Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 18 mei 2015
Op verzoek van uw Kamer, gedaan tijdens het wetgevingsoverleg Sport van 27 oktober 2014,1 informeer ik u mede namens de Minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport over de inspanningen van het kabinet voor veiligheid in de sport- en vrijwilligerssector. Daarbij ga ik tevens in op de belemmeringen die er zouden zijn bij het hanteren van een registratielijst voor de sport- en vrijwilligerssector.
Veiligheid in de sport- en vrijwilligerssector
Nederland heeft een omvangrijke sport- en vrijetijdssector, waarin vrijwilligers een grote rol spelen. Om te zorgen dat kwetsbare groepen (bijvoorbeeld minderjarigen en mensen met een verstandelijke beperking) die met vrijwilligers te maken krijgen, zo min mogelijk risico lopen om slachtoffer te worden van (seksueel) misbruik voert het kabinet een actief preventiebeleid.
De beste manier voor organisaties in de sport- en vrijwilligerssector om seksueel grensoverschrijdend gedrag te voorkomen, is door een breed integriteitsbeleid te voeren.2 Een dergelijk beleid bestaat, naast een goede selectie van vrijwilligers, uit een variëteit aan integriteitsinstrumenten zoals omgangsregels en de aanwezigheid van een vertrouwenscontactpersoon. Ook de toolkit «In veilige handen» van de Vereniging Nederlandse Organisaties vrijwilligerswerk (vereniging NOV) en een vergelijkbare toolkit voor de sportsector van NOC*NSF zijn daar voorbeelden van. Met de voorlichtingscampagne «seksueel grensoverschrijdend gedrag, maak er een punt van», waar ik bij de aftrap aanwezig zal zijn, stimuleer ik verenigingsbesturen in de sport- en vrijwilligerssector om gebruik te maken van deze instrumenten.
Registratielijsten en tuchtrecht
Een andere mogelijkheid om seksueel grensoverschrijdend gedrag in te perken, is door het bijhouden van registratielijsten. In 2013 is de registratielijst voor vrijwilligerswerk in de sport gelanceerd. Dit is een lijst waarmee alle tuchtrechtelijke veroordelingen binnen de aangesloten sportbonden (95% is reeds aangesloten) bijgehouden worden. Personen staan op deze lijst voor zolang de tuchtrechtelijke veroordeling duurt. Het invoeren van deze registratielijst nam enige tijd in beslag, aangezien alle bonden die er op aangesloten worden eenzelfde tuchtrechtprocedure moeten hanteren. De laatste bonden zullen binnenkort aansluiten als zij de overgang naar de vereiste tuchtrechtprocedure geregeld hebben. De veroordelingen waarvan de termijn nog niet verlopen is, maar die zijn ingegaan vóórdat de bond was aangesloten bij de registratielijst, mogen, gelet op het beginsel van rechtszekerheid, niet op de lijst komen. De Vereniging NOV beheert daarnaast de registratielijst seksueel grensoverschrijdend gedrag met minderjarigen in het vrijwilligerswerk. Organisaties in de vrijwilligerssector kunnen deze lijst gebruiken om «hopgedrag» van vrijwilligers die eerder zijn weggestuurd bij jeugdorganisaties te voorkomen.
Naast tuchtrechtelijk, kunnen personen ook strafrechtelijk veroordeeld zijn. Een vereniging kan een dergelijke strafrechtelijke veroordeling van een potentiële vrijwilliger achterhalen door middel van het aanvragen van een Verklaring Omtrent het Gedrag (VOG). De vrijwilligerssector ervaart het echter als een drempel dat verenigingen vrijwilligers op twee verschillende manieren moeten controleren op begane zaken: ten aanzien van de tuchtrechtelijke veroordelingen langs de weg van de registratielijsten en de strafrechtelijke veroordelingen aan de hand van de VOG. Integratie van beide systemen is ingevolge de huidige regelgeving niet mogelijk. Door het verschil tussen het strafrechtelijke en het tuchtrechtelijke systeem kan deze dubbeling niet weggenomen worden en de wet- en regelgeving waarop de VOG gebaseerd is, biedt thans geen ruimte om naast justitiële gegevens ook tuchtrechtelijke gegevens mee te wegen. Wel worden er verschillende acties ondernomen om het voor de sport- en vrijwilligerssector aantrekkelijker en gemakkelijker te maken aan beide systemen deel te nemen. Zo wordt het gebruik van de registratielijsten in zowel de sport- als vrijwilligerssector als erg arbeidsintensief ervaren. Dit komt doordat de lijsten op dit moment per persoon bevraagd moeten worden. Ter ondersteuning van het preventiebeleid in de vrijwilligers- en sportsector wil ik het gebruiksgemak van de registratielijsten vergroten. Zo laat ik de bevraging van de lijsten technisch aanpassen, zodat meer personen tegelijk bevraagd kunnen worden. Dit zal naar verwachting na de zomer van dit jaar gereed zijn.
