intensiever gebruik van de mogelijkheden die Concept Development and Experimentation (CD&E) biedt, zorgt ervoor dat nieuwe capaciteiten en concepten beter voldoen aan de wensen van de gebruiker. Defensie versterkt de CD&E-capaciteit om technologische toepassingen, gekoppeld aan operationele behoeften, in een vroeg stadium te kunnen testen. Dit komt tevens ten goede aan het concurrentievermogen van de Nederlandse industrie. Hiermee geeft Defensie tevens gestalte aan een belangrijke doelstelling van de geactualiseerde Defensie Industrie Strategie (DIS).
Ook de CODEMO-regeling (Commissie Defensie Materieel Ontwikkeling) is in dat kader een aansprekend instrument. Deze regeling wordt vooral ingezet voor innovatieve productontwikkeling met het Midden- en Kleinbedrijf (MKB).
Om het innovatieve vermogen van Defensie verder te vergroten, werkt
Defensie vanzelfsprekend nauw samen met kennisinstellingen en het bedrijfsleven.
Investeringen
Defensie investeert in de toekomstbestendigheid van de krijgsmacht. Hiervoor worden instandhoudingsprogramma’s gehanteerd, vervangingsinvesteringen gedaan en nieuwe technieken en wapensystemen aangeschaft. Het is de bedoeling dat het investeringspercentage vanaf 2016 weer de streefwaarde van 20 zal benaderen. In de brief over de ontwikkeling van het investeringspercentage van 2 juli jl. zijn de initiatieven daartoe uiteengezet (Kamerstuk 33 750-X, nr. 68).
Voorbeelden van investeringsprojecten die in 2015 de aandacht hebben:
• Defensie bereidt de instroom voor (vanaf 2019) van de F-35. Daartoe zal Defensie in 2015 aan het F-35 Joint Program Office (JPO) melden voor welk aantal toestellen de eerste financiële verplichtingen kunnen worden aangegaan. De Kamer wordt daarover begin 2015 geïnformeerd.
• In 2014 is het proces gestart voor de verwerving van een MALE UAV-systeem. Dit proces zal in 2015 worden voortgezet.
• Defensie investeert in raketverdediging door de SMART-L radars aan boord van de Luchtverdedigings- en Commandofregatten te moderniseren. Hierdoor beschikt Defensie vanaf 2018 over capaciteit om ook ballistische raketten op zeer grote afstand te detecteren en ze gedurende de hele baan – ook buiten de atmosfeer – te kunnen volgen.
• Zoals bekend, wordt het Defensie Cyber Commando (DCC) versneld opgericht. Het DCC moet eind 2015 operationeel zijn. De werving en opleiding van personeel zijn in volle gang.
• Defensie verbetert de bescherming van personeel en materieel door Counter-IED maatregelen een structurele plek in de organisatie te geven.
• Ook het Verbeterd Operationeel Soldaat Systeem (VOSS) heeft tot doel de overlevingskansen van de militair te laten toenemen. Tevens wordt hiermee de commandovoering versterkt. De mobiliteit, de effectiviteit en het voortzettingsvermogen van de individuele militair nemen daarmee toe.
• Vanwege hun specifieke eigenschappen zijn de onderzeeboten van de Walrusklasse een waardevolle nichecapaciteit voor de Navo en de EU. Defensie werkt aan een visie op de toekomst van de onderzeedienst.
Joint
Defensie blijft zoeken naar mogelijkheden om de samenwerking en integratie van capaciteiten, middelen en eenheden verder te intensiveren. Zo beoogt de krijgsmacht een joint aansturing van speciale eenheden, zowel bij opleiding en training als bij inzet. Op deze wijze kunnen schaarse middelen doelmatiger worden gebruikt. Tevens wordt gewerkt aan een command and control capaciteit die eenvoudiger te koppelen is aan systemen van partnerlanden.
De MIVD en de AIVD werken aan de verdere ontwikkeling van de Joint Sigint Cyber Unit, de vorming van een gezamenlijke eenheid voor veiligheidsonderzoeken en het optimaliseren van de operationele samenwerking. Ook bezien zij de mogelijkheden van gezamenlijke huisvesting. De samenwerking in het nationale en internationale inlichtingen- en veiligheidsnetwerk wordt verder geïntensiveerd. Nationaal gaat het om het gehele netwerk van inlichtingen- en veiligheidsorganisaties, zoals JISTARC, de AIVD, de NCTV en het NCSC. Internationaal worden contacten met partnerdiensten, waar mogelijk, versterkt. De organisatie van de MIVD zal verder worden aangepast om de informatiestromen, die beschikbaar komen met de introductie van nieuwe sensoren en onbemande systemen, aan te kunnen. Meer in het algemeen geldt dat het informatie-gestuurd optreden in rap tempo terrein wint. Zonder inlichtingen is een militaire operatie niet mogelijk.
Internationale defensiesamenwerking
Onze belangen zijn verknoopt met de wereld om ons heen. Om dreigingen en risico’s het hoofd te kunnen blijven bieden, is verdere verdieping van de defensiesamenwerking noodzakelijk. Hiermee kunnen de inzetbaarheid en het voortzettingsvermogen worden versterkt en kunnen ontbrekende capaciteiten worden gecompenseerd. Wel moet duidelijk zijn dat internationale samenwerking een proces is dat tijd vergt. Ook moeten de partners elkaar voldoende te bieden hebben. Voorts gaat de kost niet zelden voor de baat uit.
De Navo en de EU vormen het voornaamste multilaterale raamwerk voor zowel de inrichting als de inzet van de krijgsmacht.
De Navo richt zich in 2015 op de versterking van capaciteiten en zal daartoe initiatieven zoals Smart Defence, het Connected Forces Initiative (CFI) en het Framework Nations Concept voortzetten en verder ontwikkelen. Nederland zal daarin een zeer actieve rol blijven spelen. En dat geldt ook voor de versterking van het Navo-defensieplanningsproces. Dit proces kan nog veel meer worden toegesneden op een multinationale aanpak van de militaire tekorten.
Midden 2015 zal de Europese Raad de voortgang beoordelen van de afspraken die zijn gemaakt op het gebied van veiligheid en defensie. Dit betreft onder meer de vergroting van de effectiviteit van het Gemeenschappelijk Veiligheids- en Defensiebeleid (GVDB), de capaciteitenversterking en de bevordering van een goed functionerende defensiemarkt en industrie. De capaciteitenversterking, gericht op het bundelen van de krachten en schaalvoordelen, verdient bijzondere aandacht. Ook de harmonisering van beleid en planning ten behoeve van de ontwikkeling en de verwerving van capaciteiten (Policy Framework) heeft de volle aandacht.
Bilaterale samenwerking is evenzeer van groot belang. Zo zal de samenwerking met Duitsland zich onder meer richten op de verdere ontwikkeling van het Duits-Nederlandse Legerkorpshoofdkwartier tot een Joint Task Force (land) hoofdkwartier voor de Navo. Daarnaast zullen stappen worden gezet voor de integratie van de Grondgebonden Lucht- en Raketverdediging en de vuursteuneenheden. De inbedding van de luchtmobiele brigade in de Division Schnelle Kräfte (DSK) zal verder vorm krijgen. Ook met België en Luxemburg zal Defensie de samenwerking verder uitbouwen. In 2015 kunnen de parlementen van België en Nederland zich buigen over een verdrag dat voorziet in de gezamenlijke luchtruimbewaking. De samenwerking met het Verenigd Koninkrijk wordt verder geïntensiveerd door Nederlandse deelname aan de Joint Expeditionary Force. Hiertoe is in september 2014 een Letter of Intent ondertekend. Ook de samenwerking met onder meer Denemarken, Frankrijk, Noorwegen en de Verenigde Staten zal worden voortgezet.
Mede met het oog op de (mogelijke) besluitvorming over de gezamenlijke (snelle) inzet van militaire eenheden en capaciteiten, wordt de betrokkenheid van de nationale parlementen cruciaal geacht. Dit onderwerp wordt dan ook betrokken bij de voorbereidingen voor het Nederlandse EU-voorzitterschap in de eerste helft van 2016.
Eind 2015 zal duidelijkheid worden geboden over de mogelijkheden van gezamenlijk gebruik van het Joint Support Ship (JSS) en de hiervoor benodigde internationale partner(s).
Verbeteringen en veranderingen in de bedrijfsvoering
Met de nota In het belang van Nederland zijn maatregelen aangekondigd die decentraal worden uitgevoerd, in de begroting zijn verwerkt en elk een eigen planning hebben. Over de voortgang van de maatregelen wordt u geïnformeerd in een afzonderlijke brief.
Zoals bekend, werkt Defensie langs verschillende lijnen aan verbeteringen en veranderingen in de bedrijfsvoering. In overeenstemming met het advies van de Algemene Rekenkamer richt Defensie zich op een gedoseerde en consistente aanpak. De trajecten kennen een eigen planning en dynamiek. Soms is sprake van beïnvloeding of afhankelijkheid, vaak ook niet. Waar trajecten onafhankelijk van elkaar en op verschillende plekken in de organisatie kunnen worden uitgevoerd, gebeurt dat. Waar dat niet kan, geldt de onderstaande prioritering.
• IV/ICT
De effectiviteit van de bedrijfsvoering en de operationele inzet is afhankelijk van tijdige en betrouwbare informatie. Defensie heeft onderzoek laten doen naar de staat van de IV/ICT. Maatregelen zijn nodig. Het verbetertraject omvat de modernisering en het robuuster maken van de ICT-infrastructuur, de herijking van het sourcingstraject, de opstelling van een toekomstvisie IV/ICT en de herziening van de besturing. De dekking voor het oplossen van de problemen is gereserveerd op artikel 6: Investeringen Krijgsmacht onder Opdracht voorzien in ICT.
• Enterprise Resource Planning
ERP ondersteunt de bedrijfsvoering. De basisvoorzieningen zullen in 2015 worden voltooid. ERP is gebaat bij een goede werking van de IV/ICT-infrastructuur. Aanvullende activiteiten voor ERP zullen in samenhang met het plan van aanpak IV/ICT worden bezien.
• Financiële duurzaamheid
Defensie werkt in 2015 verder aan de financiële duurzaamheid. Dit is van belang om het evenwicht tussen ambities en middelen te kunnen handhaven. Een belangrijk element daarvan is life cycle costing (LCC). In bijlage 4.2 bij deze begroting is het geactualiseerde financieel overzicht wapensystemen opgenomen, conform de bijlage bij de nota In het belang van Nederland. Daarbij wordt tevens de aansluiting op de bestaande begrotingsindeling weergegeven. De inbedding in de bedrijfsvoering (processen en systemen) vergt de komende jaren een niet aflatende inspanning. Dit is eerder uiteengezet in de brief Inzicht in kosten en uitgaven van wapensystemen en plan van aanpak daarvoor van 1 november 2013 (Kamerstuk 33 763, nr. 27).
• Verwervingsketen
Defensie verbetert de verwervingsketen. Het doel is verwervingstrajecten sneller te doorlopen en de regeldruk te verminderen. Het aantal raamovereenkomsten wordt uitgebreid en de samenwerking en informatievoorziening worden verbeterd.
• Technisch personeel
Defensie blijft zich inspannen om voldoende technisch personeel te werven. Vertrouwen is daarbij van groot belang, mede omdat dit segment van de arbeidsmarkt gespannen blijft.
• Reservedelen
Per wapensysteem doen zich verschillende problemen met reservedelen voor. Defensie vult de voorraden reservedelen verder aan om knelpunten op te lossen. Hiertoe zijn, en worden, contracten met leveranciers gesloten.
• Financieel beheer
Door de reorganisatie van het financiële controleveld, waaronder de vorming van het Financieel Administratie en Beheer Kantoor (FABK), is de kwaliteit van het financieel beheer tijdelijk verminderd. De reorganisatie is inmiddels voltooid en Defensie verwacht in 2015 een structurele verbetering.
• Vastgoed
Defensie heeft samen met de Algemene Rekenkamer een review uitgevoerd van het vastgoedbeleid en -management bij Defensie. Defensie wil toe naar een realistisch, overkoepelend vastgoedbeleid waarbij rekening wordt gehouden met rijksbrede ontwikkelingen, zoals de vorming van het Rijksvastgoedbedrijf (RVB). Op basis van de bevindingen van de review werkt Defensie een nieuwe visie op vastgoed uit, die eind 2014 gereed zal zijn. Op 1 juli 2014 is het startsein gegeven voor het Rijksvastgoedbedrijf, waarin de Dienst Vastgoed Defensie grotendeels zal opgaan. Het personeel gaat formeel begin 2015 over naar het Ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties.
Financiële gevolgen
In de onderstaande tabel staan de mutaties ten opzichte van de vastgestelde begroting 2014:
2013 |
2014 |
2015 |
2016 |
2017 |
2018 |
2019 |
|
---|---|---|---|---|---|---|---|
Standen ontwerpbegroting 2014 inclusief NvW |
7.702,1 |
7.602,0 |
7.476,1 |
7.449,1 |
7.458,0 |
7.409,2 |
7.427,9 |
Mutaties 1e suppletoire begroting 2014 |
0,0 |
285,1 |
146,4 |
106,0 |
101,5 |
97,0 |
97,4 |
Stand voorjaarsnota 2014 |
7.702,1 |
7.887,1 |
7.622,5 |
7.555,1 |
7.559,6 |
7.506,2 |
7.525,3 |
Belangrijkste mutaties |
|||||||
1 Doorwerking ontvangsten NCIA en inzet VPD's |
6,2 |
6,4 |
5,8 |
5,3 |
5,3 |
||
2 Doorwerking verkoopopbrengsten |
28,3 |
35,3 |
46,1 |
60,1 |
10,9 |
||
3 Financiering vanuit het BIV |
293,4 |
250,0 |
250,0 |
250,0 |
250,0 |
||
4 Begrotingsoverleg augustus 2014 |
50,0 |
150,0 |
100,0 |
100,0 |
100,0 |
||
Standen ontwerpbegroting 2015 |
7.702,1 |
7.887,1 |
8.000,4 |
7996,8 |
7.961,5 |
7.921,6 |
7.891,5 |
De doorwerking van ontvangsten op de uitgaven heeft betrekking op de bijgestelde ontvangsten door de bijdrage van de gemeente Den Haag voor de uitbreiding van het NATO Communications and Information Agency (NCIA) en de bijdrage vanuit de rederijen voor de inzet van Vessel Protection Detachments (VPD’s).
Door een aantal recente ontwikkelingen laten de verkoopopbrengsten een positief resultaat zien ten opzichte van de conservatief geraamde opbrengsten. Deze ontvangsten verhogen het kader van investeringen. In deze ramingen zijn onder meer de Zr. Ms. Amsterdam en CV-90 als zekere (100 procent) opbrengst geraamd gezien de status van de contractonderhandelingen.
Het Budget voor Internationale Veiligheid (BIV) wordt vanaf 2015 structureel overgeheveld van de begroting voor Buitenlandse Handel & Ontwikkelingssamenwerking (BH&OS) naar de begroting van Defensie. Het budget bedraagt € 293 miljoen in 2015 en € 250 miljoen structureel vanaf 2016. Het budget is onder meer bestemd voor crisisbeheersingsoperaties, de bescherming van burgers in fragiele staten, opleiding en training, hervorming van de veiligheidssector, rechtsstaatontwikkeling, capaciteitsopbouw, oefeningen en luchttransport. Jaarlijks wordt bij Voorjaarsnota de inzet voor de hervorming van de veiligheidssector, de bescherming van burgers in fragiele staten, rechtsstaatontwikkeling en capaciteitsopbouw overgeheveld (€ 60 miljoen) naar het Ministerie van Buitenlandse Zaken en BH&OS. Tevens worden op dat moment de middelen vanuit artikel 1 Inzet beschikbaar gesteld bij de operationele commando’s voor de geplande activiteiten in het kader van het BIV (€ 59,5 miljoen in 2015). In bijlage 4.3 Budget Internationale Veiligheid is een overzicht opgenomen.
Het kabinet heeft besloten om extra geld vrij te maken voor Defensie. Het gaat om € 50 miljoen in 2015, € 150 miljoen in 2016 en vanaf 2017 € 100 miljoen per jaar. Het extra geld stelt Defensie in staat maatregelen te nemen om de inzetbaarheid en het voortzettingsvermogen van de krijgsmacht te verbeteren. Het grootste deel van het extra geld wordt gebruikt voor maatregelen om de gevechtskracht van de krijgsmacht te versterken. Een ander deel wordt geïnvesteerd in de informatieverwerking, een cruciale capaciteit. De maatregelen zijn verder uitgewerkt in het verdiepingshoofdstuk (bijlage 4.1).
Inzetbaarheidsdoelstellingen Defensie
Vanaf 2015 is de krijgsmacht inzetbaar voor:
1. De verdediging van het eigen en het bondgenootschappelijke grondgebied, inclusief de Caribische delen van het Koninkrijk, zo nodig met alle beschikbare middelen. Deze taak wordt in bondgenootschappelijk verband uitgevoerd. In dat kader kan ook de Navo een beroep doen op Nederland.
2. De deelneming aan operaties wereldwijd ter bevordering van de internationale stabiliteit en rechtsorde, voor noodhulp bij rampen en humanitaire crises en voor de bescherming van de belangen van het Koninkrijk. Deze operaties worden meestal in internationaal verband uitgevoerd, waarbij bijdragen van verschillende partners in samengestelde eenheden worden geïntegreerd. In dat kader kan de krijgsmacht de volgende bijdragen leveren:
• Op land: Eenmalig een samengestelde taakgroep van brigadeomvang of langdurig een samengestelde taakgroep van bataljonsomvang. Naast de langdurige inzet van een bataljonstaakgroep kunnen gedurende kortere tijd een tweede bataljonstaakgroep en langere tijd kleinere bijdragen worden ingezet (inclusief de presentie in het Caribisch gebied).
• Op en vanaf zee: Eenmalig een maritieme taakgroep van vijf schepen of langdurig twee schepen afzonderlijk, waarbij vloot en mariniers geïntegreerd optreden.
• In de lucht: Tot de vervanging van de F-16 – voorzien in 2023 – eenmalig een groep van acht jachtvliegtuigen of langdurig een groep van vier jachtvliegtuigen. Na de vervanging van de F-16 – voorzien in 2023 – eenmalig of langdurig een groep van vier jachtvliegtuigen. Helikopters ondersteunen het optreden op land en zee.
• Speciale operaties: Langdurige deelneming van compagniesomvang aan een joint taakgroep Special Forces.
• Cyberoperaties: defensieve en offensieve cybertaken evenals inlichtingenvergaring.
• Nichecapaciteiten (naast Special Forces en offensieve cybercapaciteit): onderzeeboten, het Duits-Nederlandse Legerkorpshoofdkwartier, Luchttransport, Air-to-Air Refuelling, Patriots en het Civil-Military Interaction commando.
Al deze vormen van inzet zijn inclusief ondersteunende eenheden, zowel de gevechtsondersteuning (combat support) als de logistieke ondersteuning (combat service support). Vooral voor logistieke ondersteuning kan een beroep worden gedaan op internationale partners. Andersom is de ondersteuning van internationale partners door onze krijgsmacht eveneens mogelijk. De inzet van afzonderlijke modules van ondersteunende capaciteiten is ook een optie.
3. Het bijdragen aan de nationale veiligheid onder civiel gezag. In dat kader levert de krijgsmacht de in wettelijke en interdepartementale afspraken vastgelegde bijdragen. Het gaat hierbij om:
• De uitvoering van structurele nationale taken zoals de politietaken van de Koninklijke Marechaussee, de beveiliging van het Nederlandse luchtruim met jachtvliegtuigen, de coördinatie van en de bijdrage aan de Kustwacht Nederland evenals de hydrografische taak;
• Het samen met veiligheidspartners kunnen optreden tegen digitale bedreigingen en aanvallen (cybercapaciteit);
• Militaire bijstand en steunverlening bij handhaving van de rechtsorde, de openbare orde en veiligheid, in het bijzonder met de in de ICMS-catalogus gegarandeerde capaciteiten;
• Militaire bijstand bij de bestrijding van terrorisme, rampen en crises – zo nodig met alle op dat moment beschikbare eenheden.
4. Een permanente militaire presentie in het Caribisch gebied, zowel voor de verdedigingstaak (zie doelstelling 1) als voor de ondersteuning van lokale en regionale civiele autoriteiten (zie doelstelling 3, in het bijzonder de ondersteuning van de Kustwacht, de regionale drugsbestrijding, de politietaken van de Marechaussee en het beteugelen van woelingen). De permanente presentie bestaat uit een vaste 1 compagnie van het CZSK en een roulerende compagnie van het CLAS, een bootpeloton, een groot bovenwaterschip, een ondersteuningsschip en een brigade Marechaussee. Als de situatie dit vereist, kan de militaire presentie in het Caribisch gebied worden vergroot. Dit zal dan wel ten koste gaan van de overige inzetmogelijkheden.
Interdepartementaal Beleidsonderzoek (IBO)
In 2014 en 2015 wordt een Interdepartementaal Beleidsonderzoek (IBO) uitgevoerd naar wapensystemen. Onderzocht wordt of er mogelijkheden zijn om verwerving, beheer en onderhoud van wapensystemen efficiënter te organiseren. Daarbij wordt onder andere gekeken naar internationale samenwerking en de mogelijkheid van geïntegreerde contracten bij de aanschaf en onderhoud van wapensystemen. Dit IBO moet in het voorjaar van 2015 gereed zijn.
Overzicht beleidsdoorlichtingen
Op verzoek van de Tweede Kamer is de defensiebegroting ingericht naar organisatieonderdelen in plaats van beleidsartikelen. Beleidsartikelen zijn normaal gesproken het aanknopingspunt voor beleidsdoorlichtingen. Beleid heeft bij Defensie vaak betrekking op meer organisatieonderdelen. Een beleidsdoorlichting van een beleidsthema kan derhalve delen van de verschillende begrotingsartikelen bevatten. Zo worden per beleidsdoorlichting alle gerelateerde defensie-uitgaven verantwoord. De programmering van de beleidsdoorlichtingen is ondanks de afwijkende ordening van de begroting – conform de Regeling Periodiek Evaluatieonderzoek – dekkend. Dat wil zeggen dat beleidsdoorlichtingen voor alle beleidsthema’s binnen de gestelde termijn van zeven jaar zijn gepland.
In elke beleidsdoorlichting wordt aandacht besteed aan de behaalde (maatschappelijke) effecten. Verantwoording van verrichte activiteiten en geleverde prestaties staat centraal. Indien hierbij de causale relatie tussen de defensie-inzet en de beoogde effecten niet kan worden aangetoond, wordt zo mogelijk ingegaan op de plausibiliteit van een relatie tussen defensie-inzet en de beoogde effecten. Ten slotte wordt in de beleidsdoorlichting op meer jaren teruggekeken, waarbij periodieke en tussentijdse evaluaties als bouwstenen kunnen worden gebruikt.
Planning |
2013 |
2014 |
2015 |
2016 |
2017 |
2018 |
2019 |
---|---|---|---|---|---|---|---|
Artikel / Operationele doelstelling |
|||||||
Artikel 1; Inzet |
|||||||
Bescherming kwetsbare schepen nabij Somalië |
V |
||||||
Budget Internationale Veiligheid |
X |
||||||
Digitale weerbaarheid en cyber operations |
X |
||||||
Artikel 2; CZSK |
|||||||
Wijziging samenstelling Koninklijke marine (2005) |
X |
||||||
Artikel 3; CLAS |
|||||||
Civiel-militaire samenwerking |
X |
||||||
Artikel 4; CLSK |
|||||||
Vorming joint Defensie Helikopter Commando |
X |
||||||
Artikel 5; CKmar |
|||||||
Informatiegestuurd optreden |
X |
||||||
Artikel 6; Investeringen krijgsmacht |
|||||||
Defensie Materieel Proces |
X |
||||||
NH90 of sourcing |
X |
||||||
Artikel 7; Ondersteuning krijgsmacht door DMO |
|||||||
Basisimplementatie ERP (SPEER) |
X |
||||||
Artikel 8; Ondersteuning krijgsmacht door CDC |
|||||||
Flexibel Personeelssysteem |
X |
||||||
Integriteit |
X |
||||||
Veteranenzorg |
X |
Toelichting op bovenstaande tabel:
Omdat de begroting van Defensie is ingedeeld op grond van organisatiedelen en niet, zoals gebruikelijk bij andere ministeries, naar beleidsmatige thema’s, richt Defensie zich in de verantwoording van het gevoerde beleid op specifieke beleidsonderwerpen of op de verrichte activiteiten. Wijzigingen in de door te lichten onderwerpen leiden daarmee tot wijzigingen van de programmering van de beleidsdoorlichtingen. Wijzigingen kunnen daarnaast het gevolg zijn van een andere prioritering. Vertragingen van doorlichtingen worden in een afzonderlijke brief aan de Kamer gemeld.
De volgende beleidsdoorlichtingen voor 2014 en 2015 zijn gewijzigd ten opzichte van de begroting 2014:
• Voor beleidsartikel 6 (Investeringen krijgsmacht) was nog geen beleidsdoorlichting opgenomen. Daarvoor is nu de evaluatie van het Defensie Materieel Proces in 2015 opgenomen;
• De beleidsdoorlichting «Wijziging samenstelling Koninklijke Marine (2005)» zal vanwege een gewijzigde prioritering niet in 2014 worden voltooid, maar in 2015. Dit houdt verband met de nieuwe evaluatie van het Defensie Materieel Proces en de introductie van een Interdepartementaal Beleidsonderzoek (IBO) naar wapensystemen;
• De eindevaluatie SPEER zal aanvangen na voltooiing van de basisimplementatie ERP. Sinds de begroting 2014 is dit met een half jaar vertraagd tot midden 2015. Het gevolg hiervan is dat de eindevaluatie niet in 2015 maar in 2016 gereed zal zijn;
• De evaluatie van de veteranenzorg en de ondersteuning van het defilé Wageningen zal op andere wijze gebeuren. Dit hangt samen met de Veteranenwet die per 1 juli 2014 in werking is getreden, tezamen met het Veteranenbesluit en de regeling voor volledige schadevergoeding en de ereschuld. In 2016 zal het veteranenbeleid voor zover mogelijk aan de hand van effecten, doelstellingen en meetbare resultaten worden beschreven in de Veteranennota. Op grond hiervan kan het veteranenbeleid in 2017 worden geëvalueerd. De ontwikkelingen m.b.t. de ondersteuning van het defilé Wageningen zullen worden verwerkt in de Veteranennota van 2016.
• Met de overheveling van het Budget Internationale Veiligheid naar de defensiebegroting in 2015 zal Defensie ook de evaluatie uitvoeren. De evaluatie wordt opgesteld in samenwerking met het Ministerie van Buitenlandse Zaken en de Inspectie Ontwikkelingssamenwerking en Beleidsevaluatie.
Voor 2018 en 2019 zijn doorlichtingen opgenomen die de KMar, het CLSK en de investeringen betreffen. Met deze toevoegingen wordt voldaan aan de eis om beleidsthema’s binnen de gestelde termijn van zeven jaar door te lichten.
V afgehandeld
X = in uitvoering of in planning
Garanties en achterborgstellingen
Defensie heeft sinds 2003 een overeenkomst met de Vereniging Verbond van Verzekeraars over de verzekerbaarheid van defensiepersoneel voor personeel dat deelneemt aan vredes- en humanitaire operaties. De overeenkomst regelt de verhouding tussen het Ministerie van Defensie en de Vereniging. Het doel hiervan is de belemmeringen weg te nemen die defensieambtenaren in het maatschappelijk verkeer ondervinden als gevolg van uitsluitingsclausules bij levensverzekeringen die zijn gekoppeld aan de financiering van een woning.
Bij het sluiten van levensverzekeringen in het algemeen en de vaststelling van de hoogte van de premie is geen rekening gehouden met het verhoogde risico op overlijden in geval van deelname aan vredes- en humanitaire missies. Zodra defensiepersoneel met een dergelijke levensverzekering bij een bij de Vereniging aangesloten verzekeraar tijdens deelname aan vredes- en humanitaire missies komt te overlijden, zal binnen de kaders van de overeenkomst – ondanks een eventuele molestclausule – tot uitkering worden gekomen. Dit is van toepassing als de aan de woningfinanciering gekoppelde levensverzekeringen kleiner is dan € 400.000 per situatie. Defensie vergoedt de verzekeraar de helft, zodra die tot uitkering overgaat.
Defensie geeft invulling aan zorg voor personeel dat op uitzending is in het kader van vredes- en humanitaire operaties. Daartoe behoort het treffen van adequate veiligheidsvoorzieningen tijdens de uitvoering van dergelijke operaties, zoals passende bewapening, uitrusting en faciliteiten zoals huisvesting. Met de overeenkomst wordt mede invulling gegeven aan een zorgaspect dat daaraan gerelateerd is.
Er wordt uitgegaan van een nulraming. De overeenkomst is potentieel van toepassing op een kleine groep, waarvan de omvang vooraf niet te bepalen is. Er wordt geen aanvullende premie gevraagd aan de uitgezonden defensieambtenaren, er bestaat geen begrotingsreserve. Mocht een beroep worden gedaan op de regeling, dan komt dit ten laste van de defensiebegroting.
De duur van de overeenkomst is vijf jaar met een stilzwijgende verlenging voor onbepaalde tijd met een opzegtermijn van een jaar. De regeling wordt periodiek geëvalueerd. De overeenkomst kent geen plafond.
De afgelopen vijf jaar is eenmalig sprake geweest van een uitkering.
Artikel (Bedragen x € 1.000) |
Omschrijving |
Uitstaande garantie 2013 |
Geraamd te verlenen 2014 |
Geraamd te vervallen 2014 |
Uitstaande garanties 2014 |
Garantieplafond 2014 |
Geraamd te verlenen 2015 |
Geraamd te vervallen 2015 |
Uitstaande garanties 2015 |
Garantie plafond 2015 |
Totaal plafond |
---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|
Artikel 8 – Ondersteuning krijgsmacht door Commando DienstenCentra |
Garantie overeenkomst vredes- en humanitaire operaties |
0 |
0 |
0 |
0 |
0 |
0 |
0 |
0 |
0 |
n.v.t. |
Totaal |
0 |
0 |
0 |
0 |
0 |
0 |
0 |
0 |
0 |
Algemene doelstelling
De krijgsmacht is er voor de verdediging en bescherming van de belangen van het Koninkrijk, alsmede voor de handhaving en de bevordering van de internationale rechtsorde. Tevens ondersteunt de krijgsmacht civiele autoriteiten bij rechtshandhaving, rampenbestrijding en humanitaire hulp, zowel nationaal als internationaal. Om deze taken te kunnen uitvoeren stelt Defensie militaire eenheden gereed die daarvoor kunnen worden ingezet.
Rol en verantwoordelijkheid Minister
De Minister is verantwoordelijk voor de beschikbaarstelling en inzet van eenheden om de veiligheid van het eigen en bondgenootschappelijk grondgebied te handhaven. Verder is de Minister in samenwerking met bondgenoten verantwoordelijk voor de uitvoering van bijdragen aan missies voor conflictpreventie, crisisbeheersing en vredesopbouw, zowel in Europa als daarbuiten. Het Koninkrijk der Nederlanden draagt daarmee bij aan de handhaving en bevordering van de internationale rechtsorde. De eenheden kunnen ook worden ingezet voor nationale taken en het verlenen van (internationale) noodhulp.
Beleidswijzigingen
In het begrotingsjaar 2014 zijn Nederlandse bijdragen aan de volgende missies aangevangen dan wel verlengd:
• KFOR (verlenging);
• EULEX Kosovo (verlenging);
• EUFOR Althea (verlenging);
• UNDOF (verlenging);
• Operatie Active Fence (Patriot-inzet in Turkije; verlenging);
• MFO (Multinational Force of Observers; verlenging);
• EUBAM Rafah (verlenging);
• ISAF (bijdrage stafofficieren aan staf ISAF HQ en IJC; verlenging);
• EUNAVFOR Atalanta (antipiraterij; verlenging);
• Operatie Ocean Shield (antipiraterij; verlenging);
• EUTM Somalië (verlenging);
• MINUSMA (Multidimensional Integrated Stabilization Mission Mali; nieuwe missie);
• EUTM Mali (verlenging);
• UNMISS (United Nations Mission in the republic of South Sudan, verlenging);
• EUFOR RCA (European Union Force Republique Centrafricaine, nieuwe missie);
• UNAMA (United Nations Assistance Mission in Afghanistan, verlenging).
Voor 2015 worden nog besluiten voorzien over de verlenging van de lopende missies of de aanvang van nieuwe missies. Vanaf 2015 wordt het Budget voor Internationale Veiligheid (BIV) opgenomen op de begroting van Defensie. Jaarlijks wordt de inzet voor veiligheidssectorhervormingen en vredes- en capaciteitsopbouw overgeheveld naar het Ministerie van Buitenlandse Zaken en Buitenlandse Handel en Ontwikkelingssamenwerking.
Budgettaire gevolgen van beleid en budgetflexibiliteit
2013 |
2014 |
2015 |
2016 |
2017 |
2018 |
2019 |
|
---|---|---|---|---|---|---|---|
Verplichtingen |
153.728 |
248.374 |
304.026 |
257.632 |
257.632 |
257.632 |
257.631 |
Uitgaven |
177.246 |
248.374 |
304.026 |
257.632 |
257.632 |
257.632 |
257.631 |
waarvan juridisch verplicht |
5% |
||||||
Uitgaven na uitdelen vanuit het BIV |
252.526 |
206.132 |
206.132 |
206.132 |
206.131 |
||
Programma uitgaven |
177.246 |
248.374 |
304.026 |
257.632 |
257.632 |
257.632 |
257.631 |
Opdracht Inzet |
|||||||
– Crisisbeheersingsoperaties (HGIS) |
170.420 |
232.674 |
293.350 |
250.000 |
250.000 |
250.000 |
250.000 |
– Crisisbeheersingsoperaties (HGIS); Waarvan nog uit te delen vanuit BIV tbv geplande activiteiten bij de defensieonderdelen 1 |
59.500 |
59.500 |
59.500 |
59.500 |
59.500 |
||
– Financiering nationale inzet krijgsmacht |
2.581 |
2.300 |
2.376 |
2.332 |
2.332 |
2.332 |
2.331 |
– Overige inzet |
4.245 |
13.400 |
16.300 |
13.300 |
13.300 |
13.300 |
13.300 |
– Correctie Overige inzet i.v.m. nog te ontvangen bijdrage vanuit het BIV t.b.v. oefeningen1 |
-8.000 |
-8.000 |
-8.000 |
-8.000 |
-8.000 |
||
Ontvangsten |
4.807 |
6.707 |
6.707 |
32.207 |
32.207 |
6.707 |
6.707 |
Programma ontvangsten |
|||||||
– Crisisbeheersingsoperaties (HGIS) |
1.603 |
1.407 |
1.407 |
26.907 |
26.907 |
1.407 |
1.407 |
– Overige inzet |
3.204 |
5.300 |
5.300 |
5.300 |
5.300 |
5.300 |
5.300 |
Het aandeel «juridisch verplicht» heeft betrekking op overeenkomsten voor lopende missies en inzet. Voor 2015 gaat het om 5 procent.
Toelichting op de instrumenten
Toelichting algemeen
Binnen artikel 1 Inzet worden de defensie-uitgaven voor inzet voor internationale veiligheid verantwoord en de uitgaven voor nationale inzet begroot en verantwoord.
Toelichting op inzet voor internationale veiligheid
De inzet van Defensie voor internationale veiligheid wordt met ingang van 2014 gefinancierd vanuit het BIV. Uit het budget kunnen zowel activiteiten in het kader van officiële ontwikkelingshulp (Official Development Assistance; ODA) als non-ODA activiteiten, militair of civiel, worden gefinancierd. Alle middelen blijven deel uitmaken van de Homogene groep Internationale Samenwerking (HGIS) en vallen met ingang van deze begroting onder de begrotingsverantwoordelijkheid van de Minister van Defensie. Na de jaarlijkse interdepartementale besluitvorming worden de middelen gefaseerd toegekend aan andere begrotingsartikelen binnen de HGIS. Tevens worden de middelen van BH&OS en BZ in het kader van BIV (€ 60 miljoen) op dit artikel geraamd. Dit wordt gemeld aan de Kamer bij eerste of tweede suppletoire begroting of in de slotwet.
De post «correctie Overige inzet i.v.m. nog te ontvangen bijdrage vanuit het BIV t.b.v. oefeningen» is opgenomen, omdat in de planning al rekening wordt gehouden met uit te voeren activiteiten voor de inzet van VPD’s, maar de middelen hiervoor zijn nog niet beschikbaar gesteld vanuit het BIV. Dit is afhankelijk van de jaarlijkse besluitvorming.
Overzicht missies
(bedragen x € 1.000) |
2015 |
2016 |
2017 |
2018 |
2019 |
---|---|---|---|---|---|
Overzicht crisisbeheersingsoperaties |
|||||
Afghanistan (inclusief redeployment PTG) |
10.400 |
5.000 |
|||
Combined Maritime Forces (CMF) |
250 |
||||
Netherlands Liaison Team CENTCOM (NLTC) |
175 |
||||
United Nations Disengagement Observer Force (UNDOF) |
80 |
||||
United Nations Truce Supervision Organisation (UNTSO) |
600 |
600 |
600 |
600 |
600 |
Missies Algemeen |
5.500 |
5.500 |
5.500 |
5.500 |
5.500 |
Multinational Force & Observers (MFO) |
10 |
||||
Active Fence (Patriots Turkije) |
10.500 |
5.000 |
|||
European Union Training Mission Somalië (EUTM Somalië) |
300 |
||||
United Nations Multidimensional Integrated Stabilization Mission in Mali (MINUSMA) |
80.850 |
16.000 |
10.000 |
||
Contributies |
33.000 |
33.000 |
33.000 |
33.000 |
33.000 |
Totaal |
141.540 |
65.100 |
49.100 |
39.100 |
39.100 |
Specifieke toelichting per missie
Afghanistan
International Security Assistance Force (ISAF) heeft een VN-mandaat om de Afghaanse regering te assisteren bij het handhaven en verbeteren van de veiligheid, zodat de Afghaanse regering en ontwikkelingsorganisaties in een veilige omgeving kunnen opereren. De Nederlandse bijdrage aan ISAF is in 2014 deels beëindigd. Op 1 juli 2014 is begonnen met de redeployment van de Air Task Force (ATF) uit Mazar-e-Sharif.
Daarnaast levert Nederland een personele bijdrage aan de hoofdkwartieren van ISAF, het daaronder geplaatste operationeel hoofdkwartier (ISAF Joint Command – IJC) en aan de trainingsmissie NATO Training Mission Afghanistan (NTM-A).
Combined Maritime Forces (CMF)
De CMF richten zich op de strijd tegen het internationale terrorisme en op piraterijbestrijding. Nederland levert twee militairen aan de staf van het hoofdkwartier van de CMF in Bahrein. Deze deelneming is gekoppeld aan de Nederlandse deelname aan Navo operatie Ocean Shield en EUNAVFOR Atalanta.
Netherlands Liaison Team CENTCOM (NLTC)
In verband met de coördinatie en het volgen van de ontwikkelingen in de Verenigde Staten in de strijd tegen het internationale terrorisme en de operaties, die worden uitgevoerd onder CENTCOM, levert Nederland vier militairen aan NLTC in Tampa (Verenigde Staten). Deze capaciteit wordt periodiek geëvalueerd.
United Nations Disengagement Observer Force (UNDOF)
UNDOF is een VN-waarnemingsmissie die sinds 1974 op de Golan toeziet op de handhaving van het staakt-het-vuren tussen Syrië en Israël (VNVR-resolutie 350). Daarnaast levert UNDOF bescherming aan de UNTSO missie waaraan Nederland waarnemers levert. Nederland levert sinds september 2013 twee stafofficieren aan UNDOF. Het Nederlands mandaat is verlengd tot 1 september 2015.
United Nations Truce Supervision Organisation (UNTSO)
UNTSO ziet toe op de naleving van de bestaande bestandsafspraken tussen de landen in de regio rond Israël. Nederland levert in 2015 twaalf officieren voor verschillende waarnemersgroepen in Syrië, Israël, en Libanon en op het hoofdkwartier van UNTSO te Jeruzalem. Er is geen einddatum voor deze bijdrage voorzien.
Multinational Forces and Observers (MFO)
MFO is een onafhankelijke organisatie die in de Sinaï toezicht houdt op de naleving van de Camp David vredesakkoorden tussen Israël en Egypte uit 1979. De missie kent geen mandaat van de Verenigde Naties, maar komt overeen met een artikel 6 peacekeeping operatie. De Nederlandse bijdrage bestaat uit vier militairen. Het mandaat voor deze bijdrage is verlengd tot 1 februari 2015.
Operation Active Fence (inzet Patriots Turkije)
De inzet van de Patriot-eenheden ter bescherming van de bevolking en het grondgebied van Navo-bondgenoot Turkije en de-escalatie van de crisis langs de zuidoostelijke grenzen van het bondgenootschap loopt tot eind januari 2015. Het budget van € 15,5 miljoen is nodig voor de redeployment en het weer inzetbaar maken van het materieel na terugkeer van de missies.
European Union Training Mission Somalië
Met EUTM Somalië levert de EU een bijdrage aan de ontwikkeling van de veiligheidssector van Somalië door middel van training, mentor- en adviescapaciteit ter versterking van de Somali Federal Government (SFG). De Nederlandse bijdrage aan EUTM bestaat uit maximaal 15 militairen. De EU heeft naar aanleiding van de Strategic Review besloten om de EU trainingsmissie in Somalië (EUTM) te verlengen tot en met 31 maart 2015.
United Nations Multidimensional Integrated Stabilization Mission in Mali (MINUSMA)
Met de VN-missie MINUSMA begeleidt de VN Mali naar een functionerende overheid die veiligheid en andere diensten aan de bevolking levert in het hele land. De Nederlandse bijdrage van bijna 450 militairen is gericht op een militaire niche-capaciteit, namelijk inlichtingen en verkenningen. Daarnaast draagt Nederland bij aan de VN-missie met drie Chinook helikopters voor transport en medische evacuatie. Hiermee voorziet Nederland de VN van kritieke behoeftes in de missie. Het Nederlands mandaat loopt tot eind december 2015.
European Union Training Mission Mali (EUTM Mali)
Met EUTM Mali levert de EU een bijdrage aan de bevordering van de capaciteit van operationele eenheden en de hervorming van de commandostructuur van het Malinese leger. Het mandaat van de missie loopt tot en met 18 mei 2016. Nederland levert een militair aan het Belgische detachement dat aan de trainingsmissie deelneemt. De Nederlandse bijdrage staat gepland tot het einde van het mandaat van de missie.
Opbouw regionale vredeshandhavingscapaciteit
Security Sector Development (SSD) Burundi
Nederland heeft in april 2009 een Memorandum of Understanding (MoU) gesloten met de Burundese regering met afspraken over de samenwerking op het gebied van de hervorming van de veiligheidssector voor een periode van acht jaar. Het programma richt zich op de verdere professionalisering van het Burundese leger. Nederland heeft daartoe drie functionarissen in Burundi geplaatst die samenwerken met een Burundees projectteam. Deze bijdrage heeft een doorlopend mandaat.
Africa Contingency Operations Training and Assistance (ACOTA)
ACOTA is een door de Verenigde Staten geleid programma ter versterking van de capaciteit van Afrikaanse partnerlanden om VN/Afrikaanse Unie-gemandateerde vredesmissies in Afrika uit te voeren. Nederland ondersteunt het programma financieel en sinds 2008 ook militair. Defensie levert jaarlijks 10 tot 15 personele bijdragen aan ACOTA-trainingen in Burundi, Oeganda, Rwanda en Niger.
Regional Fusion and Law Enforcement Center Safety and Security at Sea (REFLECS3)
REFLECS3, voorheen het Regional Anti-Piracy Prosecution and Intelligence Center (RAPPICC) op de Seychellen, is een multidisciplinair en multinationaal samenwerkingsverband op Brits initiatief dat uitvoering geeft aan de United Nations Convention on Transnational Crime, artikel 19 (joint investigative bodies). Begin 2012 heeft Nederland een overeenkomst gesloten over deelneming aan dit samenwerkingsverband, waaronder het leveren van opsporingsambtenaren met een specialisatie in piraterij. Hierdoor is het mogelijk Nederlandse operationele en strafrechtelijke informatie eenvoudiger met andere landen te delen. Eén militair van de Koninklijke Marechaussee is werkzaam in het REFLECS3.
European Union Border Assistance Mission Rafah (EUBAM RAFAH)
EUBAM Rafah heeft als taak om de grensbewaking van het Rafah Crossing Point door de Palestijnse Autoriteit (PA) te monitoren en te begeleiden. Sinds de machtsovername door Hamas in de Gaza-strook in juni 2007 is de missie opgeschort. Nederland heeft drie marechaussees op stand-by staan die kunnen worden uitgezonden in het geval van reactivering van de missie.
United States Security Coordinator (USSC)
USSC beoogt de Palestijnse veiligheidssector te professionaliseren, als basisvoorwaarde voor een levensvatbare toekomstige Palestijnse staat en om een veilige leefomgeving voor de Palestijnse burgers en de regio te creëren. Nederland leverde vijf militairen. Het Nederlands mandaat loopt tot 31 december 2015.
Contributies
Nederland draagt bij aan de gemeenschappelijke uitgaven voor crisisbeheersings-operaties van de Navo en de EU. Dit staat los van een eventuele Nederlandse deelneming aan een specifieke missie van de Navo of de EU. Tevens is hierin opgenomen de jaarlijkse bijdrage aan de Strategic Airlift Capability (SAC) C-17, gehuisvest op Papa Air Base te Hongarije. Dit is een internationaal samenwerkingsverband van tien Navo-lidstaten en twee EU-partners die samen drie C-17 transportvliegtuigen beheren.
