Voorgesteld 26 november 2014
De Kamer,
gehoord de beraadslaging,
constaterende dat de criminele burgerinfiltrant verboden is sinds de IRT-affaire;
overwegende dat de regering niettemin voornemens is om de omstreden criminele burgerinfiltrant opnieuw zijn herintrede te laten doen als opsporingsmethode van politie en justitie;
overwegende dat op dit moment een grote drugszaak loopt in België waarin vermoedelijk sprake is van de inzet van een criminele burgerinfiltrant door Nederlandse en Belgische politie in strijd met het zowel in Nederland als in België geldende verbod;
verzoekt de regering, de herinvoering van de criminele burgerinfiltrant te bevriezen totdat uitspraak is gedaan in de Belgische zaak en helderheid bestaat over de vermeende inzet van deze verboden opsporingsmethode in een Belgische drugszaak,
en gaat over tot de orde van de dag.
Berndsen-Jansen
Van Nispen
Segers