Vastgesteld 15 oktober 2014
De vaste commissie voor Defensie heeft een aantal vragen voorgelegd aan de Minister van Defensie over de brief van 1 oktober 2014 inzake de inzet van tolken bij Defensie (Kamerstuk 34 000, nr. 7).
De Minister van Defensie heeft deze vragen, mede namens de Minister van Buitenlandse Zaken en de Staatssecretaris van Veiligheid en Justitie, beantwoord bij brief van 13 oktober 2014. Vragen en antwoorden zijn hierna afgedrukt.
De voorzitter van de commissie, Ten Broeke
De adjunct-griffier van de commissie, Mittendorff
1
Van hoeveel tolken is tijdens Nederlandse missies in Afghanistan sinds 2002 gebruikt gemaakt? Van hoeveel tolken is tijdens overige missies sinds 2010 gebruik gemaakt? Indien u dit niet exact kunt aangeven, kunt u dit dan bij benadering aangeven?
41
Kunt u in een tabel overzichtelijk aangeven hoeveel tolken en vertalers Nederland tijdens de verschillende missies in Afghanistan lokaal heeft ingehuurd via een tussenpersoon, dan wel via een internationale organisatie, via een ander land of een privaat bedrijf en hoeveel lokale tolken en vertalers op tijdelijke basis in dienst zijn genomen?
Tijdens de Nederlandse missies in Afghanistan is sinds 2002, bij benadering, gebruik gemaakt van 70 Nederlandse tolken en 220 lokale tolken. Van de lokale tolken zijn er in Uruzgan ongeveer 200 in Uruzgan betrokken via een privaat bedrijf. In Kunduz zijn er 16 via Duitsland en vier via de Nederlandse ambassade betrokken.
In Mali worden gemiddeld twee Nederlandse tolken ingezet en vijf lokale «linguistic assistants» die door de VN zijn ingehuurd.
2
Hoeveel Afghaanse tolken hebben tot op heden asiel aangevraagd in Nederland? Hoeveel asielaanvragen zijn in behandeling genomen en wat is het aantal toegewezen asielaanvragen?
3
Hoeveel voor Defensie werkzame tolken en vertalers hebben in de afgelopen tien jaar daadwerkelijk asiel verkregen in Nederland?
4
Hoeveel asielaanvragen worden in Nederland gedaan door ander lokaal personeel, anders dan tolken en vertalers, die hebben gewerkt voor recente Nederlandse missies? Hoeveel asielaanvragen zijn in behandeling genomen en wat is het aantal toegewezen asielaanvragen?
5
Hoeveel voor Defensie werkzame tolken hebben in de afgelopen tien jaar daadwerkelijk steun ontvangen omdat zij in gevaar zijn gebracht? Hoeveel hebben in Nederland daarna asiel verkregen?
14
Hoeveel voor Defensie werkzame tolken en vertalers hebben in de afgelopen tien jaar daadwerkelijk steun ontvangen omdat zij in gevaar zijn gebracht?
Er is geen inzicht in het aantal Afghaanse tolken, en ander lokaal personeel, dat een asielstatus heeft verkregen. Asielaanvragen van (Afghaanse) tolken zijn door de IND immers niet automatisch uit Indigo (het registratiesysteem) te halen omdat het beroep (in casu tolk) van een asielzoeker hierin niet wordt geregistreerd.
Slechts in enkele situaties kan de Immigratie- en Naturalisatiedienst (IND) snel traceren of een asielzoeker (tolk)werkzaamheden voor Nederlandse missies heeft verricht. Het betreft hier enerzijds zaken die door het Ministerie van Defensie c.q. Buitenlandse Zaken zijn voorgelegd aan de IND, veelal zaken van lokaal personeel dat zich dan nog in het land van herkomst bevindt. Anderzijds betreft het zaken die in de asielprocedure in Nederland worden onderkend, zaken waarbij expliciet door de asielzoeker een beroep wordt gedaan op zijn werkzaamheden voor een Nederlandse missie.
