Gepubliceerd: 26 januari 2015
Indiener(s): Sander Dekker (staatssecretaris onderwijs, cultuur en wetenschap) (VVD)
Onderwerpen: begroting financiƫn
Bron: https://zoek.officielebekendmakingen.nl/kst-34000-VIII-81.html
ID: 34000-VIII-81

Nr. 81 BRIEF VAN DE STAATSSECRETARIS VAN ONDERWIJS, CULTUUR EN WETENSCHAP

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 26 januari 2015

Vandaag heb ik op voordracht van de jury Excellente Scholen aan 106 scholen het predicaat Excellente School 2014 uitgereikt in de Koninklijke Schouwburg in Den Haag.1 Deze scholen behoren tot de voorhoede van het primair en voortgezet onderwijs en vormen een bron van inspiratie voor andere scholen. Met het uitreiken van het predicaat worden hun bijzondere prestaties breed zichtbaar en krijgen deze uitblinkers de erkenning die ze verdienen. Ik ben trots op alle 187 scholen die zich voor het traject hebben aangemeld. Zij hebben hun nek uitgestoken en de ambitie getoond om te streven naar excellent onderwijs voor onze leerlingen.

De overgrote meerderheid (94%) van de Excellente Scholen 2013 is opnieuw voorgedragen. De kwaliteit van Excellente Scholen vertoont dus een grote mate van continuïteit. Sinds 2013 kunnen ook scholen voor speciaal basisonderwijs, (voortgezet) speciaal onderwijs en praktijkonderwijs in aanmerking komen voor het predicaat. Hun aandeel in het totaal aantal Excellente Scholen is sindsdien gestegen: van ruim 15% naar bijna 22%. Ook het havo is een volwaardige deelnemer geworden. In 2012 ontvingen slechts 2 havo-afdelingen het predicaat, inmiddels zijn dat er 15. Binnen het vwo valt op dat het gymnasium niet meer de boventoon voert. Was in 2012 het aandeel gymnasia binnen de excellente vwo-scholen nog ruim driekwart, in 2014 is dat nog een derde. Deze ontwikkelingen hebben ertoe geleid dat de Excellente Scholen in 2014 een goede afspiegeling vormen van de schoolsoorten die ons onderwijsstelsel rijk is.

Einde werkzaamheden huidige jury

Met het voordragen van de 106 scholen voor het predicaat Excellente School 2014 is, zoals gepland, een einde gekomen aan de werkzaamheden van de huidige jury. Ik heb grote waardering voor het pionierswerk dat zij heeft verricht; veel moest van de grond af worden opgebouwd. De jury is erin geslaagd om een zorgvuldige procedure in te richten en uitgebalanceerde criteria te ontwikkelen. Dit heeft geleid tot een duurzame beoordeling die recht doet aan de inspanningen van scholen. De jury heeft daarbij de resultaten van een school breed opgevat. Naast indicatoren als de cito-score of examencijfers is er aandacht voor domeinen als burgerschap, sociaal-emotionele vorming en internationale oriëntatie. Van belang is ook dat een school inzicht heeft in de eigen succesfactoren en bijstuurt als de uitkomsten anders zijn dan gewenst. Excellente Scholen zijn daarmee bij uitstek lerende scholen; er heerst een cultuur van continu verbeteren.

De jury licht haar aanpak en werkzaamheden uitgebreid toe in het verslag over 2014 Maatgevende Scholen III en in het overkoepelende eindverslag over de periode 2012–2014 Gewoonweg Uitstekende Scholen. Ik stuur u deze verslagen mee als bijlage2. Het zijn waardevolle documenten bij het benoemen en stimuleren van excellentie in het onderwijs. Dankzij de inspanningen van de jury zijn daar flinke stappen in gezet. Mijn dank hiervoor gaat uit naar de juryleden, in het bijzonder de voorzitter prof. dr. A.M.L. van Wieringen, en alle overige betrokkenen.

Overdracht inspectie

Het aantal Excellente Scholen is sinds aanvang ruim verdubbeld (52 in 2012, 76 in 2013 en 106 in 2014). Deze stijging laat zien dat het traject inmiddels een stevige positie verworven heeft. Vanaf 1 januari 2015 is een nieuwe fase begonnen en wordt, zoals eerder aangekondigd, het traject verbonden met de ontwikkeling naar gedifferentieerd toezicht in het primair, voortgezet en speciaal onderwijs (po, vo, en so). De uitvoering van het traject komt daarmee te vallen onder de verantwoordelijkheid van de Inspectie van het Onderwijs (hierna: inspectie). Zoals beschreven in de brief «Toezicht in Transitie» van 31 maart 2014 aan uw Kamer (Kamerstuk 33 905, nr. 1), zal de inspectie blijven werken met een onafhankelijke jury. Dit biedt de mogelijkheid om buiten de kaders van het regulier toezicht scholen te beoordelen op excellente prestaties. Ook in de toekomst kan een school deelnemen aan het traject door zichzelf aan te melden.