Toelichting op nationale inzet
De ministers van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties, Veiligheid en Justitie en Defensie hebben bestuursafspraken gemaakt over de gegarandeerde beschikbaarheid van militaire (specialistische) capaciteiten voor nationale veiligheid, crisisbeheersing en de operationele aansturing daarvan onder civiel gezag (Bestuursafspraken inzake intensivering civiel militaire samenwerking).
Defensie levert de volgende vormen van ondersteuning aan de civiele autoriteiten, zowel in Nederland als in het Caribisch deel van het Koninkrijk:
• Structurele nationale taken:
○ Inzet van de Koninklijke Marechaussee voor politietaken zoals beschreven in artikel 4 van de Politiewet 2012:
○ Beveiliging Koninklijk Huis;
○ Politietaak ten behoeve van Defensie;
○ Politietaak op Schiphol en andere aangewezen luchthavens;
○ Beveiliging burgerluchtvaart;
○ Verlening van bijstand aan en samenwerking met de politie alsmede assistentieverlening bij grensoverschrijdende criminaliteit;
○ Politietaak op plaatsen onder beheer van de Minister van Defensie, op aangewezen verboden plaatsen en de ambtswoning van de Minister-President;
○ Uitvoering van vreemdelingentaken op basis van de Vreemdelingenwet 2000;
○ Bestrijding van mensensmokkel en van fraude met reis- en identiteitsdocumenten;
○ Beveiligingswerkzaamheden voor De Nederlandsche Bank N.V.
○ Kustwacht Nederland;
○ Kustwacht Caribisch gebied;
○ Explosievenopruiming;
○ Luchtruimbewaking/bestrijding luchtvaartterrorisme, waaronder de Quick Reaction Alert (QRA) van twee bewapende F-16’s;
○ Bijzondere bijstandseenheden, waaronder de Unit Interventie Mariniers (UIM), een Aanhoudings- en Ondersteuningseenheid van de Koninklijke Marechaussee en een personele bijdrage aan de Dienst Speciale Interventies (DSI) van de Landelijke Eenheid van de Nationale Politie;
○ Calamiteitenhospitaal;
○ Patiëntenvervoer van en naar de Waddeneilanden 2;
○ Hydrografische opneming van de zeebodem en de verwerking daarvan tot zeekaarten.
• Incidentele nationale taken:
○ Militaire bijstand op grond van de Politiewet 2012:
○ Ondersteuning van de handhaving van de openbare orde;
○ Ondersteuning van de strafrechtelijke handhaving van de rechtsorde.
○ Militaire bijstand op grond van de Wet Veiligheidsregio’s;
○ Militaire steunverlening in het openbaar belang.
Naast de uitvoering van de structurele taken worden op hoofdlijnen de volgende incidentele inzetten verwacht die vallen onder de uitvoering van Militaire Bijstand en Militaire Steunverlening.
Indicatieve inzet in 2015 |
betreft |
aantal |
artikel |
---|---|---|---|
Explosieven opruiming |
Aantal ruimingen |
1.900 |
CLAS/FNIK |
Explosieven opruiming Noordzee |
Aantal ruimingen |
40 |
CZSK |
Duikassistentie |
Aantal aanvragen |
10 |
CZSK/FNIK |
Strafrechtelijke handhaving rechtsorde |
Aantal aanvragen |
30 |
CZSK/FNIK |
Patiëntenvervoer |
Aantal uitgevoerde transporten |
100 1 |
CLSK |
Onderscheppingen luchtruim |
Aantal onderscheppingen |
5 |
CLSK |
Strafrechtelijke handhaving rechtsorde |
Aantal aanvragen |
100 |
KMAR/CLAS/FNIK |
Handhaving openbare orde en veiligheid |
Aantal aanvragen |
30 |
KMAR/FNIK |
Wet veiligheidsregio |
Aantal aanvragen |
10 |
KMAR/CLAS/FNIK |
Militaire steunverlening in het openbaar belang |
Aantal aanvragen |
40 |
Alle krijgsmachtdelen/FNIK |
Bijstand Caribisch gebied |
Aantal aanvragen |
10 |
CZSK/FNIK |
Toelichting: In de rechter kolom staat het artikel dat de uitgaven draagt die worden gemaakt om de taken te kunnen uitvoeren. Indien de inzet voldoet aan de criteria, worden de additionele uitgaven met FNIK verrekend. Soms zijn er meer krijgsmachtdelen die de taken kunnen uitvoeren.
Aantal is gehalveerd ten opzichte van het langjarig gemiddelde in verband met de beleidswijziging patiëntenvervoer, zie Beleidsartikel 4 Taakuitvoering luchtstrijdkrachten / beleidswijzigingen.
De additionele uitgaven die het gevolg zijn van de uitvoering van militaire bijstand en militaire steunverlening worden gefinancierd uit het budget Financiering Nationale Inzet Krijgsmacht (FNIK). Hiervoor hebben het Ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties, het Ministerie van Veiligheid en Justitie en het Gemeentefonds gezamenlijk structureel € 2,3 miljoen overgeheveld naar de defensiebegroting. Deze bijdrage is bedoeld voor routinematige incidentele inzetten. Indien er sprake is van uitzonderlijke inzet die niet binnen de voorziening kan worden opgevangen, zoals in 2014 de ondersteuning door Defensie aan de NSS, worden met de betrokken partijen afzonderlijke afspraken gemaakt over de verrekening.
Toelichting op overige inzet
Nederland organiseert in 2015 een internationale Cyberconferentie. Voor de voorbereiding kan gebouwd worden op de ervaringen die zijn opgedaan bij de organisatie van andere grootschalige internationale conferenties, waaronder de Nuclear Security Summit. In de ministerraad is besloten dat de Cyber conferentie een sober karakter krijgt. De kosten van de conferentie worden verdeeld over de betrokken departementen: het Ministerie van Buitenlandse Zaken draagt 50 procent van de kosten en de ministeries van Veiligheid en Justitie, Defensie en Economische Zaken nemen de overige 50 procent voor hun rekening. Het benodigde bedrag voor Defensie is via een claim ten laste gebracht van HGIS en toegevoegd aan artikel 1 Inzet.
Vessel Protection Detachments (VPD’s)
In overleg met reders is de maximaal beschikbare VPD-capaciteit in 2012 uitgebreid tot 175 inzetten. In de begroting is dekking zeker gesteld voor dit volume. De veiligheids-situatie in het operatiegebied waar de VPD’s worden ingezet bepaalt mede wat de definitieve vraag van de reders wordt. Op basis van de huidige veiligheidssituatie en de daaraan gekoppelde vraag wordt verwacht dat in 2015 tussen de 75 en 100 VPD’s worden ingezet. De additionele uitgaven bestaan hoofdzakelijk uit toelagen, reis- en verblijfskosten alsmede de kosten van de opslag van materieelpakketten in de regio. De Nederlandse reders dragen bij aan de uitgaven voor de VPD’s.
Toelichting op ontvangsten
Ontvangsten crisisbeheersingsoperaties (HGIS)
De ontvangsten hebben voornamelijk betrekking op de verrekening met de EU, de Navo en VN-partners van de door Nederland in het verleden (incidenteel) geleverde diensten, goederen of ingezette personele en materiële middelen.
Ontvangsten overige inzet
Dit betreft de bijdrage van de reders voor de inzet van VPD’s (€ 5,3 miljoen).
Algemene doelstelling
De zeestrijdkrachten leveren operationeel gerede maritieme expeditionaire capaciteit, zowel vloot als mariniers, voor nationale en internationale operaties.
Rol en verantwoordelijkheid Minister
De Minister is verantwoordelijk voor de vaststelling van de omvang en samenstelling van de zeestrijdkrachten en van de mate van gereedheid van maritieme eenheden. Voor de maritieme capaciteit van de krijgsmacht is het Commando Zeestrijdkrachten (CZSK) verantwoordelijk voor het operationeel gereedstellen en in stand houden van de eenheden. De zeestrijdkrachten zijn inzetbaar voor zowel expeditionaire als voor nationale taken.
Indicatoren algemene doelstelling
In de onderstaande tabel staan de operationeel gerede eenheden en het voortzettingsvermogen van het CZSK voor 2015 tot en met 2019. De genoemde gereedheidsdoelstellingen worden permanent gerealiseerd.
Groep |
Organieke component |
Totaal aantal |
Operationeel gereed |
Voortzettingsvermogen |
|
---|---|---|---|---|---|
Staf |
NLMARFOR |
1 |
1 |
0 |
|
Vlooteenheden |
Fregatten |
LC-fregat |
4 |
2 |
2 |
M-fregat |
2 |
1 |
1 |
||
Patrouilleschepen |
4 |
2 |
2 |
||
Bevoorradingsschip 1 |
0->1 |
0->1 |
0 |
||
Landing Platform Docks |
2 |
1 |
1 |
||
Onderzeeboten |
4 |
1 |
3 |
||
Ondersteuningsvaartuig OZD |
1 |
0,2 2 |
0,8 |
||
Mijnenbestrijdingsvaartuigen |
6 |
3 |
3 |
||
Hydrografische opnemingsvaartuigen |
2 |
1 |
1 |
||
Marinierseenheden |
Marines Combat Group |
2 |
1 |
1 |
|
Surface Assault & Training Group 3 |
1 |
0,5 |
0,5 |
||
Sea-based Support Group |
1 |
1 |
0 |
||
Squadron NLMARSOF |
2 |
1,5 |
0,5 |
||
Commandant der Zeemacht in het Caribisch gebied (CZMCARIB) |
Infanteriecompagnie Curaçao |
1 |
1 |
0 |
|
Marinierscompagnie Caribisch gebied |
1 |
1 |
0 |
||
Infanteriepeloton Sint Maarten |
1 |
1 |
0 |
||
Boottroop Caribisch gebied |
1 |
1 |
0 |
||
Ondersteuningsvaartuig Caribisch gebied |
1 |
0,72 |
0,3 |
||
Overige eenheden |
Defensie Duikgroep |
1 |
1 |
0 |
Toelichting: De gereedheidsdoelstellingen per operationeel commando worden weergegeven in de doelstellingenmatrix. In de kolom «Totaal aantal» staat vermeld hoeveel eenheden er zijn. Deze eenheden zijn daarnaast verdeeld over de kolommen «Operationeel gereed» en «Voortzettingsvermogen». In de kolom «Operationeel gereed» is weergegeven hoeveel eenheden permanent beschikbaar zijn als directe bijdrage aan de inzetbaarheidsdoelstellingen. In de kolom «Voortzettingsvermogen» zijn de overige eenheden weergegeven. Deze eenheden zijn weliswaar aan het opwerken, maar zijn inzetbaar afhankelijk van de aard, duur en ambitie van de opdracht.
Zr.Ms. Amsterdam is in 2014 verkocht, JSS is volgens planning eind 2015 operationeel gereed;
Deze waarden betreffen een gemiddelde gereedheid over het jaar, omdat dit unieke, ondeelbare eenheden betreft.
Een Surface Assault & Training Group bestaat uit twee Landing Craft & Control Teams, waarvan er een Operationeel Gereed is en een tot het voorzettingsvermogen behoort.
Beleidswijzigingen
De volgende beleidswijzigingen zijn opgetreden na het uitkomen van de nota In het belang van Nederland:
Marinierscompagnie Aruba
De extra middelen uit het begrotingsakkoord 2013 hebben het mogelijk gemaakt de voorgenomen maatregel terug te draaien om eenheden van het CLAS en het CZSK te laten rouleren op Aruba. De permanente aanwezigheid op Aruba is een taak van het Korps Mariniers.
Joint Support Ship (JSS)
Na oplevering wordt het JSS in dienst gesteld met het oog op internationale samenwerking. In eerste instantie wordt het schip vanaf eind 2015 ingezet voor de maritieme bevoorradingsfunctie. Zr.Ms. Amsterdam is in 2014 verkocht.
Behoud van de Marinierskazerne Rotterdam
Op grond van de uitkomsten van de business case van de Van Ghentkazerne, waarvan andere overheidsdiensten eveneens gebruik gaan maken, is besloten dat de Van Ghentkazerne behouden blijft.
Budgettaire gevolgen van het beleid en budgetflexibiliteit
2013 |
2014 |
2015 |
2016 |
2017 |
2018 |
2019 |
|
---|---|---|---|---|---|---|---|
Verplichtingen |
697.563 |
721.334 |
696.160 |
675.413 |
670.782 |
663.370 |
663.243 |
Uitgaven |
711.618 |
721.334 |
696.160 |
675.413 |
670.782 |
663.370 |
663.243 |
Waarvan juridisch verplicht |
84% |
||||||
Uitgaven incl. nog te ontvangen bijdrage vanuit BIV |
700.610 |
676.863 |
675.232 |
667.820 |
667.693 |
||
Programma uitgaven |
155.982 |
133.137 |
124.517 |
121.080 |
118.879 |
114.886 |
114.801 |
Opdracht Gereedstelling en instandhouding Commando ZSK |
155.982 |
133.137 |
124.517 |
121.080 |
118.879 |
114.886 |
114.801 |
– Gereedstelling |
59.002 |
20.609 |
18.877 |
18.721 |
18.715 |
14.071 |
14.060 |
– Correctie Gereedstelling i.v.m. nog te ontvangen bijdrage vanuit het BIV t.b.v. oefeningen 1 |
– 4.450 |
– 4.450 |
– 4.450 |
– 4.450 |
– 4.450 |
||
– Instandhouding |
96.980 |
99.028 |
93.292 |
96.828 |
91.633 |
92.284 |
92.210 |
– Bijdrage aan agentschap |
13.500 |
16.798 |
12.981 |
12.981 |
12.981 |
12.981 |
|
– waarvan bijdrage RWS |
13.500 |
16.798 |
12.981 |
12.981 |
12.981 |
12.981 |
|
Apparaatsuitgaven |
555.636 |
588.197 |
571.643 |
551.333 |
551.903 |
548.484 |
548.442 |
Personele uitgaven |
491.414 |
529.641 |
509.112 |
489.997 |
490.715 |
487.687 |
488.173 |
– waarvan eigen personeel |
491.414 |
525.941 |
509.112 |
489.997 |
490.715 |
487.687 |
488.173 |
– waarvan externe inhuur |
3.700 |
||||||
Materiële uitgaven |
64.222 |
58.556 |
62.531 |
61.336 |
61.188 |
60.797 |
60.269 |
– waarvan ICT |
2.139 |
3.018 |
3.214 |
2.657 |
2.656 |
2.656 |
2.656 |
– waarvan overige exploitatie |
57.376 |
52.738 |
55.989 |
55.512 |
55.365 |
54.974 |
54.446 |
– waarvan bijdrage aan SSO Paresto |
2.800 |
3.328 |
3.167 |
3.167 |
3.167 |
3.167 |
|
Apparaatsontvangsten |
18.882 |
19.951 |
19.951 |
19.951 |
19.951 |
19.951 |
19.951 |
Het aandeel «juridisch verplicht» heeft betrekking op programma-uitgaven voor levering van goederen en/of diensten waarvoor Defensie een overeenkomst is aangegaan en op de apparaatsuitgaven die voor het grootste deel bestaan uit personele uitgaven. Voor 2015 gaat het om 84 procent. Het betreft verplichtingen die zijn aangegaan voor de apparaatsuitgaven, de instandhouding van de zeewapensystemen, inzet en de verplichtingen voor het oefenprogramma.
Toelichting op de instrumenten
Programma-uitgaven
Inzet en gereedstelling
De geraamde uitgaven voor inzet zijn gerelateerd aan de vlieguren en de vaardagen van de kustwacht in Nederland en de kustwacht in het Caribisch gebied. De overige inzet wordt verantwoord in beleidsartikel 1 Inzet. De jaarplannen en jaarverslagen van de kustwachten bevatten nadere informatie over hun activiteiten en middelen.
De geraamde uitgaven voor gereedstelling worden gedaan voor opwerk- en oefenactiviteiten.
Bijdrage aan agentschap (onder programma-uitgaven)
Binnen de programma-uitgaven maakt de post «Bijdrage aan agentschap» een onderdeel uit van het instrument Opdracht Gereedstelling en instandhouding Commando ZSK. Het betreft hier de uitgaven aan Rijkswaterstaat (RWS), voor de Rijksbrede Civiele Rederij (RCR). Dit is een baten-lastenagentschap van het Ministerie van Infrastructuur en Milieu (€ 16,4 miljoen voor 2015). De activiteiten die zij verrichten voor het CZSK hebben betrekking op gereedstelling.
Instandhouding
De geraamde uitgaven voor de instandhouding van materieel betreffen het onderhoud van wapensystemen (wapensysteemlogistiek), walinstellingen en procesgebonden installaties en de herbevoorrading van operationele en ondersteunende eenheden (ketenlogistiek).
De post «Correctie Gereedstelling i.v.m. nog te ontvangen bijdrage vanuit het BIV t.b.v. oefeningen» is opgenomen, omdat in het oefenprogramma al rekening wordt gehouden met trainingen en oefeningen ter voorbereiding op de inzet, maar de middelen hiervoor zijn nog niet beschikbaar gesteld vanuit het BIV.
Apparaatsuitgaven
De apparaatsuitgaven bevatten vooral personele uitgaven. Deze uitgaven bestaan hoofdzakelijk uit salarissen, sociale lasten en uitgaven voor toelagen en reiskosten woon-werkverkeer. De personele uitgaven worden besteed aan de volgende aantallen personeel (gemiddelde jaarsterktes):
2013 |
2014 |
2015 |
2016 |
2017 |
2018 |
2019 |
---|---|---|---|---|---|---|
10.236 |
10.192 |
9.913 |
9.632 |
9.613 |
9.583 |
9.583 |
De uitgaven voor huisvesting en ICT zijn met ingang van 2013 overgeheveld naar CDC en DMO. De resterende uitgaven worden gedaan voor de kustwacht.
De overige exploitatie is voor het grootste deel personeelsgebonden. Deze uitgaven bestaan voornamelijk uit opleidingen, dienstreizen en overige materiële uitgaven.
Bijdragen aan SSO’s (onder apparaatsuitgaven)
Om de apparaatsuitgaven binnen de baten-lastenagentschappen beter te laten aansluiten bij de uitgavenbegroting, worden Rijksbreed de betalingen aan de baten-lastenagentschappen zichtbaar gemaakt in de uitgavenbegroting, onder de noemer «waarvan bijdragen aan SSO’s» (Shared Service Organisations). Het betreft hier de uitgaven aan Paresto (€ 3,3 miljoen voor 2015).
Voor een nadere toelichting op de apparaatsuitgaven wordt verwezen naar de personeelsrapportage die periodiek aan de Tweede Kamer wordt aangeboden en het niet-beleidsartikel 10 Centraal apparaat.
Algemene doelstelling
De landstrijdkrachten leveren operationeel gerede grondgebonden expeditionaire capaciteit voor nationale en internationale operaties.
Rol en verantwoordelijkheid Minister
De Minister is verantwoordelijk voor de vaststelling van de omvang en samenstelling van de landstrijdkrachten en van de mate van gereedheid van de grondgebonden eenheden. Voor de grondgebonden capaciteit van de krijgsmacht is het Commando Landstrijdkrachten (CLAS) verantwoordelijk voor het operationeel gereedstellen en in stand houden van de eenheden. De landstrijdkrachten zijn inzetbaar voor zowel expeditionaire als voor nationale taken.
Indicatoren algemene doelstelling
In de volgende tabel staan de operationeel gerede eenheden en het voortzettingsvermogen van het CLAS voor 2015 tot en met 2019. De genoemde gereedheidsdoelstellingen worden permanent gerealiseerd.
Groep |
Organieke component |
Totaal aantal |
Operationeel gereed |
Voortzettingsvermogen |
---|---|---|---|---|
High Readiness Forces (Land) Headquarters |
NLD deel staf HRF HQ |
1 |
1 |
0 |
NLD deel CIS Battalion |
1 |
1 |
0 |
|
NLD deel Staff Support Battalion |
1 |
1 |
0 |
|
Brigade Hoofdkwartier |
Staf |
3 |
1 |
2 |
Verkenningseskadron |
3 |
1 |
2 |
|
ISTAR Module |
5 |
2 |
3 |
|
CIMIC Support Element |
4 |
2 |
2 |
|
Psyops Support Element |
4 |
2 |
2 |
|
(Re)Deployment Taskforce HQ |
Hoofdkwartier OOCL |
1 |
1 |
0 |
Defensie Grondgebonden Luchtverdedigingscommando |
Staf |
1 |
1 |
0 |
Patriot Fire Unit |
3 |
1 |
2 |
|
AMRAAM-Peloton |
2 |
1 |
1 |
|
Stinger-Peloton |
3 |
2 |
1 |
|
Korps Commandotroepen |
Commandotroepencompagnie |
4 |
2 |
2 |
Bataljonstaakgroep |
Gemechaniseerd bataljon/gemotoriseerd bataljon |
4 |
1 |
3 |
Luchtmobiel bataljon |
3 |
1 |
2 |
|
Pantserhouwitser /Mortier batterij |
3 |
2 |
1 |
|
Pantsergeniecompagnie |
4 |
1 |
3 |
|
Luchtmobiel Geniepeloton |
3 |
1 |
2 |
|
CIS-Compagnie |
3 |
1 |
2 |
|
ROLE 1 Medical Treatment Facility |
22 |
9 |
13 |
|
Cybercommando |
Cybercommando |
1 |
0,5 1 |
0,51 |
Combat Support Elements |
Staf Vuursteuncommando |
1 |
1 |
0 |
Staf Geniebataljon |
3 |
1 |
2 |
|
Constructiecompagnie |
2 |
1 |
1 |
|
Brugmodule |
2 |
1 |
1 |
|
CBRN-Compagnie |
2 |
1 |
1 |
|
EODD Ploeg |
48 |
20 |
28 |
|
Combat Service Support Elements |
Bataljonsstaf National Support Element |
1 |
1 |
0 |
Bataljonsstaf Geneeskundig bataljon |
1 |
0,251 |
0,751 |
|
Compagniestaf NSE |
8 |
3 |
5 |
|
Transportcompagnie |
3 |
1,51 |
1,51 |
|
Zware Transportcompagnie |
1 |
0,51 |
0,51 |
|
Clustercompagnie |
2 |
1 |
1 |
|
Dienstencompagnie |
1 |
0,51 |
0,51 |
|
Bevoorradingspeloton |
3 |
1 |
2 |
|
Herstelpeloton |
11 |
5 |
6 |
|
ROLE 2 Medical Treatment Facility |
4 |
2 |
2 |
|
Nationale Reserve |
Bataljon |
3 |
3 |
0 |
Toelichting: De gereedheidsdoelstellingen per operationeel commando worden weergegeven in de doelstellingenmatrix. In de kolom «Totaal aantal» staat vermeld hoeveel eenheden er zijn. Deze eenheden zijn daarnaast verdeeld over de kolommen «Operationeel gereed» en «Voortzettingsvermogen». In de kolom «Operationeel gereed» is weergegeven hoeveel eenheden permanent beschikbaar zijn als directe bijdrage aan de inzetbaarheidsdoelstellingen. In de kolom «Voortzettingsvermogen» zijn de overige eenheden weergegeven. Deze eenheden zijn weliswaar aan het opwerken, maar kunnen ingezet worden, afhankelijk van de aard, duur en ambitie van de opdracht.
De «afgebroken» getallen geven delen van c.q. capaciteiten van (organieke) eenheden weer die operationeel gereedgesteld worden. Dit kunnen subeenheden (pelotons of compagnieën) zijn, dan wel functionaliteiten zoals (staf)adviseurs.
Beleidswijzigingen
Omvorming 13 Gemechaniseerde Brigade naar gemotoriseerde brigade
13 Gemechaniseerde Brigade in Oirschot begint in 2015 met de omvorming naar een gemotoriseerde brigade. Dit betekent dat de CV-90 pantservoertuigen van de twee gemechaniseerde bataljons in deze brigade worden vervangen door een combinatie van wielvoertuigen (Bushmaster, Mercedes-Benz terreinwagen, Fennek en Boxer) waarover Defensie reeds beschikt of die binnenkort bij Defensie instromen. De helft van deze CV-90’s (44 stuks) wordt afgestoten, de andere helft wordt aangehouden voor opleiding en training, als logistieke reserve en voor reservedelen.
In de nieuwe opzet bestaat de operationele kern van het Commando Landstrijdkrachten uit drie capaciteiten waarmee het in alle inzetscenario’s een bijdrage kan leveren: een luchtmobiele brigade, een gemechaniseerde brigade en een gemotoriseerde brigade. De luchtmobiele brigade blijft een belangrijke initial entry 3 capaciteit van de landstrijdkrachten, al dan niet samen met het Korps Commandotroepen. Deze samenwerking, die in het bijzonder het derde luchtmobiele bataljon betreft, is momenteel onderwerp van studie. Het derde bataljon luchtmobiel wordt beperkt opgeleid voor de uitvoering van Air Assault taken.
Inlichtingen
Bij het Joint Intelligence Surveillance, Target Acquisition and Reconnaissance Commando (JISTARC) wordt één verkenningseskadron omgevormd naar een inlichtingenverkenningseskadron dat specialistische verkenningstaken kan uitvoeren. Het tweede verkenningseskadron van JISTARC wordt in 2015 opgeheven en de activiteiten daarvan worden voortgezet door het nieuwe Brigade Verkenningseskadron van 11 Luchtmobiele Brigade. Hierdoor beschikken zowel 11 Luchtmobiele Brigade, de huidige 13 Gemechaniseerde Brigade als 43 Gemechaniseerde Brigade over een Brigade Verkenningseskadron.
Bevoorrading en transport
Het CLAS voert een herschikking uit van de bevoorradings-en transportcapaciteit. Na de overname van de goederenvervoerstaak, als gevolg van de in 2011 in gang gezette reorganisatie, worden deze taak geïntegreerd en wordt de gehele bevoorradings-en transportcapaciteit heringericht en aangepast aan de nieuwe landmachtorganisatie. Hiertoe worden verschillende capaciteiten of subeenheden uit de bevoorradings- en transporteenheden geclusterd in één eenheid, namelijk het Bevoorradings- en Transport (B&T)-commando.
Budgettaire gevolgen van het beleid en budgetflexibiliteit
2013 |
2014 |
2015 |
2016 |
2017 |
2018 |
2019 |
|
---|---|---|---|---|---|---|---|
Verplichtingen |
1.175.948 |
1.163.728 |
1.121.002 |
1.096.057 |
1.093.592 |
1.095.340 |
1.097.114 |
Uitgaven |
1.155.056 |
1.163.728 |
1.121.002 |
1.096.057 |
1.093.592 |
1.095.340 |
1.097.114 |
Waarvan juridisch verplicht |
87% |
||||||
Uitgaven incl. nog te ontvangen bijdrage vanuit BIV |
1.131.452 |
1.106.507 |
1.104.042 |
1.105.790 |
1.107.564 |
||
Programma uitgaven |
154.992 |
132.959 |
151.062 |
165.031 |
167.582 |
171.162 |
171.044 |
Opdracht Gereedstelling en instandhouding Commando LAS |
154.992 |
132.959 |
151.062 |
165.031 |
167.582 |
171.162 |
171.044 |
– Gereedstelling |
87.150 |
54.123 |
51.003 |
51.261 |
51.266 |
51.265 |
51.265 |
Correctie Gereedstelling i.v.m. nog te ontvangen bijdrage vanuit het BIV t.b.v. oefeningen 1 |
– 4.450 |
– 4.450 |
– 4.450 |
– 4.450 |
– 4.450 |
||
– Instandhouding |
67.842 |
78.836 |
104.509 |
118.220 |
120.766 |
124.347 |
124.229 |
Apparaatsuitgaven |
1.000.064 |
1.030.769 |
969.940 |
931.026 |
926.010 |
924.178 |
926.070 |
Personele uitgaven |
931.372 |
944.274 |
901.595 |
864.552 |
859.237 |
855.608 |
856.372 |
– waarvan eigen personeel |
931.372 |
939.695 |
907.095 |
870.552 |
865.237 |
861.608 |
862.372 |
Correctie personele uitgaven i.v.m. nog te ontvangen bijdrage vanuit het BIV t.b.v. civiele militaire capaciteiten1 |
|
|
– 6.000 |
– 6.000 |
– 6.000 |
– 6.000 |
– 6.000 |
– waarvan externe inhuur |
|
4.579 |
500 |
|
|
|
|
Materiële uitgaven |
68.692 |
86.495 |
68.345 |
66.474 |
66.773 |
68.570 |
69.698 |
– waarvan overige exploitatie |
68.692 |
78.095 |
58.489 |
57.065 |
57.364 |
59.161 |
60.289 |
– waarvan bijdrage aan SSO Paresto |
|
8.400 |
9.856 |
9.409 |
9.409 |
9.409 |
9.409 |
Apparaatsontvangsten |
26.772 |
20.523 |
20.523 |
20.523 |
20.523 |
20.523 |
20.523 |
Het aandeel «juridisch verplicht» heeft betrekking op programma-uitgaven voor levering van goederen en/of diensten waarvoor Defensie een overeenkomst is aangegaan en op de apparaatsuitgaven die voor het grootste deel bestaan uit personele uitgaven. Voor 2015 gaat het om 87 procent. Het betreft verplichtingen die zijn aangegaan voor de apparaatsuitgaven, de instandhouding van de landwapensystemen en voor het oefenprogramma.
Toelichting op de instrumenten
Programma-uitgaven
Inzet
De inzet wordt verantwoord in beleidsartikel 1 Inzet.
Gereedstelling
De geraamde uitgaven voor gereedstelling worden gedaan voor oefenactiviteiten.
Instandhouding
De geraamde uitgaven voor de instandhouding van materieel betreffen het onderhoud van wapensystemen (wapensysteemlogistiek) en bevoorrading van operationele en ondersteunende eenheden door het Defensie Bedrijf Grondgebonden Systemen (systeemlogistiek bedrijf).
De post «Correctie Gereedstelling i.v.m. nog te ontvangen bijdrage vanuit het BIV t.b.v. oefeningen» is opgenomen, omdat in het oefenprogramma al rekening wordt gehouden met trainingen en oefeningen ter voorbereiding op de inzet, maar de middelen hiervoor zijn nog niet beschikbaar gesteld vanuit het BIV. Dit is afhankelijk van de jaarlijkse besluitvorming.
Apparaatsuitgaven
De apparaatsuitgaven bevatten vooral personele uitgaven. Deze uitgaven bestaan hoofdzakelijk uit salarissen, sociale lasten en uitgaven voor toelagen en reiskosten woon-werkverkeer. De personele uitgaven worden besteed aan de volgende aantallen personeel (gemiddelde jaarsterktes):
2013 |
2014 |
2015 |
2016 |
2017 |
2018 |
2019 |
---|---|---|---|---|---|---|
20.014 |
19.823 |
19.179 |
19.076 |
18.990 |
18.986 |
18.986 |
De overige exploitatie is voor het grootste deel personeelsgebonden. Deze uitgaven bestaan voornamelijk uit opleidingen, werving, dienstreizen en overige materiële uitgaven.
Bijdragen aan SSO’s
Om de apparaatsuitgaven binnen de baten-lastenagentschappen beter te laten aansluiten bij de uitgavenbegroting, worden Rijksbreed de betalingen aan de baten-lastenagentschappen zichtbaar gemaakt in de uitgavenbegroting onder de noemer «waarvan bijdragen aan SSO’s» (Shared Service Organisations). Het betreft hier de uitgaven voor Paresto (€ 9,9 miljoen voor 2015).
De post «Correctie personele uitgaven i.v.m. nog te ontvangen bijdrage vanuit het BIV t.b.v. civiele militaire capaciteiten» is opgenomen, omdat in de planning rekening wordt gehouden met het beschikbaar stellen van personeel voor het leveren van civiele militaire capaciteiten, maar de middelen hiervoor zijn nog niet beschikbaar gesteld vanuit het BIV. Dit is afhankelijk van de jaarlijkse besluitvorming.
Voor een nadere toelichting op de apparaatsuitgaven wordt verwezen naar de personeelsrapportage die periodiek aan de Tweede Kamer wordt aangeboden en het niet-beleidsartikel 10 Centraal apparaat.
Algemene doelstelling
De luchtstrijdkrachten leveren lucht- en grondgebonden capaciteit voor nationale en internationale operaties.
Rol en verantwoordelijkheid Minister
De Minister is verantwoordelijk voor de vaststelling van de omvang en de samenstelling van de luchtstrijdkrachten en van de mate van gereedheid van de luchtstrijdkrachten.
Voor de lucht- en grondgebonden capaciteit van de krijgsmacht is het Commando Luchtstrijdkrachten (CLSK) verantwoordelijk voor het operationeel gereedstellen en in stand houden van de eenheden. De luchtstrijdkrachten zijn inzetbaar voor zowel expeditionaire taken als voor nationale taken.
Indicatoren algemene doelstelling
In de onderstaande tabel staan de operationeel gerede eenheden en het voorzettingsvermogen van het CLSK voor 2015 tot en met 2019. De genoemde gereedheidsdoelstellingen worden permanent gerealiseerd.
Groep |
Organieke component |
Totaal aantal |
Operationeel gereed |
Voortzettingsvermogen |
---|---|---|---|---|
Jachtvliegtuigen |
F-16 |
61 |
11 |
50 |
Helikopters |
AH-64D Apache |
29 |
10 1 |
19 |
CH-47 Chinook |
17 |
61 |
11 |
|
AS-532 Cougar |
12 2 |
6 |
6 |
|
NH-90 |
13 -> 20 |
2 -> 5 3 |
11 -> 15 |
|
Transport- vliegtuigen |
KDC-10 |
2 |
1 |
1 |
C-130H Hercules |
4 |
2 |
2 |
|
Kustwacht Nederland |
Dornier DO-228 4 |
2 |
1 |
1 |
Unmanned Aerial Systems (UAS) |
MALE UAV eenheid |
1 |
0 5 |
1 |
Force Protection |
OGRV eenheden |
4 |
2 |
2 |
C2 element |
2 |
1 |
1 |
|
Air C4ISR |
Air Operations Control Station (AOCS) |
1 |
1 |
– |
Nationale Datalink Managementcel (NDMC) |
1 |
1 |
– |
Toelichting: De gereedheidsdoelstellingen per operationeel commando worden weergegeven in de doelstellingenmatrix. In de kolom «Totaal aantal» staat vermeld hoeveel eenheden er zijn. Deze eenheden zijn daarnaast verdeeld over de kolommen «Operationeel gereed» en «Voortzettingsvermogen». In de kolom «Operationeel gereed» is weergegeven hoeveel eenheden permanent beschikbaar zijn als directe bijdrage aan de inzetbaarheidsdoelstellingen. In de kolom «Voortzettingsvermogen» zijn de overige eenheden weergegeven. Deze eenheden zijn weliswaar aan het opwerken, maar kunnen ingezet worden, afhankelijk van de aard, duur en ambitie van de opdracht. Ook de permanent in de Verenigde Staten gestationeerde toestellen van het CLSK zijn opgenomen in de doelstellingenmatrix. Het betreft tien F-16’s, acht Apaches en drie Chinooks. Deze zijn permanent in gebruik voor opleidingen en training, maar hebben een operationele configuratie. Het (niet-operationele) F-16 testtoestel wordt voortaan meegeteld in het voortzettingsvermogen.
Toelichting Apache en Chinook: Voor Apache en Chinook worden bemanningen opgeleid tot Deployable Combat Ready. Dit betekent dat voor missies in de hoogste geweldscenario’s, waarbij de tegenstander nog over een werkend luchtverdedigingssysteem beschikt, additionele training benodigd is.
Toelichting Cougar. Met Kamerbrief 2014Z12237 d.d. 27 juni 2014 is aangegeven dat de Cougar meer en langer wordt ingezet om de gevolgen van de introductie vertraging NH-90 te beperken.
Toelichting NH-90: Met Kamerbrief 2014Z12237 d.d. 27 juni 2014 is aangegeven dat de introductie van de NH-90 helikopter vertraging oploopt. Vanaf 1 januari 2015 worden de SAR-taken voor Kustwacht Nederland voor vijf jaar uitbesteed. Ten behoeve van het vlootoptreden is vanaf 1 januari 2015 één NH-90 helikopter beschikbaar.
Toelichting Dornier: Defensie treedt tot november 2017 op als eigenaar, operator en toezichthouder van de Dornier, waarbij een verdere positiebepaling van Kustwacht Nederland noodzakelijk is om de rol van Defensie vanaf november 2017 in te kunnen vullen.
Toelichting MALE UAV eenheid: Het Unmanned Aerial System wordt ingevoerd vanaf 2015. Fully Operational Capability wordt in 2017 bereikt.
Beleidswijzigingen
Omvorming vliegbasis Leeuwarden.
Een deel van de intensivering in de begrotingsafspraken 2013 komt ten goede aan het exploitatiebudget van het Commando Luchtstrijdkrachten (CLSK). Hierdoor komt de maatregel om de vliegbasis Leeuwarden vooruitlopend op de invoering van de F-35 om te vormen van Main Operating Base (MOB) naar een kleinere Deployable Operating Base (DOB) te vervallen. De toekomstige inrichting van de vliegbasis Leeuwarden wordt in de transitieplannen voor de invoering van de F-35 en de MALE UAV opgenomen.
Search and Rescue (SAR) en Patiëntenvervoer ten behoeve van de Waddeneilanden
Op 27 juni 2014 is de Kamer geïnformeerd over de voortgang van het NH-90 project (Kamerstuk 2014Z12237). Zoals daarin geschreven staat tijdens de introductieperiode van de NH-90 de uitvoering van de Search and Rescue (SAR) taken door Defensie onder druk. Om die reden heeft Defensie al eerder besloten tot de tijdelijke uitbesteding van de SAR-taken gedurende de nachtelijke uren. Overleg met het beleidsverantwoordelijke Ministerie van Infrastructuur en Milieu heeft tot de conclusie geleid dat algehele uitbesteding van deze taken voor de komende jaren noodzakelijk is, zo lang de NH-90 nog niet volledig operationeel is. Dit heeft geresulteerd in een aanbesteding van de SAR taken met helikopters tot tenminste 31 december 2019.
Op 4 juni 2014 is de Kamer geïnformeerd over het besluit om de patiëntenvervoertaak niet langer door Defensie te laten uitvoeren (Kamerstuk 33 750, nr. 62). Defensie zal haar verplichtingen uit het convenant nakomen tot een alternatieve oplossing is gevonden die voor alle partijen aanvaardbaar is. Defensie acht het mogelijk binnen een jaar een alternatieve oplossing te vinden waardoor Defensie in de eerste helft van 2015 kan stoppen met deze taak.
Invulling «capability gap» helikopters
Op 27 juni 2014 is de Kamer geïnformeerd over de voortgang van het NH-90 project (Kamerstuk 2014Z12237). Door de vertraagde invoering van de NH-90 ontstaat een capability gap. De Cougar helikopter zal meer en langer worden ingezet om het capaciteitstekort op korte tot middellange termijn te verminderen.
Bovenop de acht helikopters die in 2011 zijn aangehouden, worden extra Cougar-helikopters ingezet. Deze worden onttrokken aan de pool van te verkopen toestellen. De Cougar-helikopter kan echter niet alle taken van de NH-90 uitvoeren, zoals een belangrijk deel van de maritieme taken. De uitfasering van de Cougars zal gelijke tred moeten houden met de introductie van de NH-90 helikopters.
Gulfstream
Defensie behoudt behoefte aan snel en flexibel transport naar missiegebieden. De Gulfstream wordt daarom later afgestoten. Tot die tijd kan de Gulfstream, net als in de huidige situatie, ook voor regeringsvluchten worden ingezet.
Budgettaire gevolgen van het beleid en budgetflexibiliteit
2013 |
2014 |
2015 |
2016 |
2017 |
2018 |
2019 |
|
---|---|---|---|---|---|---|---|
Verplichtingen |
857.262 |
649.527 |
644.308 |
636.517 |
626.342 |
631.743 |
628.011 |
Uitgaven |
651.319 |
649.527 |
644.308 |
636.517 |
626.342 |
631.743 |
628.011 |
Waarvan juridisch verplicht |
82% |
||||||
Uitgaven incl. nog te ontvangen bijdrage vanuit BIV |
666.308 |
658.517 |
648.342 |
653.743 |
650.011 |
||
Programma uitgaven |
149.516 |
138.559 |
149.533 |
155.472 |
146.887 |
154.541 |
148.661 |
Opdracht Gereedstelling en instandhouding Commando LSK |
149.516 |
138.559 |
149.533 |
151.472 |
146.887 |
154.541 |
148.661 |
– Gereedstelling |
20.538 |
13.138 |
13.252 |
13.245 |
13.240 |
13.230 |
13.272 |
– Instandhouding |
128.978 |
125.421 |
158.281 |
164.227 |
155.647 |
163.311 |
157.389 |
Correctie Instandhouding i.v.m. nog te ontvangen bijdrage vanuit het BIV t.b.v. luchttransport 1 |
– 22.000 |
– 22.000 |
– 22.000 |
– 22.000 |
– 22.000 |
||
Apparaatsuitgaven |
501.803 |
510.968 |
494.775 |
481.045 |
479.455 |
477.202 |
479.350 |
Personele uitgaven |
401.910 |
403.163 |
388.274 |
373.176 |
372.003 |
374.495 |
374.613 |
– waarvan eigen personeel |
401.910 |
402.163 |
387.274 |
372.176 |
371.003 |
374.495 |
374.613 |
– waarvan externe inhuur |
1.000 |
1.000 |
1.000 |
1.000 |
|||
Materiële uitgaven |
99.893 |
107.805 |
106.501 |
107.869 |
107.452 |
102.707 |
104.737 |
– waarvan overige exploitatie |
99.893 |
105.955 |
105.477 |
106.904 |
106.487 |
101.742 |
103.772 |
– waarvan bijdrage aan SSO Paresto |
|
1.850 |
1.024 |
965 |
965 |
965 |
965 |
Apparaatsontvangsten |
15.256 |
15.227 |
15.227 |
15.227 |
15.227 |
15.227 |
15.227 |
Het aandeel «juridisch verplicht» heeft betrekking op programma-uitgaven voor levering van goederen en/of diensten waarvoor Defensie een overeenkomst is aangegaan en op de apparaatsuitgaven die voor het grootste deel bestaan uit personele uitgaven. Voor 2015 gaat het om 82 procent. Het betreft verplichtingen die zijn aangegaan voor de apparaatsuitgaven, de instandhouding van de luchtwapensystemen en voor het oefenprogramma.
Toelichting op de instrumenten
Programma-uitgaven
Inzet
De inzet wordt verantwoord in beleidsartikel 1 Inzet.
Gereedstelling
De geraamde uitgaven voor gereedstelling worden gedaan voor oefenactiviteiten.
Instandhouding
De geraamde uitgaven voor de instandhouding van materieel betreffen het onderhoud van de wapensystemen. De instandhoudingsuitgaven van het Logistiek Centrum Woensdrecht zijn hierin opgenomen. Naast uitgaven voor de diverse ondersteunende installaties gaat het om uitgaven voor de instandhouding van de wapensystemen die in de doelstellingenmatrix zijn genoemd.
De post «Correctie Instandhouding i.v.m. nog te ontvangen bijdrage vanuit het BIV t.b.v. luchttransport» is opgenomen, omdat in de planning rekening wordt gehouden met het beschikbaar stellen van luchttransportcapaciteit, maar de middelen hiervoor zijn nog niet beschikbaar gesteld vanuit het BIV. Dit is afhankelijk van de jaarlijkse besluitvorming.
Apparaatsuitgaven
De apparaatsuitgaven bevatten vooral personele uitgaven. Deze uitgaven bestaan hoofdzakelijk uit salarissen, sociale lasten en uitgaven voor toelagen en reiskosten woon-werkverkeer. De personele uitgaven worden besteed aan de volgende aantallen personeel (gemiddelde jaarsterktes):
2013 |
2014 |
2015 |
2016 |
2017 |
2018 |
2019 |
---|---|---|---|---|---|---|
7.471 |
7.522 |
7.384 |
7.336 |
7.332 |
7.297 |
7.297 |
Bijdragen aan SSO’s
Om de apparaatsuitgaven binnen de baten-lastenagentschappen beter te laten aansluiten bij de uitgavenbegroting, worden Rijksbreed de betalingen aan de baten-lastenagentschappen zichtbaar gemaakt in de uitgavenbegroting onder de noemer «waarvan bijdragen aan SSO’s» (Shared Service Organisations). Het betreft hier de uitgaven aan Paresto (€ 1,0 miljoen voor 2015).
De overige exploitatie is voor het grootste deel personeelsgebonden. Deze uitgaven bestaan voornamelijk uit (vlieger)opleidingen, werving, dienstreizen en overige materiële uitgaven.
Voor een nadere toelichting op de apparaatsuitgaven wordt verwezen naar de personeelsrapportage die periodiek aan de Tweede Kamer wordt aangeboden en het niet-beleidsartikel 10 Centraal apparaat.
Algemene doelstelling
Het Commando Koninklijke marechaussee (CKMar) voert politietaken uit op grond van de Politiewet 2012 (PW). Deze taak wordt zowel nationaal als internationaal en tijdens missies uitgevoerd. Daarnaast levert het CKMar capaciteit aan de CDS voor deelname aan (militaire) missies waarbij het CKMar andere taken uitvoert dan die in de PW zijn opgedragen.
Rol en verantwoordelijkheid Minister
De Minister is beheersverantwoordelijk en verantwoordelijk voor de vaststelling van de omvang, samenstelling en de vereiste mate van gereedheid van de KMar. De uitvoering is opgedragen aan het Commando Koninklijke Marechaussee (CKMar). Het gezag over de Koninklijke Marechaussee berust bij meerdere ministeries. Afhankelijk van de betreffende taak zijn dat de ministeries van Veiligheid en Justitie (inclusief het Openbaar Ministerie en de Nationaal Coördinator Terrorismebestrijding en Veiligheid); Buitenlandse Zaken; Binnenlandse Zaken en Koninkrijkrelaties en het Ministerie van Defensie.