6
Op welke wijze treedt u islamitische tolken tegemoet bij het praktiseren van hun geloof? In welke mate wordt de operationele inzetbaarheid van islamitische tolken beperkt door rekening te houden met hun geloof?
Tijdens missies wordt zoveel als mogelijk de gelegenheid geboden aan betrokkenen om hun geloof te praktiseren, zonder dat dit ten koste gaat van de operationele inzet. Dit geldt niet alleen voor Islamitische tolken maar ook voor andere militairen en lokale medewerkers met een Islamitische of andere geloofsovertuiging. Zo wordt er rekening gehouden met maaltijdwensen en worden mogelijkheden geboden voor het inrichten van een gebedsruimte.
7
Voor welke groepen (tolken, ondersteunend personeel) zou de mogelijkheid moeten gelden om asiel in Afghanistan via een Nederlandse liaison-officer aan te vragen?
Het uitgangspunt van het Nederlandse asielbeleid is dat een asielverzoek niet vanuit het buitenland kan worden ingediend. Slechts in zeer uitzonderlijke omstandigheden kan hiervan worden afgeweken, bijvoorbeeld wanneer de vreemdeling zich in een acute noodsituatie bevindt en banden met Nederland heeft. Vanuit een verantwoordelijkheid jegens de lokale medewerkers die voor de Nederlandse missie in Afghanistan hebben gewerkt, is een werkafspraak gemaakt tussen de betrokken ministeries voor de behandeling van individuele verzoeken om asielbescherming van deze groep. Deze werkafspraak is beschreven in de brief van de Staatssecretaris van Veiligheid en Justitie van 18 september jl. (aanhangsel Handelingen 2014–2015, nr. 60).
Juist omdat er geen sprake is van een collectieve regeling, is er voor gekozen om deze werkafspraken niet te beperken tot tolken. In elk afzonderlijk geval wordt bezien in hoeverre er sprake is van directe persoonlijke dreiging als gevolg van (de eerdere) werkzaamheden voor de Nederlandse missie.
8
Geldt de in de vorige vraag genoemde mogelijkheid alleen voor Afghanistan of voor alle landen waar Nederlandse troepen gebruik maken van lokale tolken en ondersteunend personeel?
De werkafspraken gelden alleen voor Afghanistan. Ik zal onderzoeken of deze werkafspraken ook voor de andere Nederlandse missies kunnen gaan gelden.
9
Wordt het verzoek om asiel aan te mogen vragen bij de liaison-officer beheerst door het bestuursrecht? Zo ja, hoe ziet dit bestuursrechtelijke kader eruit, welke rechtbank is bevoegd, mag de asielzoeker zich juridisch laten bijstaan, waar vindt een zitting plaats, in welke taal? Zo nee, hoe wordt voorkomen dat sprake is van willekeur?
Zoals uitgelegd in ons antwoord op uw vraag 7, zijn werkafspraken opgesteld om lokale medewerkers, die in acuut gevaar zijn, te faciliteren. Indien er, naar de gezamenlijke inschatting van de betrokken ministeries, inderdaad sprake is van een acuut gevaar als gevolg van de verrichte werkzaamheden, kan Buitenlandse Zaken aan betrokkene een inreisvisum verlenen. Na aankomst in Nederland kan betrokkene vervolgens formeel een asielaanvraag indienen bij de IND. Op deze formeel in Nederland ingediende asielaanvraag is het bestuursrecht van toepassing.
10
Is de liaison-officer geschoold in het vreemdelingenrecht, zodat hij op basis van die kennis een zorgvuldig besluit kan nemen om een verzoek al dan niet aan de Nederlandse autoriteiten door te zenden?