De registratielijsten en het tuchtrecht blijven instrumenten van de sport- en vrijwilligerssector zelf. Uitgangspunt blijft dan ook dat de sport- en vrijwilligerssector dit zelf bekostigen. Bij de registratielijst en het tuchtrecht voor vrijwilligers van NOV, zullen de deelnamegelden van aangesloten verenigingen voor kostendekking zorgen. De hoogte van het deelnamegeld vormt in de huidige aanvangsfase van deze instrumenten soms nog een barrière tot deelname. Om deelname door vrijwilligersorganisaties te bevorderen en daarmee ook de kosten terug te brengen, zal vereniging NOV tijdelijk een andere kostensystematiek, met lager deelnamegeld, gaan hanteren. Daarnaast zal ik in 2015 en 2016 de kosten voor de tuchtrechtzaken op mij nemen, zodat deze nog niet doorberekend hoeven te worden aan de deelnemende organisaties in de sport- en vrijwilligerssector. Hiermee stimuleer ik deelname aan deze instrumenten.
De Gratis VOG
Sinds januari van dit jaar kunnen vrijwilligers die werken met minderjarigen of met personen met een verstandelijke beperking werken kosteloos een VOG aanvragen. Aan deelname aan deze regeling zijn wel voorwaarden voor de organisaties verbonden, bijvoorbeeld het voeren van een breed integriteitsbeleid. Mijn gedachte over die voorwaarden heb ik eerder met uw Kamer gedeeld,3 en heb ik thans in beleidsregels vervat.4
Met de vorige brief over dit onderwerp aan uw Kamer hebben de Staatssecretaris van VWS en mijn ambtsvoorganger een dringend appèl gedaan op verenigingen, organisaties, bonden, begeleiders, trainers en ouders om de preventie van seksueel grensoverschrijdend gedrag serieus te blijven nemen en gebruik te maken van de door ons beschikbaar gestelde middelen en instrumenten. In dat licht stemt het mij tevreden te kunnen melden dat goed gebruik gemaakt wordt van de regeling Gratis VOG voor vrijwilligers: de eerste vier maanden zijn reeds 11.655 VOG’s aangevraagd op basis van deze regeling. Die vrijwilligers zijn werkzaam bij de 1899 organisaties die zich in de eerste vier maanden bij mij hebben gemeld voor deelname aan deze regeling. Veruit de meeste organisaties voldeden aan de gestelde voorwaarden. Andere organisaties bleken bijvoorbeeld commerciële organisaties of vielen reeds in andere integriteitscategorieën zoals het onderwijs of de kinderopvang.
De vereniging NOV en het NOC*NSF treden op als contactpunten voor vrijwilligersorganisaties die aanspraak willen maken op de regeling. Zij beheren de website www.gratisvog.nl waar vrijwilligersorganisaties zich kunnen aanmelden en helpen die organisaties met hun aanvraag. Ik subsidieer vereniging NOV en NOC*NSF voor deze taak.
Tot slot
De overheid en maatschappij hebben een gezamenlijke verantwoordelijkheid om seksueel overschrijdend gedrag in de sport- en vrijwilligerssector te voorkomen. Samen met de Minister van VWS reik ik de sport- en vrijwilligerssector instrumenten aan waarmee de organisaties invulling kunnen geven aan hun eigen verantwoordelijkheid. Organisaties met vrijwilligers zijn immers primair zélf verantwoordelijk voor een veilige sport- en hobbyclub. De aandacht voor dit onderwerp zal blijvend moeten zijn. Ik roep de sport- en vrijwilligerssector dan ook op om de veiligheid serieus te blijven nemen.
De Staatssecretaris van Veiligheid en Justitie, K.H.D.M. Dijkhoff