Het CKMar heeft een takenpakket in binnen- en buitenland, zij houdt zich bezig met:
• Bewaken en beveiligen van Koninklijke paleizen, ambassades in risicogebieden, de Nederlandse Bank en personen;
• Handhaving van de Vreemdelingenwetgeving waaronder grenstoezicht en bestrijding van identiteit- en documentfraude, mensenhandel en mensensmokkel;
• Handhaving openbare orde ten behoeve van Defensie en opsporing van strafbare feiten;
• Bijdrage aan de opbouw van veiligheidssector in missiegebieden;
• Politietaken en beveiliging van burgerluchtvaartterreinen;
• Samenwerking met en bijstand aan de politie.
Naast het reguliere takenpakket fungeert het CKMar als strategische reserve voor de Nederlandse politie. Hiermee levert het CKMar direct of indirect een bijdrage aan de veiligheid van de Staat door optreden in binnen- en buitenland.
Indicatoren algemene doelstelling
In onderstaande tabel staan de operationeel gerede eenheden en het voortzettingsvermogen van het CKMar voor 2015 tot en met 2019. De gereedstelling voor onderstaande taken wordt onder beheersverantwoordelijkheid van de Minister van Defensie uitgevoerd. De genoemde gereedheidsdoelstellingen worden permanent gerealiseerd.
Groep |
Organieke component |
Totaal aantal |
Operationeel gereed |
Voortzettings-vermogen |
---|---|---|---|---|
District Landelijke en Buitenlandse Eenheden/ Brigade Buitenland Missies en districten |
Vte'n voor expeditionaire inzet |
306 |
153 |
153 |
Landelijke bijstandsorganisatie KMar |
Peloton voor Crowd Riot Control (CRC) |
1 |
1 |
– |
District Landelijke en Buitenlandse Eenheden/ Brigade Speciale Beveiligingsopdrachten |
Vte’n voor Close Protection Team (CPT) ter begeleiding van VIP’s in buitenland. |
26 |
13 |
13 |
Toelichting: De gereedheidsdoelstellingen per operationeel commando worden weergegeven in de doelstellingenmatrix. In de kolom «Totaal aantal» staat vermeld hoeveel eenheden er zijn. Deze eenheden zijn daarnaast verdeeld over de kolommen «Operationeel gereed» en «Voortzettingsvermogen». In de kolom «Operationeel gereed» is weergegeven hoeveel eenheden permanent beschikbaar zijn als directe bijdrage aan de inzetbaarheidsdoelstellingen. In de kolom «Voortzettingsvermogen» zijn de overige eenheden weergegeven.
Geplande inzet
Het takenpakket van het CKMar is gericht op de veiligheid van de Staat en kent drie operationele speerpunten: bewaken en beveiligen, de grenspolitietaak en internationale en militaire politietaken.
Bewaken en Beveiligen
Het CKMar draagt zorg voor de bewaking en beveiliging van bepaalde vitale objecten en personen. Het CKMar doet dit in samenwerking met nationale en internationale publieke en private partners.
Kengetallen |
Prognose 2015 |
---|---|
Het percentage uitvoering Toezichtprogramma Beveiliging burgerluchtvaart |
100% |
Het aantal permanent te bewaken objecten |
7 |
Het servicepercentage beveiligde waardetransporten voor De Nederlandsche Bank |
100% |
Beschikbare operationele KMar-eenheden voor expeditionaire beveiligingsopdrachten |
(zie indicatoren algemene doelstelling) |
Grenspolitietaak
Het CKMar richt zich op de bestrijding van illegale migratie, grensoverschrijdende criminaliteit en terrorisme. Deze taak wordt doelmatig en flexibel, en zo mogelijk risicogestuurd, uitgevoerd met informatie van zowel het CKMar als van ketenpartners. Als grenspolitie wendt het CKMar bedreigingen af voor Nederland en het Schengengebied bij en voor de grens.
Kengetallen |
Prognose 2015 |
---|---|
Aantal luchthavens waar grensbewaking wordt uitgevoerd |
8 |
waarvan permanent |
6 |
Aantal prioriteitsmeldingen (op luchthavens waar politietaken worden uitgevoerd) |
12.000 |
Aantal verwijderingen (directe verwijderingen zonder tussenkomst Dienst Terugkeer & Vertrek (DT&V) en verwijderingen na aanlevering van DT&V) |
6.000 |
waarvan begeleid |
2.000 |
Internationale taken en politietaak ten behoeve van Defensie
Het CKMar is als één van de vier operationele commando’s van Defensie mede verantwoordelijk voor de uitvoering van het buitenland- en veiligheidsbeleid van Nederland. Het CKMar voert op grond van de PW politietaken uit in Nederland (incl. Caribisch Nederland). Bij inzet van Nederlandse militairen in het binnen- en buitenland wordt aan hen politiezorg verleend door het CKMar, onder meer door strafrechtelijke handhaving van de rechtsorde. Daarnaast zorgt het CKMar voor de bewaking van de integriteit van de krijgsmacht. Vanwege de specifieke organisatiekenmerken kan het CKMar met de andere krijgsmachtsonderdelen en als zelfstandige (politie)organisatie in binnen- en buitenland optreden. Daarbij kan capaciteit ook worden ingezet in instabiele landen, bijvoorbeeld door deelname aan opbouwoperaties.
Kengetallen |
Prognose 2015 |
---|---|
Aantal misdrijfdossiers (aangeleverd aan OM Arnhem) |
725 |
Beschikbare operationele KMar-eenheden voor internationale crisis- en humanitaire operaties |
(zie indicatoren algemene doelstelling) |
Beleidswijzigingen
Er zijn geen significante beleidswijzigingen ten opzichte van de begroting 2014.
Budgettaire gevolgen van het beleid en budgetflexibiliteit
2013 |
2014 |
2015 |
2016 |
2017 |
2018 |
2019 |
|
---|---|---|---|---|---|---|---|
Verplichtingen |
329.085 |
328.518 |
311.472 |
301.679 |
300.798 |
298.355 |
298.732 |
Uitgaven |
328.658 |
328.518 |
311.472 |
301.679 |
300.798 |
298.355 |
298.732 |
Waarvan juridisch verplicht |
99% |
||||||
Uitgaven incl. nog te ontvangen bijdrage vanuit BIV |
316.072 |
306.279 |
305.398 |
302.955 |
302.332 |
||
Programma uitgaven |
2.252 |
2.282 |
97 |
97 |
97 |
97 |
97 |
Opdracht Inzet KMAR |
2.252 |
2.282 |
97 |
97 |
97 |
97 |
97 |
– Gereedstelling |
2.252 |
2.282 |
97 |
97 |
97 |
97 |
97 |
Apparaatsuitgaven |
326.406 |
326.236 |
311.375 |
301.582 |
300.701 |
298.258 |
298.635 |
Personele uitgaven |
288.490 |
291.516 |
281.575 |
273.020 |
272.862 |
270.618 |
270.988 |
– waarvan eigen personeel |
288.490 |
291.516 |
281.575 |
273.020 |
272.862 |
270.618 |
270.988 |
– waarvan externe inhuur |
|||||||
Materiële uitgaven |
37.916 |
34.720 |
29.800 |
28.562 |
27.839 |
27.640 |
27.647 |
– waarvan overige exploitatie |
37.916 |
34.420 |
34.011 |
32.796 |
32.073 |
31.874 |
31.881 |
– waarvan bijdrage aan SSO Paresto |
300 |
389 |
366 |
366 |
366 |
366 |
|
Correctie exploitatie i.v.m. nog te ontvangen bijdrage vanuit het BIV t.b.v. Kmar-Pool 1 |
– 4.600 |
– 4.600 |
– 4.600 |
– 4.600 |
– 4.600 |
||
Apparaatsontvangsten |
7.154 |
4.590 |
4.590 |
4.590 |
4.590 |
4.590 |
4.590 |
Het aandeel «juridisch verplicht» heeft betrekking op programma-uitgaven voor levering van goederen en/of diensten waarvoor Defensie een overeenkomst is aangegaan en op de apparaatsuitgaven die voor het merendeel uit personele uitgaven bestaan. Voor 2015 gaat het om 99 procent. Deze verplichtingen hebben volledig betrekking op de apparaatsuitgaven.
Toelichting op de instrumenten
Programma uitgaven
Gereedstelling
De uitgaven voor gereedstelling betreffen vooral de uitgaven voor meerdaagse (oefen) activiteiten (ongeveer 600.000 oefenuren). Voor 2015 zijn hiervan 50.700 oefenuren geraamd voor de bijstandsorganisatie.
Apparaatsuitgaven
De apparaatsuitgaven bevatten vooral personele uitgaven. Deze uitgaven bestaan hoofdzakelijk uit salarissen, sociale lasten en uitgaven voor toelagen en reiskosten woon-werkverkeer. De personele uitgaven worden besteed aan de volgende aantallen personeel (gemiddelde jaarsterktes):
2013 |
2014 |
2015 |
2016 |
2017 |
2018 |
2019 |
---|---|---|---|---|---|---|
6.107 |
6.068 |
6.001 |
5.980 |
5.953 |
5.935 |
5.935 |
Bijdragen aan SSO’s
Om de apparaatsuitgaven binnen de baten-lastenagentschappen beter te laten aansluiten bij de uitgavenbegroting, worden Rijksbreed de betalingen aan de baten-lastenagentschappen zichtbaar gemaakt in de uitgavenbegroting onder de noemer «waarvan bijdragen aan SSO’s» (Shared Service Organisations). Het betreft hier de uitgaven voor Paresto (€ 0,4 miljoen voor 2015).
De overige exploitatie is voor het grootste deel personeelsgebonden. Deze uitgaven bestaan voornamelijk uit opleidingen, werving, dienstreizen en overige materiële uitgaven.
De post «Correctie exploitatie i.v.m. nog te ontvangen bijdrage vanuit het BIV t.b.v. Kmar-Pool» is opgenomen, omdat in de planning rekening wordt gehouden met het beschikbaar stellen van personeel voor het leveren van politietaken, maar de middelen hiervoor zijn nog niet beschikbaar gesteld vanuit het BIV. Dit is afhankelijk van de jaarlijkse besluitvorming.
Voor een nadere toelichting op de apparaatsuitgaven wordt verwezen naar de personeelsrapportage die periodiek aan de Tweede Kamer wordt aangeboden en het niet-beleidsartikel 10 Centraal apparaat.
Algemene doelstelling
Defensie voorziet in nieuw materieel, infrastructuur en ICT-middelen en zij verkoopt, indien aan de orde, groot materieel en infrastructuur.
Rol en verantwoordelijkheid Minister
De Minister van Defensie is verantwoordelijk voor het tijdig voorzien in nieuw materieel, infrastructuur en ICT-middelen en voor de afstoting van overtollig groot materieel en infrastructuur.
Investeringsquote
De investeringsquote is het percentage van de investeringen ten opzichte van het gecorrigeerde defensiebudget (gecorrigeerd met HGIS). De investeringsquote van Defensie is in onderstaande grafiek weergegeven, waarbij het percentage voor 2013 is gerealiseerd, het percentage 2014 berust op de eerste suppletoire begroting 2014 en de percentages voor de overige jaren zijn geraamd conform de begroting 2015. De voorspellende waarde van de grafiek is overigens betrekkelijk, omdat zich in de praktijk onder invloed van uiteenlopende factoren fluctuaties zullen voordoen.
Investeringsquote
Beleidswijzigingen
Investeringsquote (IQ)
Defensie streeft ernaar om op termijn tenminste 20 procent van haar uitgavenbudget te besteden aan investeringen. Dit percentage komt voort uit het besef dat een moderne krijgsmacht voldoende investeringsruimte moet hebben om haar hoofdwapensystemen te vervangen of te moderniseren ter bestendiging van haar relevantie in de toekomst. De Navo hanteert dit percentage als richtlijn. De gerealiseerde percentages zullen overigens altijd fluctueren. Het laat zich namelijk vaak moeilijk voorspellen wanneer de kasuitgaven precies zullen worden gedaan. Dit is ook de reden voor de onbeperkte eindejaarsmarge die Defensie sinds 2013 heeft verkregen voor de investeringen.
De financiële taakstellingen sinds de beleidsbrief 2011 zijn op de korte termijn behaald door het investeringsbudget te verlagen, omdat de structurele maatregelen, zoals de reorganisaties, pas op langere termijn tot besparingen leiden. Op de korte termijn leidt een terugval in de investeringen niet direct tot beperkingen in de gereedstelling of inzet, zelfs niet als de terugval enige jaren duurt. De bestaande wapensystemen worden namelijk in stand gehouden vanuit het exploitatiebudget (onderhoud, gereedstellingsactiviteiten en de aanschaf van brandstof en niet-kapitale munitie).
Op de langere termijn zou een laag investeringspercentage wel een negatieve invloed op de gereedstelling, de inzet en innovatie hebben. De wapensystemen verouderen, krijgen meer last van storingen en hebben meer onderhoud nodig. Dit kan leiden tot extra kosten, een lagere beschikbaarheid of verminderde inzetbaarheid of operationele relevantie. Ook kunnen noodzakelijk geachte operationele vernieuwingen niet of pas later worden gerealiseerd. Het is daarom van belang de balans tussen investeringen en exploitatie te bewaren. De door te voeren life cycle costing (LCC) benadering zal hierbij behulpzaam zijn. In het kader van financiële duurzaamheid zal Defensie de komende jaren meer op basis hiervan gaan werken om investeringen en exploitatie beter in samenhang te kunnen beoordelen. Daarom kan het investeringspercentage als gevolg van veranderende verwervingsstrategieën, onderhoudsprincipes of internationale samenwerking in de toekomst anders uitkomen. Uiteindelijk gaat het om de meest effectieve en efficiënte wijze van samenstellen van de benodigde capaciteiten. De LCC benadering zal Defensie helpen die keuzes te maken. In de brief over de ontwikkeling van het investeringspercentage van 2 juli jl. (Kamerstuk 33 750-X, nr. 68) wordt nader op de investeringsquote ingegaan.
Om de investeringsprojecten werkelijk te realiseren, wordt de verwervingsketen versterkt. Stabiliteit in de organisatie en een consistent toekomstbeeld zijn hierbij van belang. Na het besluitvormingstraject over de nota In het belang van Nederland en de uitwerking van de reorganisaties, inclusief de verkleining van de staven, zijn alle ketens opnieuw ingericht. Het geheel komt geleidelijk in de komende jaren weer in rustiger vaarwater. Vervolgens zijn de lage personele vulling van de DMO-organisatie en de daarmee samenhangende capaciteitsproblemen in de gehele verwervingsketen onderzocht. Er zijn diverse maatregelen getroffen om het capaciteitstekort te beperken. Onderdeel daarvan is het op korte termijn vullen van de DMO-organisatie, zo nodig door middel van inhuur. De effecten van de maatregelen moeten de komende jaren zichtbaar worden.
Voor zover er beleidswijzigingen zijn, betreffen dat wijzigingen in projecten. De belangrijkste wijzigingen worden per project toegelicht.
Budgettaire gevolgen van het beleid en budgetflexibiliteit
2013 |
2014 |
2015 |
2016 |
2017 |
2018 |
2019 |
|
---|---|---|---|---|---|---|---|
Verplichtingen |
633.007 |
1.147.372 |
1.556.041 |
1.672.644 |
1.605.934 |
1.580.537 |
1.669.015 |
Opdracht Voorzien in nieuw materieel |
318.071 |
866.817 |
1.197.713 |
1.329.738 |
1.230.159 |
1.244.141 |
1.333.403 |
Opdracht Voorzien in infrastructuur |
183.028 |
141.551 |
194.194 |
167.741 |
167.731 |
139.548 |
142.164 |
Opdracht Voorzien in ICT |
47.153 |
44.801 |
75.297 |
89.697 |
122.797 |
111.597 |
108.197 |
Bekostiging Wetenschappelijk onderzoek |
55.641 |
62.800 |
59.445 |
57.175 |
56.954 |
56.957 |
56.957 |
Bijdrage aan de Navo |
29.114 |
31.403 |
29.392 |
28.293 |
28.293 |
28.294 |
28.294 |
Uitgaven |
1.019.656 |
1.122.806 |
1.408.438 |
1.525.769 |
1.603.634 |
1.578.237 |
1.663.815 |
Waarvan juridisch verplicht |
66% |
||||||
Programma uitgaven |
1.019.656 |
1.122.806 |
1.408.438 |
1.590.769 |
1.603.634 |
1.578.237 |
1.663.815 |
Opdracht Voorzien in nieuw materieel |
739.145 |
762.258 |
1.015.200 |
1.153.642 |
1.227.859 |
1.241.841 |
1.328.203 |
Opdracht Voorzien in infrastructuur |
142.451 |
172.477 |
191.483 |
228.362 |
167.731 |
139.548 |
142.164 |
– waarvan bijdragen SSO (DVD) |
|
27.143 |
26.100 |
26.600 |
27.000 |
26.100 |
25.900 |
Opdracht Voorzien in ICT |
47.460 |
93.868 |
112.918 |
123.297 |
122.797 |
111.597 |
108.197 |
– waarvan bijdragen SSO (DTO) |
|
51.735 |
52.462 |
48.718 |
51.570 |
51.560 |
51.570 |
Bekostiging Wetenschappelijk onderzoek |
59.166 |
62.800 |
59.445 |
57.175 |
56.954 |
56.957 |
56.957 |
Bijdrage aan de Navo |
31.434 |
31.403 |
29.392 |
28.293 |
28.293 |
28.294 |
28.294 |
Programma ontvangsten |
118.077 |
133.788 |
152.556 |
128.336 |
139.436 |
167.956 |
136.856 |
– Verkoopopbrengsten groot materieel |
98.603 |
116.218 |
117.386 |
111.686 |
122.186 |
150.586 |
126.986 |
– Verkoopopbrengsten infrastructuur |
13.736 |
15.700 |
33.300 |
14.780 |
15.380 |
15.500 |
8.000 |
– Overige ontvangsten |
5.738 |
1.870 |
1.870 |
1.870 |
1.870 |
1.870 |
1.870 |
Het aandeel «juridisch verplicht» heeft betrekking op programma-uitgaven voor levering van goederen of diensten waarvoor Defensie een overeenkomst is aangegaan. Voor 2015 betreft het 66 procent.
Met de eerste suppletoire begroting 2014 is de verplichtingenbegroting voor «Voorzien in nieuw materieel» in 2014 verlaagd. De verplichtingenbegroting kwam daarmee op een bedrag van € 867 miljoen. Deze verlaging kwam voort uit een actualisering van de verplichtingenraming, waaruit bleek dat de verplichtingenraming voor 2014 te hoog was. Dit was een gevolg van het terughoudend aangaan van verplichtingen ten tijde van de nota In het belang van Nederland en de beperkte verwervingscapaciteit als gevolg van de reorganisaties in 2013. Ook de meerjarige doorwerking van de geactualiseerde raming is verwerkt in deze begroting. De meerjarige verplichtingenbegroting «Voorzien in nieuw materieel» voor de jaren 2015 en 2016 is verhoogd tot € 1.198 miljoen in 2015 en tot
€ 1.308 miljoen in 2016.
Verplichtingen leiden niet onmiddellijk tot betalingen. Zeker bij grote projecten worden verplichtingen in een bepaald jaar aangegaan, maar worden de uitgaven verspreid over latere jaren. De brief over de ontwikkeling van het investeringspercentage (Kamerstuk 33 750-X, nr. 68) gaat hier nader op in.
Bijdragen aan SSO’s
Om de apparaatsuitgaven binnen de baten-lastenagentschappen beter te laten aansluiten bij de uitgavenbegroting, worden Rijksbreed de betalingen aan de baten-lastenagentschappen zichtbaar gemaakt in de uitgavenbegroting, onder de noemer «waarvan bijdragen aan SSO’s» (Shared Service Organisations). Het betreft voor 2015 de uitgaven voor de Defensie Vastgoed Dienst (DVD, € 26,1 miljoen voor 2015) en DTO
(€ 44,1 miljoen voor 2015).
Toelichting op de instrumenten
Voorzien in nieuw materieel
Alle projecten in realisatie met een financiële omvang van meer dan € 25 miljoen zijn opgenomen in de onderstaande tabellen. De projecten in realisatie waarvan de financiële omvang met meer dan € 10 miljoen of de planning met meer dan een jaar is gewijzigd, worden onderaan de tabellen nader toegelicht. Tevens worden de projecten in planning opgesomd waarvan wordt verwacht dat deze in 2015 tot uitgaven leiden, waarbij wezenlijke veranderingen ten opzichte van de begroting 2014 worden toegelicht.
In het Materieelprojectenoverzicht (MPO) worden alle strategische materieelprojecten met een financiële omvang van meer dan € 25 miljoen uitgebreid toegelicht. Daarbij wordt voor de projecten in planning bovendien de verwachte fasering in het Defensie Materieel Proces (DMP) vermeld.
Projecten Zeestrijdkrachten
Projectomschrijving |
Project volume |
Raming uitgaven |
Fasering Tot |
|||||
---|---|---|---|---|---|---|---|---|
t/m 2014 |
2015 |
2016 |
2017 |
2018 |
2019 |
|||
Evoled Sea Sparrow Missile Block II: deelneming internationaal ontwikkelingstraject |
37,2 |
35,5 |
1,7 |
2015 |
||||
Instandhouding M-fregatten |
58,7 |
53,2 |
2,8 |
2,7 |
2016 |
|||
Instandhouding Walrusklasse onderzeeboten |
96,0 |
42,2 |
15,6 |
9,1 |
7,6 |
8,1 |
6,8 |
2020 |
Instandhouding Goalkeeper |
34,5 |
20,5 |
7,7 |
6,2 |
2016 |
|||
Low Frequency Active Sonar (LFAS) |
27,4 |
22,6 |
2,5 |
2,3 |
2016 |
|||
Luchtverdedigings- en Commandofregatten |
1.560,3 |
1.553,8 |
6,5 |
2015 |
||||
Maritime Ballistic Missile Defence (MBMD) |
124,6 |
60,4 |
22,9 |
13,0 |
15,6 |
6,4 |
6,3 |
2021 |
Patrouilleschepen |
529,9 |
522,7 |
7,2 |
2015 |
||||
Verbetering MK 48 torpedo |
71,8 |
24,0 |
15,8 |
16,1 |
15,9 |
2017 |
||
Verwerving Joint Logistiek Ondersteuningsschip (JSS) |
409,3 |
379,9 |
29,4 |
2015 |
JSS
De JSS wordt na afbouw in de vaart genomen. De voorgenomen afstoting is hierdoor niet meer van toepassing.
Bij de overige projecten zijn er geen significante veranderingen.
Project in planning met verwachte uitgaven in 2015
Instandhoudingsprogramma Luchtverdedigings- en Commandofregatten
Zoals toegelicht in Kamerbrief 27 830, nr. 123, is het financieel projectvolume toegenomen als gevolg van onder anderen het opnemen van uitstaande restpunten uit het nieuwbouwprogramma LC-fregatten en aanvullende instandhoudingsactiviteiten. Daarnaast is door de reorganisaties bij de betrokken organisatiedelen veel capaciteit verdwenen, waardoor de noodzaak tot aanvullende inhuur van personeel en/of uitbesteding van deelprojecten is toegenomen.
Midlife upgrade BV206D
Naar aanleiding van een optimalisatiestudie zijn de eisen en het aantal te modificeren BV206D’s aangepast. Hierdoor is het projectbudget met € 4,3 miljoen toegenomen.
Mid Life Upgrade Landing Craft Utility
Het project, voorheen Vervangende capaciteit Landing Craft Utility, bevindt zich in de A-fase van het DMP-proces en zal handelen over het aanpassen van de bestaande vaartuigen en niet de aankoop van nieuwe.
Projecten Landstrijdkrachten
Projectomschrijving |
Project volume |
Raming uitgaven |
Fasering Tot |
|||||
---|---|---|---|---|---|---|---|---|
t/m 2014 |
2015 |
2016 |
2017 |
2018 |
2019 |
|||
Datacommunicatie Mobiel Optreden (DCMO) |
43,0 |
39,2 |
2,0 |
1,8 |
2016 |
|||
Patriot vervanging COMPATRIOT |
30,8 |
17,0 |
13,8 |
2017 |
||||
Groot Pantserwielvoertuig (GPW, Boxer) (productie) |
794,4 |
470,7 |
132,3 |
126,9 |
53,4 |
11,1 |
2018 |
|
Infanterie Gevechtsvoertuig (IGV), productie en training |
1.118,1 |
1.116,6 |
1,5 |
2015 |
||||
Vervanging genie- en doorbraaktank |
90,5 |
85,1 |
5,4 |
2015 |
Bij deze projecten zijn er geen significante veranderingen.
Project in planning met verwachte uitgaven in 2015
Verwerving CE-Pakketten Infanterie Gevechtsvoertuig (IGV)
In verband met onder anderen de implementatie van de nieuwe aanbestedingswet voor Defensie, de afstemming met de leveranciers van de CV9035NL en de harmonisatie van ambitie en middelen heeft er een herijking plaatsgevonden. Deze herijking heeft geleid tot een aangepast tijdschema waardoor het project in 2019 wordt gerealiseerd.
Daarnaast is het project in twee delen gesplitst, te weten de studie- en testfase (2015) en de selectieprocedure en de volledige integratie van het bestaande systeem met de CV-90 (2016). Het daadwerkelijk seriematig aanschaffen en instromen van de pakketten staat nu gepland in de jaren 2017 tot en met 2019.
Bij de projecten C-RAM- en CLASS 1-UAV-detectiecapaciteit en Levensduurverlenging zwaar bergingsvoertuig (voorheen Vervanging zware bergingscapaciteit) zijn geen significante wijzigingen opgetreden.
Projecten Luchtstrijdkrachten
Projectomschrijving |
Project volume |
Raming uitgaven |
Fasering Tot |
|||||
---|---|---|---|---|---|---|---|---|
t/m 2014 |
2015 |
2016 |
2017 |
2018 |
2019 |
|||
AH-64D Block II upgrade |
120,0 |
41,5 |
32,5 |
41,0 |
5,0 |
2017 |
||
AH-64D verbetering bewapening |
25,9 |
2,7 |
9,6 |
12,0 |
1,6 |
2017 |
||
AH-64D zelfbescherming (ASE) |
76,1 |
12,4 |
25,3 |
34,4 |
3,9 |
2017 |
||
Chinook uitbreiding en versterking (vier + twee) |
356,2 |
351,5 |
4,7 |
2015 |
||||
F-16 Infrarood geleide lucht-lucht raket |
31,9 |
2,3 |
15,3 |
14,3 |
2016 |
|||
F-16 mode 5 IFF |
39,7 |
26,4 |
4,0 |
9,3 |
2016 |
|||
F-16 M5 modificatie |
38,8 |
36,1 |
2,7 |
2015 |
||||
F-16 verbetering lucht-grond bewapening, fase 1 |
59,1 |
52,7 |
6,4 |
2015 |
||||
F-16 zelfbescherming (ASE) |
82,0 |
32,5 |
25,5 |
24,0 |
2016 |
|||
Langer doorvliegen F-16 – vliegveiligheid & luchtwaardigheid |
37,0 |
2,4 |
6,7 |
7,6 |
7,3 |
6,5 |
3,5 |
2021 |
Nieuw in realisatie zijn de projecten AH-64 zelfbescherming (ASE), F-16 Infrarood geleide lucht-lucht raket en Langer doorvliegen F-16 vliegveiligheid & luchtwaardigheid.
Project in planning met verwachte uitgaven in 2015
Verwerving F-35
Projectomschrijving |
Projectvolume |
Raming uitgaven |
Fasering tot |
||||||
---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|
t/m 2014 |
2015 |
2016 |
2017 |
2018 |
2019 |
2020 en verder |
|||
Budget verwerving F-35 |
4.628,2 |
488,3 |
38,3 |
73,0 |
314,7 |
594,1 |
822,0 |
2.297,8 |
2023 |
Raming verwerving F-35 |
4.617,6 |
488,3 |
38,3 |
73,0 |
314,7 |
594,2 |
822,0 |
2.286,9 |
2023 |
Waarvan verwerving 2 testtoestellen (inclusief bijkomende middelen) |
283,2 |
283,2 |
0,0 |
0,0 |
0,0 |
0,0 |
0,0 |
0,0 |
2013 |
Waarvan verwerving toestellen (inclusief bijkomende middelen) |
3.864,8 |
205,1 |
38,3 |
73,0 |
314,7 |
500,5 |
728,3 |
2.004,8 |
2023 |
Waarvan PSFD MoU |
165,6 |
120,1 |
7,6 |
8,6 |
7,7 |
6,1 |
4,1 |
11,4 |
2023 |
Waarvan deelname IOT&E (inclusief exploitatie testtoestellen t/m 2019) |
79,0 |
17,4 |
14,4 |
14,2 |
15,1 |
16,7 |
1,2 |
0,0 |
2019 |
Waarvan risicoreservering investeringen |
469,6 |
0,0 |
0,0 |
0,0 |
0,0 |
93,7 |
93,7 |
282,2 |
2023 |
In bovenstaande tabel is weergegeven hoe het investeringsbudget en de kosten van het project F-35 zich ontwikkelen. De Nederlandse prijsbijstelling wordt aan het projectbudget toegevoegd. Het project F-35 wordt geconfronteerd met een, in vergelijking met Nederland, hogere inflatie in de Verenigde Staten. Deze hogere inflatie kan dit jaar binnen het projectbudget worden gedekt vanwege een ramingsmeevaller en een wisselkoersmeevaller. Het saldo van het projectbudget is naar het huidige inzicht en op grond van de meest actuele kostenraming van het F-35 Joint Program Office voldoende voor de aanschaf van 37 toestellen van de F-35.
In onderstaande tabel is de ontwikkeling van het beschikbare budget voor de verwerving F-35 weergegeven.
Bedrag |
|
---|---|
Budget verwerving F-35 in prijspeil 2012 |
4.520,6 |
Bijstelling budget o.b.v. Nederlandse prijsindexatie |
107,6 |
Budget verwerving F-35 in prijspeil 2014 |
4.628,2 |
Bij de volgende projecten zijn geen significante wijzigingen opgetreden:
• Langer doorvliegen F-16 vanwege vliegveiligheid en luchtwaardigheid;
• Vervanging Medium Power Radars Wier en Nieuw Milligen.
Projecten Marechaussee
Dit betreft de investeringsprojecten – voor zover niet in infrastructuur en informatievoorziening – ten behoeve van de Koninklijke Marechaussee. Geen van de projecten heeft een investeringsbudget van meer dan € 25 miljoen.
Projecten Defensiebreed
Projectomschrijving |
Project volume |
Raming uitgaven |
Fasering Tot |
|||||
---|---|---|---|---|---|---|---|---|
t/m 2014 |
2015 |
2016 |
2017 |
2018 |
2019 |
|||
Counter Improvised Explosive Devices (C-IED) blok 1 & 2 |
29,6 |
27,4 |
2,2 |
2015 |
||||
Counter Improvised Explosive Devices (C-IED) Blok 3 |
53,6 |
6,6 |
13,7 |
11,1 |
5,1 |
6,6 |
8,1 |
2022 |
Militaire Satelliet Communicatie lange termijn defensiebreed (MILSATCOM) |
132,1 |
121,0 |
9,0 |
1,8 |
0,3 |
2017 |
||
Militaire Satelliet Capaciteit (MILSATCAP) |
31,4 |
16,1 |
7,5 |
5,3 |
1,4 |
1,1 |
2018 |
|
Modernisering navigatiesystemen |
39,0 |
20,9 |
3,4 |
2,5 |
6,0 |
2,2 |
4,0 |
2019 |
NH-90 |
1.197,4 |
964,8 |
70,9 |
72,1 |
64,1 |
25,5 |
2018 |
|
Uitbreiding Chemische Biologische Radiologische en Nucleaire (CBRN)-capaciteit in het kader van de Intensivering Civiel Militaire Samenwerking (ICMS), materieel |
60,3 |
21,3 |
20,8 |
18,2 |
2016 |
NH-90
De recente ontwikkelingen op het gebied van de technische inzetbaarheid van de NH-90 naar aanleiding van corrosie- en slijtageproblematiek, leidt mogelijk tot vertraging van de huidige transitieplanning. Er zijn momenteel dertien toestellen geleverd. De afname van de laatste zeven helikopters is opgeschort. Defensie is in gesprek met de fabrikant om passende oplossingen te vinden en onderzoekt de gevolgen voor de lange termijn. De consequenties voor inzet vanaf 2018 moeten nader worden onderzocht.
Het project Counter Improvised Explosive Devices (C-IED) Blok 3 is nieuw in realisatie.
Bij de overige projecten zijn er geen significante veranderingen.
Projecten in planning met verwachte uitgaven in 2015
Bij de defensiebrede projecten in planning zijn geen significante wijzigingen opgetreden:
• Defensiebrede vervanging operationele wielvoertuigen;
• MALE UAV;
• Nieuwe generatie identificatiesystemen (IFF mode 5/mode S) (NGIS);
• Verbeterd Operationeel Soldaat Systeem (VOSS);
• Vernieuwing TITAAN;
• Verwerving HV-brillen;
• Defensiebrede vervanging handgedragen warmtebeeldkijker;
• Joint Fires;
• Defensie Operationeel Kledingsysteem (DOKS);
• Defensie Bewakings- en Beveiligingssysteem (DBBS); uitvoering van dit project ligt bij het CDC;
• Vervanging ondersteunende wapens KKW-familie.
Voorzien in infrastructuur
Project-omschrijving |
Defensie- onderdeel |
Project volume |
t/m 2014 |
2015 |
2016 |
2017 |
2018 |
2019 e.v. |
Fasering t/m |
---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|
Hoger onderhoud Woensdrecht |
CLSK |
77,6 |
38,8 |
2,0 |
21,6 |
15,2 |
2017 |
||
Nieuwbouw Schiphol |
KMar |
136,5 |
136,5 |
2014 |
|||||
Nieuwbouw OTCKMar |
KMar |
85,4 |
47,2 |
6,3 |
19,2 |
12,7 |
2017 |
||
Strategisch vastgoedplan KMar |
KMar |
26,3 |
22,4 |
3,8 |
2015 |
||||
EPA Maatregelen |
Algemeen |
65,3 |
30,1 |
6,0 |
6,0 |
11,6 |
11,6 |
2018 |
|
Bouwtechnische verbetermaatregelen brandveiligheid |
Algemeen |
43,7 |
15,5 |
12,4 |
15,8 |
2017 |
|||
Deelproject 1.3.7.1 HVD: Schuifplan Ermelo (GSK, JPK, PMK en VHK) |
CLAS |
65,6 |
46,6 |
7,8 |
1,6 |
1,6 |
0,0 |
8,0 |
2023 |
Deelproject 1.3.7.4 HVD: Herbeleggen ORK Schaarsbergen |
CLAS |
27,7 |
4,9 |
0,1 |
0,0 |
0,0 |
1,9 |
20,8 |
2020 |
Deelproject 1.3.7.5 HVD: Herbeleggen RVS Oirschot |
CLAS |
60,2 |
19,9 |
10,6 |
2,7 |
5 |
15,8 |
6,2 |
2019 |
Deelproject 2a.6 HVD: Belegging Breda (KvB, TvZ, Seelig) |
CDC |
35,7 |
5,4 |
8,1 |
8,6 |
8,1 |
0,0 |
5,5 |
2021 |
Deelproject 2b.3 CLAS Reorganisatie Materieellogistieke Eenheden |
CLAS |
25,8 |
11,6 |
9,0 |
5,1 |
2016 |
Hoger onderhoud Woensdrecht
Het project betreft de totale behoefte aan infrastructuur om het Logistiek Centrum Woensdrecht (LCW) op Vliegbasis Woensdrecht te kunnen huisvesten. Hiermee kunnen defensielocaties LCW Rhenen en LCW Dongen worden afgestoten. De nieuwbouw legering is opgeleverd, evenals het werkcentrum Avionica en het Logistiek Complex. Nieuwbouw voor het squadron Technologie en Missieondersteuning is in ontwikkeling. De behoefte voor een nieuw stafgebouw is als gevolg van de LCW-reorganisatie in heroverweging. Het LCW Rhenen is begin 2014 voor afstoting overgedragen aan het Rijksvastgoed en Ontwikkelingsbedrijf (RVOB).
Nieuwbouw Schiphol
In de nabijheid van de luchthaven Schiphol wordt voor het District Schiphol van de KMar een nieuw complex gerealiseerd ter vervanging van de gehuurde en verspreid liggende accommodaties. De Koningin Maximakazerne is in 2013 in gebruik genomen. Een aantal deelprojecten wordt nu nog voltooid.
Nieuwbouw OTCKMar (Opleidings- en Trainings Centrum KMar)
Het OTCKMar wordt ondergebracht op het complex Koning Willem III/Frank van Bijnenkazerne in Apeldoorn. De realisatieperiode duurt naar verwachting tot en met 2017.
Strategisch Vastgoedplan KMar
Dit project betreft de herindeling van de districten van de KMar, verdeeld in vier projecten. Twee projecten zijn inmiddels gerealiseerd, twee zijn nog in uitvoering. De herindeling van de districten houdt onder andere in dat een aantal districten wordt samengevoegd.
Energie Prestatie Adviezen (EPA) Maatregelen
Dit project betreft een verzameling van energiebesparende maatregelen voor de bestaande infrastructuur. De kasgeldreeks is iets naar voren gehaald met het doel besparingen in de exploitatiesfeer eerder te kunnen realiseren.
Bouwtechnische verbetermaatregelen brandveiligheid
Met de uitvoering van verbetermaatregelen brengt Defensie de brandveiligheid van de meest risicovolle gebouwen op orde en biedt ze haar personeel een veilige woon- (legering) en werkomgeving (onder meer ook de kinderdagverblijven). De planning is in lijn met de nalevingsafspraak die is overeengekomen met de Inspectie Leefomgeving en Transport van het Ministerie van Infrastructuur & Milieu.
Deelproject 1.3.7.1. HVD Schuifplan Ermelo
Het schuifplan Ermelo zorgt ervoor dat de verhuizing en sluiting van de KMS in Weert mogelijk wordt. Daarvoor moet eerst ruimte worden gemaakt door eenheden na elkaar te verhuizen van Havelte naar Wezep, van Ermelo naar Havelte en tot slot van Weert naar Ermelo. De KMS zal volgens planning eind 2014 verhuizen.
Deelproject 1.3.7.4. HVD Herbeleggen Oranjekazerne Schaarsbergen
De herbelegging van de kazerne omvat het doorvoeren van enkele kleine aanpassingen en de sloop van een aantal gebouwen. Daarna worden oude gebouwen vervangen die aan het einde van de levensduur zijn. De realisatie hiervan hangt voor een deel af van de uitwerking van lopende reorganisaties.
Deelproject 1.3.7.5. HVD Herbeleggen Ruiter van Steveninckkazerne Oirschot
Door gebruik te maken van vrijgevallen infrastructuur (tankbataljons) is een schuifplan opgesteld om oude gebouwen leeg te maken en te slopen en vooral goede infrastructuur aan te houden en te gebruiken voor het huisvesten van de nieuwe organisatie. Aanvullende nieuwbouw wordt gerealiseerd voor de nieuw opgerichte CBRN-eenheid. Het project is volop in uitvoering.
Deelproject 2.a.6. HVD Belegging Breda
Met dit project wordt de verhuizing mogelijk van het Instituut Defensie Leergangen van Rijswijk naar Breda, onder meer door aanvullende nieuwbouw van legering en aanpassing van lesaccommodaties en kantoren op de Trip van Zoutlandkazerne (TvZ). Een verdere concentratie op de TvZ, het Kasteel van Breda en de Luchtmachttoren maakt het mogelijk elders in de stad locaties af te stoten.
Deelproject 2.b.3. CLAS Reorganisatie materieel-logistieke eenheden
Door de reorganisatie van de materieellogistiek worden het Defensie Bedrijf Grondgebonden Systemen (DBGS) en de huidige zes herstelcompagnieën omgevormd tot het Materieellogistiek Commando en drie nieuwe Brigade Herstelcompagnieën. De totale personele omvang van de materieellogistieke eenheden vermindert met ongeveer een derde. Op de verschillende locaties is het aanpassen van werkplaatsen noodzakelijk.
Projecten in planning met verwachte uitgaven in 2015
Projectomschrijving |
Defensie onderdeel |
Project volume |
Verwachte uitgaven 2014 |
Verwachte uitgaven 2015 e.v. |
Fasering |
---|---|---|---|---|---|
Nieuwbouw/renovatie NCIA |
Algemeen |
37,6 |
0,1 |
37,5 |
2014–2017 |
Deelproject 1.3.6.2 HVD: MARKAZ Vlissingen |
CZSK |
180,0 |
0,0 |
180,0 |
2016–2019 |
Deelproject 2a.5 HVD: Realisatie 20 GZHC en 7 THKC |
CDC |
27,3 |
0,0 |
27,3 |
2015–2017 |
Deelproject 2b.4 HVD Herbeleggen IDGO |
CDC |
42,2 |
0,0 |
42,2 |
2015–2017 |
Nieuwbouw/renovatie NCIA
Nabij de Waalsdorpervlakte in Den Haag bevindt zich één van de vestigingen van het NATO Communications and Information Agency (NCIA). Momenteel heeft het agentschap een drietal hoofdvestigingen in Brussel, Mons (beiden België) en Den Haag. Met het oog op een doelmatige bedrijfsvoering is besloten een groter aantal activiteiten te concentreren op de NCIA-hoofdvestiging in Den Haag. Om dit mogelijk te maken heeft Nederland zich als Host Nation bereid verklaard om in de jaren 2014–2016 een grootschalig nieuwbouw- en renovatieproject uit te voeren en te financieren, met bijdragen van de ministeries van Buitenlandse Zaken, Economische Zaken, Defensie en de gemeente Den Haag.
Deelproject HVD 1.3.6.2. MARNS naar Zeeland
Met de bouw van een geheel nieuwe kazerne te Vlissingen wordt de verhuizing mogelijk gemaakt van het Mariniers Trainingscommando vanuit de Van Braam Houckgeestkazerne te Doorn en het Logistiek Centrum Maartensdijk. Het project wordt gerealiseerd met een geïntegreerd contract. De exacte financieringsvorm binnen het contract is nog onderwerp van discussie. In de tabel zijn de werkelijke bouwkosten vermeld.
Deelproject 2.a.5. HVD Realisatie 20 Gezondheidscentra (GZHC) en 7 tandheelkundige centra (THKC)
Dit project betreft de aanpassing van de huisvesting aan de nieuwe organisatie van de bedrijfsgroep Gezondheidszorg, door aanpassing van bestaande infrastructuur en door nieuwbouw op verschillende locaties. De realisatie loopt vertraging op als gevolg van het uitblijven van een goedgekeurd reorganisatieplan.
Deelproject 2b.4. HVD Herbeleggen IDGO
Het kennis- en trainingscentrum Logistieke Geneeskundige Dienst zal als gevolg van de reorganisatie van de geneeskundige opleidingen overgaan van het CLAS naar het Instituut Defensie Geneeskundige Opleidingen (IDGO) van het CDC. Besloten is om het IDGO in Ermelo te huisvesten en de Korporaal van Oudheusdenkazerne in Hilversum te sluiten.
Voorzien in ICT
Projectomschrijving |
Project volume |
Raming uitgaven |
Fasering Tot |
|||||
---|---|---|---|---|---|---|---|---|
t/m 2014 |
2015 |
2016 |
2017 |
2018 |
2019 |
|||
ERP/M&F (SPEER) |
277,3 |
276,5 |
0,8 |
2015 |
Projecten in planning met verwachte uitgaven in 2015
Doorontwikkeling ERP
De basisimplementatie ERP M&F wordt in 2015 voltooid. De doorontwikkeling ERP valt buiten de reikwijdte van het programma ERP M&F en is onderdeel van de reguliere bedrijfsvoering binnen Defensie. De verdere doorontwikkeling ERP wordt geconcretiseerd in een plan met de verzamelde behoeften voor de periode 2015–2022 en de behoeften worden in separate projecten uitgewerkt.
Voorziening IV/ICT
De technische staat van de IV/ICT binnen Defensie is door gebrek aan modernisering zorgelijk. De continuïteit is niet geborgd en Defensie loopt risico’s. Er is behoefte aan een nieuwe ICT-infrastructuur die de gehele (operationele) keten moet ondersteunen. De technische infrastructuur wordt naast de oude ICT-infrastructuur ontwikkeld en gerealiseerd. Voor het plan is een bedrag van circa € 40 miljoen geraamd in «Voorzien in ICT» voor de jaren 2015 tot en met 2017. Er is geen directe relatie tussen de doorontwikkeling van ERP en de ontwikkeling van nieuwe IV/ICT-infrastructuur. Wel wordt de ERP-omgeving op de nieuwe IV/ICT-infrastructuur geïnstalleerd. De nieuwe IV/ICT-infrastructuur vormt daarmee het fundament voor de informatievoorziening van Defensie als geheel.