Op de Nederlandse ambassade te Kabul is geen specifieke vreemdelingrechtelijke kennis aanwezig. De betrokken ministeries bekijken gezamenlijk of de desbetreffende persoon in acuut gevaar verkeert als gevolg van zijn werkzaamheden voor de Nederlandse missie, en of dit aanleiding geeft een inreisvisum te verlenen. De beslissing over het asielverzoek wordt door de IND genomen. Zie ook antwoord 9.
11
Dient de asielzoeker zich met bewijsstukken bij de liaison-officer te melden of is een mondelinge verklaring voldoende om een asielverzoek te mogen doen?
Betrokkene zal bij de Nederlandse ambassade te Kabul in elk geval moeten melden – en zo mogelijk staven met documenten – of, wanneer en waar hij voor de Nederlandse missie heeft gewerkt en welke directe persoonlijke dreiging hij als gevolg van deze werkzaamheden ervaart.
12
Indien de liaison-officer besluit het verzoek van de asielzoeker niet door te sturen naar de Nederlandse autoriteiten, heeft dit dan consequenties voor een eventuele asielaanvraag die de asielzoeker later in Nederland of een ander Europees land indient?
Nee, een eventueel later ingediend asielverzoek zal, net als andere asielverzoeken, inhoudelijk moeten worden getoetst aan het kader dat is neergelegd in de internationale verdragen en de Europese wetgeving.
13
Hoe wordt geborgd dat dit bijzondere programma bekend wordt gemaakt onder Afghaanse tolken (en/of ondersteunend personeel)?
De werkafspraken zoals beschreven in antwoord op vraag 7 zijn niet apart bekend gemaakt. Ik zal onderzoeken hoe de lokale medewerkers die voor Nederland hebben gewerkt, hierover kunnen worden geïnformeerd.
15
In hoeverre draagt u verantwoordelijkheid voor het herkenbaar in beeld komen van tolken en vertalers in de media?
30
Op welke wijze kunt u toezien op het niet herkenbaar in de media in beeld komen van de tolken en wat zijn de gevolgen indien een tolk desondanks toch herkenbaar in beeld komt? Wie is daarvoor eindverantwoordelijk en aansprakelijk?
33
Op welke wijze wordt bewaakt dat tolken niet herkenbaar in beeld komen in de media?
Defensie is verantwoordelijk, binnen de beperkingen die de situatie tijdens inzet met zich meebrengt, voor een zo veilig mogelijke werkomgeving. Aan zowel de media als de militaire begeleiding wordt de richtlijn verstrekt om tolken en vertalers niet in beeld of in de media te laten komen. Ook de tolken en vertalers wordt het advies gegeven niet herkenbaar in de media te komen. Indien een tolk of vertaler desondanks toch herkenbaar in beeld wordt gebracht, zal Defensie voor zover mogelijk de maker verzoeken dit beeld onherkenbaar te maken.
16
Klopt het dat tolken en vertalers, lokaal ingehuurd door MIVD, per definitie een verblijfsvergunning in Nederland krijgen?
Nee, dat klopt niet. De MIVD is niet betrokken bij het al dan niet verschaffen van een verblijfsvergunning. Dit is een aangelegenheid van het Ministerie van Veiligheid en Justitie, die, middels de IND, de afweging in elk individueel geval maakt.
17
Wat is de stand van zaken ten aanzien van de 25 tolken en vertalers die gezondheidsklachten hebben overgehouden als gevolg van hun inzet als Nederlandse militair tijdens de International Security Assistance Force (ISAF)-missie?
Het betreft hier niet de lokaal ingehuurde tolken en vertalers, maar Nederlandse (ex-) militairen van Afghaanse afkomst. Zoals ik in eerdere Kamerstukken reeds heb gemeld, vallen deze tolken onder de reguliere nazorgtrajecten, zoals die voor alle (ex-) militairen gelden.