De wijze van beoordelen door de nieuwe jury blijft zoveel mogelijk gebaseerd op de huidige criteria van de jury. De inspectie werkt toe naar differentiatie in het oordeel van scholen. Veel criteria van de eerste jury, worden meegenomen in de ontwikkeling van het oordeel goed van de inspectie. Bij het beoordelen van excellente scholen zal daarom het excellentieprofiel van de school sterker als uitgangspunt gaan gelden. De jury Excellente Scholen bestaat per 1 januari 2015 uit drie deeljury’s, verspreid over de sectoren po, vo en so. Met genoegen deel ik u mee dat drs. G.M.C. de Ranitz, bestuursvoorzitter van Hogeschool Inholland, bereid is gevonden het voorzitterschap van de nieuwe jury op zich te nemen. Zij zal in haar werkzaamheden ondersteund worden door drie deelvoorzitters. Door het hanteren van deeljury’s per sector kan de expertise van de jury optimaal worden ingezet.

Evaluatie

Met de voltooiing van de werkzaamheden van de eerste jury en de overdracht aan de nieuwe jury, was het een logisch moment om het traject te evalueren. Ik heb de Universiteit Utrecht, in samenwerking met Regioplan, deze opdracht gegeven. Zij hebben een evaluatieonderzoek uitgevoerd onder diverse partijen, waaronder deelnemende scholen en scholen die niet bij het traject betrokken waren3. Uit dit onderzoek komen de volgende punten naar voren:

  • Een overgrote meerderheid van de deelnemende scholen is positief over het traject;4

  • Het ontvangen van het predicaat is voor scholen een stimulans om verder te gaan met schoolontwikkeling en de uitwisseling met andere scholen is toegenomen;

  • Excellente Scholen zien hun leerlingpopulatie groeien, terwijl er vooral sprake is van een leerlingendaling van scholen in de omgeving. Een stijging van de leerlingaantallen is er ook bij deelnemende scholen die het predicaat niet ontvingen.

Hoewel scholen die het predicaat hebben ontvangen vooral positieve effecten noemen, worden er ook enkele negatieve effecten genoemd. Het meest genoemde negatieve effect dat Excellente Scholen ervaren, is de indruk dat andere scholen het hen kwalijk nemen dat ze zich op deze wijze onderscheiden. Ik betreur dat zeer. Het laat nog maar eens zien dat het erkennen en waarderen van goede prestaties in het onderwijs nog lang geen gemeengoed is. Verder noemen sommige scholen dat ze te maken krijgen met een grote toename van leerlingen die extra ondersteuning nodig hebben, een toename waarop ze niet altijd voorbereid zijn.

Scholen die het predicaat niet ontvangen, zijn daarover teleurgesteld. Tegelijkertijd zien zij in het juryrapport aanknopingspunten om de school verder te verbeteren. Het evaluatierapport bevat verder tal van aanbevelingen die de inspectie kan benutten om het proces verder te stroomlijnen.

Samenvattend kan geconcludeerd worden dat het benoemen van Excellente Scholen positief bijdraagt aan kwaliteitsverbetering. Het stimuleert scholen, ook als zij het predicaat niet ontvangen, om hun onderwijs verder te verbeteren. Daarnaast neemt de uitwisseling tussen scholen toe. De uitstraling van het traject Excellente Scholen reikt dus verder dan alleen de scholen die hebben deelgenomen.

Regelluwe scholen

In mijn brief van 6 november 2014 aan uw Kamer (Kamerstuk 29 546, nr. 18) heb ik een pilot regelluwe scholen aangekondigd. In deze pilot krijgen Excellente Scholen maximale ruimte. Ik vind dit een logische stap die uitgaat van verdiend vertrouwen. Excellente Scholen leveren immers aantoonbaar goede prestaties vanuit een heldere, gedragen visie op onderwijskwaliteit. Met het geven van ruimte daag ik hen uit om te innoveren en zo de kwaliteit of doelmatigheid van hun onderwijs verder te verbeteren.

Tot slot

Met de inbedding in het gedifferentieerd toezicht komt het traject Excellente Scholen in een nieuwe fase. Ik verwacht dat de scholen die nu al excellent zijn, een bron van inspiratie vormen voor andere scholen. En ook, dat zij bijdragen aan het realiseren van een cultuur waarin continu verbeteren en leren van elkaar de norm is. Dat is immers de inzet van de bestuurlijke akkoorden die we het afgelopen jaar hebben gesloten met de sectororganisatie voor het primair en voortgezet onderwijs. Excellente Scholen vervullen hierin een voortrekkersrol en mogen daar met recht trots op zijn.

De Staatssecretaris van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap, S. Dekker