Bekostiging Wetenschappelijk onderzoek
Omschrijving |
2013 |
2014 |
2015 |
2016 |
2017 |
2018 |
2019 |
---|---|---|---|---|---|---|---|
Programmafinanciering TNO |
33.533 |
32.558 |
33.543 |
33.528 |
33.307 |
33.308 |
33.308 |
Programmafinanciering NLR |
517 |
517 |
517 |
517 |
517 |
517 |
517 |
Contractonderzoek technologieontwikkeling |
24.206 |
23.630 |
20.290 |
18.035 |
18.035 |
18.037 |
18.037 |
Contractonderzoek kennistoepassing |
4.745 |
6.095 |
5.095 |
5.095 |
5.095 |
5.095 |
5.095 |
Totaal |
63.001 |
62.800 |
59.445 |
57.175 |
56.954 |
56.957 |
56.957 |
Het centrale kennis- en technologiebudget voor wetenschappelijk onderzoek wordt gebruikt om een defensiespecifieke kennisbasis op te bouwen en in stand te houden. Hiermee kan Defensie wetenschappelijk worden ondersteund in haar taakuitvoering. Het budget wordt ook ingezet om innovatieve operationele capaciteiten, werkwijzen of concepten in de defensieorganisatie mogelijk te maken waarmee het operationeel handelingsvermogen wordt vergroot, verbeterd of tegen lagere (levensduur)kosten beschikbaar komt. Met de uitvoering van onderzoekprogramma’s en -projecten onder dit artikel wordt tevens invulling gegeven aan de prioriteiten uit de Strategie-, Kennis- en Innovatieagenda (SKIA, Kamerstuk 32 733, nr. 3 van 19 mei 2011).
Programmafinanciering TNO (inclusief MARIN) en NLR
De uit te voeren onderzoeksprogramma’s bouwen een defensiespecifieke kennisbasis op bij TNO (inclusief kennisinstituut MARIN) en het NLR en houden deze in stand conform de herijking kennisportfolio defensie (HKD, Kamerstuk 27 830, nr. 71 van 28 januari 2010). Programmatisch onderzoek betreft investeringen in een kennisbasis die niet binnen Defensie aanwezig is en die zonder een gerichte financiële inspanning van Defensie niet beschikbaar komt of toegankelijk is. Met de opgebouwde kennis laat Defensie zich vervolgens adviseren en ondersteunen bij de beleidsvorming, verwerving en onderhoud van materieel, opleiding en training, bedrijfsvoering en operationeel optreden. De advisering richt zich onder meer op noodzakelijke verbeteringen en innovatieve vernieuwingen op deze gebieden. De programmafinanciering bedraagt in 2015 ongeveer € 34 miljoen.
Contractonderzoek technologieontwikkeling
Voor technologieontwikkeling is in 2015 ruim € 20 miljoen beschikbaar. Deze projectmatige uitgaven worden ingezet waar technologie een oplossing kan bieden voor (operationele) tekortkomingen, de (operationele) output van Defensie kan verbeteren of tot besparingen kan leiden. De uitvoering gebeurt vaak binnen de gouden driehoek van overheid, industrie en kennisinstituten. Het instrument draagt bij aan de versterking van het innovatief vermogen van de Nederlandse defensiegerelateerde industrie en daarmee aan de doelstelling van de Defensie Industrie Strategie (DIS, Kamerstuk 31 125, nr. 20 van 13 december 2013) en het rijksbrede topsectorenbeleid. De bijdrage van € 1 miljoen die Defensie levert aan de bezuiniging uit het regeerakkoord op subsidies aan het bedrijfsleven (topsectoren), is vanaf 2014 dan ook verwerkt in de budgetreeks voor technologieontwikkeling. Ook in de begrotingsafspraken van 2013 is een bezuiniging doorgevoerd op subsidies in het kader van het bedrijfslevenbeleid. De defensiebijdrage van € 0,5 miljoen in 2015 oplopend naar € 1 miljoen in 2016 is in deze reeks verwerkt. De technologieprojecten worden, waar van toepassing, interdepartementaal (topsectorenbeleid) en internationaal (Navo en European Defence Agency, EDA) afgestemd en ingebed. Interdepartementale R&D-projecten waarvan Defensie de regievoerder is, worden ook via dit instrument uitgevoerd. Het betreft in de periode 2011–2015 het project Sensor Technology Applied in Reconfigurable systems for sustainable Security (STARS) met een totale omvang van ongeveer € 18 miljoen.
Bijdragen en contractonderzoek kennistoepassing
De toepassing van met centrale middelen opgebouwde kennis primair wordt gefinancierd uit de decentrale budgetten van de behoeftestellende defensieonderdelen. Op centraal niveau is een beperkt budget beschikbaar voor acute, onvoorziene kennisondersteuning. Vooral de interdepartementaal afgesproken bijdragen aan de instandhouding van grote experimentele onderzoeksfaciliteiten bij TNO en het NLR worden uit de centrale middelen betaald. In 2015 is hiervoor ongeveer € 5 miljoen beschikbaar.
CODEMO
De CODEMO-regeling (Commissie Defensie Materieel Ontwikkeling) is een aansprekend instrument dat vooral wordt ingezet voor innovatieve productontwikkeling met het Midden- en Kleinbedrijf (MKB). Defensie neemt, van goedgekeurde projectvoorstellen, 50 procent van de ontwikkelingskosten voor haar rekening. Eventuele opbrengsten voor Defensie in de vorm van royalties over de verkoop van de ontwikkelde producten zijn beschikbaar voor nieuwe projecten. Defensie heeft € 10 miljoen beschikbaar gesteld voor de CODEMO-regeling, waarvan € 7 miljoen is besteed. Zeventien projecten zijn gehonoreerd waarvan vier projecten inmiddels succesvol zijn afgesloten. In het tweede kwartaal van 2014 zijn vijf nieuwe contracten tot stand gekomen. Drie van de vijf contracten zijn op 19 juni jl. ondertekend door CODEMO en het bedrijfsleven.
Naar aanleiding van de motie Günal-Gezer/Eijsink (Kamerstuk 33 750-X, nr. 24) treft u hierbij de gevraagde gegevens.
Ingediende voorstellen |
54 |
Gehonoreerde voorstellen |
17 |
Afgewezen voorstellen |
37 |
Afgeronde voorstellen |
4 |
De registratie van de doorlooptijd is in 2014 gestart. In het Jaarverslag 2014 wordt hierover voor het eerst gerapporteerd.
Bijdragen aan de Navo
De uitgaven hebben betrekking op de Nederlandse bijdrage in gemeenschappelijk gefinancierde Navo-investeringsprogramma’s. Ook de investeringsuitgaven voor de AWACS-vliegtuigen zijn hierin opgenomen.
Verkoopopbrengsten Groot Materieel
Afstotingen
Onder meer als gevolg van de maatregelen zoals opgenomen in de nota In het belang van Nederland wordt materieel afgestoten. Op hoofdlijnen betreft het:
• De Pantserhouwitser 2000 (PzH2000) en het infanteriegevechtsvoertuig CV-90: dit behoort bij de verlaagde ambities van de Nederlandse krijgsmacht;
• Rupsvoertuigen YPR en voorraad wielvoertuigen: reguliere vervanging en invoering van nieuwe wielvoertuigen conform het project DVOW;
• Luchtmaterieel zoals de Agusta Bell 412-reddingshelikopter (Search And Rescue): reguliere vervanging;
• Reguliere vervanging van bevoorradingsschip (Fast Combat Supply Ship) Zr.Ms. Amsterdam: de taken van de Amsterdam worden overgenomen door het JSS;
• Mijnenbestrijdingsvaartuigen: dit betreft afname van deze capaciteit;
• Overtollige voorraden, onderdelen, etcetera: dit betreft het doelmatig afstoten van voorraden die de Nederlandse krijgsmacht niet meer nodig heeft, maar die voor andere landen wel bruikbaar zijn.
Verkoopopbrengsten Infrastructuur
De verkoopopbrengsten Infrastructuur hebben betrekking op opbrengsten van af te stoten objecten, zoals Kamp van Zeist in Soest, het Officierscasino in Soesterberg, LCW te Rhenen en Fort de Bilt Zuidzijde in Utrecht. Bij de vaststelling van de Rijksvastgoedportefeuillestrategie voor 2014 door de ministerraad is te kennen gegeven dat departementen en diensten met ingang van 1 juli 2014 het vastgoed dat zij niet langer nodig hebben voor hun bedrijfsvoering tegen betaling moeten overdragen aan het Rijksvastgoedbedrijf (RVB). Het RVB zal op basis van het Kader Overname Vastgoed Rijksvastgoed (KORV) het overtollige vastgoed van de departementen en rijksdiensten overnemen tegen een inkoopprijs. De inkoopprijs wordt vastgesteld door gecertificeerde (onafhankelijke) vastgoedtaxateurs van het RVB. De opbrengsten van alle objecten die voor ingangsdatum van het KORV zijn aangeboden aan het RVOB worden geëffectueerd na daadwerkelijke verkoop aan een marktpartij.
Algemene doelstelling
De Defensie Materieel Organisatie (DMO) zorgt voor de verwerving van modern, robuust en kwalitatief hoogwaardig en inzetbaar materieel en de beschikbaarstelling van ICT-middelen, brandstof, munitie en kleding en uitrusting aan de defensieonderdelen.
Rol en verantwoordelijkheid Minister
De Minister is verantwoordelijk voor de aanschaf en de instandhouding van materieel en de afstoting van overtollig materieel van de krijgsmacht.
Beleidswijzigingen
Er zijn geen significante beleidswijzigingen ten opzichte van de begroting 2014.
Budgettaire gevolgen van het beleid en budgetflexibiliteit
2013 |
2014 |
2015 |
2016 |
2017 |
2018 |
2019 |
|
---|---|---|---|---|---|---|---|
Verplichtingen |
846.181 |
794.878 |
742.400 |
747.392 |
738.916 |
736.707 |
721.324 |
Uitgaven |
853.972 |
794.878 |
742.400 |
747.392 |
738.916 |
736.707 |
721.324 |
Waarvan juridisch verplicht |
74% |
||||||
Uitgaven incl. nog te ontvangen bijdrage vanuit BIV |
|||||||
Programma uitgaven |
361.145 |
336.743 |
307.572 |
328.493 |
320.651 |
324.469 |
301.640 |
Opdracht Logistieke ondersteuning |
361.145 |
336.743 |
307.572 |
328.493 |
320.651 |
324.469 |
301.640 |
– Gereedstelling |
246.323 |
239.207 |
218.200 |
231.127 |
221.924 |
224.703 |
214.351 |
– Instandhouding |
114.822 |
97.536 |
89.372 |
97.366 |
98.727 |
99.766 |
87.289 |
Apparaatsuitgaven |
492.827 |
458.135 |
434.828 |
418.899 |
418.265 |
412.238 |
419.684 |
Personele uitgaven |
178.093 |
201.645 |
180.881 |
171.463 |
172.415 |
169.184 |
173.158 |
– waarvan eigen personeel |
178.093 |
179.845 |
172.521 |
164.133 |
164.336 |
164.450 |
164.550 |
– waarvan externe inhuur |
21.800 |
8.360 |
7.330 |
8.079 |
4.734 |
8.608 |
|
Materiële uitgaven |
314.734 |
256.490 |
253.947 |
247.436 |
245.850 |
243.054 |
246.526 |
– waarvan ICT |
220.486 |
0 |
20.678 |
30.892 |
35.365 |
35.345 |
35.355 |
– waarvan ICT; bijdrage aan SSO DTO |
|
207.122 |
172.099 |
156.844 |
150.492 |
150.502 |
150.467 |
– waarvan overige exploitatie |
94.248 |
49.056 |
60.837 |
59.386 |
59.679 |
56.893 |
60.390 |
– waarvan overige exploitatie; bijdrage aan SSO Paresto |
|
312 |
333 |
314 |
314 |
314 |
314 |
Apparaatsontvangsten |
59.554 |
42.933 |
42.933 |
42.933 |
43.433 |
43.433 |
43.433 |
Het aandeel «juridisch verplicht» heeft betrekking op programma-uitgaven voor levering van goederen en/of diensten waarvoor Defensie een overeenkomst is aangegaan en op de apparaatsuitgaven die voor het merendeel uit personele uitgaven bestaan. Voor 2015 gaat het om 74 procent. Het betreft verplichtingen die zijn aangegaan voor de apparaatsuitgaven, de aanschaf van munitie en instandhoudingsuitgaven.
Toelichting op de instrumenten
Gereedstelling
De uitgaven voor gereedstelling bestaan vooral uit brandstof voor varend, rijdend en vliegend materieel en munitie. Dit betreft uitgaven voor defensiebrede contracten.
Instandhouding
De uitgaven voor instandhouding betreffen vooral grote wapensystemen en eenheden van de operationele commando's. In de doelstellingenmatrices bij de beleidsartikelen van de operationele commando’s staan de wapensystemen vermeld waarvoor uitgaven worden geraamd.
Apparaatsuitgaven
De apparaatsuitgaven bevatten vooral personele uitgaven. Deze uitgaven bestaan hoofdzakelijk uit salarissen, sociale lasten en uitgaven voor toelagen en reiskosten woon-werkverkeer. De uitgaven voor salarissen en sociale lasten worden besteed aan de volgende aantallen personeel (gemiddelde jaarsterktes):
2013 |
2014 |
2015 |
2016 |
2017 |
2018 |
2019 |
---|---|---|---|---|---|---|
2.439 |
2.473 |
2.511 |
2.520 |
2.514 |
2.512 |
2.512 |
De uitgaven ICT worden met ingang van 2013 voor alle defensieonderdelen verantwoord op dit artikel. het betreft uitgaven voor de werkplekdiensten en het onderhoud van IV-systemen.
Bijdragen aan SSO’s
Om de apparaatsuitgaven binnen de baten-lastenagentschappen beter te laten aansluiten bij de uitgavenbegroting, worden rijksbreed de betalingen aan de baten-lastenagentschappen zichtbaar gemaakt in de uitgavenbegroting onder de noemer «waarvan bijdragen aan SSO’s» (Shared Service Organisations). Het betreft voor 2015 de uitgaven voor DTO (alle informatievoorziening € 172,1 miljoen) en Paresto
(€ 0,3 miljoen).
De overige exploitatie is voor het grootste deel personeelsgebonden. Deze uitgaven bestaan voornamelijk uit opleidingen, werving, dienstreizen en kleding en uitrusting en overige materiële uitgaven.
Voor een nadere toelichting op de apparaatsuitgaven wordt verwezen naar de personeelsrapportage die periodiek aan de Tweede Kamer wordt aangeboden en het niet-beleidsartikel 10 Centraal apparaat.
Algemene doelstelling
Het Commando DienstenCentra (CDC) voorziet in een doelmatige en doeltreffende ondersteuning van de krijgsmacht. Het CDC draagt zorg voor de levering van ondersteunende diensten aan de krijgsmacht. Een groot deel van de ondersteuning levert het CDC zelf, een deel van de ondersteuning wordt geleverd door organisaties buiten het Ministerie van Defensie. CDC is daarbij de verbindende schakel tussen vraag en aanbod.
De ondersteuning van het CDC is ingedeeld in drie categorieën ondersteuning, te weten normgestuurd (vast, zoals vastgoed, gezondheidszorg), capaciteitgestuurd (semi-flexibel, zoals opleidingen) en budgetgestuurd (flexibel, zoals transport en media). De drie categorieën zijn nader onderverdeeld in achttien dienstenclusters.
Rol en verantwoordelijkheid Minister
De Minister is verantwoordelijk voor een doeltreffende en doelmatige dienstverlening binnen Defensie waaraan het CDC een bijdrage levert.
Beleidswijzigingen
Er zijn geen significante beleidswijzigingen ten opzichte van de begroting 2014.
Budgettaire gevolgen van het beleid en budgetflexibiliteit
2013 |
2014 |
2015 |
2016 |
2017 |
2018 |
2019 |
|
---|---|---|---|---|---|---|---|
Verplichtingen |
1.111.277 |
1.069.891 |
1.037.650 |
1.001.998 |
991.819 |
971.830 |
955.734 |
Uitgaven |
1.040.029 |
1.069.891 |
1.037.650 |
1.001.998 |
991.819 |
971.830 |
955.734 |
Waarvan juridisch verplicht |
48% |
||||||
Uitgaven incl. nog te ontvangen bijdrage vanuit BIV |
1.047.650 |
1.011.998 |
1.001.819 |
981.830 |
965.734 |
||
Programma uitgaven |
7.600 |
||||||
Opdracht Dienstverlenende eenheden |
7.600 |
||||||
– Gereedstelling |
7.590 |
||||||
– Instandhouding |
10 |
||||||
|
|||||||
Apparaatsuitgaven |
1.032.429 |
1.069.891 |
1.037.650 |
1.001.998 |
991.819 |
971.830 |
955.734 |
Personele uitgaven |
424.809 |
442.795 |
467.947 |
458.863 |
448.270 |
445.118 |
440.388 |
– waarvan eigen personeel |
411.204 |
415.630 |
458.200 |
449.624 |
439.599 |
436.447 |
431.717 |
– waarvan externe inhuur |
16.800 |
||||||
– waarvan overig; attachés |
13.605 |
10.365 |
9.747 |
9.239 |
8.671 |
8.671 |
8.671 |
Materiële uitgaven |
607.620 |
627.096 |
569.703 |
543.135 |
543.549 |
526.712 |
515.346 |
– waarvan bijdrage aan SSO's |
176.901 |
204.826 |
192.953 |
192.953 |
192.952 |
192.791 |
|
– waarvan overig |
441.982 |
357.755 |
343.060 |
343.474 |
326.638 |
315.433 |
|
– waarvan overig; attachés |
8.213 |
7.122 |
7.122 |
7.122 |
7.122 |
7.122 |
|
Correctie exploitatie i.v.m. nog te ontvangen bijdrage vanuit het BIV t.b.v. nazorg uitgezonden militairen 1 |
– 10.000 |
– 10.000 |
– 10.000 |
– 10.000 |
– 10.000 |
||
Apparaatsontvangsten |
55.319 |
55.470 |
53.764 |
52.290 |
51.566 |
51.572 |
51.572 |
Het aandeel «juridisch verplicht» heeft betrekking op programma-uitgaven voor levering van goederen en/of diensten waarvoor Defensie een overeenkomst is aangegaan en op de apparaatsuitgaven die voor het merendeel uit Materiële uitgaven bestaan. Voor 2015 gaat het om 48 procent. Deze verplichtingen hebben volledig betrekking op de apparaatsuitgaven.
Toelichting op de instrumenten
Apparaatsuitgaven
De apparaatsuitgaven bevatten vooral personele uitgaven. Deze uitgaven bestaan hoofdzakelijk uit salarissen, sociale lasten en uitgaven voor toelagen en reiskosten woon-werkverkeer. De personele uitgaven worden besteed aan de volgende aantallen personeel (gemiddelde jaarsterktes):
2013 |
2014 |
2015 |
2016 |
2017 |
2018 |
2019 |
---|---|---|---|---|---|---|
6.195 |
6.432 |
7.031 |
7.076 |
6.944 |
6.887 |
6.872 |
De materiële uitgaven betreffen uitgaven voor Huisvesting & Infrastructuur, overige exploitatie, bijdragen aan SSO’s, attachés en departementsbrede uitgaven.
Het CDC biedt alle ondersteuning op het gebied van het vastgoed van Defensie. Defensie beschikt momenteel over circa 35.000 hectare terreinoppervlak en 6,3 miljoen m2 bruto oppervlak gebouwen. De ondersteuning bestaat uit de volgende activiteiten:
• Het onderhoud van alle vastgoedobjecten;
• Beheer van alle huurobjecten en PPS-constructies alsmede het leveren van rijkshuisvesting in het buitenland;
• Facilitaire ondersteuning ten behoeve van het vastgoed zoals beveiliging en schoonmaak;
• Zorg voor alle nutscontracten.
De overige ondersteuning is voornamelijk ten behoeve van het defensiepersoneel in Nederland en het buitenland. De ondersteuning bestaat uit de volgende activiteiten:
• Verzorgen van catering en voeding;
• Verzorgen van facilitaire diensten zoals centraal wagenparkbeheer en audiovisuele diensten;
• Verzorgen van P&O diensten voor circa 53.500 defensiemedewerkers;
• Verzorgen van gezondheidsdiensten voor circa 41.500 militairen;
• Verzorgen van wereldwijd vervoer van personen en goederen;
• Leveren van producten op het gebied van kennis en ontwikkeling.
Bijdragen aan SSO’s
De bijdrage aan SSO DVD (€ 174,4 miljoen) respectievelijk SSO Paresto (€ 30,5 miljoen) zijn begrepen in bovengenoemde uitgaven Huisvesting & Infrastructuur en uitgaven Overige Exploitatie.
Bijdrage aan SSO's |
2015 |
2016 |
2017 |
2018 |
2019 |
---|---|---|---|---|---|
SSO DVD; huisvesting en infrastructuur |
174.355 |
164.243 |
164.243 |
164.243 |
164.083 |
SSO Paresto; overige exploitatie |
30.471 |
28.710 |
28.710 |
28.709 |
28.708 |
Totale bijdrage SSO's |
204.826 |
192.953 |
192.953 |
192.952 |
192.791 |
De post «Correctie exploitatie i.v.m. nog te ontvangen bijdrage vanuit het BIV t.b.v. nazorg uitgezonden militairen» is opgenomen, omdat in de planning rekening wordt gehouden met het leveren van diensten op het gebied van nazorg van de uitgezonden militairen, maar de middelen hiervoor zijn nog niet beschikbaar gesteld vanuit het BIV. Dit is afhankelijk van de jaarlijkse besluitvorming.
Voor een nadere toelichting op de apparaatsuitgaven wordt verwezen naar de personeelsrapportage die periodiek aan de Tweede Kamer wordt aangeboden en het niet-beleidsartikel 10 Centraal apparaat.
Algemene doelstelling
In dit artikel worden de departementsbrede programma-uitgaven begroot. Het betreft subsidies en bijdragen, bijdragen aan de Navo-exploitatie uitgaven en internationale militaire samenwerking en overige (departementsbrede) uitgaven.
Budgettaire gevolgen
2013 |
2014 |
2015 |
2016 |
2017 |
2018 |
2019 |
|
---|---|---|---|---|---|---|---|
Verplichtingen |
84.443 |
114.592 |
102.460 |
99.846 |
96.905 |
97.753 |
97.467 |
Uitgaven |
100.566 |
114.592 |
102.460 |
99.846 |
96.905 |
97.753 |
97.467 |
Programma uitgaven |
|||||||
Subsidies en bijdragen |
21.682 |
25.982 |
23.848 |
23.283 |
23.255 |
23.243 |
23.226 |
Bijdrage NAVO en internationale samenwerking |
39.906 |
41.006 |
42.449 |
42.364 |
42.303 |
42.320 |
42.190 |
Overige uitgaven |
38.978 |
47.604 |
36.163 |
34.199 |
31.347 |
32.190 |
32.051 |
Toelichting op de instrumenten
Subsidies en bijdragen
De subsidies en bijdragen worden verleend aan instellingen die voor Defensie een toegevoegde waarde hebben en defensiebeleid voor bijzondere doelgroepen uitvoeren, omdat zij hiertoe beter geëquipeerd zijn. De defensiesubsidies zijn er op gericht de exploitatie van stichtingen, en daarmee de uitvoering van hun doelen, in stand te houden. De subsidies zijn te verdelen in subsidies voor veteranenzorg, bijzondere vormen van personeelszorg en doelgroepenbeleid. Subsidies worden verstrekt in het kader van het cultureel erfgoed en tradities en op het gebied van onderwijs, kennis en technologie. Een overzicht van de subsidies is opgenomen in bijlage 4.6.
Bijdragen aan de Navo en Internationale militaire samenwerking
De bijdragen aan de Navo hebben betrekking op Navo-exploitatie uitgaven, waaronder uitgaven voor AWACS-vliegtuigen. De Internationale Militaire Samenwerking omvat militaire samenwerkingsactiviteiten die Defensie in internationaal verband uitvoert. Het betreft onder meer militair-operationele samenwerking, defensiematerieelsamenwerking, militaire inlichtingensamenwerking en juridische samenwerking.
Overige uitgaven
Deze defensiebrede uitgaven hebben onder meer betrekking op de voorlichtings- en communicatieactiviteiten. Voor de jaren 2015 en 2016 worden uitgaven verwacht voor het EU-voorzitterschap. Overige uitgaven hebben tevens betrekking op de schadevergoedingen via de landsadvocaat en uitgaven aan de Belastingdienst.
Algemene doelstelling
Defensie is een operationele en uitvoerende organisatie bedoeld om de belangen van het Koninkrijk te verdedigen en de internationale rechtsorde te bevorderen. Ten behoeve van de drie hoofdtaken van de krijgsmacht stelt zij militaire eenheden gereed en zet deze in nationaal en internationaal verband in. Die inzet is de kerntaak van Defensie. De Bestuursstaf geeft hier namens de Minister sturing aan door het formuleren van het defensiebeleid, het toewijzen van middelen aan alle defensieonderdelen, het toezicht houden op de besteding daarvan en het opstellen van kaders voor de defensiebrede bedrijfsvoering.
Budgettaire gevolgen
2013 |
2014 |
2015 |
2016 |
2017 |
2018 |
2019 |
|
---|---|---|---|---|---|---|---|
Verplichtingen |
1.655.999 |
1.602.594 |
1.599.771 |
1.543.874 |
1.535.300 |
1.547.420 |
1.462.633 |
Uitgaven |
1.658.703 |
1.602.594 |
1.599.771 |
1.543.874 |
1.535.300 |
1.547.420 |
1.462.633 |
Apparaatsuitgaven |
1.658.703 |
1.602.594 |
1.599.771 |
1.543.874 |
1.535.300 |
1.547.420 |
1.462.633 |
Personele uitgaven |
1.638.573 |
1.579.940 |
1.583.978 |
1.529.534 |
1.521.992 |
1.534.016 |
1.448.716 |
– waarvan eigen personeel |
128.622 |
124.410 |
121.225 |
122.703 |
122.759 |
122.503 |
122.737 |
– waarvan externe inhuur |
|
3.080 |
2.060 |
1.981 |
1.981 |
1.981 |
|
– waarvan pensioenen, wachtgelden en uitkeringen |
1.509.951 |
1.455.530 |
1.459.673 |
1.404.771 |
1.397.252 |
1.409.532 |
1.323.998 |
Materiële uitgaven |
20.130 |
22.654 |
15.793 |
14.340 |
13.308 |
13.404 |
13.917 |
– waarvan overig |
20.130 |
22.484 |
15.583 |
14.142 |
13.110 |
13.206 |
13.719 |
– waarvan bijdrage aan SSO Paresto |
|
170 |
210 |
198 |
198 |
198 |
198 |
Totaal ontvangsten |
2.669 |
22.331 |
6.811 |
6.811 |
6.811 |
6.811 |
6.811 |
Toelichting op de instrumenten
Bestuursstaf
De Bestuursstaf draagt zorg voor een beheerste uitvoering van het beleidsproces en de bedrijfsvoering van het Ministerie van Defensie. De Bestuursstaf geeft namens de Minister sturing aan de defensieorganisatie. Dat gebeurt door het formuleren van het defensiebeleid, het toewijzen van middelen aan de defensieonderdelen, het toezicht houden op de besteding daarvan en het opstellen van kaders voor de defensiebrede bedrijfsvoering. De uitgaven die daarmee gemoeid zijn, betreffen vooral salarissen voor burger- en militair personeel, persoonsgebonden uitgaven, bovenformatieve inhuur en overig materieel.
Militaire inlichtingen- en Veiligheidsdienst
Als Bijzondere Organisatie Eenheid (BOE) ressorterend onder de Bestuursstaf is de MIVD belast met de ondersteuning van Defensie op het gebied van het leveren van kwalitatief hoogwaardig inlichtingen- en veiligheidsinformatie. Daarmee levert de MIVD een onmisbare bijdrage aan de opbouw, de gereedstelling en de inzet van de Nederlandse krijgsmacht en de informatiepositie van Nederland. De uitgaven die daarmee binnen dit artikel gemoeid zijn, betreffen vooral salarissen voor burger- en militair personeel, persoonsgebonden uitgaven, informatievoorziening en overige materiële uitgaven.
Personele uitgaven
De apparaatsuitgaven bevatten vooral personele uitgaven. Deze uitgaven bestaan hoofdzakelijk uit salarissen, sociale lasten en uitgaven voor toelagen en reiskosten woon-werkverkeer. De uitgaven voor salarissen en sociale lasten worden besteed aan de volgende aantallen personeel van de Bestuursstaf (gemiddelde jaarsterktes):
2013 |
2014 |
2015 |
2016 |
2017 |
2018 |
2019 |
---|---|---|---|---|---|---|
1.469 |
1.488 |
1.513 |
1.548 |
1.547 |
1.547 |
1.547 |
Pensioenen en uitkeringen
Deze uitgaven betreffen de betaling van ouderdomspensioen en overige uitkeringen aan voormalig defensiepersoneel. Deze zijn als volgt onderverdeeld:
Tabel: Onderverdeling pensioenen en uitkeringen
De invaliditeitspensioenen en nabestaandenpensioenen betreffen de uitkeringen voor militaire oorlogs- en dienstslachtoffers of hun nabestaanden.
De uitkeringswet gewezen militairen betreft het functioneel leeftijdsontslag voor militairen.
Wachtgelden, inactiviteitswedden en SBK-gelden
Deze post betreft de verstrekking van uitkeringen krachtens het Sociaal Beleidskader en overige regelingen aan voormalig defensiepersoneel.
De overige exploitatie is voor het grootste deel personeelsgebonden. Deze uitgaven bestaan voornamelijk uit opleidingen, werving, dienstreizen en kleding en uitrusting en overige materiële uitgaven.
Bijdragen aan SSO’s
Om de apparaatsuitgaven binnen de baten-lastenagentschappen beter te laten aansluiten bij de uitgavenbegroting, worden Rijksbreed de betalingen aan de baten-lastenagentschappen zichtbaar gemaakt in de uitgavenbegroting, onder de noemer «waarvan bijdragen aan SSO’s» (Shared Service Organisations). Het betreft hier de uitgaven voor Paresto (€ 0,2 miljoen voor 2015).
Voor een nadere toelichting op de personele uitgaven wordt verwezen naar de personeelsrapportage die periodiek aan de Tweede Kamer wordt aangeboden.
Totaal apparaatsuitgaven en apparaatskosten Defensie inclusief baten-lastenagentschappen
Bedragen x € 1.000 |
2013 |
2014 |
2015 |
2016 |
2017 |
2018 |
2019 |
---|---|---|---|---|---|---|---|
Verplichtingen |
5.567.868 |
5.586.790 |
5.419.982 |
5.230.756 |
5.204.453 |
5.180.610 |
5.090.548 |
Kerndepartement |
1.658.703 |
1.602.594 |
1.599.771 |
1.543.874 |
1.535.300 |
1.547.420 |
1.462.633 |
Uitvoeringsorganisaties |
3.909.165 |
3.984.196 |
3.820.211 |
3.686.883 |
3.669.153 |
3.633.190 |
3.627.915 |
Inzet |
0 |
0 |
0 |
0 |
0 |
0 |
0 |
Taakuitvoering Zeestrijdkrachten |
555.636 |
588.197 |
571.643 |
551.333 |
551.903 |
548.484 |
548.442 |
Taakuitvoering Landstrijdkrachten |
1.000.064 |
1.030.769 |
969.940 |
931.026 |
926.010 |
924.178 |
926.070 |
Taakuitvoering Luchtstrijdkrachten |
501.803 |
510.968 |
494.775 |
482.045 |
480.455 |
478.202 |
479.350 |
Taakuitvoering Koninklijke marechaussee |
326.406 |
326.236 |
311.375 |
301.582 |
300.701 |
298.258 |
298.635 |
Ondersteuning krijgsmacht door Defensie Materieel Organisatie |
492.827 |
458.135 |
434.828 |
418.899 |
418.265 |
412.238 |
419.684 |
Ondersteuning krijgsmacht door Commando DienstenCentra |
1.032.429 |
1.069.891 |
1.037.650 |
1.001.998 |
991.819 |
971.830 |
955.734 |
Totaal apparaatsuitgaven |
5.567.868 |
5.586.790 |
5.419.982 |
5.230.756 |
5.204.453 |
5.180.610 |
5.090.548 |
Batenlastenagentschappen: |
605.715 |
522.652 |
526.483 |
494.313 |
491.213 |
490.313 |
489.928 |
Defensie Telematica Organsiatie |
307.259 |
303.000 |
254.722 |
235.722 |
232.222 |
232.222 |
232.197 |
Dienst Vastgoed Defensie |
220.187 |
146.235 |
200.455 |
190.843 |
191.243 |
190.343 |
189.983 |
Paresto |
78.269 |
73.417 |
71.306 |
67.748 |
67.748 |
67.748 |
67.748 |
Totaal apparaatskosten |
605.715 |
522.652 |
526.483 |
494.313 |
491.213 |
490.313 |
489.928 |
De uitgaven voor salarissen en sociale lasten worden besteed aan de volgende aantallen personeel van het Ministerie van Defensie in totaal (gemiddelde jaarsterktes):
2013 |
2014 |
2015 |
2016 |
2017 |
2018 |
2019 |
---|---|---|---|---|---|---|
53.931 |
53.998 |
53.532 |
53.168 |
53.893 |
52.747 |
52.732 |
Overzicht gemiddelde jaarsterkte defensiepersoneel
formatie voor reorganisatie |
formatie 2015 |
gemiddelde jaarsterkte 2015 |
budget in 2015 (bedrag * 1.000) |
formatie 2019 |
budget in 2019 (bedrag * 1.000) |
|
---|---|---|---|---|---|---|
Burgerpersoneel |
||||||
Schaal 16 t/m 18 |
35 |
18 |
24 |
3.092 |
18 |
2.273 |
schaal 15 |
46 |
35 |
37 |
4.092 |
35 |
3.793 |
schaal 14 |
107 |
84 |
91 |
9.523 |
83 |
8.512 |
schaal 13 |
275 |
267 |
290 |
27.110 |
265 |
24.277 |
schaal 12 |
743 |
704 |
722 |
60.098 |
719 |
58.651 |
schaal 11 |
1.109 |
1.030 |
1.015 |
74.488 |
1.019 |
73.286 |
schaal 10 |
1.389 |
1.208 |
1.197 |
76.479 |
1.199 |
75.075 |
schaal 9 |
1.046 |
834 |
838 |
49.609 |
815 |
47.282 |
schaal 8 |
969 |
769 |
814 |
43.193 |
747 |
38.845 |
schaal 7 |
1.442 |
1.153 |
1.217 |
59.226 |
1.116 |
53.225 |
schaal 6 |
1.480 |
1.221 |
1.208 |
53.755 |
1.168 |
50.936 |
schaal 5 |
2.141 |
1.884 |
1.923 |
82.052 |
1.815 |
75.895 |
schaal 1 t/m 4 |
3.224 |
2.952 |
2.610 |
104.624 |
2.846 |
111.803 |
Totaal burgerpersoneel |
14.006 |
12.159 |
11.986 |
647.341 |
11.845 |
623.853 |
Militair personeel |
||||||
GEN |
95 |
60 |
66 |
8.615 |
60 |
7.675 |
KOL |
365 |
293 |
343 |
43.668 |
293 |
36.556 |
LKOL |
1.562 |
1.283 |
1.380 |
135.989 |
1.270 |
122.647 |
MAJ |
2.813 |
2.180 |
2.216 |
175.483 |
2.148 |
166.696 |
KAP |
3.106 |
2.757 |
2.770 |
168.750 |
2.746 |
163.942 |
LNT |
2.490 |
2.203 |
2.021 |
99.788 |
2.136 |
103.357 |
AOO |
3.551 |
2.755 |
2.965 |
177.825 |
2.678 |
157.400 |
SM |
5.587 |
4.417 |
4.546 |
224.774 |
4.373 |
211.896 |
SGT (1) |
12.598 |
10.872 |
9.137 |
340.823 |
10.750 |
392.971 |
SLD/KPL |
14.391 |
11.826 |
12.498 |
376.568 |
11.473 |
338.771 |
totaal op functie |
46.558 |
38.646 |
37.942 |
1.752.284 |
37.927 |
1.701.911 |
Initiële opleidingen (NBOF) |
4.841 |
2.960 |
3.604 |
79.975 |
2.960 |
65.684 |
Totaal militair personeel (inclusief NBOF) |
51.399 |
41.606 |
41.546 |
1.832.259 |
40.887 |
1.767.595 |
Totaal burger en militair personeel |
65.405 |
53.765 |
53.532 |
2.479.600 |
52.732 |
2.391.448 |
Overige uitgaven voor personeel |
378.357 |
329.885 |
||||
Totaal personele uitgaven |
2.857.957 |
2.721.333 |
||||
Agentschappen |
||||||
Defensie Telematica Organisatie |
1.530 |
105.049 |
1.202 |
82.524 |
||
Dienst Vastgoed Defensie |
796 |
50.136 |
734 |
47.223 |
||
Paresto |
781 |
35.305 |
735 |
33.035 |
In de tabel zijn alleen de salarissen en sociale lasten opgenomen, zoals gerapporteerd in het overzicht van de numerus fixus. De totale uitgaven voor formatie per defensieonderdeel, alsmede de geraamde aantallen per defensieonderdeel, zijn terug te vinden in de desbetreffende hoofdstukken per defensieonderdeel.
In de eerste kolom is de organisatie opgenomen zoals deze was, voordat de reorganisatie als gevolg van de beleidsbrief 2011 van start ging.
In de tweede kolom is de geplande formatie voor 2015 opgenomen. De derde kolom geeft de verwachte gemiddelde jaarsterkte voor 2015 weer. De formatie betreft de organisatie en daarmee de functies. De gemiddelde jaarsterkte betreft het aantal personeelsleden dat aanwezig is. Een verklaring voor de verschillen tussen deze twee kolommen is dat de reorganisaties in 2015 nog niet geheel zijn afgerond. Daarnaast lopen de reorganisaties naar aanleiding van de nota In het belang van Nederland na 2015 door. Tot slot draagt het begrotingsakkoord 2014 bij aan het verschil tussen de formatie en de gemiddelde jaarsterkte. In de vierde kolom is de verwachte gemiddelde jaarsterkte financieel gemaakt.
De vijfde kolom geeft de formatie aan voor het jaar 2019. Daarbij is de verwachte gemiddelde jaarsterkte gelijk aan de formatie. In de laatste kolom is de formatie (en dus ook de gemiddelde jaarsterkte) financieel gemaakt voor het jaar 2019. Budgettair is hier echter rekening gehouden met de verwachting dat er gedurende het jaar sprake zal zijn van 98% vulling.
Bij de agentschappen zijn de eerste twee kolommen niet ingevuld aangezien daar niet wordt gewerkt met een vaste formatie.
Taakstelling Rijksdienst
In het huidige regeerakkoord is vanaf 2016 een apparaatstaakstelling voor Defensie opgenomen die oploopt tot € 48 miljoen. Binnen Defensie is de taakstelling belegd bij de apparaatsbudgetten van Defensie, de DMO en het CDC:
Extracomptabele tabel invulling taakstelling
(Bedragen x € 1 miljoen) |
2016 |
2017 |
2018 |
Structureel |
---|---|---|---|---|
Departementale taakstelling (totaal) |
17 |
39 |
48 |
48 |
Kerndepartement |
6,6 |
26 |
31 |
31 |
Agentschappen |
||||
DTO |
7,2 |
8,8 |
8,8 |
8,8 |
DVD |
3,2 |
4,2 |
7,2 |
7,2 |
Paresto |
1 |
1 |
||
Totaal agentschappen |
10,4 |
13 |
17 |
17 |
Bedrijfsvoering bij Defensie
Samenhangende bedrijfsvoering
De wijze waarop Defensie haar interne bedrijfsvoering inricht en de wijze waarop met anderen wordt samengewerkt, moet de hoofdtaken van de krijgsmacht optimaal ondersteunen. De inrichting van de bedrijfsvoering volgt de behoeften van het primaire proces van gereedstelling en inzet van militaire capaciteiten. De ontwikkeling van de bedrijfsvoering van Defensie kenmerkt zich door een streven naar flexibiliteit, vereenvoudiging en eenduidige belegging van processen, ruimte voor de uitvoering, integraliteit en een kleinere footprint.
Vereenvoudiging in besturing en integraliteit in de ondersteuning gaan gepaard met meer rolvast sturen en samenwerken. Dit krijgt bijvoorbeeld vorm door meer geïntegreerde dienstverlening en integratie tussen diverse ketens. Vereenvoudiging krijgt tevens meer inhoud door het terugdringen van de regeldruk. Dit leidt tot meer ruimte voor de uitvoering en meer flexibiliteit. Zo ontstaat een versterkend effect.
De kaders voor bedrijfsvoering zijn van toepassing op diverse ketens en bedrijfsonderdelen. Het streven naar een integrale bedrijfsvoering vereist focus en samenhang in behoeften, prioriteiten en de daaraan verbonden middelen. Binnen Defensie worden daarom de veranderingen en vernieuwingen binnen bedrijfsvoering en hun effecten op processen en ondersteunende systemen in samenhang beschouwd.
2013 |
2014 |
2015 |
2016 |
2017 |
2018 |
2019 |
|
---|---|---|---|---|---|---|---|
Verplichtingen |
5.264 |
5.264 |
5.339 |
5.337 |
5.336 |
5.338 |
5.335 |
Geheime uitgaven |
5.264 |
5.264 |
5.339 |
5.337 |
5.336 |
5.338 |
5.335 |
Totaal uitgaven |
5.264 |
5.264 |
5.339 |
5.337 |
5.336 |
5.338 |
5.335 |
2013 |
2014 |
2015 |
2016 |
2017 |
2018 |
2019 |
|
---|---|---|---|---|---|---|---|
Verplichtingen en uitgaven |
0 |
65.587 |
27.337 |
40.252 |
40.389 |
37.894 |
40.440 |
Loonbijstelling |
|||||||
Prijsbijstelling |
|||||||
Nader te verdelen |
0 |
65.587 |
27.337 |
40.252 |
40.389 |
37.894 |
40.440 |
Onvoorzien |
|||||||
Totaal uitgaven |
0 |
65.587 |
27.337 |
40.252 |
40.389 |
37.894 |
40.440 |
Toelichting
Op de post «Nader te verdelen» wordt loon- en prijsbijstelling ondergebracht. Voor het jaar 2014 geldt dat deze middelen met de tweede suppletoire begroting 2014 worden uitgedeeld naar de verschillende begrotingsartikelen.
Algemeen
De Defensie Telematica Organisatie (DTO) maakt als agentschap deel uit van de DMO. DTO levert geïntegreerde hoogwaardige IV-diensten aan Defensie en ketenpartners binnen de rijksoverheid op het gebied van de openbare orde en veiligheid. Tevens steunt DTO de operationele informatievoorziening van de operationele commando’s bij internationale en nationale inzet.
Begroting van baten en lasten
(Bedragen x € 1.000) |
realisatie 2013 |
begroting 2014 |
ramingen 2015 |
2016 |
2017 |
2018 |
2019 |
|
---|---|---|---|---|---|---|---|---|
Baten |
||||||||
Omzet moederdepartement |
270.638 |
269.000 |
224.562 |
205.562 |
202.062 |
202.062 |
202.037 |
|
Omzet overige departementen |
36.473 |
32.000 |
30.160 |
30.160 |
30.160 |
30.160 |
30.160 |
|
Omzet derden |
120 |
2.000 |
– |
– |
– |
– |
– |
|
Rentebaten |
– |
– |
– |
– |
– |
– |
– |
|
Vrijval voorzieningen |
28 |
– |
– |
– |
– |
– |
– |
|
Bijzondere baten |
– |
– |
– |
– |
– |
– |
– |
|
Totaal baten |
307.259 |
303.000 |
254.722 |
235.722 |
232.222 |
232.222 |
232.197 |
|
Lasten |
||||||||
Apparaatskosten |
||||||||
Personele kosten |
153.025 |
165.000 |
133.049 |
114.049 |
110.549 |
110.549 |
110.524 |
|
– waarvan eigen personeel |
120.855 |
130.000 |
105.049 |
86.049 |
82.549 |
82.549 |
82.524 |
|
– waarvan externe inhuur t.b.v. apparaat |
10.393 |
12.250 |
20.000 |
20.000 |
20.000 |
20.000 |
20.000 |
|
– waarvan externe inhuur t.b.v. IV projecten |
21.777 |
22.750 |
8.000 |
8.000 |
8.000 |
8.000 |
8.000 |
|
Materiële kosten |
128.773 |
107.000 |
96.073 |
96.073 |
96.073 |
96.073 |
96.073 |
|
– waarvan apparaat ICT |
9.691 |
9.000 |
– |
– |
– |
– |
– |
|
– waarvan bijdrage aan SSO's |
550 |
2.888 |
– |
– |
– |
– |
– |
|
Rentelasten |
642 |
3.000 |
600 |
600 |
600 |
600 |
600 |
|
Afschrijvingskosten |
25.004 |
28.000 |
25.000 |
25.000 |
25.000 |
25.000 |
25.000 |
|
– materieel |
21.774 |
25.000 |
22.000 |
– |
– |
– |
– |
|
– waarvan apparaat ICT |
– |
18.000 |
– |
– |
– |
– |
– |
|
– immaterieel |
3.230 |
3.000 |
3.000 |
– |
– |
– |
– |
|
Overige kosten |
522 |
– |
– |
– |
– |
– |
– |
|
– dotaties voorzieningen |
27 |
– |
– |
– |
– |
– |
– |
|
– bijzondere lasten |
495 |
– |
– |
– |
– |
– |
– |
|
Totaal lasten |
307.966 |
303.000 |
254.722 |
235.722 |
232.222 |
232.222 |
232.197 |
|
|
|
|
|
|
|
|
||
Taakstelling nog in te vullen |
|
– |
– |
– |
– |
– |
– |
|
Saldo van baten en lasten |
– 707 |
– |
– |
– |
– |
– |
– |
Toelichting op de begroting baten en lasten
Baten
De verwachte omzet is min of meer een gegeven. De omzet van het agentschap volgt uit het budget van de opdrachtgever, dus uit de IV-budgetten van de opdrachtgevers. Het agentschap wordt betaald uit het IV Exploitatiebudget, het IV Investeringsbudget, budget van de agentschappen DVD en Paresto en budget van externe (niet Defensie) opdrachtgevers.
