Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 11 juni 2015
In mijn brief van 21 mei jl. (Kamerstuk 34 000 X, nr. 93) heb ik uw Kamer geïnformeerd over definitieve invulling van het patiëntenvervoer van de Friese Waddeneilanden. Daarin heb ik gemeld dat de aanbesteding van de Regionale Ambulance Voorziening (RAV) Fryslân voor een eigen helikoptervoorziening zich in het laatste stadium bevond en de definitieve gunning naar verwachting eind mei bekend zou worden gemaakt.
Op het laatste moment heeft een van de niet geselecteerde inschrijvers op de aanbesteding bezwaar aangetekend tegen de gunning. In kort geding eist deze partij van RAV Fryslân een onafhankelijke herbeoordeling van de inschrijvingen. Het kort geding dient op vrijdag 12 juni a.s. De uitspraak is maximaal twee weken na die datum voorzien. Defensie is niet rechtstreeks betrokken bij deze procedure.
Deze procedure kan leiden tot een vertraging van de overdracht van het patiëntenvervoer, die op 1 juli a.s. is voorzien. Vooralsnog ga ik daar niet van uit, maar in nauw overleg met de regio ben ik alvast wel begonnen met het onderzoeken van de alternatieven in geval van vertraging. De uitwerking daarvan is echter sterk afhankelijk van de uitspraak na het kort geding.
In overeenstemming met mijn eerdere toezeggingen, zullen wij geen gat laten vallen in de uitvoering van het patiëntenvervoer van de Friese Waddeneilanden. Indien de uitkomst van de procedure tot veranderingen in de geplande overdracht van deze taak leidt, zal ik u daarover zo snel mogelijk informeren.
De Minister van Defensie, J.A. Hennis-Plasschaert