Met de groep van 25 tolken, die als Nederlands militair zijn ingezet tijdens de ISAF-missie en aan deze missie gezondheidsklachten hebben overgehouden, is inmiddels individueel gesproken. Mede op grond van deze gesprekken is het Ministerie van Defensie in juli 2014 gestart met herstelbetalingen aan deze tolken. Deze herstelbetalingen houden verband met de geconstateerde rechtspositionele tekortkomingen.
Daarnaast is Defensie nog met de tolken en hun belangenbehartiger in overleg over zaken die betrekking hebben op materiële en immateriële zorg.
Met de tolken die Defensie inmiddels hebben verlaten en die een medische eindtoestand hebben bereikt, worden binnen afzienbare tijd gesprekken gevoerd in het kader van de regeling Volledige Schadevergoeding.
Het Ministerie van Defensie blijft in gesprek met de tolken en hun vertegenwoordiger. Voor de behandeling van de gezondheidsklachten worden de tolken intensief begeleid door het Dienstencentrum Re-integratie en het ABP.
18
Bij de toekenning van de verklaring van geen bezwaar (VGB) kijkt de MIVD ten minste vijf jaar terug. Wordt diezelfde tijdsperiode van vijf jaar ook gehanteerd, indien tolken als reservist worden ingezet? Wordt die tijdsperiode van vijf jaar ook gehanteerd bij de eventuele partner?
De MIVD kijkt voor betrokkene, afhankelijk van het voor de functie benodigde niveau, acht of tien jaar terug. Bij de eventuele partner van betrokkene wordt tenminste vijf jaar teruggekeken. Het maakt daarbij niet uit of betrokkene burgerambtenaar, reservist of beroepsmilitair is.
19
Kunnen zelfstandigen zonder personeel (ZZP’ers), die de vereiste taal beheersen, ook door Defensie worden ingehuurd om als tolk in het missiegebied op te treden? Op welke wijze vindt bij dat personeel de screening plaats?
Ja, dit kan. Zij kunnen extern worden geworven en een aanstelling als reservist ontvangen. Screening vindt plaats zoals dat voor andere Nederlandse militairen op vertrouwensfuncties geldt.
20
Is het juist dat Nederland tijdens de European Union Force (EUFOR)-missie als werkgever tolken heeft ingehuurd ten behoeve van de Liaison and Observation Teams (LOT)-huizen Travnik, Livno, Mrkonjic Grad, en Drvar en ten behoeve van het Regionaal Coördinatie Centrum (RCC) 1 in Banja Luka? Zo ja, wat waren de overwegingen om deze tolken rechtstreeks aan te stellen en niet via een tussenpersoon/intermediair?
Nee. Door de verschillende EUFOR-hoofdkwartieren zijn lokaal tolken gezocht en ingehuurd.
21
Kunt u een overzicht geven van de regeling die geldt voor tolken bij inhuur door de Verenigde Naties (VN)?
De volgende VN-regelingen zijn van toepassing:
De «Administrative Instruction Consultants and Individual Contractors (ST/AI/1999/7)» en de «Administrative Instruction amending Administrative Instruction ST/AI/1999/7 (ST/AI/1999/7/Amend.1)».
Deze voorwaarden bepalen onder andere:
«In the event of the death, injury or illness of the Contractor which is attributable to the performance of services on behalf of the United Nations under the terms of the Contract while the Contractor is travelling at United Nations expense or is performing any services under the Contract in any offices or premises of the United Nations, the Contractor or the Contractor’s dependants, as appropriate, shall be entitled to compensation equivalent to that provided under appendix D to the United Nations Staff Rules (ST/SGB/Staff Rules/Appendix D/Rev.1 and
Amend.1).» Voor de VN-tolken is appendix D eveneens van toepassing.
22
Kunt u een overzicht geven van de regeling die geldt voor tolken die via private bedrijven worden/zijn ingehuurd? Zo nee, waarom niet?