Omzet moederdepartement
De omzet van het moederdepartement loopt vanaf 2012 terug. Door de verlaging van het aantal defensiemedewerkers – en daarmee verlaging van het aantal werkplekken – daalt de omzet. Tevens worden door het moederdepartement diverse doelmatigheidsmaatregelen geïnitieerd, zoals normering van het aantal werkplekken en het strikter op noodzaak beoordelen van ICT-aanvragen. Dat leidt tot vraagdemping.
Omzet overige departementen
De omzet van de overige departementen betreft de IV-ondersteuning van ketenpartners van Defensie. Dit zijn onder andere de ministeries van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties, Veiligheid en Justitie, Buitenlandse Zaken en Algemene Zaken. Ook hier wordt een kleine daling van de omzet voorzien.
Lasten
Apparaatskosten
Door (natuurlijk) verloop en kostenbesparingsprogramma’s worden de kosten voor personeel lager (taakstelling van € 7,1 miljoen). Ook de materiële kosten dalen daardoor. De inhuur voor het eigen apparaat wordt daarnaast verder verlaagd. Daarnaast wordt de eigen organisatie steeds doelmatiger. Dit leidt eveneens tot een reductie van de kosten.
Bijdragen aan SSO’s
Om de apparaatsuitgaven binnen de baten-lastenagentschappen beter te laten aansluiten bij de uitgavenbegroting, worden Rijksbreed de betalingen aan de baten-lastenagentschappen zichtbaar gemaakt in de uitgavenbegroting onder de noemer «waarvan bijdragen aan SSO’s» (Shared Service Organisations). Het betreft hier de uitgaven aan de SSO’s van het Ministerie van Binnenlandse Zaken, te weten Logius
(€ 0,6 miljoen voor 2015), de werkmaatschappij Strategisch Beheer Organisatie Overheidstelefonie (€ 0,3 miljoen voor 2015) en het Shared Service Centrum-ICT (€ 1,9 miljoen voor 2015).
Kasstroomoverzicht
(Bedragen x € 1.000) |
realisatie 2013 |
begroting 2014 |
2015 |
2016 |
2017 |
2018 |
2019 |
---|---|---|---|---|---|---|---|
1. Rekening Courant RHB 1 januari incl. deposito |
61.017 |
2.722 |
– |
– |
– |
– |
– |
2. Operationele kasstromen |
5.303 |
6.878 |
11.000 |
10.000 |
8.000 |
6.000 |
4.500 |
–/– Totale investeringen |
– 23.404 |
– 37.000 |
– 25.000 |
– 25.000 |
– 25.000 |
– 25.000 |
– 25.000 |
+/+ Totale boekwaarde desinvesteringen |
|||||||
3. Totaal investeringskasstroom |
– 23.404 |
– 37.000 |
– 25.000 |
– 25.000 |
– 25.000 |
– 25.000 |
– 25.000 |
–/– Eenmalige uitkeringen aan moederdepartement |
-39.965 |
-1.000 |
– |
– |
– |
– |
– |
+/+ Eenmalige stortingen door moederdepartement |
– |
– |
– |
– |
– |
– |
– |
–/– Aflossingen op leningen |
– 24.029 |
– 8.600 |
– 11.000 |
– 10.000 |
– 8.000 |
– 6.000 |
– 4.500 |
+/+ Beroep op leenfaciliteit |
23.800 |
37.000 |
25.000 |
25.000 |
25.000 |
25.000 |
25.000 |
4. Totaal financieringskasstroom |
– 40.194 |
27.400 |
14.000 |
15.000 |
17.000 |
19.000 |
20.500 |
5. Rekening Courant RHB 31 december incl. deposito |
2.722 |
– |
– |
– |
– |
– |
– |
Toelichting op het kasstroomoverzicht
Operationele kasstroom
De kasstroom wordt voornamelijk bepaald door het jaarlijkse bedrijfsresultaat en de mutaties in de balans van DTO.
Investeringskasstroom
In 2015 en de jaren daarna wordt de omvang van de investeringen geraamd op € 25 miljoen. Het grootste deel van de investeringen betreft computerapparatuur, gebouwen (voornamelijk datacentra) en kleinere investeringen in software, machines en installaties. Desinvesteringen worden niet verwacht.
Financieringskasstroom
De financieringskasstroom geeft het (vreemd) vermogen weer dat aangetrokken wordt voor de financiering van de investeringen via de leenfaciliteit.
Doelmatigheidsparagraaf
Doelmatigheid is te onderscheiden in operationele prestaties (generiek deel) en financiële doelmatigheid (specifiek deel).
Indicator Generiek |
2013 |
2014 |
ramingen 2015 |
2016 |
2017 |
2018 |
2019 |
---|---|---|---|---|---|---|---|
Omzet |
|||||||
Housing |
1.857 |
2.000 |
1.359 |
1.281 |
1.262 |
1.262 |
1.262 |
Defensiepas / MFSC |
5.051 |
7.000 |
6.515 |
6.141 |
6.050 |
6.050 |
6.050 |
Handelsgoederen |
19.875 |
2.000 |
– |
– |
– |
– |
– |
Dienstontwikkeling en klantopdrachten |
6.503 |
5.000 |
2.653 |
2.500 |
2.463 |
2.463 |
2.463 |
Werkplekdiensten |
91.951 |
95.000 |
79.779 |
73.135 |
71.768 |
71.764 |
71.756 |
Communicatie |
20.145 |
22.000 |
14.427 |
13.599 |
13.397 |
13.397 |
13.396 |
Connectivity |
37.425 |
33.000 |
30.715 |
28.953 |
28.523 |
28.523 |
28.520 |
Totale omzet product(groep) Generiek |
182.807 |
166.000 |
135.447 |
125.610 |
123.463 |
123.459 |
123.446 |
Advies en applicaties |
14.041 |
8.000 |
7.446 |
7.019 |
6.915 |
6.915 |
6.914 |
IV Services |
86.324 |
101.000 |
85.768 |
78.527 |
77.643 |
77.647 |
77.639 |
IV-I (inhuur + inkoop) |
23.500 |
27.000 |
25.130 |
23.689 |
23.337 |
23.337 |
23.334 |
Niet standaard aanvragen |
587 |
1.000 |
931 |
877 |
864 |
864 |
864 |
Totale omzet product(groep) Specifiek |
124.451 |
137.000 |
119.275 |
110.112 |
108.759 |
108.763 |
108.751 |
Te hoge vraag |
– |
– |
– |
– |
– |
– |
– |
Totale omzet |
307.259 |
303.000 |
254.722 |
235.722 |
232.222 |
232.222 |
232.197 |
Gemiddeld gewogen tarief per uur |
€ 79,39 |
€ 76,40 |
€ 76,50 |
€ 76,60 |
€ 76,70 |
€ 76,70 |
€ 76,70 |
Totaal aantal FTE per 31 december T-1 (exclusief inhuur) |
1.760 |
1.857 |
1.530 |
1.253 |
1.202 |
1.202 |
1.202 |
Saldo baten/lasten als percentage totale baten |
0% |
0% |
0% |
0% |
0% |
0% |
0% |
Betrouwbaarheid informatievoorziening |
99% |
97% |
97% |
97% |
97% |
97% |
97% |
Indicator specifiek |
2013 |
2014 |
2015 |
2016 |
2017 |
2018 |
2019 |
Ontwikkeling tarief werkplek Defensie (2007 = 100%) |
59% |
60% |
62% |
62% |
62% |
62% |
62% |
Gemiddeld gewogen kostprijs applicatietaken |
€ 67,11 |
€ 64,00 |
€ 64,10 |
€ 64,20 |
€ 64,30 |
€ 64,30 |
€ 64,40 |
Gemiddeld gewogen kostprijs ontwikkeltaken |
€ 72,93 |
€ 69,90 |
€ 70,00 |
€ 70,10 |
€ 70,20 |
€ 70,30 |
€ 70,30 |
Percentage niet facturabele medewerkers |
12% |
14% |
13% |
13% |
13% |
13% |
13% |
Declarabiliteit in uren per jaar |
1.450 |
1.450 |
1.450 |
1.450 |
1.450 |
1.450 |
1.450 |
Aantal externe inhuur t.b.v. eigen apparaat |
80 |
70 |
125 |
125 |
125 |
125 |
125 |
Aantal externe inhuur t.b.v. klanten(opdrachten) |
138 |
142 |
50 |
50 |
50 |
50 |
50 |
Toelichting
Door het nemen van maatregelen is het gemiddelde tarief per werkplek in 2013 gedaald. In de jaren daarna blijft het gemiddelde tarief vrijwel constant. Doordat de defensieorganisatie kleiner wordt, is minder personeel nodig om aan de vraag te voldoen.
De doelmatigheidsindicator «Betrouwbaarheid Informatievoorziening» geeft de beschikbaarheid weer van de IV-systemen, zoals de gebruiker deze ervaart. Hiervoor worden geautomatiseerd op verschillende locaties en over verschillende diensten transacties uitgevoerd. De indicator geeft het aantal geslaagde transacties weer in procenten van het totale aantal transacties.
De gemiddeld gewogen kostprijs voor zowel applicatietaken als voor ontwikkeltaken is gestabiliseerd vanaf 2014. Ten opzichte van 2014 daalt, als gevolg van diverse doelmatigheidsmaatregelen, het percentage niet-facturabele medewerkers.
Het aantal declarabele uren per medewerker blijft de komende jaren gelijk.
De benodigde externe inhuur is ten opzichte van de afgelopen jaren gedaald.
Algemeen
De Dienst Vastgoed Defensie (DVD) is verantwoordelijk voor het doelmatige en maatschappelijk verantwoorde beheer en inrichting van het defensievastgoed. De DVD geeft adviezen en treedt op als intermediair voor de waarborging van de ruimtelijke belangen van de klanten bij Defensie. De DVD staat de klanten bij in hun zorg voor de beschikbaarheid en bruikbaarheid van het vastgoed.
De DVD maakt samen met de Defensie Bewakings- en Beveiligingsorganisatie (DBBO) en de Divisiestaf deel uit van de Divisie Vastgoed & Beveiliging. Deze begroting heeft betrekking op de DVD inclusief de Divisiestaf. De DBBO is een kasverplichtingen eenheid en valt buiten het bestek van de Baten en Lasten Dienst.
De DVD bevindt zich momenteel in een fusietraject. Defensie en het Ministerie van BZK hebben op 1 juli 2014 een overdrachtsconvenant getekend waarin is afgesproken dat de DVD samen met de RGD, het RVOB en de Directie Vastgoed wordt gefuseerd tot het Rijksvastgoedbedrijf (RVB). In 2015 zal de formele integratie tot één agentschap RVB een feit zijn. Hiertoe wordt in het najaar van 2014 formeel instemming van de Tweede Kamer gevraagd.
Om niet vooruit te lopen op formele besluitvorming over agentschapsvorming van het RVB, is de ontwerpbegroting 2015 nog opgesteld met de DVD als een zelfstandig agentschap. Een deel van de huidige DVD organisatie blijft achter bij Defensie en wordt opgenomen in de begroting van het CDC. De nu voorliggende ontwerpbegroting DVD wordt vervangen door een nieuwe begroting RVB bij de 1e suppletoire begroting 2015.
Begroting baten en lasten
(Bedragen x € 1.000) |
realisatie 2013 |
begroting 2014 |
ramingen 2015 |
2016 |
2017 |
2018 |
2019 |
---|---|---|---|---|---|---|---|
BATEN |
|||||||
Omzet moederdepartement |
70.866 |
61.010 |
63.537 |
61.125 |
60.625 |
59.625 |
58.965 |
Programmagelden instandhouding |
140.267 |
75.588 |
125.290 |
117.290 |
117.290 |
117.290 |
117.290 |
Programmagelden Expertise & Advies |
1.828 |
1.828 |
1.828 |
1.828 |
1.828 |
||
Omzet huisvestingsactiviteiten |
4.508 |
9.637 |
9.800 |
10.600 |
11.500 |
11.600 |
11.900 |
Omzet overige departementen |
1.438 |
||||||
Omzet derden |
1 |
||||||
Mutatie onderhanden projecten |
– 193 |
||||||
Rentebaten |
43 |
||||||
Vrijval voorzieningen |
|||||||
Bijzondere baten |
2.388 |
||||||
Totaal baten |
219.318 |
146.235 |
200.455 |
190.843 |
191.243 |
190.343 |
189.983 |
LASTEN |
|||||||
Apparaatskosten |
|||||||
Personele kosten |
56.379 |
55.080 |
52.100 |
50.123 |
49.713 |
48.893 |
48.351 |
– waarvan eigen personeel |
53.343 |
|
50.136 |
49.133 |
48.150 |
48.187 |
47.223 |
– waarvan inhuur |
3.036 |
|
1.964 |
990 |
1.563 |
706 |
1.128 |
Materiële kosten |
15.214 |
1.639 |
9.143 |
8.790 |
8.700 |
8.520 |
8.402 |
– waarvan apparaat ICT |
159 |
||||||
– waarvan bijdrage aan SSO» s |
3.774 |
||||||
Kosten uitbesteding |
2.500 |
1.500 |
1.500 |
1.500 |
1.500 |
1.500 |
|
Programmagelden instandhouding |
142.261 |
75.588 |
125.290 |
117.290 |
117.290 |
117.290 |
117.290 |
Programmagelden expertise & advies |
1.828 |
1.828 |
1.828 |
1.828 |
1.828 |
||
Rentelasten |
985 |
776 |
312 |
312 |
312 |
312 |
312 |
Rentelasten huisvestingsactiviteiten |
2.681 |
6.042 |
9.800 |
10.600 |
11.500 |
11.600 |
11.900 |
Rentelasten rekening-courant |
|||||||
Afschrijvingskosten |
|||||||
– materieel |
631 |
515 |
482 |
400 |
400 |
400 |
400 |
waarvan apparaat ICT |
|||||||
– materieel huisvestingsactiviteiten |
1.730 |
3.595 |
0 |
0 |
0 |
0 |
0 |
– immaterieel |
|||||||
Overige kosten |
|||||||
– Dotaties voorzieningen |
500 |
||||||
– Bijzondere lasten |
306 |
||||||
Totaal lasten |
220.187 |
146.235 |
200.455 |
190.843 |
191.243 |
190.343 |
189.983 |
saldo van baten en lasten |
– 869 |
0 |
0 |
0 |
0 |
0 |
0 |
Toelichting begroting baten en lasten
Algemeen
Het budget van CDC is opgehoogd om een duurzaam financieel evenwicht te bereiken tussen de omvang van de vastgoedportefeuille en de defensiebrede vraag naar huisvesting en infrastructuur.
Baten
Omzet moederdepartement
De omzet van het moederdepartement is opgebouwd uit het honorarium voor het totale dienstverleningspakket van de DVD. Door het krimpende vastgoedbestand, vanwege afstotingen, daalt de omzet meerjarig.
Programmagelden instandhouding
De programmagelden Instandhouding zijn de vergoedingen die de DVD ontvangt voor de aannemerskosten voor het planbaar en niet-planbaar onderhoud.
Omzet huisvestingsactiviteiten
De omzet huisvestingsactiviteiten bestaat uit de vergoeding die de divisie binnen Defensie ontvangt voor de met de leenfaciliteit gefinancierde projecten. De vergoeding dekt de rentelasten en afschrijvingskosten van de leningen.
Lasten
Apparaatskosten
De apparaatskosten omvatten alle capaciteitskosten, zowel van direct personeel als indirect personeel en de overige exploitatiekosten.
De personele lasten hebben een relatie met de werklast die tot uitdrukking komt in de begrotingspost «Omzet Moederdepartement». De daling van de personele lasten in 2015 houdt verband met de reorganisatie van de DVD die per 1 juni 2014 zijn beslag heeft gekregen. Deze reorganisatie staat los van de vorming van het Rijksvastgoedbedrijf. In de daaropvolgende jaren is uitgegaan van een lichte daling. Weliswaar is er sprake van natuurlijk verloop, er is ook behoefte aan extra technische expertise bij capaciteitsknelpunten. De werklast ligt de komende jaren hoger dan de omvang van het personeelsbestand en daarom blijft externe capaciteit (inhuur) noodzakelijk (flexibele schil).
Programmagelden instandhouding
Zie baten.
Rentelasten huisvestingsactiviteiten
De rentelasten huisvestingsactiviteiten vormen een component van de kosten die samenhangen met de financiering vanuit de leenfaciliteit.
Afschrijvingskosten
De afschrijvingen zijn terug te voeren op de materiële vaste activa van de bedrijfsgroep.
Kasstroomoverzicht
(Bedragen x € 1.000) |
realisatie 2013 |
begroting 2014 |
ramingen 2015 |
2016 |
2017 |
2018 |
2019 |
|
---|---|---|---|---|---|---|---|---|
1. Rekening courant RHB 1 janauri |
58.569 |
46.884 |
47.340 |
43.759 |
41.791 |
42.926 |
40.317 |
|
2. Totaal operationele kasstroom |
– 18.570 |
4.050 |
557 |
2.386 |
5.825 |
2.118 |
4.500 |
|
–/– totaal investeringen |
– 30.482 |
– 26.415 |
– 12.564 |
– 24.049 |
– 14.340 |
– 2.890 |
– 600 |
|
–/– totaal boekwaarde desinvesteringen |
1.543 |
15.000 |
||||||
3. Totaal investeringskasstroom |
– 28.939 |
– 11.415 |
– 12.564 |
– 24.049 |
– 14.340 |
– 2.890 |
– 600 |
|
–/– eenmalige uitkering aan moederdepartement |
||||||||
–/– eenmalige storting door moederdepartement |
||||||||
–/– aflossingen op leningen |
– 6.532 |
– 18.594 |
– 4.138 |
– 4.354 |
– 4.690 |
– 4727 |
– 4.839 |
|
+/+ beroep op leenfaciliteit |
35.575 |
26.415 |
12.564 |
24.049 |
14.340 |
2.890 |
600 |
|
4. Totaal financieringskasstroom |
29.043 |
7.821 |
8.426 |
19.695 |
9.650 |
– 1.837 |
-4.239 |
|
5. Rekening courant RHB 31 december |
40.103 |
47.340 |
43.759 |
41.791 |
42.926 |
40.317 |
39.978 |
|
(inclusief deposito) (=1+2+3+4) |
Toelichting bij het kasstroomoverzicht
Operationele kasstroom
De operationele kasstroom bestaat onder andere uit het jaarlijkse bedrijfsresultaat, aangevuld met de afschrijvingen op de materiële activa en de dotaties aan de voorzieningen.
Investeringskasstroom
De investeringskasstroom vloeit voort uit de financiering van «Nieuwbouw CKmar Schiphol», Opleidingscentrum KMar en Hoger onderhoud Woensdrecht. Voor de periode 2014 en verder zijn ook investeringen gepland.
Financieringskasstroom
De financieringskasstroom representeert het (vreemd) vermogen dat aangetrokken wordt voor de financiering van de investeringen via de leenfaciliteit. Deze correspondeert met de investeringskasstroom.
De verwachting is dat de totale liquiditeitspositie van het agentschap op een voldoende niveau zal blijven.
Doelmatigheidsparagraaf
Doelmatigheidsindicatoren c.q. kengetallen |
2013 |
2014 |
2015 |
2016 |
2017 |
2018 |
2019 |
---|---|---|---|---|---|---|---|
Omschrijving generieke deel |
|||||||
Vte'n totaal |
858,5 |
810 |
831 |
805 |
795 |
781 |
770 |
– waarvan in eigen dienst |
810 |
796 |
780 |
764 |
749 |
734 |
|
– waarvan inhuur |
35 |
25 |
31 |
32 |
36 |
||
Saldo van baten en lasten (%) |
– 0,4% |
0,0% |
0,3% |
0,1% |
0,1% |
0,1% |
0,0% |
Omschrijving specifiek deel |
|||||||
Kostprijzen per product(groep) DVD |
|||||||
Expertise &advies |
76 |
69 |
72 |
66 |
69 |
62 |
65 |
Verwerving & Afstoting excl. COVO |
71 |
69 |
67 |
66 |
64 |
62 |
61 |
COVO |
63 |
58 |
60 |
55 |
57 |
52 |
54 |
Instandhouding |
61 |
52 |
58 |
49 |
55 |
47 |
53 |
Gemiddelde kostprijs product |
65 |
64 |
62 |
61 |
59 |
58 |
56 |
Tarieven |
zie kostprijzen per product |
||||||
Omzet per productgroep (pxq) in K€ |
|||||||
Expertise &advies |
6.509 |
6.821 |
6.793 |
6.793 |
6.793 |
6.793 |
6.793 |
Verwerving & Afstoting excl. COVO |
15.366 |
17.300 |
16.300 |
16.000 |
15.500 |
14.500 |
14.000 |
COVO |
3.666 |
1.400 |
1.600 |
1.600 |
1.600 |
1.600 |
1.600 |
Instandhouding |
44.770 |
33.400 |
30.260 |
28.260 |
28.260 |
28.260 |
28.260 |
Categoriemanagement Energie& Water |
– |
– |
700 |
700 |
700 |
700 |
700 |
PPS |
390 |
390 |
390 |
390 |
390 |
||
Storingsdienst |
8.750 |
8.750 |
8.750 |
8.750 |
8.750 |
||
Overig |
1.090 |
1.090 |
460 |
460 |
460 |
460 |
300 |
Servicelevels (norm = 80%) |
85% |
83% |
83% |
83% |
83% |
83% |
83% |
Productiviteit (omzet K€ per directe medewerker) |
87,9 |
90 |
90 |
90 |
90 |
90 |
90 |
Projecttevredenheid (norm = 90%) |
94% |
95% |
95% |
95% |
95% |
95% |
95% |
Toelichting
Het aantal vte’n daalt fors in 2015, omdat dan de regionale eenheden binnen de DVD zijn opgeheven als gevolg van de in 2014 doorgevoerde reorganisatie.
De kostprijzen per uur dalen licht, omdat de tijdregistratie methodiek enige verandering heeft ondergaan met ingang van 2014. Dit is niet te zien in de kolom 2014, omdat in deze kolom conform de begrotingsregels de cijfers uit de oorspronkelijke begroting 2014 zijn opgenomen. De daling treedt voor het eerst op in 2015 en moet worden afgezet tegen de realisatie 2013.
De categorie «overig» in de tabel «omzet per productgroep» laat een lagere omzet zien vanaf 2015. Vanaf 2015 betreft dit slechts de instandhoudingactiviteiten voor de Uitvoeringsorganisatie Vriezenveen die overtollig materieel van Defensie afstoot. In 2013 en 2014 betrof deze post meer – vooral lokaal afgesloten – opdrachten. Deze zijn voor de daaropvolgende jaren verwerkt in de overige productregels.
De productiviteit wordt vanaf 2014 vooralsnog constant verondersteld in verband met de ontwikkelingen waarin de DVD zich momenteel bevindt.
De aandacht voor de klant op projectniveau scoort onverminderd hoog. De inspanningen zijn gericht op het handhaven van dit ambitieniveau.
Algemeen
Het baten-lastenagentschap Paresto maakt deel uit van het Commando DienstenCentra. Paresto en is een professionele cateringorganisatie die een hoogwaardig pakket aan cateringdiensten levert aan de gehele defensieorganisatie en aan (Navo-)bondgenoten op Nederlands grondgebied. Dit gebeurt op een zo doelmatig, doeltreffend en klantgericht mogelijke wijze.
Begroting van baten en lasten
(Bedragen x € 1.000) |
realisatie 2013 |
begroting 2014 |
ramingen 2015 |
2016 |
2017 |
2018 |
2019 |
|
---|---|---|---|---|---|---|---|---|
BATEN |
||||||||
Omzet moederdepartement |
77.479 |
72.711 |
70.460 |
66.902 |
66.902 |
66.902 |
66.902 |
|
Omzet overige departementen |
||||||||
Omzet derden |
642 |
781 |
781 |
781 |
781 |
781 |
781 |
|
Rentebaten |
77 |
65 |
65 |
65 |
65 |
65 |
65 |
|
Vrijval voorzieningen |
||||||||
Bijzondere baten |
1.204 |
|||||||
Totaal baten |
79.402 |
73.557 |
71.306 |
67.748 |
67.748 |
67.748 |
67.748 |
|
LASTEN |
||||||||
Apparaatskosten |
||||||||
Personele kosten |
42.385 |
40.112 |
39.418 |
36.985 |
36.985 |
36.985 |
36.985 |
|
– waarvan eigen personeel |
39.080 |
36.885 |
35.305 |
33.035 |
33.035 |
33.035 |
33.035 |
|
– waarvan externe inhuur |
3.305 |
3.227 |
4.113 |
3.950 |
3.950 |
3.950 |
3.950 |
|
Materiële kosten |
32.942 |
32.960 |
31.889 |
30.764 |
30.764 |
30.764 |
30.764 |
|
– waarvan apparaat ICT |
1.421 |
1.422 |
1.376 |
1.327 |
1.327 |
1.327 |
1.327 |
|
– waarvan bijdrage aan SSO’s |
1.004 |
1.005 |
972 |
938 |
938 |
938 |
938 |
|
Rentelasten |
||||||||
Afschrijvingskosten |
||||||||
– materieel |
73 |
12 |
||||||
– waarvan apparaat ICT |
12 |
|||||||
– immaterieel |
||||||||
– desinvesteringen |
||||||||
Overige kosten |
||||||||
– dotaties voorzieningen |
2.830 |
|||||||
– bijzondere lasten |
39 |
333 |
||||||
Totaal lasten |
78.269 |
73.417 |
71.306 |
67.748 |
67.748 |
67.748 |
67.748 |
|
Saldo van baten en lasten |
1.133 |
140 |
0 |
0 |
0 |
0 |
0 |
Toelichting bij begroting baten en lasten
Baten
Omzet moederdepartement
Voor 2015 is rekening gehouden met sluitingen van locaties vanwege de nota In het belang van Nederland en de aanvullingen hierop. Voor 2016 en verder is rekening gehouden met sluitingen van locaties in lijn met de uitgangspunten van het project Uitbesteden Cateringdiensten (UCD).
De omzet moederdepartement bestaat uit de omzet uit de lopende bedrijfsvoering en de omzet werkgeversbijdragen. De omzet werkgeversbijdragen bestaat uit de aan de opdrachtgever in rekening gebrachte bedragen ter dekking van de personele en overige kosten die gemaakt worden om de service op locaties te kunnen bieden.
De omzet bedrijfsvoering is onder te verdelen in omzet regulier (bedrijfskantines), niet regulier (vergaderingen en banqueting) en de omzet van de logistieke ondersteuning.
Omzet derden
De omzet derden betreft de opbrengst die Paresto in rekening brengt bij het CDC voor de cateringkosten van het Militair Revalidatie Centrum en de hofmeesters bij het Koninklijk Huis.
Rentebaten
De rentebaten betreffen renteopbrengsten op basis van een uitstaand deposito en het rekening courant saldo bij het Ministerie van Financiën.
Lasten
Personele kosten
In 2014 bestaat de personele sterkte van Paresto uit 829 vaste vte’n. Vanwege de pensioenuitstroom en sluiting van locaties neemt de personele sterkte in 2015 af tot 781 vte’n, wat de daling in personele kosten verklaart. Op plekken waar dit noodzakelijk is, wordt deze weggevallen capaciteit opgevangen met inhuur.
Materiële kosten
De materiële kosten bestaan voor 85 procent uit de kosten van de ingrediënten voor maaltijden en consumpties. Deze ingrediëntkosten dalen in 2015 vanwege verdere vraagversobering (sluiten van locaties). De overige materiële kosten bestaan voornamelijk uit exploitatiekosten van de locaties en het servicekantoor en het onderhoud van ICT, waaronder kassa’s.
Afschrijving materieel
De afschrijvingskosten betreffen ICT-middelen, infrastructuur van het servicekantoor, kassa’s en overige materiële middelen. Vooruitlopend op uitbesteding zijn de meeste activa van Paresto versneld afgeschreven en zijn er in 2015 geen afschrijvingen meer. Kosten voor Paresto met betrekking tot het vervangen van de chipknip komen direct ten laste van het resultaat.
Kasstroomoverzicht
(Bedragen x € 1.000) |
realisatie 2013 |
begroting 2014 |
ramingen 2015 |
2016 |
2017 |
2018 |
2019 |
|
---|---|---|---|---|---|---|---|---|
1. Rekening courant RHB 1 januari (inclusief deposito) |
15.285 |
18.363 |
17.198 |
16.833 |
16.573 |
16.399 |
16.302 |
|
2. Totaal operationele kasstroom |
3.078 |
– 492 |
0 |
0 |
0 |
0 |
0 |
|
–/– totaal investeringen |
||||||||
–/– totaal boekwaarde desinvesteringen |
||||||||
3. Totaal investeringskasstroom |
0 |
0 |
0 |
0 |
0 |
0 |
0 |
|
–/– eenmalige uitkering aan moederdepartement |
– 674 |
– 365 |
– 260 |
– 174 |
– 97 |
– 59 |
||
–/– eenmalige storting door moederdepartement |
||||||||
–/– aflossingen op leningen |
||||||||
+/+ beroep op leenfaciliteit |
||||||||
4. Totaal financieringskasstroom |
0 |
– 674 |
– 365 |
– 260 |
– 174 |
– 97 |
– 59 |
|
5. Rekening courant RHB 31 december |
18.363 |
17.198 |
16.833 |
16.573 |
16.399 |
16.302 |
16.243 |
|
(inclusief deposito) (=1+2+3+4) |
Toelichting bij het kasstroomoverzicht
In het overzicht van de kasstromen staan de meerjarige verwachting van de omvang en de besteding van de beschikbare investeringsruimte en de liquiditeitsverwachting in het algemeen centraal.
De kasstroom bestaat uit de operationele kasstroom, de investeringskasstroom en de financieringskasstroom.
In 2015 en verder verwacht Paresto alleen mutaties in de financieringskasstroom. Dit betreft het afstorten aan het moederdepartement van het overschot aan eigen vermogen van Paresto, indien de realisatie in 2014 en verder conform begroting verloopt.
Doelmatigheidsparagraaf
Onderstaande tabel is onderverdeeld in een generiek deel en een specifiek deel. Deze indeling vloeit voort uit de aard van de dienstverlening door Paresto dat stuurt op de bruto marge van de locaties. Hiermee samenhangende indicatoren zijn daarom als specifiek benoemd.
Doelmatigheidsindicatoren c.q. kengetallen |
2013 |
2014 |
2015 |
2016 |
2017 |
2018 |
2019 |
---|---|---|---|---|---|---|---|
Omschrijving generieke deel |
|||||||
Omzet verkopen (x € 1.000) |
44.568 |
44.380 |
42.714 |
40.863 |
40.863 |
40.863 |
40.863 |
Vte’n totaal |
918 |
885 |
853 |
804 |
804 |
804 |
804 |
– waarvan in eigen dienst |
860 |
829 |
781 |
735 |
735 |
735 |
735 |
– waarvan inhuur |
58 |
57 |
72 |
69 |
69 |
69 |
69 |
Saldo van baten en lasten (%) |
1,4% |
0,2% |
0,0% |
0,0% |
0,0% |
0,0% |
0,0% |
Omschrijving specifiek deel |
|||||||
2013 |
2014 |
2015 |
2016 |
2017 |
2018 |
2019 |
|
Aantal locaties |
85 |
85 |
81 |
75 |
75 |
75 |
75 |
Productiviteit per medewerker (omzet per vte) |
48.536 |
50.140 |
50.068 |
50.799 |
50.799 |
50.799 |
50.799 |
% Ziekteverzuim |
8,0% |
8,0% |
8,0% |
8,0% |
8,0% |
8,0% |
8,0% |
% Bruto marge locaties |
37,3% |
37,8% |
37,8% |
37,8% |
37,8% |
37,8% |
37,8% |
Gasttevredenheid |
Toelichting
Het overgrote deel van de kosten van Paresto (85 procent) bestaat uit personele en ingrediëntkosten. De doelmatigheid van Paresto komt onder meer tot uitdrukking in een zo doelmatig mogelijke inzet van deze middelen. Twee belangrijke graadmeters daarvoor zijn de productiviteit per vte (omzet / aantal vte) en het percentage bruto marge (verbruik ten opzichte van de omzet). De productiviteit per vte zal door de daling van het aantal vte’n naar verwachting nog licht stijgen. Paresto verwacht de bruto marge op hetzelfde niveau als 2014 te kunnen houden.
In het verdiepingshoofdstuk worden de belangrijkste mutaties ten opzichte van de begroting 2014 kort toegelicht.
De algemene mutaties
De meest voorkomende mutaties die op alle overige artikelen van toepassing zijn, worden hieronder toegelicht. Daarna worden de specifieke mutaties per artikel nader toegelicht.
Reguliere formatiewijzigingen
De reguliere formatiewijzigingen bestaan voornamelijk uit het verwerken van de intensiveringen als gevolg van de Beleidsbrief uit 2011 en een aantal overhevelingen tussen de defensieonderdelen. Er is slechts sprake van een zeer beperkt aantal andere mutaties.
Prijsbijstelling 2013 en 2014
Dit betreft het exploitatiedeel van de prijsbijstelling 2013 en 2014.
Loonbijstelling 2013
Vanuit Nominaal en Onvoorzien wordt de loonbijstelling tranche 2013, inclusief de aanvulling voor het tekort Compensatie Loon en Sociale lasten (CLS) en de post veteranen pensioenen toegevoegd.
Herschikking tussen defensieonderdelen
De herschikkingen betreffen diverse mutaties waarbij de taken met de bijbehorende budgetten overgeheveld worden tussen de defensieonderdelen. Veel van deze mutaties zijn de meerjarige doorwerking van de in de eerste suppletoire begroting 2013 opgenomen mutaties. Zoals het budget instandhouding voor onderhoud wapensystemen Land van de DMO naar het CLAS (€ 19,4 miljoen) en voor onderhoud van de helikopter (NH-90) van het CLSK naar de DMO (€ 6 miljoen), en de budgetten voor personeelszorg (€ 17 miljoen) van het centraal apparaat naar het CDC. Tevens is het langer aanhouden van de Gulfstream verwerkt.
Budgetontvlechting ontslagbescherming (UKW)
De budgetten voor ontslagbescherming uit het sociaal beleidskader zijn overgeheveld van het centraal apparaat naar de defensieonderdelen (€ 28 miljoen).
Ontvlechting wervingsbudgetten
De budgetten voor werving zijn van de defensieonderdelen overgeheveld naar het CDC.
Veteranen pensioenen en schadeloosstelling
Om de gevolgen van de Veteranenwet en de schadeloosstelling te bekostigen was een reservering opgenomen van € 7,2 miljoen. Deze reservering wordt nu aangewend voor de financiering van de uitvoering van deze regelingen. Hiervoor worden de budgetten structureel toegevoegd aan de (niet-)beleidsartikelen 8, 9 en 10.
Bijdrage vanuit het BIV
Vanuit het artikel Internationale Veiligheid van BH&OS is voor 2015 € 293,4 miljoen toegevoegd aan de defensiebegroting, waarvan € 173,9 miljoen voor het uitvoeren van crisisbeheersingsoperaties (artikel 1 Inzet). Aan BZ en BH&OS staat € 60 miljoen ter beschikking voor activiteiten op het terrein van hervorming van de veiligheidssector, bescherming van civiel personeel in fragiele staten, rechtsstaatontwikkeling en capaciteitsopbouw. Dit wordt jaarlijks overgeheveld naar BH&OS en BZ. Het overige budget van € 59,5 miljoen is bestemd voor de operationele commando’s en het CDC, voor de inzet van VPD’s en het uitvoeren van trainingen en capaciteitsopbouw in Afrika en ontwikkelingslanden, het leveren van civiele militaire capaciteit en luchttransport, inzet vanuit de Kmar-pool en de nazorg voor de uitgezonden militairen.
Correctie op de defensiebegroting vanwege de bijdrage BIV
Met deze post wordt de defensiebegroting met € 59,5 miljoen gecorrigeerd voor de activiteiten in het kader van de internationale vrede en veiligheid. Het betreft € 8 miljoen voor de inzet van VPD’s (artikel 1), € 8,9 miljoen voor training en capaciteitsopbouw (artikel 2 en 3), € 6 miljoen voor civiel-militaire capaciteiten (artikel 3), € 22 miljoen voor luchttransport (artikel 4), € 4,6 miljoen voor de KMar pool (artikel 5) en € 10 miljoen voor nazorg (artikel 8).
Begrotingsoverleg augustus 2014
Het kabinet heeft besloten om extra geld vrij te maken voor Defensie. Het gaat om € 50 miljoen in 2015, € 150 miljoen in 2016 en vanaf 2017 € 100 miljoen per jaar. Het extra geld stelt Defensie in staat maatregelen te nemen om de inzetbaarheid en het voortzettingsvermogen van de krijgsmacht te verbeteren en om te investeren in de verdere versterking en vernieuwing van capaciteiten:
• Helikopters: Vanwege het achterblijven van de NH90-capaciteit neemt Defensie voor de transporttaken extra Cougar-helikopters opnieuw in gebruik. Dit in aanvulling op de huidige acht Cougar-toestellen. Ook breidt Defensie de Chinook-capaciteit uit. Tevens investeert Defensie in een multidisciplinaire helikoptersimulator waarmee, voor alle Nederlandse helikoptertypen, complexe missies kunnen worden geoefend;
• Bushmasters: Defensie schaft twintig extra Bushmaster-pantservoertuigen aan voor de verbetering van het voortzettingsvermogen van het Commando Landstrijdkrachten, het Korps Commando Troepen en het Korps Mariniers;
• Tactische UAV korte afstand: De informatie die wordt vergaard met onbemande systemen is van grote waarde voor de commandant te velde. Daarom investeert Defensie in de nieuwste generatie tactische onbemande luchtsystemen. Hiermee beschikken grondtroepen over betere en real time informatie;
• Nieuwe generatie CBRN bescherming: Defensie investeert in een nieuwe generatie CBRN-uitrusting voor de individuele militair. Deze uitrusting beschermt tegen de modernste stoffen, waardoor slagvaardig optreden mogelijk blijft;
• Cyber: Defensie investeert verder in de kennis en deskundigheid van haar personeel, in relevante opleidingen, cyberwapens, detectiesystemen, een cyberlaboratorium en in capaciteit ten behoeve van datavergaring en analyse;
• Inzetvoorraden: De munitievoorraden voor belangrijke zee-, land- en luchtwapensystemen, zoals onderzeeboten, LC-fregatten en de Apache-helikopter worden verder aangevuld;
• Reservedelen: Om het voortzettingsvermogen van eenheden te verbeteren wordt de reservedelenvoorraad verder aangevuld. Voor 2016 zijn bovendien incidenteel extra middelen gereserveerd voor munitie en reservedelen.
• Versterken kennisbasis: Defensie investeert in specialistische functies op relevante plekken (smart buyers/specifiers). Dit vergroot de effectiviteit van Defensie, zowel operationeel als bestuurlijk;
• Joint ISR: Moderne wapensystemen, zoals LC-fregatten, F-35 jachtvliegtuigen en onbemande luchtsystemen, verzamelen en verwerken steeds grotere hoeveelheden informatie. Ook in de toekomst moet Defensie in staat blijven de informatie van uiteenlopende systemen bijeen te brengen, te verwerken en te analyseren. Defensie investeert daarom in de benodigde personele deskundigheid en in systemen die dergelijke data-analyse mogelijk maken;
• Versterken Command & Control: Operationele samenwerking, nationaal en internationaal, is essentieel. Defensie investeert in meer en betere middelen die de mogelijkheden van «genetwerkt militair optreden» vergroten;
• Inlichtingen en veiligheid (I&V): Om tegemoet te kunnen komen aan de toenemende vraag naar Inlichtingen & Veiligheids informatie over risicogebieden en (potentiële) inzetgebieden is het essentieel dat Defensie zelf inlichtingen kan vergaren en verwerken. Hiervoor wordt de MIVD versterkt met daarvoor relevante personele capaciteit en wordt daarnaast onder andere geïnvesteerd in specialistische IV/ICT.
• Een beperkt deel van het extra budget wordt vrijgemaakt om enkele knelpunten weg te nemen die het personeel ervaart in de bedrijfsvoering. Dit betreft verbeteringen op het gebied van infrastructuur, zoals legering, en IV/ICT-ondersteuning zoals selfservice faciliteiten.
Maatregelen (bedragen in M€) |
2015 |
2016 |
2017 |
2018 |
2019 |
2020 |
2021 |
2022 |
2023 |
2024 |
2025 e.v. |
---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|
Helikopters |
10,8 |
19,8 |
11,6 |
23,5 |
27,5 |
22,7 |
16,8 |
61,5 |
55,1 |
57,1 |
6,1 |
Bushmasters |
10,0 |
0,5 |
0,5 |
0,5 |
0,5 |
0,5 |
0,5 |
0,5 |
0,5 |
0,5 |
0,5 |
Tactische UAV korte afstand |
0,0 |
1,9 |
10,3 |
6,6 |
4,5 |
4,5 |
4,5 |
4,5 |
4,5 |
4,5 |
4,5 |
Nieuwe generatie CBRN-bescherming |
6,4 |
15,0 |
2,0 |
||||||||
Cyber |
5,0 |
7,0 |
9,0 |
9,0 |
9,0 |
9,0 |
9,0 |
9,0 |
9,0 |
9,0 |
9,0 |
Inzetvoorraden |
8,2 |
7,2 |
46,9 |
50,3 |
48,7 |
55,5 |
39,5 |
0,7 |
0,7 |
0,7 |
0,7 |
Versterken kennisbasis |
1,5 |
3,0 |
3,0 |
3,0 |
3,0 |
3,0 |
3,0 |
3,0 |
3,0 |
3,0 |
|
Joint ISR |
5,8 |
2,8 |
2,8 |
2,8 |
2,8 |
2,8 |
2,8 |
2,8 |
2,8 |
2,8 |
|
Versterken Command & Control |
4,0 |
4,6 |
7,0 |
3,9 |
0,4 |
0,4 |
0,4 |
0,4 |
0,4 |
0,4 |
0,4 |
Inlichtingen en veiligheid (I&V) |
6,5 |
12,9 |
8,0 |
3,1 |
3,1 |
3,1 |
3,1 |
3,1 |
3,1 |
3,1 |
3,1 |
Beschikbaar voor aanvullende investeringen |
40,0 |
20,0 |
15,0 |
20,0 |
20,0 |
70,0 |
|||||
Inzetvoorraad optimaliseren |
10,0 |
||||||||||
Aanvullende kapitale munitie |
20,0 |
||||||||||
Versterken IV/ICT-ondersteuning |
2,0 |
||||||||||
Verbeteren infrastructuur |
3,2 |
||||||||||
Totaal |
50,9 |
151,4 |
101,1 |
102,7 |
99,5 |
101,5 |
99,6 |
100,5 |
99,1 |
101,1 |
100,1 |
Specifieke toelichting per artikel
2013 |
2014 |
2015 |
2016 |
2017 |
2018 |
2019 |
|
---|---|---|---|---|---|---|---|
Stand ontwerpbegroting 2014 |
177.246 |
6.250 |
2.250 |
2.250 |
2.250 |
2.250 |
2.250 |
Mutaties 1e suppletoire begroting 2014 |
242.124 |
||||||
Stand 1e suppletoire begroting 2014 |
177.246 |
248.374 |
2.250 |
2.250 |
2.250 |
2.250 |
2.250 |
Nieuwe mutaties |
|||||||
Cyberconferentie |
3.000 |
||||||
Prijsbijstelling tranche 2013 + 2014 |
126 |
82 |
82 |
82 |
81 |
||
Financiering vanuit het BIV |
293.350 |
250.000 |
250.000 |
250.000 |
250.000 |
||
Doorwerking ontvangsten inzet VPD's |
5.300 |
5.300 |
5.300 |
5.300 |
5.300 |
||
Stand ontwerpbegroting 2015 |
177.246 |
248.374 |
304.026 |
257.632 |
257.632 |
257.632 |
257.631 |
Cyberconferentie
In 2015 wordt een internationale Cyber conferentie door Nederland georganiseerd. Een deel van het benodigde bedrag is gefinancierd vanuit van HGIS budget (€ 3 miljoen).
