Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 8 juli 2015
U verzoekt mij om een reactie op het bericht «Deurwaarders incasseren miljoenen te veel (FD.nl 19 juni 2015). U verzoekt mij daarbij aan te geven of dit bericht betrokken kan worden bij het onderzoek naar de deurwaarderstarieven en wat de stand van zaken is van dat onderzoek.
Over de berichtgeving in de media zijn tevens schriftelijke vragen gesteld door het lid Recourt (PvdA). Deze vragen zijn beantwoord op 29 juni 2015.1
De kosten die een gerechtsdeurwaarder bij een derde moet maken om een ambtshandeling te kunnen uitvoeren worden verschotten genoemd. Het is gerechtsdeurwaarders niet toegestaan om meer dan de kostprijs van deze verschotten bij de schuldenaar in rekening te brengen. De gerechtsdeurwaarder mag hierop geen winst maken. Voor verschotten is – anders dan voor ambtshandelingen – geen wettelijk tarief vastgesteld.
Ik heb de Koninklijke Beroepsorganisatie van Gerechtsdeurwaarders (KBvG) naar aanleiding van de berichtgeving in de media en de schriftelijke vragen verzocht mij te informeren over – de opbouw van – het bedrag dat gerechtsdeurwaarders voor een Basisregistratie personen (BRP)-bevraging aan de debiteur in rekening brengen. Dit bedrag is € 1,63 en is gebaseerd op een door de KBvG geïnitieerd kostprijsonderzoek.
Voor 2012 hanteerden gerechtsdeurwaarders een hoger tarief. Dit valt volgens de KBvG deels te verklaren door het feit dat van oudsher de informatie uit de BRP (destijds Gemeentelijke Basis Administratie) schriftelijk van de gemeentes werd verkregen. Vanuit praktische overwegingen werd destijds in de praktijk door de rechter standaard een forfaitair bedrag van maximaal € 7 toegewezen. Investeringen door de Stichting Netwerk Gerechtsdeurwaarders (SNG), de ICT organisatie van de gerechtsdeurwaarders en de gerechtsdeurwaarders zelf hebben er toe geleid dat de laatste jaren de informatie digitaal aan de gerechtsdeurwaarder wordt verstrekt, waardoor de kostprijs lager is geworden.
De SNG heeft desgevraagd bericht dat de inkoop-kostprijs van BRP-berichten € 0,05 bedraagt. Op basis van een jaarlijkse begroting stelt de SNG de kostprijs voor de berichten vast die de gerechtsdeurwaarder in rekening krijgt gebracht. Dit bedrag is momenteel vastgesteld op € 0,34. Daarbij zitten kosten die de gemeente voor een BRP bevraging in rekening brengt, kosten voor informatisering en kosten voor personeel en beveiliging. Het gaat immers om gevoelige gegevens uit niet openbare registers waardoor er continu in beveiliging moet worden geïnvesteerd.
De gerechtsdeurwaarder maakt vervolgens ook kosten voor het opvragen en in ontvangst nemen van het bericht en de verwerking hiervan in het dossier. Het totaal van voornoemde kosten vormt het bedrag van € 1,63 dat de gerechtsdeurwaarder als verschot opneemt en (zonder winstopslag) doorberekent aan de schuldenaar.
Voorts kan ik u ten aanzien van het onderzoek naar de deurwaarderstarieven berichten dat het onderzoek na de zomer van start zal gaan. De tarieven van de verschotten in relatie tot de tarieven van de ambtshandelingen zullen hierin worden betrokken.
Tot slot merk ik ten aanzien van de financiële reserve en het financieel verslag van de SNG het volgende op. Van de KBvG heb ik vernomen dat dat de SNG een financiële buffer aanhoudt als noodvoorziening, omdat haar dienstverlening van groot belang is voor de werkzaamheden van gerechtsdeurwaarders en deurwaarders van lokale overheden. Deze reserve wordt onder meer aangewend in het geval zich een groot incident voordoet met betrekking tot de ICT systemen. Vermeden moet immers worden dat de ICT systemen van de SNG meerdere dagen onbereikbaar zijn voor deurwaarders. Het belang van het werk van de deurwaarders voor de Nederlandse rechtstaat is daarvoor te groot.
De financiële reserve van de SNG bedraagt momenteel ca. € 3.6 miljoen waarvan een groot deel in 2015 zal worden aangewend voor ICT ontwikkelingen. Het financieel verslag wordt overigens niet openbaar gemaakt, omdat de SNG als Stichting geen publicatieplicht van haar jaarrekening heeft.
De Staatssecretaris van Veiligheid en Justitie, K.H.D.M. Dijkhoff