35
Kunt u een afschrift aan de Kamer zenden van het contract dat Defensie hanteert, indien tijdens een missie een tussenpersoon tolken levert, zodat helder is hoe de wederzijdse verantwoordelijkheden zijn vastgelegd? Kan helderheid worden verschaft welke rol/verantwoordelijkheden zowel Defensie als de intermediair/tussenpersoon hebben?
Defensie heeft slechts een contractuele relatie met de tussenpersoon. De relatie tussen de tussenpersoon en de tolk wordt beheerst door de tussen hen gesloten overeenkomst en het daarop toepasselijke recht. De contracten zijn commercieel vertrouwelijk en verschillen per tussenpersoon.
23
Op welke wijze selecteert u een contractor (International Management Services) die kan voorzien in de Nederlandse behoefte aan tolken? Vergewist u zich van de arbeidsvoorwaarden die gelden voor een door een contractor ingehuurd tolk? Zo nee, waarom niet?
Indien Nederland lokaal tolken in wil huren via een contractor, wordt gebruik gemaakt van contractors die in de missie al tolken voor andere nationaliteiten hebben geleverd. De Nederlandse verwervers of die van de internationale organisaties waar gebruik van wordt gemaakt, stellen vervolgens regels op in het contract dat wordt afgesloten met de contractor. Deze regels hebben bijvoorbeeld betrekking op de verstrekking van kleding en uitrustingsstukken aan de tolken.
24
Houdt u bij de keuze voor een contractor rekening met de arbeidsvoorwaarden, de geboden nazorg en arbeidsongeschiktheidsverzekering die zullen gelden voor de tolken, die in dienst zijn bij de contractor?
Indien er meerdere contractors in aanmerking komen, is dit een van de criteria die bij de selectie worden gebruikt.
25
Kunt u een overzicht geven van de arbeidsrechtelijke consequenties, die volgen uit gebruikmaking van de inhuur van tolken via een tussenpersoon ten behoeve van de Nederlandse overheid, waardoor de Nederlandse overheid in plaats van de werkgever optreedt als (direct) leidinggevende?
Tussen de tolk en zijn juridische werkgever bestaat een rechtsrelatie, een contractuele relatie. De staat heeft slechts een feitelijke relatie met de tolk. In het contract met de opdrachtnemer, de werkgever van de tolk, wordt geen arbeidsovereenkomst aangegaan. Het werkgeversgezag blijft dan ook bij de juridische werkgever. De staat heeft wel een bepaalde zorgplicht, bijvoorbeeld met betrekking tot het zo veel als mogelijk veilig kunnen werken.
26
Wat zijn de beperkingen, die de situatie tijdens inzet met zich meebrengen en waarbinnen Nederland verantwoordelijk is voor een zo veilig mogelijke werkomgeving?
Bij een militaire missie is het per definitie niet altijd mogelijk een volledig veilige werkomgeving aan te bieden. De aard van de missie brengt bepaalde risico’s met zich mee. Dat geldt ook voor de Nederlandse militairen.
27
Is er een verschil in rechtspositie tussen inhuur van tolken via een contractor en gebruikmaking van een uitzendkracht? Zo ja, welke zijn dat?
Het is niet geheel duidelijk wat wordt verstaan onder uitzendkracht.
Defensie kent twee categorieën tolken. Ten eerste militairen die vanuit Nederland als tolk worden uitgezonden. Dat kunnen actieve militairen met specifieke talenkennis zijn of tolken die in Nederland worden geworven en een aanstelling als reservist ontvangen. De tweede categorie betreft lokale tolken die via een tussenpersoon worden ingehuurd.
Bij de eerste categorie is sprake van een werkgever-werknemerrelatie. Het betreft Nederlandse militairen die na de uitzending de veteranenstatus, inclusief de bijbehorende zorg ontvangen, ook nadat zij de actieve dienst hebben verlaten.