2013 |
2014 |
2015 |
2016 |
2017 |
2018 |
2019 |
|
---|---|---|---|---|---|---|---|
Stand ontwerpbegroting 2014 incl NvW |
711.618 |
694.784 |
681.606 |
674.206 |
670.248 |
664.509 |
664.083 |
Mutaties 1e suppletoire begroting 2014 |
26.550 |
3.907 |
|||||
Stand 1e suppletoire begroting 2014 |
711.618 |
721.334 |
685.513 |
674.206 |
670.248 |
664.509 |
664.083 |
Nieuwe mutaties |
|||||||
Reguliere formatiewijzigingen |
4.100 |
– 100 |
2.100 |
400 |
900 |
||
Prijsbijstelling tranche 2013 + 2014 |
7.197 |
6.871 |
6.707 |
6.565 |
6.442 |
||
Loonbijstelling tranche 2013 |
1.508 |
1.485 |
1.477 |
1.476 |
1.476 |
||
Herschikking tussen defensieonderdelen |
– 508 |
– 1.179 |
– 1.160 |
– 990 |
– 1.068 |
||
Budgetontvlechting ontslagbescherming (UKW-4) |
7.500 |
||||||
Ontvlechting wervingsbudgetten |
– 4.700 |
– 4.700 |
– 4.700 |
– 4.700 |
– 4.700 |
||
Correctie Gereedstelling i.v.m. nog te ontvangen bijdrage vanuit het BIV t.b.v. oefeningen |
– 4.450 |
– 4.450 |
– 4.450 |
– 4.450 |
– 4.450 |
||
Begrotingsoverleg: Versterken kennisbasis |
280 |
560 |
560 |
560 |
|||
Begrotingsoverleg: Inzetvoorraad optimaliseren |
3.000 |
||||||
Stand ontwerpbegroting 2015 |
711.618 |
721.334 |
696.160 |
675.413 |
670.782 |
663.370 |
663.243 |
2013 |
2014 |
2015 |
2016 |
2017 |
2018 |
2019 |
|
---|---|---|---|---|---|---|---|
Stand ontwerpbegroting 2014 incl NvW |
1.155.056 |
1.105.853 |
1.079.988 |
1.056.237 |
1.045.202 |
1.050.115 |
1.051.273 |
Mutaties 1e suppletoire begroting 2014 |
57.875 |
||||||
Stand 1e suppletoire begroting 2014 |
1.155.056 |
1.163.728 |
1.079.988 |
1.056.237 |
1.045.202 |
1.050.115 |
1.051.273 |
Nieuwe mutaties |
|||||||
Reguliere formatiewijzigingen |
3.500 |
– 3.900 |
– 2.600 |
– 4.500 |
– 3.600 |
||
Prijsbijstelling tranche 2013 + 2014 |
5.493 |
5.480 |
5.512 |
5.603 |
5.529 |
||
Loonbijstelling tranche 2013 |
4.800 |
4.500 |
4.400 |
4.550 |
4.500 |
||
Herschikking tussen defensieonderdelen |
20.971 |
26.803 |
29.015 |
26.909 |
27.649 |
||
Bijstellen Materiële exploitatie |
14.200 |
19.300 |
27.100 |
27.700 |
26.800 |
||
Budgetontvlechting ontslagbescherming (UKW-4) |
9.300 |
||||||
Ontvlechting wervingsbudgetten |
– 6.800 |
– 6.800 |
– 6.800 |
– 6.800 |
– 6.800 |
||
Correctie Gereedstelling i.v.m. nog te ontvangen bijdrage BIV |
– 10.450 |
– 10.450 |
– 10.450 |
– 10.450 |
– 10.450 |
||
Begrotingsoverleg: Versterken kennisbasis |
327 |
653 |
653 |
653 |
|||
Begrotingsoverleg: Joint ISR |
1.560 |
1.560 |
1.560 |
1.560 |
|||
Begrotingsoverleg: Inzetvoorraad optimaliseren |
3.000 |
||||||
Stand ontwerpbegroting 2015 |
1.155.056 |
1.163.728 |
1.121.002 |
1.096.057 |
1.093.592 |
1.095.340 |
1.097.114 |
Bijstellen materiële exploitatie
De exploitatiereeksen van de projecten Verbeterd Operationeel Soldaat Systeem (VOSS), Counter -Improvised Explosive Devices (C-IED) en het pantservoertuig Boxer zijn meerjarig bijgesteld.
2013 |
2014 |
2015 |
2016 |
2017 |
2018 |
2019 |
|
---|---|---|---|---|---|---|---|
Stand ontwerpbegroting 2014 incl NvW |
651.319 |
638.348 |
636.271 |
633.177 |
630.576 |
616.544 |
616.641 |
Mutaties 1e suppletoire begroting 2014 |
11.179 |
||||||
Stand 1e suppletoire begroting 2014 |
651.319 |
649.527 |
636.271 |
633.177 |
630.576 |
616.544 |
616.641 |
Nieuwe mutaties |
|||||||
Reguliere formatiewijzigingen |
– 1.600 |
– 5.400 |
– 7.700 |
– 1.100 |
– 500 |
||
Prijsbijstelling tranche 2013 + 2014 |
10.082 |
9.812 |
9.549 |
9.505 |
9.158 |
||
Loonbijstelling tranche 2013 |
1.007 |
969 |
964 |
964 |
963 |
||
Herschikking tussen defensieonderdelen |
– 5.222 |
– 6.489 |
– 6.522 |
– 6.320 |
– 6.728 |
||
Bijstellen Materiële exploitatie |
23.280 |
22.520 |
21.313 |
23.936 |
20.263 |
||
Budgetontvlechting ontslagbescherming (UKW-4) |
5.100 |
||||||
Ontvlechting wervingsbudgetten |
– 4.700 |
– 4.700 |
– 4.700 |
– 4.700 |
– 4.700 |
||
Correctie Gereedstelling i.v.m. nog te ontvangen bijdrage vanuit het BIV t.b.v. luchttransport |
– 22.000 |
– 22.000 |
– 22.000 |
– 22.000 |
– 22.000 |
||
Begrotingsoverleg: Helikopters |
2.090 |
4.275 |
4.275 |
14.327 |
14.327 |
||
Begrotingsoverleg: Versterken kennisbasis |
233 |
467 |
467 |
467 |
|||
Begrotingsoverleg: Joint ISR |
120 |
120 |
120 |
120 |
|||
Begrotingsoverleg: Inzetvoorraad optimaliseren |
4.000 |
||||||
Stand ontwerpbegroting 2015 |
651.319 |
649.527 |
644.308 |
636.517 |
626.342 |
631.743 |
628.011 |
Bijstellen materiële exploitatie
Dit betreft de herschikking van de instandhoudingsbudgetten van de KDC-10 en de C-130 van de DMO naar het CLSK.
2013 |
2014 |
2015 |
2016 |
2017 |
2018 |
2019 |
|
---|---|---|---|---|---|---|---|
Stand ontwerpbegroting 2014 incl NvW |
328.658 |
311.529 |
307.514 |
302.224 |
300.728 |
300.286 |
299.955 |
Mutaties 1e suppletoire begroting 2014 |
|
16.989 |
952 |
|
|
|
|
Stand 1e suppletoire begroting 2014 |
328.658 |
328.518 |
308.466 |
302.224 |
300.728 |
300.286 |
299.955 |
Nieuwe mutaties |
|||||||
Reguliere formatiewijzigingen |
3.400 |
2.400 |
2.800 |
800 |
1.500 |
||
Prijsbijstelling tranche 2013 + 2014 |
1.286 |
1.207 |
1.192 |
1.192 |
1.180 |
||
Loonbijstelling tranche 2013 |
745 |
733 |
731 |
730 |
730 |
||
Herschikking tussen defensieonderdelen |
– 25 |
– 18 |
– 20 |
– 20 |
|||
Budgetontvlechting ontslagbescherming (UKW-4) |
2.700 |
||||||
Ontvlechting wervingsbudgetten |
– 500 |
– 500 |
– 500 |
– 500 |
– 500 |
||
Correctie exploitatie i.v.m. nog te ontvangen bijdrage BIV |
– 4.600 |
– 4.600 |
– 4.600 |
– 4.600 |
– 4.600 |
||
Begrotingsoverleg: Versterken kennisbasis |
233 |
467 |
467 |
467 |
|||
Stand ontwerpbegroting 2015 |
328.658 |
328.518 |
311.472 |
301.679 |
300.798 |
298.355 |
298.732 |
2013 |
2014 |
2015 |
2016 |
2017 |
2018 |
2019 |
|
---|---|---|---|---|---|---|---|
Stand ontwerpbegroting 2014 incl NvW |
1.019.656 |
1.193.654 |
1.346.677 |
1.388.729 |
1.438.241 |
1.420.349 |
1.538.298 |
Mutaties 1e suppletoire begroting 2014 |
– 70.848 |
5.124 |
7.473 |
2.198 |
– 1.481 |
– 1.424 |
|
Stand 1e suppletoire begroting 2014 |
1.019.656 |
1.122.806 |
1.351.801 |
1.396.202 |
1.440.439 |
1.418.868 |
1.536.874 |
Nieuwe mutaties |
|||||||
Opdracht Voorzien in nieuw materieel |
9.479 |
106.429 |
131.557 |
155.911 |
125.983 |
||
Benutten risicovoorziening |
8.600 |
3.200 |
3.200 |
3.200 |
2.000 |
||
Doorwerking verkoopopbrengsten |
5.999 |
32.900 |
44.400 |
74.800 |
24.600 |
||
AWBZ kosten MODS |
– 2.500 |
0 |
0 |
0 |
0 |
||
Participatiewet |
– 1.200 |
0 |
0 |
0 |
0 |
||
Veteranenwet en schadeloosstelling |
– 3.400 |
– 4.600 |
– 6.100 |
– 4.500 |
– 2.100 |
||
Bureau Reservisten |
– 500 |
– 500 |
– 500 |
– 500 |
– 500 |
||
Bijstellen Materiële exploitatie |
– 14.700 |
– 19.800 |
– 27.600 |
– 28.200 |
– 27.300 |
||
Bijstellen formatie |
– 4.000 |
– 2.400 |
– 1.300 |
– 500 |
– 500 |
||
Oplossing restantproblematiek |
6.700 |
7.800 |
|||||
Transitiekosten sourcing |
– 11.900 |
– 3.200 |
– 3.200 |
– 3.200 |
– 2.000 |
||
Prijsbijstelling tranche 2013 + 2014 |
19.400 |
54.050 |
55.700 |
56.000 |
57.900 |
||
Herschikking tussen defensieonderdelen |
– 4.045 |
– 3.476 |
– 3.393 |
– 3.639 |
233 |
||
Interne herschikking |
– 3.600 |
||||||
Risicovoorziening ICT projecten |
– 11.000 |
– 10.400 |
– 3.000 |
||||
Begrotingsoverleg: Helikopters |
8.600 |
15.400 |
7.100 |
6.800 |
10.800 |
||
Begrotingsoverleg: Bushmasters |
10.000 |
500 |
500 |
500 |
500 |
||
Begrotingsoverleg: Tactische UAV korte afstand |
1.900 |
10.300 |
6.600 |
4.500 |
|||
Begrotingsoverleg: Inzet voorraden |
8.200 |
7.200 |
46.900 |
50.300 |
48.700 |
||
Begrotingsoverleg: Joint ISR |
1.000 |
1.000 |
1.000 |
1.000 |
|||
Begrotingsoverleg: Delta maatregelen |
– 875 |
– 1.345 |
– 1.150 |
– 2.750 |
350 |
||
Begrotingsoverleg: Nieuwe generatie individuele CBRN |
6.400 |
15.000 |
2.000 |
||||
Begrotingsoverleg: Nader te verdelen |
1.000 |
||||||
Begrotingsoverleg: Aanvullende kapitale munitie |
20.000 |
||||||
Opdracht Voorzien in infrastructuur |
23.100 |
59.880 |
8.280 |
– 8.700 |
– 7.800 |
||
Interne herschikking |
3.600 |
||||||
Doorwerking verkoopopbrengsten |
22.300 |
2.400 |
1.700 |
– 14.700 |
– 13.700 |
||
Leenconstructie Schiphol |
6.300 |
6.200 |
6.100 |
6.000 |
5.900 |
||
Herschikking vastgoed |
– 10.000 |
||||||
Doorwerking overige ontvangsten (NCIA) |
900 |
1.080 |
480 |
||||
Begrotingsoverleg: Joint ISR |
3.000 |
||||||
Begrotingsoverleg: Versterken I&V capaciteit (basis op orde) |
5.000 |
||||||
Begrotingsoverleg: Nader te verdelen |
39.000 |
||||||
Begrotingsoverleg: Verbeteren infrastructuur |
3.200 |
||||||
Opdracht Voorzien in ICT |
24.058 |
26.458 |
23.358 |
12.158 |
8.758 |
||
Herschikking tussen defensieonderdelen |
– 1.542 |
– 1.542 |
– 1.542 |
– 1.542 |
– 1.542 |
||
Prijsbijstelling tranche 2014 |
600 |
800 |
600 |
400 |
400 |
||
Risicovoorziening ICT projecten |
11.000 |
10.400 |
3.000 |
||||
Begrotingsoverleg: Cyber wapens |
5.000 |
7.000 |
9.000 |
9.000 |
9.000 |
||
Begrotingsoverleg: Versterken I&V capaciteit (basis op orde) |
5.000 |
5.200 |
5.300 |
400 |
400 |
||
Begrotingsoverleg: Versterken Command & Control |
4.000 |
4.600 |
7.000 |
3.900 |
500 |
||
Begrotingsoverleg: Versterken IV/ICT-onderdelen |
2.000 |
||||||
Stand ontwerpbegroting 2015 |
1.019.656 |
1.122.806 |
1.408.438 |
1.590.769 |
1.603.634 |
1.578.237 |
1.663.815 |
2020 |
2021 |
2022 |
2023 |
2024 |
2025 |
2026 |
2027 |
2028 |
|
---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|
Stand ontwerpbegroting 2014 incl NvW |
1.502.118 |
1.499.218 |
1.529.518 |
1.542.318 |
1.555.418 |
1.569.318 |
1.570.118 |
1.589.318 |
1.590.718 |
Mutaties 1e suppletoire begroting 2014 |
– 1.424 |
– 1.424 |
– 1.424 |
– 1.424 |
– 1.424 |
– 1.424 |
– 1.424 |
– 1.424 |
– 1.424 |
Stand 1e suppletoire begroting 2014 |
1.500.694 |
1.497.794 |
1.528.094 |
1.540.894 |
1.553.994 |
1.567.894 |
1.568.694 |
1.587.894 |
1.589.294 |
Nieuwe mutaties |
|||||||||
Opdracht Voorzien in nieuw materieel |
93.083 |
93.283 |
101.683 |
110.133 |
110.333 |
110.483 |
110.583 |
110.833 |
110.833 |
Benutten risicovoorziening |
|||||||||
Doorwerking verkoopopbrengsten |
|||||||||
AWBZ kosten MODS |
|||||||||
Participatiewet |
|||||||||
Veteranenwet en schadeloosstelling |
– 2.100 |
– 2.100 |
– 2.100 |
– 2.100 |
– 2.100 |
– 2.100 |
– 2.100 |
– 2.100 |
– 2.100 |
Bureau Reservisten |
– 500 |
– 500 |
– 500 |
– 500 |
– 500 |
– 500 |
– 500 |
– 500 |
– 500 |
Bijstellen Materiële exploitatie |
– 27.100 |
– 26.900 |
– 26.900 |
– 26.900 |
– 26.900 |
– 26.900 |
– 26.900 |
– 26.900 |
– 26.900 |
Bijstellen formatie |
– 500 |
– 500 |
– 500 |
– 500 |
– 500 |
– 500 |
– 500 |
– 500 |
– 500 |
Oplossing restantproblematiek |
|||||||||
Transitiekosten sourcing |
|||||||||
Prijsbijstelling tranche 2013 + 2014 |
57.200 |
57.200 |
57.300 |
57.350 |
57.550 |
57.700 |
57.800 |
58.050 |
58.050 |
Herschikking tussen defensieonderdelen |
233 |
233 |
233 |
233 |
233 |
233 |
233 |
233 |
233 |
Interne herschikking |
|||||||||
Risicovoorziening ICT projecten |
|||||||||
Begrotingsoverleg: Helikopters |
6.000 |
100 |
53.100 |
55.100 |
57.100 |
6.100 |
6.100 |
6.100 |
6.100 |
Begrotingsoverleg: Bushmasters |
500 |
500 |
500 |
500 |
500 |
500 |
500 |
500 |
500 |
Begrotingsoverleg: Tactische UAV korte afstand |
4.500 |
4.500 |
4.500 |
4.500 |
4.500 |
4.500 |
4.500 |
4.500 |
4.500 |
Begrotingsoverleg: Inzet voorraden |
55.500 |
39.500 |
800 |
800 |
800 |
800 |
800 |
800 |
800 |
Begrotingsoverleg: Joint ISR |
1.000 |
1.000 |
1.000 |
1.000 |
1.000 |
1.000 |
1.000 |
1.000 |
1.000 |
Begrotingsoverleg: Delta maatregelen |
– 1.650 |
20.250 |
14.250 |
20.650 |
18.650 |
69.650 |
69.650 |
69.650 |
69.650 |
Begrotingsoverleg: Nieuwe generatie individuele CBRN |
|||||||||
Opdracht Voorzien in infrastructuur |
5.800 |
5.700 |
5.600 |
5.500 |
5.400 |
5.300 |
5.200 |
5.100 |
5.000 |
Interne herschikking |
|||||||||
Doorwerking verkoopopbrengsten |
|||||||||
Leenconstructie Schiphol |
5.800 |
5.700 |
5.600 |
5.500 |
5.400 |
5.300 |
5.200 |
5.100 |
5.000 |
Herschikking vastgoed |
|||||||||
Doorwerking overige ontvangsten (NCIA) |
|||||||||
Begrotingsoverleg: Joint ISR |
|||||||||
Begrotingsoverleg: Versterken I&V capaciteit (basis op orde) |
|||||||||
Opdracht Voorzien in ICT |
8.758 |
8.758 |
8.758 |
8.758 |
8.758 |
8.758 |
8.758 |
8.758 |
8.758 |
Herschikking tussen defensieonderdelen |
– 1.542 |
– 1.542 |
– 1.542 |
– 1.542 |
– 1.542 |
– 1.542 |
– 1.542 |
– 1.542 |
– 1.542 |
Prijsbijstelling tranche 2014 |
400 |
400 |
400 |
400 |
400 |
400 |
400 |
400 |
400 |
Risicovoorziening ICT projecten |
|||||||||
Begrotingsoverleg: Cyber wapens |
9.000 |
9.000 |
9.000 |
9.000 |
9.000 |
9.000 |
9.000 |
9.000 |
9.000 |
Begrotingsoverleg: Versterken I&V capaciteit (basis op orde) |
400 |
400 |
400 |
400 |
400 |
400 |
400 |
400 |
400 |
Begrotingsoverleg: Versterken Command & Control |
500 |
500 |
500 |
500 |
500 |
500 |
500 |
500 |
500 |
Stand ontwerpbegroting 2015 |
1.608.335 |
1.605.535 |
1.644.135 |
1.665.285 |
1.678.485 |
1.692.435 |
1.693.235 |
1.712.585 |
1.713.885 |
Risicovoorziening ICT projecten
Voor de mogelijke risico’s in de lopende ICT projecten is een risicovoorziening opgenomen.
Doorwerking verkoopopbrengsten
De verkoopopbrengsten laten door een aantal recente ontwikkelingen een positief resultaat zien ten opzichte van de conservatief geraamde opbrengsten. Deze ontvangsten verhogen het kader van investeringen. In deze ramingen zijn onder meer de Zr. Ms. Amsterdam en CV-90 als zekere (100%) opbrengst geraamd gezien de status van de contractonderhandelingen.
Leenconstructie Schiphol
Het budget voor de leenconstructie Schiphol wordt vanuit exploitatie overgeheveld naar investeringen infrastructuur, om hiermee uniformiteit te krijgen met de andere leenconstructies binnen de infrastructuur.
Herschikking vastgoed
Vanuit investeringen infrastructuur is budget overgeheveld naar de exploitatie van de infrastructuur om de problematiek van het budgettekort voor de instandhouding van het vastgoed op te lossen.
Doorwerking ontvangsten NCIA
De doorwerking van ontvangsten op de uitgaven heeft betrekking op de bijgestelde ontvangsten door de bijdrage van de gemeente Den Haag voor de uitbreiding van het NATO Communications and Information Agency (NCIA).
2013 |
2014 |
2015 |
2016 |
2017 |
2018 |
2019 |
|
---|---|---|---|---|---|---|---|
Stand ontwerpbegroting 2014 incl NvW |
853.972 |
815.316 |
758.354 |
765.851 |
758.542 |
755.258 |
741.046 |
Mutaties 1e suppletoire begroting 2014 |
– 20.438 |
– 588 |
– 588 |
– 588 |
– 588 |
– 588 |
|
Stand 1e suppletoire begroting 2014 |
853.972 |
794.878 |
757.766 |
765.263 |
757.954 |
754.670 |
740.458 |
Nieuwe mutaties |
|||||||
Reguliere formatiewijzigingen |
– 700 |
2.700 |
2.900 |
2.800 |
2.900 |
||
Prijsbijstelling tranche 2013 en 2014 |
22.247 |
21.961 |
21.489 |
21.650 |
20.494 |
||
Loonbijstelling tranche 2013 |
830 |
802 |
799 |
782 |
782 |
||
Budgetontvlechting ontslagbescherming (UKW-4) |
1.600 |
||||||
Herschikking tussen defensieonderdelen |
– 16.231 |
– 21.267 |
– 23.408 |
– 21.368 |
– 25.156 |
||
Bijstellen Materiële exploitatie |
– 23.280 |
– 22.520 |
– 21.313 |
– 23.936 |
– 20.263 |
||
Begrotingsoverleg: Helikopters |
110 |
225 |
225 |
1.839 |
1.839 |
||
Begrotingsoverleg: Versterken kennisbasis |
43 |
85 |
85 |
85 |
|||
Begrotingsoverleg: Joint ISR |
85 |
85 |
85 |
85 |
|||
Begrotingsoverleg: Versterken I&V capaciteit (basis op orde) |
58 |
100 |
100 |
100 |
100 |
||
Stand ontwerpbegroting 2015 |
853.972 |
794.878 |
742.400 |
747.392 |
738.916 |
736.707 |
721.324 |
Bijstellen materiële exploitatie
Dit betreft de herschikking van de instandhoudingsbudgetten van de KDC-10 en de C-130 van de DMO naar het CLSK.
2013 |
2014 |
2015 |
2016 |
2017 |
2018 |
2019 |
|
---|---|---|---|---|---|---|---|
Stand ontwerpbegroting 2014 incl NvW |
1.040.029 |
972.277 |
959.668 |
943.595 |
938.580 |
924.526 |
916.345 |
Mutaties 1e suppletoire begroting 2014 |
97.614 |
95 |
925 |
1.695 |
1.695 |
1.695 |
|
Stand 1e suppletoire begroting 2014 |
1.040.029 |
1.069.891 |
959.763 |
944.520 |
940.275 |
926.221 |
918.040 |
Reguliere formatiewijzigingen |
– 4.300 |
4.600 |
1.800 |
400 |
– 3.200 |
||
Prijsbijstelling tranche 2013 + 2014 |
20.220 |
19.039 |
18.781 |
18.489 |
18.348 |
||
Loonbijstelling tranche 2013 |
1.837 |
1.800 |
1.788 |
1.788 |
1.788 |
||
Budgetontvlechting ontslagbescherming (UKW-4) |
1.800 |
||||||
Herschikking tussen defensieonderdelen |
29.930 |
20.901 |
16.375 |
13.098 |
12.424 |
||
Leenconstructie Schiphol |
– 6.300 |
– 6.200 |
– 6.100 |
– 6.000 |
– 5.900 |
||
Transitiekosten sourcing |
11.900 |
3.200 |
3.200 |
3.200 |
2.000 |
||
Herschikking vastgoed |
10.000 |
||||||
Ontvlechting wervingsbudgetten |
16.700 |
16.700 |
16.700 |
16.700 |
16.700 |
||
Veteranenwet en schadeloosstelling |
6.100 |
7.300 |
8.800 |
7.200 |
4.800 |
||
Correctie defensiebegroting i.v.m. nog te ontvangen bijdrage BIV |
– 10.000 |
– 10.000 |
– 10.000 |
– 10.000 |
– 10.000 |
||
Begrotingsoverleg: Helikopters |
534 |
534 |
|||||
Begrotingsoverleg: Versterken kennisbasis |
63 |
125 |
125 |
125 |
|||
Begrotingsoverleg: Joint ISR |
75 |
75 |
75 |
75 |
|||
Stand ontwerpbegroting 2015 |
1.040.029 |
1.069.891 |
1.037.650 |
1.001.998 |
991.819 |
971.830 |
955.734 |
Leenconstructie Schiphol
Het budget voor de leenconstructie Schiphol wordt vanuit exploitatie overgeheveld naar investeringen infrastructuur, om hiermee uniformiteit te krijgen met de andere leenconstructies binnen de infrastructuur.
Transitiekosten sourcing
Dit betreft de verwachte transitiekosten voor de uitbesteding van de cateringdiensten (UCD) en kosten van de projectorganisatie, die de omschakeling zal begeleiden voor het Defensie-brede bewakings en beveiligingssysteem (DBBS).
Herschikking vastgoed
Vanuit investeringen infrastructuur is budget overgeheveld naar de exploitatie van de infrastructuur om de problematiek van het budgettekort voor de instandhouding van het vastgoed op te lossen.
2013 |
2014 |
2015 |
2016 |
2017 |
2018 |
2019 |
|
---|---|---|---|---|---|---|---|
Stand ontwerpbegroting 2014 incl NvW |
100.566 |
113.716 |
102.147 |
98.434 |
93.561 |
94.188 |
94.176 |
Mutaties 1e suppletoire begroting 2014 |
876 |
||||||
Stand 1e suppletoire begroting 2014 |
100.566 |
114.592 |
102.147 |
98.434 |
93.561 |
94.188 |
94.176 |
Prijsbijstelling tranche 2013 + 2014 |
4.117 |
3.817 |
3.649 |
3.715 |
3.634 |
||
Herschikking tussen defensieonderdelen |
– 7.504 |
– 6.404 |
– 1.804 |
– 1.649 |
– 1.843 |
||
Bijstellen Materiële exploitatie |
500 |
500 |
500 |
500 |
500 |
||
Veteranenwet en schadeloosstelling |
500 |
500 |
500 |
500 |
500 |
||
EU voorzitterschap |
2.200 |
2.500 |
|||||
Bureau reservisten |
500 |
500 |
500 |
500 |
500 |
||
Stand ontwerpbegroting 2015 |
100.566 |
114.592 |
102.460 |
99.847 |
96.906 |
97.754 |
97.467 |
Bureau reservisten
In de Defensiestaf is een bureau reservisten opgenomen. Dit bureau bestaat voornamelijk uit reservisten en heeft totaal een sterkte van ongeveer vijf vte’n.
EU Voorzitterschap
Van 1 januari tot en met 30 juni 2016 zal Nederland voor de twaalfde keer het voorzitterschap bekleden van de Raad van de Europese Unie. Tijdens het voorzitterschap worden diverse activiteiten georganiseerd, uiteenlopend van ministeriële vergaderingen tot ambtelijke overleggen en seminars. De kosten voor projectvoering en activiteiten ten behoeve van het EU Voorzitterschap worden gefinancierd vanuit het artikel 12 Nominaal en onvoorzien.
2013 |
2014 |
2015 |
2016 |
2017 |
2018 |
2019 |
|
---|---|---|---|---|---|---|---|
Stand ontwerpbegroting 2014 incl NvW |
1.658.703 |
1.698.315 |
1.603.521 |
1.546.784 |
1.536.465 |
1.545.999 |
1.460.319 |
Mutaties 1e suppletoire begroting 2014 |
– 95.721 |
23.514 |
– 11.443 |
– 11.459 |
– 11.457 |
– 11.462 |
|
Stand 1e suppletoire begroting 2014 |
1.658.703 |
1.602.594 |
1.627.035 |
1.535.341 |
1.525.006 |
1.534.542 |
1.448.857 |
Nieuwe mutaties |
|||||||
Reguliere formatiewijzigingen |
– 400 |
2.100 |
2.000 |
1.700 |
2.500 |
||
Prijsbijstelling tranche 2013 |
468 |
398 |
359 |
365 |
357 |
||
Loonbijstelling tranche 2013 |
6.825 |
6.439 |
6.221 |
6.039 |
5.585 |
||
Herschikking tussen defensieonderdelen |
– 15.274 |
– 7.331 |
– 5.539 |
– 2.479 |
– 1.919 |
||
Ontvlechting ontslagbescherming |
– 28.000 |
||||||
Veteranenwet en schadeloosstelling |
4.000 |
4.000 |
4.000 |
4.000 |
4.000 |
||
Participatiewet |
1.200 |
||||||
AWBZ kosten |
2.500 |
||||||
Begrotingsoverleg: Versterken kennisbasis |
327 |
653 |
653 |
653 |
|||
Begrotingsoverleg: Versterken I&V capaciteit (basis op orde) |
1.417 |
2.600 |
2.600 |
2.600 |
2.600 |
||
Stand ontwerpbegroting 2015 |
1.658.703 |
1.602.594 |
1.599.771 |
1.543.874 |
1.535.300 |
1.547.420 |
1.462.633 |
2013 |
2014 |
2015 |
2016 |
2017 |
2018 |
2019 |
|
---|---|---|---|---|---|---|---|
Stand ontwerpbegroting 2014 incl NvW |
0 |
46.727 |
– 7.175 |
32.383 |
38.391 |
29.918 |
38.157 |
Mutaties 1e suppletoire begroting 2014 |
18.860 |
110.655 |
109.787 |
109.857 |
108.932 |
109.383 |
|
Stand 1e suppletoire begroting 2014 |
0 |
65.587 |
103.480 |
142.170 |
148.248 |
138.850 |
147.540 |
Nieuwe mutaties |
|||||||
EU voorzitterschap |
– 2.200 |
– 2.500 |
|||||
Prijsbijstelling tranche 2013 |
– 47.001 |
– 79.000 |
– 78.999 |
– 79.001 |
– 79.000 |
||
Prijsbijstelling tranche 2014 |
– 47.000 |
– 47.000 |
– 47.000 |
– 47.000 |
– 47.000 |
||
Loonbijstelling tranche 2013 |
– 15.092 |
– 14.518 |
– 14.260 |
– 14.055 |
– 13.600 |
||
Benutten risicovoorziening |
– 8.600 |
– 3.200 |
– 3.200 |
– 3.200 |
– 2.000 |
||
Herschikking tussen defensieonderdelen |
– 550 |
– 2.000 |
– 2.000 |
– 2.000 |
|||
Oplossing restantproblematiek |
– 6.700 |
– 7.800 |
|||||
Veteranenwet en schadeloosstelling |
– 7.200 |
– 7.200 |
– 7.200 |
– 7.200 |
– 7.200 |
||
Inzet VPD's |
– 8.000 |
– 8.000 |
– 8.000 |
– 8.000 |
– 8.000 |
||
Correctie begroting door toevoeging BIV |
59.500 |
59.500 |
59.500 |
59.500 |
59.500 |
||
Stand ontwerpbegroting 2015 |
0 |
65.587 |
27.337 |
40.252 |
40.389 |
37.894 |
40.440 |
Benutten risicovoorziening reorganisatie gerelateerde tegenvallers
Ten behoeve de transitiekosten voor de projecten Uitbesteding Cateringdiensten Defensie en het Defensie Bewaking- en Beveiligingssysteem (DBBS) wordt de risicoreservering aangewend. In 2015 is deze echter niet volledig dekkend. Het restant van de behoefte wordt opgenomen in de restproblematiek formatie.
De financiële onderbouwing van de nota In het belang van Nederland (Kamerstuk 33 763, nr. 1) was mede gebaseerd op de wapensysteemsjablonen. Deze bevatten de investeringen, de relevante exploitatie en de ontvangsten van de wapensystemen. Met de brief Inzicht in kosten en uitgaven van wapensystemen en plan van aanpak daarvoor (Kamerstuk 33 763, nr. 27) is gemeld hoe Defensie zijn financiële duurzaamheid op langere termijn structureel zal verankeren in de bedrijfsvoering. Daarbij is toegezegd dat bij de ontwerpbegroting 2015 het geactualiseerde inzicht in wapensystemen wordt geboden met daarbij ook een aansluiting op de bestaande begrotingsindeling. Met deze bijlage wordt deze toezegging nagekomen.
Totstandkoming financiële gegevens
De sjablonen worden gebruikt om vast te stellen of de financiële onderbouwing bij de nota In het belang van Nederland nog steeds een consistent beeld blijft geven. Evenals vorig jaar zijn zij nog grotendeels handmatig en via een tijdrovend en complex proces tot stand gekomen en vergen zij bewerkingen van brondata, waarbij er schattingen en toerekeningsregels zijn gebruikt. De begroting van Defensie is ingedeeld naar de defensieonderdelen. De uitgaven per defensieonderdeel zijn daardoor gemakkelijk uit de begroting te halen, maar de totale uitgaven en ontvangsten van wapensystemen (investeringen, exploitatie en afstoting) zijn juist lastig in de begroting te vinden. De financiële systemen en ramingsmethodieken van Defensie zijn hier nog niet op ingericht. De aanpassing van de financiële systemen en ramingsmethodieken is een ingrijpend proces dat een niet-aflatende inspanning vergt en naar verwachting pas in 2017 zal kunnen worden voltooid. Deze sjablonen zijn dan ook een tussenstap.
Geactualiseerd financieel overzicht wapensystemen (sjablonen)
Bij de nota In het belang van Nederland is in bijlage B de eerste aanzet gegeven van inzicht in wapensystemen. Dit financiële overzicht is in onderstaande tabel 1 geactualiseerd. Doordat de gehanteerde systematiek dezelfde is als vorig jaar bij de nota In het belang van Nederland, is het mogelijk een vergelijking te maken.
Uit een vergelijking blijkt dat het totale financiële volume van de wapensystemen binnen de begroting is toegenomen ten opzichte van vorig jaar. Dit wordt voornamelijk veroorzaakt door:
• de verwerking van de nota van wijziging op de ingediende ontwerpbegroting 2014 (Kamerstuk 33 750-X, nr. 7);
• de toekenning van de prijsbijstelling.
Deze mutaties zijn verwerkt in de beleidsartikelen en vinden hun weg naar de sjablonen via het hierboven beschreven complexe, handmatige proces. Zoals gebruikelijk ontvangt u op Prinsjesdag tevens het Materieelprojectenoverzicht (MPO). Hierin wordt per project meer gedetailleerde informatie gegeven dan in de begroting.
Door de onzekerheid in de planning op de lange termijn is de betekenis van kasritmeverschillen in verder weg liggende jaren gering. Zeker bij de laatste tien jaren dient er dan ook rekening te worden gehouden met een grotere planonzekerheid. In de sjablonen zoals gebruikt voor de nota In het belang van Nederland was nog sprake van correctieregels om de ramingen voor de Materiële exploitatie binnen budget te brengen (de zogenaamde ambitiedelta). Deze ambitiedelta was het gevolg van het feit dat destijds nog geen exploitatieramingen beschikbaar waren die rekening hielden met de verlaagde ambitie van de nota. Inmiddels zijn – zoals destijds ook aangekondigd – nieuwe exploitatieramingen beschikbaar, waarin de verlaagde ambitie uit de nota IHBVN wel is verwerkt. Daardoor is het in de huidige versie van de sjablonen niet langer noodzakelijk om correctieregels bij de Materiële exploitatie toe te passen. De ambitiedelta is daarmee opgelost.
Aansluitingstabel sjablonen met begroting
Tabel 2 geeft de aansluiting weer van de sjablonen met de beleidsartikelen in de begroting. Dit is een doorontwikkeling van de tabel die in de nota In het belang van Nederland was opgenomen om de financiële inpasbaarheid van de maatregelen inzichtelijk maken. Vergelijking van beide tabellen met de financiële onderbouwing bij de nota In het belang van Nederland laat zien dat er ook na verwerking van de mutaties in de Ontwerpbegroting 2015, nog steeds sprake is van inpasbaarheid van de wapensystemen in de begroting. Van belang is tevens dat de verhoudingen tussen de opgenomen uitgavencategorieën Defensiebreed, Organieke eenheden en Wapensystemen ten opzichte van de nota In het belang van Nederland een consistent beeld geven. Er is dus geen sprake van verdringingseffecten tussen de verschillende uitgavencategorieën. Evenwicht tussen ambitie, capaciteiten en middelen blijft gehandhaafd. Dit is van groot belang voor de gereedheid en inzet van de krijgsmacht. «Evenwicht» is in het kader van financiële duurzaamheid een belangrijk begrip geworden. Dit kan het beeld oproepen van een stabiele, statische situatie, die zich niet goed verdraagt met de (dagelijks) veranderende, dynamische werkelijkheid waarin Defensie opereert. Bij een gelijkblijvend budget zal er dan echter sprake zijn van het zoeken naar een nieuw evenwicht. Het is daarom noodzakelijk om voortdurend nieuwe situaties en de daarbij behorende problematiek te analyseren en op te lossen. Het plan van aanpak voor financiële duurzaamheid helpt daarbij.
FINANCIEEL OVERZICHT 2014 BIJ ONTWERPBEGROTING 2015 |
2009 |
2010 |
2011 |
2012 |
2013 |
2014 |
2015 |
2016 |
2017 |
2018 |
2019 |
2020 |
2021 |
2022 |
2023 |
2024 |
2025 |
2026 |
2027 |
2028 |
2029 |
---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|
TOTAAL BEGROTING NAAR BELEIDSARTIKELEN |
8.733 |
8.472 |
8.156 |
8.067 |
7.702 |
7.887 |
8.000 |
7.997 |
7.961 |
7.922 |
7.891 |
7.880 |
7.842 |
7.848 |
7.829 |
7.829 |
7.829 |
7.829 |
7.829 |
7.829 |
7.821 |
INZET |
|||||||||||||||||||||
subtotaal 1 (Inzet) |
360 |
320 |
188 |
191 |
177 |
248 |
304 |
258 |
258 |
258 |
258 |
258 |
258 |
258 |
258 |
258 |
258 |
258 |
258 |
258 |
258 |
DEFENSIEBREED |
|||||||||||||||||||||
Algemeen |
100 |
110 |
97 |
86 |
101 |
115 |
102 |
100 |
97 |
98 |
97 |
97 |
97 |
97 |
97 |
97 |
97 |
97 |
97 |
97 |
97 |
Centraal apparaat |
1.386 |
1.445 |
1.521 |
1.743 |
1.659 |
1.603 |
1.600 |
1.544 |
1.535 |
1.547 |
1.463 |
1.445 |
1.443 |
1.406 |
1.375 |
1.361 |
1.346 |
1.344 |
1.323 |
1.321 |
1.316 |
Geheime uitgaven |
2 |
2 |
6 |
5 |
5 |
5 |
5 |
5 |
5 |
5 |
5 |
5 |
5 |
5 |
5 |
5 |
5 |
5 |
5 |
5 |
5 |
Nominaal en onvoorzien |
0 |
0 |
0 |
0 |
0 |
66 |
27 |
40 |
40 |
38 |
40 |
78 |
45 |
58 |
54 |
57 |
57 |
59 |
61 |
46 |
60 |
Exploitatie huisvesting en infrastructuur |
441 |
417 |
403 |
425 |
400 |
380 |
359 |
340 |
337 |
335 |
332 |
314 |
314 |
314 |
315 |
315 |
315 |
315 |
315 |
315 |
315 |
Exploitatie ICT |
295 |
324 |
326 |
281 |
223 |
208 |
196 |
190 |
189 |
189 |
189 |
189 |
189 |
189 |
189 |
189 |
189 |
189 |
189 |
189 |
189 |
Niet toerekenbare apparaatskosten ondersteunende diensten CDC/DMO |
647 |
593 |
659 |
642 |
581 |
659 |
645 |
630 |
623 |
603 |
593 |
618 |
618 |
617 |
617 |
617 |
617 |
617 |
617 |
617 |
617 |
Investeringen overig (niet gespecificeerd naar wapensystemen) |
507 |
486 |
461 |
436 |
259 |
423 |
444 |
421 |
358 |
297 |
261 |
225 |
219 |
211 |
197 |
182 |
238 |
237 |
234 |
234 |
218 |
subtotaal 2 (Defensiebrede uitgaven) |
3.378 |
3.378 |
3.473 |
3.618 |
3.228 |
3.458 |
3.379 |
3.270 |
3.185 |
3.113 |
2.981 |
2.971 |
2.930 |
2.898 |
2.849 |
2.823 |
2.864 |
2.864 |
2.842 |
2.824 |
2.817 |
ORGANIEKE EENHEDEN |
|||||||||||||||||||||
Formatie organieke eenheden |
1.760 |
1.780 |
1.659 |
1.549 |
1.547 |
1.610 |
1.532 |
1.451 |
1.447 |
1.439 |
1.431 |
1.439 |
1.446 |
1.452 |
1.456 |
1.476 |
1.476 |
1.476 |
1.476 |
1.475 |
1.475 |
Formatie operationeel commando indirect |
0 |
0 |
0 |
0 |
0 |
0 |
0 |
0 |
0 |
0 |
0 |
0 |
0 |
0 |
0 |
0 |
0 |
0 |
0 |
0 |
0 |
Gereedstelling en overige exploitatie operationeel commando indirect |
649 |
600 |
547 |
522 |
468 |
268 |
300 |
299 |
302 |
313 |
243 |
247 |
236 |
225 |
205 |
222 |
221 |
220 |
220 |
237 |
228 |
Dienstverlening CDC indirect |
122 |
107 |
87 |
84 |
97 |
92 |
92 |
92 |
92 |
91 |
91 |
88 |
88 |
88 |
88 |
88 |
88 |
88 |
88 |
88 |
88 |
subtotaal 3 (Organieke eenheden) |
2.531 |
2.487 |
2.292 |
2.154 |
2.112 |
1.970 |
1.924 |
1.842 |
1.841 |
1.843 |
1.764 |
1.775 |
1.770 |
1.764 |
1.748 |
1.786 |
1.785 |
1.784 |
1.784 |
1.800 |
1.791 |
WAPENSYSTEMEN |
|||||||||||||||||||||
Wapensysteem 1 – Luchtverdedigings- en commandofregatten |
100 |
73 |
98 |
92 |
159 |
125 |
117 |
114 |
132 |
146 |
126 |
108 |
99 |
88 |
80 |
80 |
80 |
80 |
355 |
355 |
355 |
Wapensysteem 2 – Multipurpose fregatten |
36 |
42 |
59 |
40 |
56 |
62 |
45 |
44 |
39 |
37 |
37 |
37 |
37 |
37 |
52 |
183 |
320 |
328 |
37 |
37 |
37 |
Wapensysteem 3 – Patrouilleschepen |
154 |
161 |
94 |
80 |
57 |
49 |
39 |
31 |
28 |
32 |
30 |
30 |
30 |
30 |
30 |
30 |
30 |
30 |
30 |
30 |
30 |
Wapensysteem 4 - Landing Platform Docks |
33 |
37 |
34 |
35 |
32 |
52 |
35 |
43 |
42 |
37 |
35 |
35 |
35 |
35 |
35 |
35 |
35 |
35 |
49 |
101 |
35 |
Wapensysteem 5 - Joint Support Ship |
16 |
51 |
124 |
105 |
76 |
120 |
50 |
20 |
17 |
23 |
18 |
18 |
18 |
18 |
18 |
18 |
18 |
18 |
18 |
18 |
18 |
Wapensysteem 6 – Onderzeeboten |
53 |
49 |
60 |
65 |
63 |
88 |
93 |
81 |
76 |
60 |
79 |
79 |
73 |
53 |
553 |
553 |
553 |
553 |
553 |
53 |
53 |
Wapensysteem 7 – Mijnenbestrijdingsvaartuigen |
49 |
50 |
47 |
38 |
42 |
32 |
32 |
31 |
30 |
31 |
31 |
31 |
55 |
90 |
98 |
93 |
93 |
93 |
86 |
86 |
83 |
Wapensysteem 8 – CV9035NL Infanteriegevechtsvoertuigen |
278 |
216 |
121 |
46 |
80 |
62 |
47 |
57 |
59 |
55 |
56 |
40 |
40 |
55 |
55 |
55 |
55 |
40 |
40 |
40 |
40 |
Wapensysteem 9 – Pantserwielvoertuigen |
98 |
91 |
125 |
165 |
122 |
204 |
222 |
209 |
139 |
97 |
99 |
99 |
99 |
99 |
87 |
87 |
87 |
87 |
87 |
87 |
87 |
Wapensysteem 10 – Grondgebonden luchtverdediging |
76 |
56 |
54 |
72 |
65 |
71 |
60 |
48 |
75 |
68 |
83 |
67 |
58 |
71 |
79 |
99 |
49 |
49 |
49 |
49 |
49 |
Wapensysteem 11 – WisselLaadSystemen en TrekkerOpleggerCombinaties |
38 |
42 |
40 |
38 |
38 |
38 |
37 |
38 |
38 |
38 |
38 |
38 |
38 |
103 |
123 |
138 |
148 |
131 |
38 |
38 |
38 |
Wapensysteem 12 – Ondersteunende tanks |
28 |
32 |
19 |
20 |
14 |
54 |
26 |
20 |
24 |
39 |
36 |
15 |
25 |
27 |
15 |
15 |
15 |
15 |
15 |
15 |
15 |
Wapensysteem 13 - Artillerie |
124 |
44 |
41 |
31 |
25 |
34 |
31 |
125 |
94 |
92 |
65 |
57 |
52 |
51 |
33 |
33 |
33 |
33 |
33 |
33 |
33 |
Wapensysteem 14 – Unmanned Aerial Vehicles |
11 |
5 |
6 |
5 |
9 |
8 |
17 |
11 |
17 |
12 |
9 |
9 |
9 |
24 |
14 |
14 |
14 |
9 |
9 |
9 |
9 |
Wapensysteem 15 – Mercedes Benz Terreinvoertuigen |
133 |
125 |
123 |
123 |
128 |
130 |
140 |
124 |
123 |
123 |
124 |
124 |
124 |
124 |
124 |
124 |
124 |
124 |
124 |
124 |
124 |
Wapensysteem 16A – Jachtvliegtuigen F-16 |
270 |
259 |
266 |
240 |
258 |
287 |
326 |
300 |
244 |
218 |
210 |
174 |
121 |
81 |
40 |
0 |
10 |
36 |
4 |
0 |
0 |
Wapensysteem 16B – Vervanging jachtvliegtuigen F-16 (F-35) |
52 |
131 |
157 |
71 |
101 |
81 |
51 |
88 |
323 |
608 |
896 |
919 |
844 |
651 |
399 |
303 |
301 |
256 |
256 |
256 |
256 |
Wapensysteem 17 – Tankvliegtuigen KDC-10 |
45 |
49 |
57 |
53 |
52 |
50 |
48 |
45 |
43 |
58 |
66 |
66 |
146 |
146 |
196 |
168 |
46 |
46 |
46 |
46 |
46 |
Wapensysteem 18 – Transportvliegtuigen C-130 |
25 |
41 |
31 |
38 |
27 |
37 |
27 |
25 |
21 |
23 |
24 |
24 |
24 |
24 |
24 |
24 |
24 |
24 |
24 |
24 |
24 |
Wapensysteem 19 – Gevechtshelikopters AH-64 Apache |
67 |
72 |
74 |
59 |
77 |
108 |
138 |
155 |
79 |
72 |
68 |
68 |
71 |
186 |
189 |
254 |
70 |
70 |
70 |
70 |
70 |
Wapensysteem 20 – Transporthelikopters CH-47 Chinook |
68 |
57 |
56 |
124 |
92 |
79 |
96 |
125 |
208 |
133 |
111 |
177 |
202 |
186 |
120 |
122 |
71 |
71 |
71 |
71 |
71 |
Wapensysteem 21 – Transporthelikopters AS-532 Cougar |
26 |
29 |
21 |
19 |
30 |
24 |
41 |
27 |
17 |
15 |
14 |
14 |
14 |
7 |
0 |
0 |
0 |
0 |
0 |
0 |
0 |
Wapensysteem 22 – Maritieme helikopters NH-90 |
179 |
118 |
109 |
136 |
124 |
88 |
119 |
128 |
122 |
86 |
64 |
68 |
68 |
58 |
58 |
58 |
58 |
58 |
58 |
58 |
58 |
Wapensysteem 23 - Klein Kaliber Wapens |
48 |
61 |
56 |
39 |
53 |
55 |
58 |
74 |
61 |
44 |
45 |
50 |
60 |
63 |
63 |
78 |
45 |
45 |
45 |
45 |
45 |
Wapensysteem 24 – Kleding en Persoonlijke Uitrusting |
51 |
33 |
25 |
24 |
47 |
74 |
77 |
88 |
119 |
89 |
64 |
41 |
41 |
41 |
41 |
41 |
41 |
41 |
41 |
41 |
41 |
Wapensysteem 25 – Militaire Satelliet Communicatie |
28 |
16 |
13 |
32 |
24 |
37 |
41 |
28 |
16 |
14 |
9 |
9 |
9 |
14 |
14 |
14 |
14 |
14 |
14 |
14 |
14 |
Wapensysteem 26 – TITAAN commandovoeringssysteem |
30 |
22 |
20 |
19 |
17 |
27 |
29 |
41 |
22 |
23 |
25 |
18 |
18 |
18 |
18 |
18 |
18 |
18 |
18 |
18 |
18 |
Wapensysteem 27 – Mobile Combat Training Centre |
15 |
6 |
8 |
6 |
6 |
5 |
5 |
5 |
5 |
5 |
5 |
5 |
5 |
5 |
15 |
50 |
50 |
5 |
5 |
5 |
5 |
Wapensysteem 28 - overige (wapen)systemen |
333 |
319 |
265 |
288 |
311 |
506 |
647 |
671 |
634 |
576 |
563 |
456 |
480 |
562 |
399 |
245 |
234 |
287 |
195 |
195 |
195 |
Vrije ruimte / spanning 1 |
0 |
0 |
0 |
0 |
0 |
-375 |
-301 |
-167 |
-168 |
-144 |
-142 |
1 |
-12 |
-17 |
3 |
32 |
288 |
328 |
577 |
1.031 |
1.107 |
subtotaal 4 (wapensystemen) |
2.464 |
2.286 |
2.203 |
2.103 |
2.186 |
2.211 |
2.394 |
2.627 |
2.678 |
2.708 |
2.889 |
2.877 |
2.884 |
2.928 |
2.975 |
2.964 |
2.923 |
2.924 |
2.946 |
2.948 |
2.955 |
TOTAAL BEGROTING NAAR WAPENSYSTEMEN |
8.733 |
8.472 |
8.156 |
8.067 |
7.702 |
7.887 |
8.000 |
7.997 |
7.961 |
7.922 |
7.891 |
7.880 |
7.842 |
7.848 |
7.829 |
7.829 |
7.829 |
7.829 |
7.829 |
7.829 |
7.821 |
Een negatief bedrag betekent spanning. Een positief bedrag betekent dat er sprake is van vrije ruimte.