Bij elke vorm van tussenpersoon geldt dat lokaal personeel niet in dienst is van de Nederlandse overheid, maar van de tussenpersoon. De primaire verantwoordelijkheid voor personeelszorg ligt in dat geval bij die tussenpersoon.
28
Is bij inhuur van tolken via een contractor sprake van een «gedelegeerde gezagsverhouding»? Zo nee, waarom niet? Zo ja, wat zijn hiervan de gevolgen voor Nederland, in verband met de aansprakelijkheid en de rol van goed werkgeverschap?
Nee. De tolk is in dienst bij zijn contractor. Functioneel is de tolk toegewezen aan de Nederlandse militaire eenheid. Hierdoor is er geen gedelegeerde gezagsverhouding. Aansprakelijkheid en goed werkgeverschap blijven ter competentie van de contractor. Defensie is wel verantwoordelijk, binnen de beperkingen die de situatie tijdens inzet met zich meebrengt, voor een zo veilig mogelijke werkomgeving.
29
Welk recht is van toepassing bij de inhuur van tolken via een contractor door Nederland?
Wanneer Nederland via een contractor een tolk inhuurt is het Nederlandse recht van toepassing.
31
Hoe ziet u toe op het op behoorlijke wijze invullen van de verantwoordelijkheden als werkgever door de tussenpersoon? Op welke wijze kunt u de tussenpersoon daarop aanspreken? Welke (rechts-)gevolgen heeft het niet op behoorlijke wijze invullen van de verantwoordelijkheden als werkgever door de tussenpersoon voor het contract tussen de Nederlandse overheid en de tussenpersoon?
36
Is in de afgelopen tien jaar de intermediair/tussenpersoon aangesproken op zijn verantwoordelijkheid als werkgever? In welke situaties is dit gebeurd?
39
Op welke wijze wordt gecontroleerd of de tussenpersoon zijn verantwoordelijkheid als werkgever op behoorlijke wijze invult? Welke stappen worden genomen, indien blijkt dat de tussenpersoon zijn verantwoordelijkheid als werkgever niet naar behoren invult?
43
Hoe vaak is het in het verleden voorgekomen dat u en/of de Nederlandse overheid een tussenpersoon heeft aangesproken op het feit dat deze zijn verantwoordelijkheden als werkgever niet op behoorlijke wijze invult?
44
Om welke zaken en/of nalatige feiten ging het bij het aanspreken van tussenpersonen op hun verantwoordelijkheden als werkgever?
Problemen met de wijze waarop de tussenpersoon zijn verantwoordelijkheden heeft ingevuld, hebben zich, voor zover bekend, niet voorgedaan. Mochten zich in de toekomst op dit gebied problemen voordoen, dan zal een onderzoek volgen. Naar aanleiding van dit onderzoek zal de tussenpersoon zo nodig aangesproken worden. Wel is mij bekend dat na ongevallen, waarbij lokale tolken waren betrokken, de tussenpersoon zich heeft gekweten van zijn (na-)zorgtaak.
32
Welke (rechts-)gevolgen heeft het niet op behoorlijke wijze invullen van de verantwoordelijkheden als werkgever door de tussenpersoon voor de driehoeksrelatie tussen de tussenpersoon, de Nederlandse overheid en de door Nederland via de tussenpersoon ingehuurde tolk?
Er zijn uit de praktijk geen voorbeelden hiervan bekend. Het niet op behoorlijke wijze invullen van de verantwoordelijkheden als werkgever door de tussenpersoon kan leiden tot het ontbinden dan wel niet verlengen van het contract.
34
Kunt u aangeven op welke wijze de screening van ingehuurde tolken plaatsvindt?
40
Op welke wijze vindt screening van lokaal ingehuurde tolken en vertalers plaats?