Begrotingsoverzicht conform nota |
2013 |
2014 |
2015 |
2016 |
2017 |
2018 |
2019 |
2020 |
2021 |
2022 |
2023 |
2024 |
2025 |
2026 |
2027 |
2028 |
2029 |
|
---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|
TOTAAL BEGROTING |
7.702 |
7.887 |
8.000 |
7.997 |
7.961 |
7.922 |
7.891 |
7.880 |
7.842 |
7.848 |
7.829 |
7.829 |
7.829 |
7.829 |
7.829 |
7.829 |
7.821 |
|
INZET volgens financieel overzicht |
177 |
248 |
304 |
258 |
258 |
258 |
258 |
258 |
258 |
258 |
258 |
258 |
258 |
258 |
258 |
258 |
258 |
|
INZET naar begrotingsartikel |
177 |
248 |
304 |
258 |
258 |
258 |
258 |
258 |
258 |
258 |
258 |
258 |
258 |
258 |
258 |
258 |
258 |
|
waarvan beleidsartikel 1 – Inzet |
177 |
248 |
304 |
258 |
258 |
258 |
258 |
258 |
258 |
258 |
258 |
258 |
258 |
258 |
258 |
258 |
258 |
|
DEFENSIEBREED volgens financieel overzicht |
3.228 |
3.458 |
3.379 |
3.270 |
3.185 |
3.113 |
2.981 |
2.971 |
2.930 |
2.898 |
2.849 |
2.823 |
2.864 |
2.864 |
2.842 |
2.824 |
2.817 |
|
DEFENSIEBREED naar begrotingsartikel |
3.228 |
3.458 |
3.379 |
3.270 |
3.185 |
3.113 |
2.981 |
2.971 |
2.930 |
2.898 |
2.849 |
2.823 |
2.864 |
2.864 |
2.842 |
2.824 |
2.817 |
|
waarvan beleidsartikel 2 – taakuitvoering zeestrijdkrachten |
7 |
7 |
7 |
6 |
6 |
6 |
6 |
6 |
6 |
6 |
6 |
6 |
6 |
6 |
6 |
6 |
6 |
|
waarvan beleidsartikel 6 – Investeringen |
259 |
423 |
444 |
421 |
358 |
297 |
261 |
225 |
219 |
211 |
197 |
182 |
238 |
237 |
234 |
234 |
218 |
|
waarvan beleidsartikel 7 – Defensie Materieel Organisatie |
254 |
262 |
247 |
244 |
242 |
239 |
242 |
245 |
245 |
245 |
247 |
247 |
247 |
247 |
247 |
247 |
247 |
|
waarvan beleidsartikel 8 – Commando DienstenCentra |
943 |
978 |
946 |
910 |
900 |
881 |
865 |
869 |
869 |
869 |
867 |
867 |
867 |
867 |
868 |
867 |
868 |
|
waarvan niet-beleidsartikel 9 – Algemeen |
101 |
115 |
102 |
100 |
97 |
98 |
97 |
97 |
97 |
97 |
97 |
97 |
97 |
97 |
97 |
97 |
97 |
|
waarvan niet-beleidsartikel 10 – Centraal Apparaat |
1.659 |
1.603 |
1.600 |
1.544 |
1.535 |
1.547 |
1.463 |
1.445 |
1.443 |
1.406 |
1.375 |
1.361 |
1.346 |
1.344 |
1.323 |
1.321 |
1.316 |
|
waarvan niet-beleidsartikel 11 – Geheime uitgaven |
5 |
5 |
5 |
5 |
5 |
5 |
5 |
5 |
5 |
5 |
5 |
5 |
5 |
5 |
5 |
5 |
5 |
|
waarvan niet-beleidsartikel 12 – Nominaal en Onvoorzien |
0 |
66 |
27 |
40 |
40 |
38 |
40 |
78 |
45 |
58 |
54 |
57 |
57 |
59 |
61 |
46 |
60 |
|
ORGANIEKE EENHEDEN volgens financieel overzicht |
2.112 |
1.970 |
1.924 |
1.842 |
1.841 |
1.843 |
1.764 |
1.775 |
1.770 |
1.764 |
1.748 |
1.786 |
1.785 |
1.784 |
1.784 |
1.800 |
1.791 |
|
ORGANIEKE EENHEDEN naar begrotingsartikel |
2.112 |
1.970 |
1.924 |
1.842 |
1.841 |
1.843 |
1.764 |
1.775 |
1.770 |
1.764 |
1.748 |
1.786 |
1.785 |
1.784 |
1.784 |
1.800 |
1.791 |
|
waarvan beleidsartikel 2 – taakuitvoering zeestrijdkrachten |
429 |
438 |
421 |
398 |
398 |
391 |
389 |
390 |
390 |
390 |
390 |
390 |
389 |
390 |
390 |
389 |
390 |
|
waarvan beleidsartikel 3 – taakuitvoering landstrijdkrachten |
819 |
785 |
773 |
742 |
742 |
744 |
738 |
733 |
735 |
733 |
735 |
735 |
735 |
733 |
734 |
749 |
740 |
|
waarvan beleidsartikel 4 – taakuitvoering luchtstrijdkrachten |
233 |
233 |
239 |
232 |
236 |
243 |
198 |
196 |
187 |
182 |
162 |
190 |
192 |
192 |
190 |
191 |
191 |
|
waarvan beleidsartikel 5 – taakuitvoering marechaussee |
325 |
325 |
308 |
298 |
297 |
295 |
295 |
295 |
295 |
295 |
295 |
295 |
295 |
295 |
295 |
295 |
295 |
|
waarvan beleidsartikel 7 – Defensie Materieel Organisatie |
209 |
97 |
90 |
81 |
75 |
79 |
54 |
73 |
75 |
76 |
78 |
89 |
87 |
87 |
87 |
87 |
87 |
|
waarvan beleidsartikel 8 – Commando DienstenCentra |
97 |
92 |
92 |
92 |
92 |
91 |
91 |
88 |
88 |
88 |
88 |
88 |
88 |
88 |
88 |
88 |
88 |
|
WAPENSYSTEMEN volgens financieel overzicht |
2.186 |
2.211 |
2.394 |
2.627 |
2.678 |
2.708 |
2.889 |
2.877 |
2.884 |
2.928 |
2.975 |
2.964 |
2.923 |
2.924 |
2.946 |
2.948 |
2.955 |
|
WAPENSYSTEMEN naar begrotingsartikel |
2.186 |
2.211 |
2.394 |
2.627 |
2.678 |
2.708 |
2.889 |
2.877 |
2.884 |
2.928 |
2.975 |
2.964 |
2.923 |
2.924 |
2.946 |
2.948 |
2.955 |
|
waarvan beleidsartikel 2 – taakuitvoering zeestrijdkrachten |
276 |
277 |
268 |
271 |
266 |
266 |
268 |
268 |
268 |
268 |
268 |
268 |
268 |
268 |
268 |
268 |
268 |
|
waarvan beleidsartikel 3 – taakuitvoering landstrijdkrachten |
336 |
379 |
348 |
354 |
351 |
351 |
359 |
359 |
359 |
359 |
359 |
359 |
359 |
359 |
359 |
359 |
359 |
|
waarvan beleidsartikel 4 – taakuitvoering luchtstrijdkrachten |
419 |
416 |
405 |
404 |
391 |
388 |
430 |
437 |
443 |
443 |
458 |
428 |
428 |
428 |
428 |
428 |
428 |
|
waarvan beleidsartikel 5 – taakuitvoering marechaussee |
3 |
3 |
3 |
3 |
3 |
3 |
3 |
3 |
3 |
3 |
3 |
3 |
3 |
3 |
3 |
3 |
3 |
|
waarvan beleidsartikel 6 – Investeringen |
761 |
1.075 |
1.266 |
1.337 |
1.414 |
1.425 |
1.545 |
1.382 |
1.398 |
1.450 |
1.465 |
1.465 |
1.166 |
1.127 |
901 |
449 |
380 |
|
waarvan beleidsartikel 6 – Investeringen (spanning) 1 |
0 |
-375 |
-301 |
-167 |
-168 |
-144 |
-142 |
1 |
-12 |
-17 |
3 |
32 |
288 |
328 |
577 |
1.031 |
1.107 |
|
waarvan beleidsartikel 7 – Defensie Materieel Organisatie |
391 |
436 |
406 |
423 |
421 |
419 |
426 |
426 |
424 |
422 |
419 |
408 |
409 |
409 |
409 |
409 |
409 |
Een negatief bedrag betekent spanning. Een positief bedrag betekent dat er sprake is van vrije ruimte.
Het Budget voor Internationale Veiligheid (BIV) wordt vanaf 2015 structureel overgeheveld naar de begroting van Defensie. Het totale budget van € 293,5 miljoen voor 2015 en € 250 miljoen voor 2016 en verdere jaren wordt in eerste instantie aangehouden op beleidsartikel 1 Inzet. Binnen het kabinet is afgesproken dat een bedrag van € 60 miljoen beschikbaar blijft voor BZ en BH&OS op de terreinen veiligheidssectorhervormingen, bescherming van civiel personeel in fragiele staten, vredes- en capaciteitsopbouw en beveiliging van hoog-risico posten. Voor Defensie blijft er in 2015 € 59,5 miljoen beschikbaar voor onder andere ondersteunende capaciteiten en training ten aanzien van crisisbeheersingsoperaties.
Onderstaand overzicht geeft een indicatief overzicht van de inzet van deze middelen in 2015, gebaseerd op een extrapolatie van de afspraken gemaakt voor 2014.
Jaarlijks wordt besloten over de inzet van middelen en deze besluitvorming wordt interdepartementaal voorbereid en uitgevoerd. Hiermee is het geïntegreerde karakter van de inzet van diplomatieke, civiele en/of militaire activiteiten uit het BIV geborgd.
(bedragen x € 1.000) |
2015 |
---|---|
Crisisbeheersingsoperaties (Artikel 1) |
173.850 |
Veiligheidssectorhervormingen en vredesopbouw (Artikel 1) |
40.000 |
Beveiligen van civiel personeel in fragiele staten (Artikel 1) |
20.000 |
Inzet VPD’s (Artikel 1) |
8.000 |
Training en capaciteitsopbouw (Artikel 2 & 3) |
8.900 |
Civiel-militaire capaciteiten (Artikel 3) |
6.000 |
Luchttransport (Artikel 4) |
22.000 |
KMar pool (Artikel 5) |
4.600 |
Nazorg (Artikel 8) |
10.000 |
Totaal |
293.350 |
Aan de Kamer is toegezegd dat in de begroting een overzicht wordt opgenomen van de begrote uitgaven in het kader van het veteranenbeleid. De uitgaven zijn verwerkt in het onderstaande overzicht van de verschillende relevante begrotingsartikelen. In onderstaand overzicht zijn alleen posten opgenomen die tot meeruitgaven leiden. Posten die niet tot meeruitgaven leiden, zoals de benodigde inzet van defensiepersoneel, zijn niet opgenomen. Ook de kosten verbonden aan maatregelen ten behoeve van militair personeel dat nog in werkelijke dienst is, zijn opgenomen in verschillende posten van de defensie begroting en niet in dit overzicht. Hetzelfde geldt voor de kosten verbonden aan erkenning en waardering.
Erkenning en waardering begroot op het niet-beleidsartikel 9 Algemeen
Stichting het Veteraneninstituut
De Stichting het Veteraneninstituut is door Defensie belast met de uitvoering van het veteranenbeleid op het gebied van de erkenning van, de waardering voor, dienstverlening aan en toegang tot de zorg voor veteranen. Daarnaast verzorgt de Stichting het Veteraneninstituut de informatievoorziening over de zorg voor veteranen. Ook het Veteranenloket is bij de Stichting het Veteraneninstituut ondergebracht.
Nederlandse Veteranendag
Tot het stimuleren van maatschappelijke erkenning en waardering in het veteranenbeleid behoort de organisatie van de jaarlijkse Nederlandse Veteranendag. Stichting Nederlandse Veteranendag ontvangt jaarlijks een subsidie voor de organisatie van de Nederlandse Veteranendag, een publiciteitscampagne, educatieve projecten en overige activiteiten, zoals het bevorderen van regionale Veteranendagen.
Stichting het Veteranen Platform
De stichting Veteranen Platform (VP) behartigt, als overkoepelend samenwerkingsverband van de Nederlandse veteranenorganisaties, de belangen van veteranen. Het VP is hiermee een belangrijke intermediair en aanspreekpunt op het gebied van veteranen. Het VP voert de regie over de inrichting van een landelijk dekkend en financieel zelfdragend systeem voor nuldelijns ondersteuning en de aansluiting daarvan op de professionele hulpverlening van het LZV. Voor dit project heeft het Nationaal Fonds voor Vrede, Vrijheid en Veteranenzorg (V-fonds) tot 2016 in beginsel
€ 245.000 per jaar beschikbaar gesteld. Het project omvat onder andere de organisatie, opleiding en kwaliteitsborging van de nuldelijns-ondersteuning binnen veteranenorganisaties en het bevorderen van de samenwerking tussen veteranenorganisaties. Verder besteedt het project aandacht aan het ontwikkelen van een Digitale Sociale Kaart Veteranen waarmee veteranen de nuldelijns-helpers gemakkelijker kunnen vinden.
Erkenning en waardering begroot op diverse beleidsartikelen
Reüniefaciliteiten
Geregistreerde verenigingen voor veteranen, post-actieven en militaire oorlogs- en dienstslachtoffers maken eenmaal per jaar aanspraak op reüniefaciliteiten. De organisatie hiervan ligt in handen van de verenigingen zelf. Daarnaast organiseert elk operationeel commando een eigen Veteranendag die waar mogelijk wordt gecombineerd met de Open Dag van het operationeel commando.
Het bedrag voor deze faciliteiten op de begrotingen van de operationele commando’s is als volgt te specificeren:
Operationele commando’s |
Bedragen |
---|---|
x € 1.000 |
|
Commando Zeestrijdkrachten |
294 |
Commando Landstrijdkrachten |
900 |
Commando Luchtstrijdkrachten |
160 |
Commando Koninklijke Marechaussee |
125 |
Totaal |
1.479 |
Totaaloverzicht van uitgaven voor veteranen erkenning en waardering
Omschrijving |
Bedragen |
---|---|
x € 1.000 |
|
Subsidie Nederlandse Veteranendag |
2.468 |
Subsidie Stichting het Veteraneninstituut (exclusief uitgaven voor zorg en nazorg. Kosten zorg en nazorg zijn onderdeel van de kosten van het Veteranenloket) |
5.369 |
Subsidie Stichting Veteranen Platform |
165 |
Ondersteunen veteranenzaken door operationele commando’s (zie |
|
bovenstaande tabel) |
1.479 |
Totaal |
9.481 |
Zorg en nazorg begroot op het beleidsartikel 8 Ondersteuning krijgsmacht door Commando DienstenCentra en de niet-beleidsartikelen 9 Algemeen en 10 Centraal apparaat
Ook ten aanzien van de uitgaven voor zorg en nazorg is de Kamer toegezegd dat deze in de begroting zichtbaar worden gemaakt.
Sociale zekerheidswetgeving en Kaderwet militaire pensioenen
Deze wetgeving bevat het geheel aan wet- en regelgeving voor veteranen, militaire oorlogs- en dienstslachtoffers, militairen buiten dienst en ex- militairen die niet meer (volledig) kunnen werken of aanvullende voorzieningen nodig hebben vanwege arbeidsongeschiktheid of hun pensioengerechtigde leeftijd. Voor 2015 zijn de uitgaven begroot op € 63,6 miljoen. Tevens is het nabestaandenpensioen onderdeel van deze wetgeving. Voor 2015 zijn de uitgaven begroot op € 25,2 miljoen.
Medio 2014 is de volledige schadevergoedingsregeling voor militaire oorlogs- en dienstslachtoffers vastgesteld. Deze regeling beoogt finale kwijting te bieden voor alle ten gevolge van een dienstongeval of dienstverbandaandoening veroorzaakte schade. Het betreft onder andere de militaire oorlogs- en dienstslachtoffers die op of na 1 juli 2007 zijn ontslagen. Hiermee is het laatste hiaat in de materiële rechtspositie van militaire oorlogs- en dienstslachtoffers gevuld. Gedurende 2015 en 2016 worden zaken met terugwerkende kracht tot 1 juli 2007 afgewikkeld alsmede lopende zaken. De hiermee gemoeide uitgaven zijn voor 2015 begroot op € 6,1 miljoen.
Uitgaven voor ondersteuning van veteranen die eerst onder de AWBZ vielen, worden met ingang van 2015 de verantwoordelijkheid van de gemeenten waarin zij wonen. Vanuit haar wettelijke zorgplicht voor veteranen zal Defensie indien nodig ervoor zorgen dat voorzieningen die niet, of niet meer volledig worden toegekend uit de Wet Maatschappelijke Ondersteuning (WMO), aanvullend vergoed worden via de Voorzieningenregeling militaire oorlogs- en dienstslachtoffers. Met het Ministerie van VWS zijn afspraken gemaakt om eventuele meerkosten voor Defensie te vergoeden. De benodigde ondersteuning blijft daarmee voor de groep veteranen en MOD-ers ongewijzigd op het niveau zoals dat is vastgelegd in de Veteranenwet en de Voorzieningenregeling.
Het Veteranenloket
Sinds 11 juni 2014 is er één loket voor alle Veteranen dat toegang geeft tot de zorg. Het Veteranenloket ondersteunt en begeleidt de veteraan en zijn relaties bij hulp- en zorgvragen en vragen over de veteranenstatus. Het veteranenloket ondersteunt de veteraan en zijn relaties bij re-integratie, revalidatie, maatschappelijke ondersteuning en de aanvraag van een uitkering bij het Algemeen Burgerlijk Pensioenfonds (ABP). Het Veteranenloket betreft een samenwerkingsverband tussen het Veteraneninstituut, het ABP, Stichting de Basis, Defensie, het Landelijk Zorgsysteem Veteranen en het Veteranenplatform. De kosten betreffen de centrale kosten voor het veteranenloket en de totale uitvoeringskosten (inclusief zorgcoördinatoren van het ABP).
Re-integratie
Met de beleidsintensivering op het gebied van re-integratie van veteranen en de re-integratie van hun relaties als bedoeld in de artikelen 4 en 5 van de wet is € 0,75 miljoen respectievelijk € 0,25 miljoen gemoeid. Deze extra inspanningen vallen voornamelijk bij het ABP.
Dag voor het dienstslachtoffer
Sinds 2006 worden dagen voor militaire oorlogs- en dienstslachtoffers georganiseerd. De doelstellingen van deze dagen zijn het bieden van erkenning aan de betrokkenen en hun partners, het bieden van informatie over de pensioenregelingen en voorzieningen en het luisteren naar de behoeften van de doelgroep.
Maatschappelijke ondersteuning voor veteranen
Binnen het Landelijk Zorgsysteem Veteranen verzorgt de Stichting de Basis het maatschappelijk werk voor veteranen die een traumatische ervaring hebben meegemaakt. De kosten van het maatschappelijk werk voor veteranen worden per 1 januari 2011 gedragen door het Ministerie van Defensie. Het begrote bedrag voor 2015 bedraagt € 2,1 miljoen per jaar.
Raad voor civiel-militaire Zorg en Onderzoek (RZO)
In de RZO is deskundigheid verenigd op de gebieden van psychiatrie, psychologie, interne geneeskunde, huisartsgeneeskunde, sociologie en gezondheidsrecht. De RZO adviseert over (de richting van) het wetenschappelijk onderzoek op het gebied van aandoeningen die verband houden met uitzendingen en draagt zorg voor en bewaakt de noodzakelijk convergentie tussen de onderzoeken. Voor 2015 bedragen de begrote uitgaven € 187.000
Inkomensvoorziening in verband met zorg
Voor de inkomensvoorziening bedoeld zoals opgenomen in artikel 7 van de Veteranenwet is een bedrag van € 3,0 miljoen geraamd.
Landelijk Zorgsysteem Veteranen
Defensie heeft een belangrijke verantwoordelijkheid voor veteranen met maatschappelijke of psychische problemen. Hiervoor is het Landelijk Zorgsysteem Veteranen (LZV) ingericht dat bestaat uit militaire en civiele instellingen voor maatschappelijk werk en geestelijke gezondheidszorg. Voor 2015 zijn de uitgaven begroot op € 745.000.
Onderzoeken
Het CDC (beleidsartikel 8) financiert verscheidene onderzoeken. De Wetenschappelijk Onderzoeksgroep van de Militaire Geestelijke gezondheidszorg (MGGZ), verricht onder andere onderzoek onder veteranen en uitgezonden actief dienende militairen naar uitzend-gerelateerde stoornissen, in het bijzonder de Post Traumatische Stress Stoornis (PTSS). Binnen dit onderzoeksprogramma loopt onder andere het grootschalig prospectief onderzoek onder militairen die naar Afghanistan uitgezonden zijn geweest (het PRISMO-onderzoek), dat doorloopt tot 2018. Daarnaast loopt het onderzoek naar slaapstoornissen bij PTSS en het onderzoek BETER naar veranderingen op neurobiologisch gebied bij mensen die behandeld worden voor PTSS. Voor 2015 bedraagt de totale begroting voor dit wetenschappelijk onderzoek vanuit de MGGZ € 0,5 miljoen voor bovengenoemd PTSS onderzoek.
Overige
Verscheidene organisatiedelen houden zich bezig met de zorg en nazorg aan veteranen in werkelijke dienst, post-actieven en Militaire oorlogs- en dienstslachtoffers, zoals de gezondheidscentra, het Centraal Militair Hospitaal, de MGGZ, het Dienstencentrum Bedrijfsmaatschappelijk werk, de Geestelijke Verzorging en het Militair Revalidatie Centrum. Omdat de taken van deze organisatiedelen verder gaan dan alleen de zorg en nazorg aan veteranen is een gedetailleerde ontvlechting naar doelgroep van deze uitgaven niet mogelijk. Deze blijft dan ook achterwege.
Totaaloverzicht van uitgaven voor zorg en nazorg voor veteranen
Omschrijving |
Bedragen |
---|---|
x € 1.000 |
|
Invaliditeitspensioenen |
63.636 |
Nabestaandenpensioenen |
25.235 |
Volledige Schadevergoedingsregeling voor MOD slachtoffers |
6.100 |
Veteranenloket |
4.609 |
Re-integratie |
1.000 |
Ondersteuning organisatie dag voor de dienstslachtoffers |
330 |
Maatschappelijk ondersteuning voor veteranen (subsidie) |
2.135 |
De Raad voor civiele-militaire Zorg en Onderzoek (RZO) |
187 |
Inkomensvoorziening in verband met zorg |
3.000 |
Landelijk Zorgsysteem Veteranen |
745 |
Bijdragen aan onderzoeken MGGZ |
500 |
Totale uitgaven |
107.477 |
Het digitale domein is, naast het land, de lucht, de zee en de ruimte, inmiddels het vijfde domein voor militair optreden. Om de inzetbaarheid van de Nederlandse krijgsmacht te waarborgen en haar effectiviteit te verhogen, versterkt Defensie haar digitale weerbaarheid en het vermogen om cyberoperaties uit te voeren.
In 2012 is begonnen met de cyberintensivering op basis van de Defensie Cyber Strategie (Kamerstuk 33 321, nr. 1). Deze geeft richting, samenhang en focus aan de integrale aanpak voor de ontwikkeling van het militaire vermogen in het digitale domein. De Defensie Cyber Strategie is een brondocument van de Nationale Cyber Security Strategie 2 (Kamerstuk 26 643, nr. 291) die in oktober 2013 is vastgesteld.
De Defensie Cyber Strategie omvat zes speerpunten:
1. de totstandkoming van een integrale aanpak;
2. de versterking van de digitale weerbaarheid van Defensie («defensief»);
3. de ontwikkeling van het militaire vermogen om cyberoperaties uit te voeren («offensief»);
4. de versterking van de inlichtingenpositie in het digitale domein («inlichtingen»);
5. de versterking van de kennispositie en het innovatieve vermogen van Defensie in het digitale domein, met inbegrip van de werving en het behoud van gekwalificeerd personeel («adaptief en innovatief»);
6. de intensivering van de samenwerking in nationaal en internationaal verband («samenwerking»).
In de nota In het belang van Nederland is aangekondigd dat het Defensie Cyber Commando (DCC) versneld zal worden opgericht vanwege het toenemende belang van het digitale domein voor militaire operaties. Het DCC zal al in het najaar van 2014 beginnen met een stafelement, een afdeling operaties, een afdeling technologie en het Defensie Cyber Expertise Centrum (DCEC). Het DCEC is al operationeel sinds 20 mei jl. Het DCC is een joint organisatiedeel dat in single service management wordt ondergebracht bij het CLAS. Het DCC wordt onder meer verantwoordelijk voor de ontwikkeling van het militaire vermogen om cyberoperaties uit te voeren en is naar verwachting eind 2015 volledig operationeel.
De defensieve maatregelen richten zich op de versterking van de bescherming van netwerken en wapen- en regelsystemen. Het Defensie Computer Emergency Response Team (DefCERT) is inmiddels volledig operationeel. DefCERT maakt deel uit van het Joint IV Commando en monitort en analyseert digitale kwetsbaarheden van defensienetwerken en adviseert en ondersteunt bij cyberincidenten door het aandragen van mogelijke oplossingen. Het DefCERT heeft de samenwerking met het Nationaal Cyber Security Centrum (NCSC) versterkt en afspraken gemaakt voor wederzijdse ondersteuning bij cyberincidenten en calamiteiten. Op internationaal vlak is DefCERT lid van de internationale CERT organisatie (FIRST) en heeft zij een samenwerkingsovereenkomst met het NATO CERT (NCIRC).
De MIVD versterkt in de periode 2012–2015 de cyber inlichtingencapaciteit door de werving van personeel en materiële investeringen ten behoeve van de uitvoering van inlichtingenactiviteiten in het digitale domein, versterking van de digitale weerbaarheid van Defensie en de defensie-industrie en het op operationeel niveau houden van hoogwaardige rekencapaciteit. Verder intensiveren de MIVD en de AIVD de samenwerking door de oprichting van de Joint SIGINT Cyber Unit (JSCU).
De uitvoering van de verschillende speerpunten van de Defensie Cyber Strategie verloopt zoals voorzien en zal voortgaan in 2015. Defensie zal zich richten op het vergaren van kennis en kunde, het verder ontwikkelen van de capaciteiten en het inbedden van cyberaspecten op de verschillende terreinen van militair opereren. Voor een verdere doorontwikkeling van Defensie in het digitale domein zal de Defensie Cyber Strategie worden geactualiseerd.
De subsidies worden verleend aan instellingen die voor Defensie een toegevoegde waarde hebben. Verder zijn de subsidie beschikkingen die Defensie verstrekt alleen bedoeld voor de specifieke subsidieaanvrager en berusten niet op een wettelijk voorschrift anders dan gelegen in de begroting en de regeling defensiesubsidies (http://wetten.overheid.nl/BWBR0013110/geldigheidsdatum_23-07-2014). Defensie publiceert deze beschikkingen niet en kan daarom geen externe publicaties of bronnen weergeven. Bij reguliere verantwoording over beleid wordt de Tweede Kamer geïnformeerd over de effectiviteit van het instrument. De subsidies worden jaarlijks bij Defensie aangevraagd, door Defensie bezien en op risico's beoordeeld. De grootte en eventuele risico's zijn medebepalend voor het controle arrangement, waaronder de subsidie valt. De subsidies worden elke vijf jaar apart geëvalueerd. Tijdens de evaluatie wordt het gezamenlijk belang heroverwogen en afhankelijk van de uitkomst kan worden besloten tot afbouw van de subsidierelatie. Daar waar n.v.t. is opgenomen, is volgend uit een eerder evaluatie moment, besloten de subsidie te stoppen en zal een volgend evaluatiemoment niet meer van toepassing zijn (zie kolom einddatum). Voor de overige subsidies betreft de einddatum, voor zover er geen specifieke andere afspraken bestaan omtrent eindigheid, het jaar van de volgende evaluatie.
Naam Subsidies |
2013 |
2014 |
2015 |
2016 |
2017 |
2018 |
2019 |
Laatste evaluatie 1 |
Volgende evaluatie |
Einddatum |
---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|
Stichting Homosexualiteit en Krijgsmacht |
47 |
50 |
10 |
10 |
10 |
10 |
0 |
2013 |
2018 |
2018 |
Nederlandse Reservisten Federatie Krijgsmacht |
0 |
42 |
0 |
0 |
0 |
0 |
0 |
2013 |
n.v.t. 2 |
2014 |
Stichting Protestants Interkerkelijk Thuisfront |
15 |
15 |
15 |
15 |
15 |
0 |
0 |
2012 |
2017 |
2017 |
Stichting Nationaal Katholiek Thuisfront |
0 |
10 |
10 |
10 |
10 |
0 |
0 |
2012 |
2017 |
2017 |
Stichting Nederlandse Veteranendag |
2.616 |
2.467 |
2.468 |
2.468 |
2.468 |
0 |
0 |
2012 |
2017 |
2017 |
Nationaal Comité Herdenking Capitulatie 1945 Wageningen |
15 |
15 |
15 |
0 |
0 |
0 |
0 |
2013 |
n.v.t.2 |
2015 |
Steun oud strijders en ex-militairen Suriname |
6 |
6 |
6 |
6 |
6 |
6 |
0 |
2013 |
2018 |
2018 |
Multicultureel netwerk Defensie |
0 |
0 |
0 |
0 |
0 |
0 |
0 |
2012 |
2014 |
2014 |
Defensie Vrouwennetwerk |
0 |
0 |
0 |
0 |
0 |
0 |
0 |
- |
2014 |
2014 |
Stichting Veteranen Platform |
158 |
165 |
165 |
165 |
165 |
0 |
0 |
2012 |
2017 |
2017 |
Stichting Veteraneninstituut |
4.810 |
5.869 |
5.869 |
5.869 |
5.869 |
0 |
0 |
2012 |
2017 |
2017 |
Hotel de Wereld |
54 |
54 |
0 |
0 |
0 |
0 |
0 |
2013 |
n.v.t.2 |
2014 |
Stichting Militair-historisch Museum |
8.056 |
4.437 |
0 |
0 |
0 |
0 |
0 |
2012 |
n.v.t. 3 |
2014 |
Stichting Defensie Musea |
0 |
2.594 |
7.500 |
7.500 |
7.500 |
7.500 |
7.500 |
nieuw |
2019 |
2019 4 |
Stichting Nationale Taptoe |
195 |
173 |
173 |
173 |
173 |
0 |
0 |
2012 |
2017 |
2017 |
Maatschappelijk werk voor veteranen (Stichting de Basis) |
2.000 |
2.535 |
2.135 |
2.135 |
2.135 |
0 |
0 |
2012 |
2017 |
2017 |
Leerstoel GU Amsterdam |
74 |
74 |
74 |
74 |
74 |
0 |
0 |
2012 |
2017 |
2017 |
Stichting Maritiem Kenniscentrum |
56 |
28 |
28 |
28 |
28 |
0 |
0 |
2012 |
2017 |
2017 |
Stichting Gasturbine Onderwijs |
10 |
5 |
5 |
5 |
5 |
0 |
0 |
2012 |
2017 |
2017 |
Phantasy in Blue |
19 |
18 |
18 |
18 |
18 |
0 |
0 |
2012 |
2017 |
2017 |
Stichting Museum der Koninklijke Marechaussee |
300 |
75 |
0 |
0 |
0 |
0 |
0 |
2012 |
n.v.t.3 |
2014 |
Stichting Historische Vlucht |
100 |
100 |
100 |
100 |
100 |
0 |
0 |
2012 |
2017 |
2017 |
SWOON NLDA |
22 |
22 |
22 |
22 |
22 |
0 |
0 |
nieuw |
2017 |
2017 |
ASL BISL Foundation |
20 |
40 |
40 |
40 |
40 |
0 |
0 |
nieuw |
2017 |
2017 |
Wapen- en dienstvakverenigingen |
27 |
35 |
35 |
35 |
35 |
0 |
0 |
2012 |
2017 |
2017 |
Koude Oorlogs Veteranen en Oud-Militairen (KVOM) |
3 |
3 |
3 |
3 |
3 |
0 |
0 |
nieuw |
2017 |
2017 |
stichting Vincent van Gogh |
390 |
390 |
0 |
0 |
0 |
0 |
0 |
nieuw |
2015 |
2014 |
Subsidies te verstrekken na evaluatie |
50 |
944 |
880 |
852 |
12.020 |
12.002 |
||||
Totaal subsidies |
18.993 |
19.272 |
19.635 |
19.556 |
19.528 |
19.536 |
19.502 |
Voor toekomstige evaluaties wordt onderzocht hoe deze op effectieve wijze kunnen worden ontsloten d.m.v. publicatie;
Einddatum betreft eerstvolgend evaluatiemoment. Onderliggende verplichtingen, volgend uit o.a. de publiek-private samenwerking die hierbij van toepassing is, lopen echter door tot 2040 (Kamerstuk 33 864, nr. A/1).
Tot het overige evaluatieonderzoek behoren de toetsingskaderevaluaties naar lopende en voltooide operaties waaraan Nederlandse militairen deelnemen. Op grond van het Toetsingskader 2014 sturen de ministers van Defensie en Buitenlandse Zaken elk jaar op de derde woensdag in mei een tussentijdse evaluatie van lopende operaties naar het parlement. Na beëindiging van de inzet wordt een eindevaluatie opgesteld waarin zowel militaire als politieke aspecten aan de orde komen. Indien dit opportuun is, bijvoorbeeld bij een specifiek verzoek van de Kamer of vanwege de omvang van de Nederlandse bijdrage, wordt de evaluatie afzonderlijk aan het parlement aangeboden. Evaluatie en monitoring van Nederlandse bijdragen aan internationale operaties dienen twee doelen: zij bieden de mogelijkheid tussentijds bij te sturen om de effectiviteit van de inzet verder te vergroten en zij zijn instrumenteel met het oog op de verantwoording van de inzet van Nederlands personeel en materieel in internationale operaties, waarbij sprake is van bijzondere risico’s.