De lokale tolken die worden aangeboden door de contractor worden geïnterviewd door een personeelsfunctionaris of de tolkencoördinator van de eenheid. In dit interview wordt gevraagd naar de achtergrond, taalvaardigheid, opleiding, eerdere werkzaamheden als tolk, referenties, beschikbaarheid en inzetbaarheid van de tolk. Daarnaast wordt informatie opgevraagd bij partnerlanden over betrokkene.
37
Op welke wijze wijkt het beoordelingskader van asielaanvragen van lokaal personeel van Nederlandse missies af van dat van reguliere asielaanvragen? Indien er geen verschil is, strookt dat met de door de Minister gestelde toegezegde «steun» waar tolken op mogen rekenen?
46
Welke regels gelden er voor lokaal personeel, dat in gevaar komt omdat zij voor de Nederlandse missie werken of hebben gewerkt, om in aanmerking te komen voor een verblijfsvergunning in Nederland?
Asielaanvragen worden steeds beoordeeld binnen het kader dat is neergelegd in internationale en Europese verdragen, zoals het Vluchtelingenverdrag van Genève en het Europees Verdrag voor de Rechten van de Mens (EVRM) en tegen de achtergrond van de actuele landeninformatie. Ook de asielaanvragen van lokaal personeel van Nederlandse missies worden binnen dit zelfde kader beoordeeld. Een persoon die voor de Nederlandse missie werkzaamheden heeft verricht, en een gegronde vrees voor problemen heeft als bedoeld in desbetreffende verdragen, komt in aanmerking voor een asielstatus. Daarnaast zijn er zoals beschreven in antwoord op vraag 7, werkafspraken gemaakt voor deze groep om het indienen van een asielaanvraag te faciliteren. Zie ook antwoord 45.
38
Ontvangen ingehuurde tolken dezelfde personeelszorg tijdens de uitzending als tolken die als reservist in het missiegebied zijn?
Militaire tolken ontvangen dezelfde personeelszorg als de overige militairen en kunnen gebruik maken van alle faciliteiten. Lokaal ingehuurde tolken hebben een tolkencoördinator als aanspreekpunt. Indien er problemen worden gemeld worden deze zo mogelijk opgelost. De personeelszorg is primair de verantwoordelijkheid van hun werkgever.
42
Hoe vaak heeft Nederland lokale tolken en vertalers op tijdelijke basis in dienst genomen, zonder tussenpersoon?
Van deze mogelijkheid wordt eigenlijk geen gebruik gemaakt. Gebrek aan kennis van de lokale arbeidsmarkt, en dus ook van het lokale arbeidsrecht, en de relatief hoge frequentie waarmee het uitgezonden Nederlandse personeel wisselt, maken het moeilijk om in een dergelijke situatie de werkgeversverplichtingen goed in te vullen.
45
Welk steun verleent Nederland als lokaal personeel in gevaar komt omdat zij voor de Nederlandse missie werken of hebben gewerkt?
Mensen die in levensgevaar verkeren omdat zij voor de Nederlandse missie gewerkt hebben, moeten op steun kunnen rekenen. Deze steun is niet gelimiteerd tot het in behandeling nemen van asielverzoeken vanuit Afghanistan maar kan velerlei vormen aannemen. Zo heeft de Nederlandse ambassade te Kabul in het verleden bijvoorbeeld bemiddeld bij het zoeken van passend nieuw werk op een andere locatie voor een voormalig lokale medewerker.
47
Is de uitleg van het uitgangspunt «asielaanvragen worden op individuele basis beoordeeld» dat een persoon die (aantoonbaar) heeft gewerkt voor een Nederlandse missie in ieder geval niet zonder inhoudelijke beoordeling van zijn/haar asielaanvraag wordt door- of teruggestuurd naar een ander Europees land onder de Dublinverordening?