Onderwerp |
Artikel |
Aanvang |
Voltooiing |
---|---|---|---|
Tussentijdse evaluatie lopende operaties 2014: – MINUSMA – Atalanta/Ocean Shield – Patriot Deployment – UNMISS – Overige operaties |
1 Inzet |
2015 |
2015 |
Eindevaluatie operaties 2014 ISAF Air Task Force |
1 Inzet |
2015 |
2015 |
Overzicht Rechtspersonen met een Wettelijke Taak en Zelfstandige Bestuursorganen
Naam Organisatie |
RWT |
ZBO |
Functie |
Begrotingsartikel |
Begrotingsraming |
---|---|---|---|---|---|
Stichting Ziektekosten- Verzekering Krijgsmacht (SZVK) |
X |
De SZVK is namens het Ministerie van Defensie belast met de uitvoering van de ministeriële Regeling Ziektekostenverzekering militairen. De activiteiten van de SZVK richten zich uitsluitend op militairen in actieve dienst: militairen vallen niet onder de werking van de Zorgverzekeringswet (ZVW). |
Wordt per Defensieonderdeel (artikel 2, 3, 4, 5, 7, 8 en 10) betaald uit de post salarissen en sociale lasten |
€ 96,2 miljoen |
|
Stichting Wetenschappelijk Onderwijs en Onderzoek NLDA (SWOON) |
X |
In 2011 is de stichting Wetenschappelijk Onderwijs en Onderzoek NLDA (SWOON) opgericht. De stichting verzorgt als onderdeel van de officiersopleiding van officieren in de Nederlandse krijgsmacht de wetenschappelijke bachelor en master programma’s, in overeenstemming met de eisen van de Wet op het hoger onderwijs en wetenschappelijk onderzoek. Verder verleent de stichting graden die behoren bij wetenschappelijk onderwijs, laat opleidingen accrediteren en geaccrediteerd houden en verzorgt het wetenschappelijk onderzoek ter ondersteuning van de wetenschappelijke opleidingen. Defensie ondersteunt de stichting met een jaarlijkse subsidie (zie 4.6 Subsidies). Tevens stelt Defensie «om niet» middelen ter beschikking. Deze middelen bestaan uit uitgaven voor salarissen en sociale lasten, IV/ICT, huisvesting en overige ondersteuning. De middelen zijn begroot in artikel 8. |
8 Ondersteuning krijgsmacht door Commando Dienstencentra |
€ 14,2 miljoen |
Omschrijving van de motie |
Vindplaats |
Stand van zaken |
---|---|---|
Jasper van Dijk over geen nucleaire taak voor de vervanger van de F-16 |
Notaoverleg toekomst van de krijgsmacht, 6 november 2013, 33 763, nr. 14 |
Afgedaan met 33 783, nr. 5 van 14 januari 2014 |
Knops over een visie op de toekomst van de onderzeedienst |
Notaoverleg toekomst van de krijgsmacht, 6 november 2013, 33 763, nr. 18 |
In behandeling |
Eijsink c.s. over monitoren van geluidscontouren rond vliegbases Volkel en Leeuwarden |
Notaoverleg toekomst van de krijgsmacht, 6 november 2013, 33 763, nr. 22 |
In behandeling |
Hachchi/Eijsink over verkennen van mogelijkheden tot samenwerking met België |
Notaoverleg toekomst van de krijgsmacht, 6 november 2013, 33 763, nr. 30 |
In behandeling. Zie ook 33 279, nr. 10 van 13 februari 2013 |
Günal Gezer/Eijsink over geschikte kades voor het afmeren van het bevoorradingsschip JSS |
Begrotingsbehandeling, 14 november 2013, 33 750-X, nr. 23 |
Afgedaan met 33 750-X, nr. 44 van 5 maart 2014 en 33 750-X, nr. 53 van 25 april 2014 |
Günal Gezer/Eijsink over het gebruik van het fonds CODEMO door het mkb |
Begrotingsbehandeling, 14 november 2013, 33 750-X, nr. 24 |
Afgedaan in deze begroting |
Hachchi c.s. over besparen via pooling and sharing |
Begrotingsbehandeling, 14 november 2013, 33 750-X, nr. 28 |
In behandeling |
Van Tongeren/Smaling over de Kamer op de hoogte houden over de voortgang van de aanplant van compensatiebos |
VAO AWACS, 13 mei 2014, 33 750-XII, nr. 86 |
In behandeling |
Cegerek over afspraken met de Navo over het structureel maken van de 35 procent geluidsreductie |
VAO AWACS, 13 mei 2014, 33 750-XII, nr. 88 |
In behandeling |
Knops c.s. over volledig verhalen van alle kosten van onderhoud en aanpassingen van de NH-90 op de fabrikant |
VAO NH-90 helikopter, 3 juli 2014, 25 928, nr. 63 |
In behandeling |
Sjoerdma/Knops over inzichtelijk maken van de consequenties indien de laatste zeven Nederlandse NH-90 helikopters niet worden afgenomen |
VAO NH-90 helikopter, 3 juli 2014, 25 928, nr. 64 |
In behandeling |
Sjoerdsma c.s. over een plan van aan pak inclusief een kostenoverzicht om de problemen bij de informatievoorziening en ICT bij het Ministerie van Defensie op te lossen |
VAO informatievoorziening en ICT bij Defensie, 3 juli 2014, 31 125, nr. 30 |
In behandeling |
Eijsink c.s. over geen onomkeerbare stappen nemen totdat de IV/ICT-visie is afgerond |
VAO informatievoorziening en ICT bij Defensie, 3 juli 2014, 31 125, nr. 31 |
In behandeling |
Knops c.s. over onderzoeken van de mogelijkheden om het transitieproces uit te besteden aan een marktpartij |
VAO informatievoorziening en ICT bij Defensie, 3 juli 2014, 31 125, nr. 32 |
In behandeling |
Omschrijving van de toezegging |
Vindplaats |
Stand van zaken |
---|---|---|
Daar waar het kan, zal de Minister de Kamer informeren over nieuwe afspraken met betrekking tot de kernwapentaak. |
AO Navo Defensie Ministeriële, 17 oktober 2013, 28 676, nr. 190 |
Afgedaan met 33 783, nr. 1 van 24 oktober 2013 |
De Kamer ontvangt voor de Europese Raad de Defensie Industrie Strategie (DIS). |
Notaoverleg toekomst van de krijgsmacht, 6 november 2013, 33 763, nr. 33 |
Afgedaan met 31 125, nr. 20 van 13 december 2013 |
De functie van bijzonder vertegenwoordiger ten behoeve van de Nederlandse industrie in het F-35-project wordt dit jaar ingevuld, zo spoedig mogelijk na het besluit van de Kamer. |
Notaoverleg toekomst van de krijgsmacht, 6 november 2013, 33 763 nr. 33 |
Afgedaan met 26 488, nr. 337 van 3 december 2013 |
De Kamer zal nadere cijfers ontvangen over de rol van de Nederlandse industrie in het F-35-project. Daarvoor worden de jaarrapportages uitgebreid. |
Notaoverleg toekomst van de krijgsmacht, 6 november 2013, 33 763, nr. 33 |
In behandeling |
De Kamer ontvangt een aparte brief over de effectuering van de afspraken met de industrie. |
Notaoverleg toekomst van de krijgsmacht, 6 november 2013, 33 763, nr. 33 |
Afgedaan met 26 488, nr. 337 van 3 december 2013 |
De Kamer ontvangt voor de begrotingsbehandeling een brief over de systematiek van gastvliegers in de F-35-toestellen. |
Notaoverleg toekomst van de krijgsmacht, 6 november 2013, 33 763, nr. 33 |
Afgedaan met 33 750-X, nr. 32 van 12 november 2013 |
De Kamer ontvangt de nieuwe berekeningen voor geluidsoverlast van de F-35 na doorberekening van cijfers van de VS die in het voorjaar van 2014 beschikbaar komen. |
Notaoverleg toekomst van de krijgsmacht, 6 november 2013, 33 763, nr. 33 |
In behandeling |
De Kamer ontvangt een brief naar aanleiding van lopende gesprekken over mogelijk openhouden van de kazerne in Rotterdam, in relatie tot de kazerne in Vlissingen. |
Notaoverleg toekomst van de krijgsmacht, 6 november 2013, 33 763, nr. 33 |
Afgedaan met 33 763, nr. 37 van 5 maart 2014 |
De Kamer ontvangt bij voorkeur in februari, maar uiterlijk in het voorjaar van 2014 een brief over de stand van zaken van de voorbereidingen voor de kazerne in Vlissingen. |
Notaoverleg toekomst van de krijgsmacht, 6 november 2013, 33 763, nr. 33 |
Afgedaan met 33 763, nr. 37 van 5 maart 2014 |
De Minister stuurt een brief ter nadere beantwoording van vragen over landstrijdkrachten voor de begrotingsbehandeling naar de Kamer. |
Notaoverleg toekomst van de krijgsmacht, 6 november 2013, 33 763, nr. 33 |
Afgedaan met 33 763, nr. 34 van 14 november 2013 |
Voor de begrotingsbehandeling ontvangt de Kamer een brief over de de re-integratie van militaire oorlogs-en dienstslachtoffers en over het Dienstencentrum Re-integratie. |
Notaoverleg toekomst van de krijgsmacht, 6 november 2013, 33 763, nr. 33 |
Afgedaan met 30 139, nr. 123 van 12 november 2013 |
De Minister koppelt in het verslag terug over de artikel 81 discussie. |
AO Defensieraad, 12 november 2013, 21 501-28, nr. 107 |
Afgedaan met 21 501-28, nr. 105 van 6 december 2013 |
De Minister start op korte termijn het traject van de interdepartementale herijking van het convenant Financiering Nationale Inzet Krijgsmacht (FNIK), samen met haar collega's van BZK en van V&J. |
Begrotingsbehandeling, 14 november 2013 |
In behandeling |
Kamer ontvangt in de loop van 2014 nieuwe cijfers, na die van McKinsey uit het voorjaar van 2010, over de verhouding tussen het personeel dat operationeel kan worden ingezet en de staf die dat mede mogelijk maakt. Mede in internationale context. |
Begrotingsbehandeling, 14 november 2013 |
In behandeling |
De Kamer ontvangt ten behoeve van het AO Defensiepersoneel op 18 december 2013 een nadere brief over de oplossing van de problemen met de instructiecapaciteit bij Het Korps Commandotroepen (KCT). |
Begrotingsbehandeling, 14 november 2013 |
Afgedaan met 33 750-X, nr. 40 van 21 januari 2014 en 33 750-X, nr. 46 van 12 maart 2014 |
De Kamer ontvangt voor het uitgestelde algemeen overleg over digitale oorlogvoering een brief over de offensieve inzet van digitale oorlogvoering. |
Begrotingsbehandeling, 14 november 2013 |
Afgedaan met 33 321, nr. 3 van 17 maart 2014 |
De Kamer ontvangt een brief over de integratie van en de samenwerking tussen de Krijgsmachtdelen, de verpaarsing, en eventueel bestaande beperkingen en bezwaren. |
Begrotingsbehandeling, 14 november 2013 |
Afgedaan met 33 763, nr. 26 van 7 februari 2014 |
De Kamer ontvangt voor de behandeling van de begroting voor 2016 het evaluatierapport over Life Cycle Costs bij defensiematerieel. |
Begrotingsbehandeling, 14 november 2013 |
In behandeling |
De Kamer ontvangt voor het Notaoverleg op 9 december een brief over de uitvoering van de schaderegeling voor militaire oorlogs- en dienstslachtoffers die na 1 juli 2007 de dienst hebben verlaten (zgn. restschaderegeling). |
Begrotingsbehandeling, 14 november 2013 |
Afgedaan met 30 139, nr. 124 van 2 december 2013 |
De Kamer ontvangt voor het AO Materieel Defensie op 17 december 2013 een nadere brief over outsourcing. |
Begrotingsbehandeling, 14 november 2013 |
Afgedaan met 31 125, nr. 21 van 13 december 2013 |
De Kamer ontvangt een brief over uitzendbescherming van militairen naar aanleiding van de motie (Jasper) Van Dijk (33 750-X, nr. 16) |
Begrotingsbehandeling, 14 november 2013 |
Afgedaan met 32 623, nr. 122 van 19 december 2013 |
De Kamer ontvangt een brief over de mogelijkheden in Nederland voor het afmeren en afhandelen van schepen als de Joint Support Ship (JSS), mede naar aanleiding van motie Günal-Gezer en Eijsink (33 750-X, nr. 23). |
Begrotingsbehandeling, 14 november 2013 |
Afgedaan met 33 750-X, nr. 44 van 5 maart 2014 en 33 750-X, nr. 53 van 25 april 2014 |
Vanaf begin 2014 ontvangt de Kamer aan het begin van ieder jaar een overzicht van de status van de defensiesamenwerking met de partnerlanden. |
Begrotingsbehandeling, 14 november 2013 |
In behandeling. Zie ook 33 279, nr. 10 van 13 februari 2013 en 33 750-X, nr. 48 van 28 maart 2014 |
Kamer blijft ieder jaar een rapportage ontvangen over de herbeleggingen vastgoed Defensie, al is het nu dus geen plan meer, maar uitvoering. |
AO Vastgoed, 12 december 2013, 33 763, nr. 35 |
In behandeling. Zie ook 33 750-X, nr. 48 van 28 maart 2014 |
De Kamer ontvangt in het voorjaar van 2014 nieuwe informatie over de casus van de nieuwe kazerne in Vlissingen. |
AO Vastgoed, 12 december 2013, 33 763, nr. 35 |
Afgedaan met 33 763, nr. 37 van 5 maart 2014 en 33 763, nr. 40 van 16 april 2014 |
In de eerstvolgende rapportage over vastgoed Defensie komt de Minister terug op de geleerde lessen naar aanleiding van het traject «Verkocht wegens vrede». Daarnaast komt ze in deze rapportage terug op de door het lid Günal-Gezer aangekaarte punten van informatievoorziening en op de gevolgen van de verantwoordelijkheidsverdeling tussen Minister van Defensie en de Minister voor Wonen en Rijksdienst. |
AO Vastgoed, 12 december 2013, 33 763, nr. 35 |
In behandeling |
De Minister informeert de Kamer zodra meer bekend is over de compensatie bij nog te verdelen werkpakketten en onderhoud voor de NH-90 helikopter. |
AO Materieel, 17 december 2013, 27 830, nr. 124 |
In behandeling |
Indien en nadat de Minister een overeenkomst inzake de nadeelcompensatie met de drie families bij Gilze-Rijen heeft gesloten, wordt de Kamer daarover geïnformeerd. |
AO Materieel, 17 december 2013, 27 830, nr. 124 |
Afgedaan met nr. 2014D23663 van 24 juni 2014 |
De Minister zal het fenomeen van de bijzonder vertegenwoordiger voor de NH-90 bespreken met de Minister van Economische Zaken en de Kamer over de uitkomst van dit overleg informeren. |
AO Materieel, 17 december 2013, 27 830, nr. 124 |
In behandeling |
De Minister zal de Kamer informeren over de business case voor wat betreft het uitbesteden van de Search and Rescue-taken van de NH-90. |
AO Materieel, 17 december 2013, 27 830, nr. 124 |
In behandeling. Zie ook Handelingen TK 2013–2014, aanhangsel 2393 van 1 juli 2014 |
De Minister zal de Europese dimensie meenemen in het DMP. |
AO Materieel, 17 december 2013, 27 830, nr. 124 |
In behandeling |
De Minister van Defensie zegt toe de Kamer bij brief te informeren over de EU-strategie (zodra deze is vastgesteld) en over de op basis daarvan te realiseren inzet. |
AO Piraterijbestrijding, 22 januari 2014, 29 521, nr. 236 |
Afgedaan met 21 501-28, nr. 110 van 3 april 2014 |
De Minister van Defensie zegt toe de Kamer bij brief te informeren over de stand van zaken met betrekking tot «berechting piraten» door middel van een geactualiseerde fact sheet. |
AO Piraterijbestrijding, 22 januari 2014, 29 521, nr. 236 |
Afgedaan door minVenJ met 32 706, nr. 60 van 27 februari 2014 |
In het voorjaar van 2014 ontvangt de Kamer een nader beleidsdocument over het reservistenbeleid 2020, zoals ook in de laatste brief al toegezegd. |
AO Personeel, 23 januari 2014, 33 763, nr. 38 |
In behandeling |
De Kamer ontvangt bij de volgende Personeelsrapportage in april 2014 een overzicht van de stand van zaken bij alle reorganisaties. |
AO Personeel, 23 januari 2014, 33 763, nr. 38 |
Afgedaan met 33 763, nr. 43 van 20 mei 2014 |
De Kamer ontvangt medio februari 2014 een brief over de opzet en planning van het traject om te komen tot een langere termijn personeelsbeleid, inclusief diversiteitsbeleid. |
AO Personeel, 23 januari 2014, 33 763, nr. 38 |
Afgedaan met 33 750-X, nr. 45 van 7 maart 2014 |
De Minister komt terug op de vragen van het lid Eijsink over de re-integratie van langdurig zieken in relatie tot het Dienstencentrum Re-integratie. |
AO Personeel, 23 januari 2014, 33 763, nr. 38 |
In behandeling |
De Kamer ontvangt in het derde kwartaal van 2014 een evaluatie van de specifieke afspraken over uitzendbescherming bij de Patriotmissie, zoals al eerder toegezegd. |
AO Personeel, 23 januari 2014, 33 763, nr. 38 |
In behandeling |
De Kamer ontvangt een nadere brief naar aanleiding van de kritiek van vakbonden over de omgang met getuigen in een strafrechtelijk onderzoek. |
AO Personeel, 23 januari 2014, 33 763, nr. 38 |
Afgedaan met 29 521, nr. 227 van 27 januari 2014 en 29 521, nr. 239 van 11 april 2014 |
De Kamer ontvang eind 2014 een nadere brief over de uitkomsten van het lopende onderzoek naar homo's, lesbiennes, bi en transgenders |
AO Personeel, 23 januari 2014, 33 763, nr. 38 |
In behandeling. Zie ook 33 763, nr. 49 van 27 juni 2014 |
De Kamer ontvangt voor het zomerreces 2014 een nadere brief over de stand van zaken met de problematiek van de Afghaanse tolken. |
AO Personeel, 23 januari 2014, 33 763, nr. 38 |
Afgedaan met 30 139, nr. 134 van 21 mei 2014, 30 139 nr. 135 van 2 juni 2014 en 29 521, nr. 249 van 20 juni 2014 |
Kamer ontvangt een brief met nadere informatie, als er meer helderheid is over de gevolgen van de hervorming van de langdurige zorg voor de veteranenzorg. Indien mogelijk ontvangt de Kamer een update ten behoeve van het algemeen overleg op 6 maart 2014. |
Notaoverleg veteranen, 27 januari 2014, 30 139, nr. 126 |
Afgedaan met 30 139, nr. 136 van 20 juni 2014 |
De Kamer ontvangt, zodra dit bekend is, een nader inzicht over de invulling van het Budget Internationale Veiligheid, waarbij de inzet is dat ook de kosten van de zorg voor veteranen hier uit bekostigd worden. |
Notaoverleg veteranen, 27 januari 2014, 30 139, nr. 126 |
In behandeling |
In de volgende Veteranennota gaat de Minister in op de stand van zaken met de afhandeling van de (op dit moment 280) individuele bezwaren en eventuele mogelijkheid voor extra capaciteit bij BMNO om deze af te handelen. |
Notaoverleg veteranen, 27 januari 2014, 30 139, nr. 126 |
Afgedaan met 30 139, nr. 134 van 21 mei 2014 |
In de volgende Veteranennota gaat de Minister in op de mogelijkheden om, eventueel juridisch, een verplichtend karakter te geven aan het invullen van de nazorgvragenlijst. |
Notaoverleg veteranen, 27 januari 2014, 30 139, nr. 126 |
Afgedaan met 30 139, nr. 134 van 21 mei 2014 |
In de volgende Veteranennota gaat de Minister in op de wel bekende informatie over de stand van zaken met de ISAF-veteranen. |
Notaoverleg veteranen, 27 januari 2014, 30 139, nr. 126 |
Afgedaan met 30 139, nr. 134 van 21 mei 2014 |
De Kamer ontvangt een reactie op de brief van de heer Knoops (2013Z18482) aan de Kamer over de gevolgen van de uitspraak in de zaak van de heer Maat voor andere individuele gevallen. Daarnaast komt de Minister in de volgende veteranennota terug op de stand van zaken met de gevallen. |
Notaoverleg veteranen, 27 januari 2014, 30 139, nr. 126 |
Afgedaan met 30 139, nr. 129 van 28 maart 2014 en 30 139, nr. 134 van 21 mei 2014 |
Na haar overleg in februari ontvangt de Kamer uiterlijk 1 maart 2014 een brief over de mogelijkheid voor het behoud van het monument van de gesneuvelde Limburgse Jagers in Weert. |
Notaoverleg veteranen, 27 januari 2014, 30 139, nr. 126 |
Afgedaan met 30 139, nr. 128 van 5 maart 2014 |
In de volgende Veteranennota gaat de Minister in op de ontwikkelingen rond de DSM-5 protocollen, mede in Navo-verband. Dit naar aanleiding van de diverse vragen tijdens het algemeen overleg. |
Notaoverleg veteranen, 27 januari 2014, 30 139, nr. 126 |
Afgedaan met 30 139, nr. 134 van 21 mei 2014 |
Binnen twee weken ontvangt de Kamer een nadere brief over het voornemen om militairen, ingezet bij de gijzelingsacties bij De Punt in 1977, in aanmerking te laten komen voor de veteranenstatus. |
Notaoverleg veteranen, 27 januari 2014, 30 139, nr. 126 |
Afgedaan met 30 139, nr. 127 van 10 februari 2014 |
De Kamer ontvangt naar aanleiding van de gestelde vragen een brief over de financiële middelen van het V-fonds voor alle activiteiten voor de veteranen. |
Notaoverleg veteranen, 27 januari 2014, 30 139, nr. 126 |
Afgedaan met 30 139, nr. 134 van 21 mei 2014 |
De Minister zegt toe de Kamer bij brief te informeren over haar visie op de, in een uitzending van Reporter in maart 2012 gedane, voorspelling dat de Reaper zal worden aangeschaft. Daarbij betrekt de Minister tevens eerdere beantwoordingen op Kamervragen over dit aspect. |
AO Drones/UAV’s, 5 februari 2014, 30 806, nr. 22 |
Afgedaan met 30 806, nr. 20 van 4 maart 2014 |
De Minister zegt toe de Kamer bij brief meer duidelijkheid te verschaffen over de LCC-systematiek, voor zover de vertrouwelijkheid zich daartegen niet verzet. |
AO Drones/UAV’s, 5 februari 2014, 30 806, nr. 22 |
In behandeling |
De Kamer ontvangt een brief over de samenhang en de verschillen tussen de maritieme strategie van de Navo en die van de Europese Unie. |
AO Navo Defensie Ministeriële, 18 februari 2014, 28 676, nr. 200 |
Afgedaan met 21 501-28, nr. 110 van 3 april 2014 |
Eind 2014 of zodra deze beschikbaar is, ontvangt de Kamer een update van de matrix over de Nederlandse input en output, die als bijlage zat bij geannoteerde agenda. |
AO Navo Defensie Ministeriële, 18 februari 2014, 28 676, nr. 200 |
Afgedaan met 21501-28, nr. 114 van 30 juni 2014 |
In het verslag van de Navo Defensie ministeriële van 26/27 februari 2014 zal de Minister uitgebreid ingaan op de financiële situatie rond het Navo-hoofdkwartier, op het overleg met de Turkse Minister van Defensie en op het Framework Nation Concept. |
AO Navo Defensie Ministeriële, 18 februari 2014, 28 676, nr. 200 |
Afgedaan met 28 676, nr. 197 van 17 maart 2014. |
De Minister van Defensie is bereid deel te nemen aan een informele bijeenkomst met de commissie over de gang van zaken bij Internationale gremia als de Europese Defensieraad. |
AO Navo Defensie Ministeriële, 18 februari 2014, 28 676, nr. 200 |
In behandeling |
De inzet van de Minister is om de toekomstige geannoteerde agenda's en verslagen van Navo-bijeenkomsten te verbeteren qua informatie over inhoud van de agendapunten en het Nederlandse standpunt. |
AO Navo Defensie Ministeriële, 18 februari 2014, 28 676, nr. 200 |
In behandeling |
Bij het verslag van deze Europese Defensieraad wordt een bijlage gevoegd met een appreciatie door het Nederlandse kabinet bij de 22 conclusies van de Europese Raad van december 2013 aangaande GVDB. Bij de komende agenda's en verslagen van de Defensieraden zal een actuele stand van zaken worden weergegeven van de uitwerking van deze conclusies. In het verslag over deze raad zal de Minister uitgebreid ingaan op wat besproken is naar aanleiding van de raadsconclusies en de prioritering. |
AO EU Defensieraad, 18 februari 2014, 21 501-28, nr. 111 |
Afgedaan met 21 501-28, nr. 109 van 14 maart 2014 |
De Kamer ontvangt een brief met een reactie op het rapport Eurodrones Inc. van Transnational Institute en Statewatch over bewapende UAV's. |
AO EU Defensieraad, 18 februari 2014, 21 501–28, nr. 111 |
Afgedaan door minBuZa met 30 806, nr. 23 van 18 april 2014 |
De Minister zegt toe het plan van aanpak over de wijze van informatieverschaffing over het veteranenloket in de komende veteranennota op te nemen. |
AO Veteranen, 6 maart 2014, 30 139, nr.133 |
Afgedaan met 30 139, nr. 134 van 21 mei 2014 |
De Minister zegt toe haar reactie op de brief van advocaat Knoops (van september 2013), houdende een pleidooi voor een collectieve compensatieregeling voor Dutchbat-veteranen, in de maand maart 2014 aan de Kamer te doen toekomen. |
AO Veteranen, 6 maart 2014, 30 139, nr.133 |
Afgedaan met 30 139, nr. 129 van 28 maart 2014 |
De Minister zegt toe om in de Veteranennota van 2015 duidelijkheid te verschaffen over de organisatie en de financiering van de nuldelijnsondersteuning van veteranen. |
AO Veteranen, 6 maart 2014, 30 139, nr.133 |
In behandeling |
De Minister zegt toe de Kamer in mei 2014 bij brief te informeren over de uitkomsten van haar gesprekken met de Minister van VWS over de financiering van maatschappelijke ondersteuning van veteranen die niet langer onder de WMO valt en over de financiering van het LZV. |
AO Veteranen, 6 maart 2014, 30 139, nr.133 |
Afgedaan met 30 139, nr. 136 van 20 juni 2014 |
De Minister zegt toe de resultaten van de gateway-review, over het al dan niet doorgaan van één of twee kavels, eind mei 2014 of begin juni 2014 bij brief aan de Kamer te doen toekomen. Daarbij gaat de Minister tevens in op de risico's die gepaard gaan met een twee-kavels-aanpak, de ervaringen in Duitsland en de ervaringen die eerder in de geschiedenis zijn opgedaan. |
AO Sourcing, 26 maart 2014, 31 125, nr. 27 |
In behandeling. Deels afgedaan met 31 125, nr. 35 van 1 juli 2014. |
De Minister zegt toe de Kamer binnen twee weken bij brief te informeren over hoe de gateway-review wordt vormgegeven. Daarbij gaat zij tevens in op de wijze waarop de rapportage wordt vormgegeven. |
AO Sourcing, 26 maart 2014, 31 125, nr. 27 |
Afgedaan met 31 125, nr. 25 van 10 april 2014 |
De Minister zegt toe de Kamer met een aparte brief bij de begrotingsstukken vóór Prinsjesdag 2014 te informeren over de stand van zaken met betrekking tot de taakstelling van € 48 miljoen. |
AO Sourcing, 26 maart 2014, 31 125, nr. 27 |
In behandeling |
De Minister zegt toe de Kamer in oktober 2014 te rapporteren over de zeven prioritaire projecten. |
AO Sourcing, 26 maart 2014, 31 125, nr. 27 |
In behandeling |
De Minister zegt toe om de Kamer vóór het WGO Personeel naar aanleiding van de begrotingsstukken 2014 per brief te informeren over de resultaten van het, in het kader van het sourcingproject lopende, onderzoek in het P&O-domein. |
AO Sourcing, 26 maart 2014, 31 125, nr. 27 |
In behandeling |
De Kamer ontvangt in juni 2014 de reservistennota, inclusief passages over cyberreservisten. |
AO Digitale Oorlogvoering, 26 maart 2014, 33 321, nr. 4 |
In behandeling |
De Kamer ontvangt in januari 2015 de geactualiseerde cyberstrategie en neemt daarin de diverse punten mee, zoals in het algemeen overleg besproken, inclusief de dilemma's uit het artikel in Vrij Nederland van 25 maart 2014; «Het Nederlandse cyberleger». |
AO Digitale Oorlogvoering, 26 maart 2014, 33 321, nr. 4 |
In behandeling |
De Minister van Defensie zal de Kamer de Nederlandse appreciatie en prioritering van de 22 Europese Raadsconclusies over het GVDB toezenden alsook, na ommekomst, het Europese voorstel tot herziening van het financiële mechanisme en de kabinetsappreciatie ervan. De appreciatie van de Europese Raadsconclusies zal in de geannoteerde agenda van elke EU-Defensieraad bij wijze van werkdocument worden geactualiseerd. |
AO Defensieraad, 9 april 2014, 21 501-28, nr. 113 |
In behandeling. Zie ook 21 501-28, nr. 109 van 14 maart 2014 |
De Minister van Defensie zal voor 1 mei 2014 een kabinetsappreciatie van het Clingendaelrapport «Sovereignty, parliamentary involvement and European Defence Cooperation» aan de Kamer toezenden. |
AO Defensieraad, 9 april 2014, 21 501-28, nr. 113 |
Afgedaan met 33 279, nr. 11 van 12 mei 2014 |
De Minister van Defensie zal het door de Kamerdelegatie tijdens de interparlementaire conferentie in Athene ingebrachte document [over parlementaire goedkeuringsprocedures bij militaire uitzendingen en EU-Battlegroups] onder de aandacht van haar Europese ambtgenoten brengen en de Kamer berichten over de ontvangen reacties. |
AO Defensieraad, 9 april 2014, 21 501–28, nr. 113 |
Afgedaan met 33 279, nr. 11 van 12 mei 2014 |
De Minister van Defensie informeert de Kamer in de tweede helft van 2014 over het plan met doorontwikkelingsbehoeften van ERP. |
AO SPEER/ERP, 10 april 2014, 31 460, nr. 48 |
In behandeling |
Tot de basisimplementatie van ERP informeert de Minister de Kamer bij de halfjaarlijkse rapportage over de voortgang van het product, het tijdsbestek en de kosten. Deze rapportage zal geschieden volgens het model van grote IV-projecten. Na de voltooiing van de basisimplementatie volgt een eindevaluatie, die de Minister aan de Kamer doet toekomen. In deze evaluatie wordt ook duidelijkheid verschaft over de geraamde en gerealiseerde bezuiniging op FTE's. |
AO SPEER/ERP, 10 april 2014, 31 460, nr. 48 |
In behandeling |
In de eerstvolgende rapportage wordt de Kamer nader geïnformeerd over de vragen van het lid Knops over de 50 vte’n en de € 130 miljoen met betrekking tot de kazerne in Vlissingen. |
AO vastgoed, 22 april 2014, 33 763, nr. 47 |
Afgedaan met 33 358, nr. 5 van 12 juni 2014 |
De Kamer blijft ieder half jaar een rapportage vastgoed Defensie ontvangen en de Kamer wordt daarnaast, zoals gebruikelijk geïnformeerd over grotere tussentijdse wijzigingen in projecten e.d. |
AO vastgoed, 22 april 2014, 33 763, nr. 47 |
In behandeling |
De Kamer ontvangt de Public Provate Comperator als een vertrouwelijk document direct na het meireces. |
AO vastgoed, 22 april 2014, 33 763, nr. 47 |
Afgedaan met 33 358, nr. 5 van 12 juni 2014 |
De Kamer ontvangt nadere informatie over de mogelijkheden voor het integreren van regionale werkgelegenheid in de aanbestedingsprocedures bij DBFMO rond de Marinierskazerne Vlissingen. |
AO vastgoed, 22 april 2014, 33 763, nr. 47 |
Afgedaan met 33 358, nr. 5 van 12 juni 2014 |
De Minister van Defensie zegt toe de resultaten van het aanvullende onderzoek naar de staat van de IV/ICT van de Defensieorganisatie vóór het zomerreces aan de Kamer toe te zenden. |
AO Sourcing, 15 mei 2014 |
Afgedaan met 31 125, nr. 35 van 1 juli 2014 |
De Minister van Defensie zegt toe de onderzoeksopzet van het aanvullende onderzoek naar de staat van de IV/ICT van de Defensieorganisatie zo spoedig mogelijk aan de Kamer toe te zenden. |
AO Sourcing, 15 mei 2014 |
Afgedaan met 31 125, nr. 29 van 6 juni 2014 |
De Minister van Defensie zegt toe de Kamer zo gestructureerd als mogelijk te informeren over de uitkomsten van de Gateway Review. |
AO Sourcing, 15 mei 2014 |
In behandeling |
De Minister van Defensie zegt toe de Kamer in de volgende voortgangsrapportage te informeren over de uitkomsten van de onderhandelingen over de kosten van helikopterinzet. |
AO MINUSMA, 21 mei 2014 |
In behandeling |
De Minister van Defensie zegt toe de Kamer in de volgende voortgangsrapportage te informeren over de rechtspositionele regeling voor tolken, met name inzake verzekeringen. |
AO MINUSMA, 21 mei 2014 |
In behandeling |
De Minister van Defensie zegt toe de Kamer in de volgende voortgangsrapportage te informeren over de stand van zaken met betrekking tot de vier getrainde bataljons van de Malinese strijdkrachten. |
AO MINUSMA, 21 mei 2014 |
In behandeling |
De Minister van Defensie zegt toe de Kamer in de volgende voortgangsrapportage te informeren over de gehele aanschaf en toepassing van gevechtskleding. |
AO MINUSMA, 21 mei 2014 |
In behandeling |
De Minister van Defensie zegt toe contact op te nemen met de speciale VN-vertegenwoordiger Koenders om aan te dringen op spoedige ontplooiing van MINUSMA in Noord-Mali en zij zal de Kamer daarover informeren in de volgende voortgangsrapportage. |
AO MINUSMA, 21 mei 2014 |
In behandeling |
De Kamer ontvangt na de afhandeling van het lopende geschil meer informatie over de stand van zaken met de voorgenomen verhuizing van DMO naar de Kromhoutkazerne |
AO personeel, 27 mei 2014 |
In behandeling |
De Kamer ontvang in de volgende rapportage nadere informatie over de stand van zaken met integriteit, onder andere naar aanleiding van de recente risico-analyse NLDA. |
AO personeel, 27 mei 2014 |
In behandeling |
De Kamer ontvangt vanaf de volgende rapportage een gewijzigde opzet van de rapportage. |
AO personeel, 27 mei 2014 |
In behandeling |
De Kamer wordt bij toekomstige missies/operaties voortaan geïnformeerd over de mogelijke gevolgen van de betreffende missie voor de personeelscapaciteit bij de (ondersteunende) onderdelen van de krijgsmacht. |
AO personeel, 27 mei 2014 |
In behandeling |
De Kamer wordt later dit jaar nader geïnformeerd over de afhandeling van het incident dat het overlijden van sergeant Van Geffen tot gevolg had. |
AO personeel, 27 mei 2014 |
In behandeling |
In het najaar 2014 komt de Minister terug op de samenstelling van medezeggenschapsraden en specifiek het aandeel officieren daarin. |
AO personeel, 27 mei 2014 |
In behandeling |
De Kamer ontvangt nog steeds voor het zomerreces 2014 de reservistennota en daarin zal de Minister terug komen op de in het algemeen overleg gestelde vragen, waaronder over de inzet van reservisten in Mali. |
AO personeel, 27 mei 2014 |
In behandeling |
De Kamer ontvangt tijdig, zodra mogelijk, informatie over de Nederlandse inzet bij de Navo-top in Wales. |
AO Navo Defensie ministeriële, 27 mei 2014 |
In behandeling |
De Kamer ontvangt een brief over de financiering van de Navo-taken nu en in het nabije verleden. |
AO Navo Defensie ministeriële, 27 mei 2014 |
In behandeling |
De Kamer ontvangt, zodra beschikbaar, meer informatie over het Duitse initiatief «Framework Nation Concept» om te komen tot een gezamenlijke effectieve en doelmatige ontwikkeling van capaciteiten. |
AO Navo Defensie ministeriële, 27 mei 2014 |
In behandeling |
De Minister zegt toe de Kamer te informeren over grote tegenvallers, buiten de reguliere informatie-afspraken (dat wil zeggen bovenop de informatievoorziening zoals afgesproken na het combineren van de B, C en D-fase). |
AO Materieel, 5 juni 2014 |
In behandeling |
De Minister zegt toe om in de aanloop naar de komende begroting in beeld te brengen c.q. te onderzoeken hoe het staat met de doorlooptijden van CODEMO-aanvragen. |
AO Defensie Industrie Strategie en compensatiebeleid, 11 juni 2014 |
In behandeling |
De Minister van Defensie verschaft in de volgende Veteranennota nadere informatie over het collegiaal netwerk. |
Notaoverleg veteranen, 23 juni 2014, 30 139 nr. 137 |
In behandeling |
De Minister van Defensie zegt toe de Kamer, naar aanleiding van de diversiteitsbrief, nader te informeren over het thema «vrouwen in de krijgsmacht». |
Notaoverleg veteranen, 23 juni 2014, 30 139 nr. 137 |
In behandeling |
De Minister van Defensie zal in de volgende Veteranennota inzicht geven in de positie van vrouwen met betrekking tot hun zorgvraag. |
Notaoverleg veteranen, 23 juni 2014, 30 139 nr. 137 |
In behandeling |
De Minister van Defensie zal in de volgende Veteranennota rapporteren over de participatiegraad van scholen in het Scholenproject Veteranen. |
Notaoverleg veteranen, 23 juni 2014, 30 139 nr. 137 |
In behandeling |
De Minister van Defensie zegt toe de Kamer in januari 2015 te informeren over de stand van zaken met betrekking tot het Veteranenfonds. |
Notaoverleg veteranen, 23 juni 2014, 30 139 nr. 137 |
In behandeling |
De Minister van Defensie zegt toe de regeling en stand van zaken van de nazorg aan reservisten op te nemen in de volgende reservistennota en veteranennota. |
Notaoverleg veteranen, 23 juni 2014, 30 139 nr. 137 |
In behandeling |
De Minister van Defensie informeert de Kamer uiterlijk in september 2014 over de procedure met betrekking tot de aanvraag en afwijzing van het Militair invaliditeitspensioen. |
Notaoverleg veteranen, 23 juni 2014, 30 139 nr. 137 |
In behandeling |
De Minister van Defensie stelt een stand van zaken op inzake nazorglijsten en informeert de Kamer daarover in de volgende Veteranennota. |
Notaoverleg veteranen, 23 juni 2014, 30 139 nr. 137 |
In behandeling |
De Minister van Defensie zal onderzoek doen naar het bericht dat veteranen voor hun kansen op de arbeidsmarkt uitzendingen van hun curriculum vitae moeten schrappen, omdat werkgevers het idee hebben dat militairen beschadigd van uitzendingen terugkomen. De Minister informeert de Kamer in januari 2015 over de uitkomsten hiervan. |
Notaoverleg veteranen, 23 juni 2014, 30 139 nr. 137 |
In behandeling |
De Minister van Defensie zal vóór 1 januari 2015 afspraken maken met de Minister van VWS en de zorgverzekeraars over verzekeringen van veteranen en zij zal de Kamer informeren over de inhoud van die afspraken. |
Notaoverleg veteranen, 23 juni 2014, 30 139 nr. 137 |
In behandeling |
De Minister van Defensie zal de Kamer op de hoogte stellen van het vervolg van herdenkingen in Wageningen. |
Notaoverleg veteranen, 23 juni 2014, 30 139 nr. 137 |
In behandeling |
De Minister van Defensie zegt toe de Kamer bij brief (nader) te informeren over het besluit tot tijdelijke stillegging van de gezondheidscentra in Ermelo. |
AO Jaarverslag IMG, 24 juni 2014 |
In behandeling |
De Minister van Defensie zegt toe vóór de begrotingsbehandeling van 2014 aan de Kamer verslag te doen van uitgevoerde analyse van de problemen bij re-integratiebegeleiding. |
AO Jaarverslag IGK, 24 juni 2014 |
In behandeling |
De Kamer ontvangt uiterlijk woensdag 2 juli 2014, 18.00 uur, een brief naar aanleiding van de discussie in het algemeen overleg over de investeringsquota. |
WGO jaarverslag en Slotwet Defensie 2013, 24 juni 2014 |
Afgedaan met 33 750-X, nr. 68 van 2 juli 2014 |
De weergave van de personeelscijfers in het jaarverslag zullen meer in lijn worden gebracht met de verantwoording in plaats van (alleen) in een personeelsrapportage. |
WGO jaarverslag en Slotwet Defensie 2013, 24 juni 2014 |
In behandeling |
De Kamer ontvangt eind 2014 een brief over het resultaat van de vervolgacties van de review van het vastgoed Defensie. |
WGO jaarverslag en Slotwet Defensie 2013, 24 juni 2014 |
In behandeling |
De Minister zegt toe in het volgende jaarverslag in te gaan op de opties voor de inzet van drones. |
AO Kustwacht Caribisch gebied, 26 juni 2014 |
In behandeling |
De Minister zal bij het Joint Program Office F-35 insisteren op zo spoedig mogelijke openbaarmaking van het SAR-rapport. |
AO Informatievoorziening aan de Kamer, 1 juli 2014 |
In behandeling |
De Minister informeert de Kamer zodra het mogelijk is een F-35 naar Nederland te halen. |
AO Informatievoorziening aan de Kamer, 1 juli 2014 |
In behandeling |
De Minister neemt ontwikkelingen met betrekking tot de nucleaire taak van de F-35 op in de tweede voortgangsrapportage. |
AO Informatievoorziening aan de Kamer, 1 juli 2014 |
In behandeling |
De Minister zegt toe dat de uitgangspuntennotitie van 4 april 2014 (kenmerk 2014Z05826/2014D12139) de leidraad vormt voor de informatieverschaffing aan de Kamer over het groot project Vervanging F-16. |
AO Informatievoorziening aan de Kamer, 1 juli 2014 |
In behandeling |
De Minister onderzoekt of een nader antwoord over de consequenties van de IV/ICT-problematiek voor VOSS aangewezen is. |
AO IV/ICT, 2 juli 2014 |
In behandeling |
De Minister zendt een voortgangsrapportage over wat in gang is gezet met betrekking tot het oplossen van de IV/ICT-problematiek en zij zal de Kamer tevens informeren over de financiële consequenties van deze operatie. |
AO IV/ICT, 2 juli 2014 |
In behandeling |
De Minister zal onderzoeken welke delen van het Forrester-rapport openbaar gemaakt kunnen worden en zij zal de Kamer daarover zo spoedig mogelijk informeren. |
AO IV/ICT, 2 juli 2014 |
In behandeling |
De Minister informeert de Kamer bij brief over de invulling van de HALT-afdoening. |
AO MIVD, 2 juli 2014 |
In behandeling |
De Minister informeert de Kamer voor de komende begrotingsbehandeling over de invulling van het beleid met betrekking tot maatwerk. |
AO MIVD, 2 juli 2014 |
In behandeling |
De Kamer ontvangt nadere informatie over de inspanningen van Defensie om de capaciteit van de Defensie Materieel Organisatie op orde te houden. |
AO Helikopters, 2 juli 2014 |
In behandeling |
De Kamer ontvangt een brief, waarin inzicht wordt gegeven in de financiering van de SAR-taken van Defensie en waarin tevens een relatie wordt gelegd met de helikoptercapaciteit. |
AO Helikopters, 2 juli 2014 |
In behandeling |
De Kamer ontvangt in de volgende rapportage nadere informatie over de zogenaamde roadmap van de fabrikant over de oplossing van de problematiek. |
AO Helikopters, 2 juli 2014 |
In behandeling |
De Kamer ontvangt met de volgende rapportage ook een overzicht van alle extra kosten en de afhandeling daarvan. Tevens zal dit worden verwerkt in de volgende begroting. |
AO Helikopters, 2 juli 2014 |
In behandeling |
De Kamer ontvangt nadere informatie over de afspraken met de fabrikant over de afhandeling van de problematiek en de kosten zodra deze beschikbaar is. |
AO Helikopters, 2 juli 2014 |
In behandeling |
De Kamer wordt geïnformeerd over wanneer de politie en marechaussees handvuurwapens krijgen |
AO Repatriëringsmisse 29 juli 2014 |
Afgedaan met 33 997-7, nr. 7 van 1 augustus 2014 |
De Kamer wordt geïnformeerd over de rol en positie van journalisten (embedded dan wel niet-embedded) |
AO Repatriëringsmisse 29 juli 2014 |
Afgedaan met 33 997-7, nr. 7 van 1 augustus 2014 |
De Kamer wordt geïnformeerd over de medische capaciteiten |
AO Repatriëringsmisse 29 juli 2014 |
Afgedaan met 33 997-7, nr. 7 van 1 augustus 2014 |
ABP |
Algemeen Burgerlijk Pensioenfonds |
---|---|
ACOTA |
African Contingency Operations Training and Assistance |
AEHF |
Advanced Extreme High Frequency |
AIVD |
Algemene Inlichtingen- en Veiligheidsdienst |
AO |
Algemeen Overleg |
AOCS |
Air Operations Control Station |
AR |
Algemene Rekenkamer |
AWACS |
Airborne Early Warning and Control System |
BES |
Bonaire, Sint Eustatius en Saba |
BETER |
Biologische effecten van traumatische ervaringen, behandeling en herstel |
BH&OS |
Buitenlandse Handel & Ontwikkelingssamenwerking |
BSB |
Brigade Speciale Beveiligingsopdrachten |
C4ISR |
Command & Control, Communications, Computers & Information and Intelligence, Surveillance & Reconnaissance |
CAO |
Collectieve Arbeidsovereenkomst |
CARIB |
Caribisch Gebied |
CBRN |
Chemisch, Biologisch, Radiologisch, Nucleair |
CC |
Central Command |
CDC |
Commando DienstenCentra |
CDS |
Commandant der Strijdkrachten |
C-IED |
Counter Improvised Explosive Devices |
CIMIC |
Civil-Military Cooperation |
CIS |
Communicatie- en informatiesysteem |
CKMAR |
Commando Koninklijke marechaussee |
CLAS |
Commando landstrijdkrachten |
CLSK |
Commando luchtstrijdkrachten |
CMF |
Combined Maritime Forces |
CODEMO |
Commissie Defensie Materieelontwikkeling |
COMPATRIOT |
Communication Patriot |
CPT |
Close Protection Team |
CRC |
Crowd and Riot Control |
CV |
Commandovoertuig |
CZMCARIB |
Commandant der Zeemacht in het Caribisch Gebied |
CZSK |
Commando zeestrijdkrachten |
DBBO |
Defensie Bewaking en Beveiligingsorganisatie |
DBBS |
Defensie Bewakings- en Beveiligingssysteem |
DBGS |
Defensie Bedrijf Grondgebonden Systemen |
DC |
DienstenCentrum |
DCEC |
Defensie Cyber Expertise Centrum |
DCMO |
Datacommunicatie Mobiel Optreden |
DEFCERT |
Defensiebreed Computer Emergency Response Team |
DI |
Documentaire Informatie |
DIS |
Defensie Industrie Strategie |
DMO |
Defensie Materieel Organisatie |
DMP |
Defensie Materieel Proces |
DSI |
Dienst Speciale Interventies |
DTO |
Defensie Telematica Organisatie |
DVD |
Dienst Vastgoed Defensie |
EOD |
Explosieven Opruimingsdienst |
EPA |
Energie Prestatie Adviezen |
ERP |
Enterprise Resource Planning |
EU |
Europese Unie |
EUFOR |
European Force |
EULEX |
European Union Rule of Law Mission (Kosovo) |
FNIK |
Financiering Nationale Inzet Krijgsmacht |
FS |
Facility Services |
GPW |
Groot Pantserwielvoertuig |
GZ |
Gezondheidszorg |
HF |
High Frequency |
HGIS |
Homogene Groep Internationale Samenwerking |
HQ |
Headquarter |
HR |
Human Resource |
HRF(L) |
High Readiness Forces (Land) |
HV |
Helderheid Versterkend |
ICMS |
Intensivering Civiel-Militaire Samenwerking |
ICT |
Informatie- en Communicatietechnologie |
IDS |
Indringer Detectie Systeem/Intrusion Detection System |
IED |
Improvised Explosive Device |
IFF |
Identification Friend or Foe |
IG |
Innovation Game |
IGK |
Inspecteur-Generaal der Krijgsmacht |
IGV |
Infanterie Gevechtsvoertuig |
IJC |
ISAF Joint Command |
IOT&E |
Initial Operational Test & Evaluation |
IRF |
Immediate Response Force |
ISAF |
International Security Assistance Force |
ISTAR |
Intelligence Surveillance, Target Acquisition and Reconnaissance |
IV |
Informatie Voorziening |
JISTARC |
Joint ISTAR Commando |
JIVC |
Joint Informatievoorziening Commando |
JSCU |
Joint SIGINT Cyber Unit |
JSS |
Joint Support Ship |
KFOR |
Kosovo Force |
KMA |
Koninklijke Militaire Academie |
KMS |
Koninklijke Militaire School |
LCW |
Logistiek Centrum Woensdrecht |
LZV |
Landelijk Zorgsysteem Veteranen |
MALE UAV |
Medium Altitude Long Endurance Unmanned Air Vehicle |
MARIN |
Maritiem Research Instituut Nederland |
MBMD |
Maritime Ballistic Missile Defence |
ME |
Mobiele eenheid |
MECHBRIG |
Gemechaniseerde Brigade |
MGGZ |
Militair Geestelijke Gezondheidszorg |
MILSATCOM |
Military Satellite Communications |
MIVD |
Militaire Inlichtingen- en Veiligheidsdienst |
MKB |
Midden- en Kleinbedrijf |
MOD |
Militair Oorlogs- of Dienstslachtoffer |
MOR |
Mortier Opsporingsradar |
MOU |
Memorandum of Understanding |
MPO |
Materieel Projecten Overzicht |
NATO |
North Atlantic Treaty Organization |
NAVFOR |
Naval Force |
NAVO |
Noord-Atlantische Verdragsorganisatie |
NCIRC |
NATO Computer Incident Response Capability |
NCSC |
Nationaal Cyber Security Center |
NDMC |
Nationale Datalink Managementcel |
NIC |
Nationale Inlichtingen Cel |
NLD |
Nederland |
NLDA |
Nederlandse Defensie Academie |
NLMARFOR |
Netherlands Maritime Force |
NLR |
Nationaal Lucht- en Ruimtevaartlaboratorium |
NLTC |
Netherlands Liaison Team CENTCOM |
NRF |
NATO Response Force |
NSE |
National Support Element |
NTM (-A) |
NATO Training Mission (- Afghanistan) |
NTM-I |
NATO Training Mission – Iraq |
ODA |
Official Development Assistance |
OG |
Operationeel Gereed |
OGRV |
Object Grondverdediging |
OOCL |
Operationeel Ondersteuningscommando Land |
OZD |
Onderzeedienst |
PI |
Prestatie-Indicator |
PPS |
Publiek-Private Samenwerking |
PRISMO |
Prospectie in stressgerelateerd militair onderzoek |
PSFD |
Production, Sustainment and Follow – on Development |
PTG |
Police Trainings Group |
PTSS |
Post-Traumatisch Stress Syndroom |
PZH |
Pantserhouwitser |
QRA |
Quick Reaction Alert |
R&D |
Research and Development |
RC |
Regional Command |
REFLECS3 |
Regional Fusion and Law Enforcement Center Safety and Security at Sea |
RGD |
Rijksgebouwendienst |
ROC |
Regionaal Opleidingscentrum |
RVOB |
Rijksvastgoed en Ontwikkelingsbedrijf |
RWT |
Rechtspersoon met een wettelijke taak |
RZO |
Raad voor civiel-militaire Zorg en Onderzoek |
SAR |
Search and Rescue |
SBK |
Sociaal Beleidskader |
SKIA |
Strategische Kennis- en Innovatieagenda |
SLA |
Service Level Agreements |
SNMCMG |
Standing NATO Mine Countermeasures Group |
SNMG |
Standing NATO Maritime Group |
SPEER |
Strategic Process and Enterprise Resource Planning Enabled Reengineering |
SSO |
Shared Service Organisatie |
SSD |
Security Sector Development |
STARS |
Sensor Technology Applied in Reconfigurable Systems for Sustainable Security |
SZVK |
Stichting Ziektekostenverzekering Krijgsmacht |
TACTIS |
Tactische Indoor Simulation |
TITAAN |
Theatre Independent Tactical Army and Airforce Network |
TNO |
Toegepast Natuurwetenschappelijk Onderzoek |
UAS |
Unmanned Aerial Systems |
UIM |
Unit Interventie Mariniers |
UN |
United Nations |
UNMIS |
United Nations Mission in Sudan |
UNTSO |
United Nations Truce and Supervision Organization |
VAO |
Verslag Algemeen Overleg |
VN |
Verenigde Naties |
VNVR |
Verenigde Naties Veiligheidsraad |
VOSS |
Verbeterd Operationeel Soldaat Systeem |
VPD |
Vessel Protection Detachment |
VTE |
Voltijdsequivalent |
WGO |
Wetgevingsoverleg |
WMO |
Wet Maatschappelijke Ondersteuning |
YPR |
Pantserrupsvoertuig, type Y |
ZBO |
Zelfstandig Bestuursorgaan |
ZVW |
Zorgverzekeringswet |