Nee. Essentie van het Dublinsysteem is dat in iedere lidstaat een asielverzoek wordt beoordeeld binnen het kader dat is neergelegd in de internationale verdragen en de Europese wetgeving. In die beoordeling zal ook worden meegewogen dat de betreffende asielzoeker, als hij dat kenbaar maakt, voor een Nederlandse missie gewerkt heeft. Er bestaat dan ook, in beginsel, geen aanleiding om een asieltoets die door een andere lidstaat is gedaan, nog eens over te doen.
48
Bent u bereid om, in samenwerking met de staatsecretaris van Veiligheid en Justitie en in overleg met de Kamer, ook voor lokaal ingehuurde medewerkers, waarvan het leven daadwerkelijk in gevaar is gebracht, een regeling te treffen zoals in andere landen?
In antwoord op vraag 7 is de werkwijze toegelicht die Nederland hanteert. Op deze manier kan het best worden ingespeeld op de specifieke individuele situatie van betrokkene. Ook in enkele andere landen, zoals Duitsland en Frankrijk is sprake van een individuele beoordeling en wordt dus individueel bekeken of de betrokken vreemdeling gevaar loopt in zijn land als gevolg van de werkzaamheden. Meer in het algemeen geldt dat ook een collectieve regeling altijd een individuele toets behelst.
49
Indien tolken voor de krijgsmacht werken of gewerkt hebben en zij ten gevolge van dat werk met de dood worden bedreigd en zij daardoor moeten vluchten, is er dan op basis van het humanitair recht een verantwoordelijkheid voor Nederland, die daaruit voortvloeit, om deze tolken in ons land (tijdelijk) asiel te verlenen? Zo nee, waarom niet?
Aan personen die naar aanleiding van hun werkzaamheden een gegronde vrees voor vervolging lopen (als bedoeld in het Vluchtelingenverdrag van Genève) of een reëel risico lopen op een onmenselijke behandeling (als bedoeld in artikel 3 van het EVRM), dient bescherming te worden geboden. De beoordeling van een asielverzoek dat in Nederland wordt gedaan, vindt plaats binnen dit kader. Hoewel formeel deze juridische verantwoordelijkheid voor Nederland niet geldt als het gaat om mensen die zich niet in Nederland bevinden, heeft Nederland gemeend in deze situatie, onder omstandigheden, wel te faciliteren dat deze mensen in de gelegenheid worden gesteld asiel in Nederland aan te vragen. De hiervoor ingestelde werkwijze is geschetst in antwoord op vraag 7.
50
Kunt u – naast een overzicht van de regeling voor tolken per land – een concreet overzicht geven van door Nederland gehanteerde voorwaarden op basis waarvan de individuele beoordeling plaatsvindt, zoals duur, plaats en aard van de werkzaamheden en de aanwezigheid van een concrete dreiging of risico dat betrokkene loopt als gevolg van het werk dat is verricht tijdens een missie?
Voor een overzicht van regelingen die verschillende landen gebruiken verwijs ik naar mijn brief van 01 oktober jl. (kenmerk 34 000 X, nr. 7).
Alle asielaanvragen worden beoordeeld aan de hand van het algemene toetsingskader dat voor vluchtelingschap of dreigende schending van artikel 3 EVRM is opgesteld, als de aanvraag inhoudelijk wordt getoetst. Asielaanvragen waarvoor andere landen verantwoordelijk zijn, worden in beginsel niet inhoudelijk getoetst.
Verder is voor de belangrijkste asiellanden een specifiek beleidskader opgesteld, waar de informatie uit algemene ambtsberichten van het Ministerie van Buitenlandse Zaken bij worden betrokken. De verklaringen van de asielzoeker worden afgezet tegen dit algemene en specifieke kader en op grond daarvan wordt beoordeeld of de asielzoeker in aanmerking komt voor een verblijfsvergunning. Er is geen separaat kader ontwikkeld voor de beoordeling van de asielaanvragen van personen die werkzaamheden voor de Nederlandse overheid hebben verricht. Zoals uiteengezet in antwoord 48: Ook een zogenoemde collectieve regeling behelst een individuele toets.