Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 27 augustus 2015
Graag informeer ik u hierbij over mijn bezoek aan China op 18 en 19 juni jl. Tijdens het bezoek sprak ik met mijn Chinese ambtgenoot Wang Yi, met de Chinese staatsraad Yang Jiechi en met de viceminister van het internationale bureau van de Communistische Partij van China (CPC), Chen Fengxiang. Ook ontmoette ik een aantal mensenrechtenverdedigers en sprak met hen over de mensenrechtensituatie in China. Daarnaast wisselde ik van gedachten met internationale experts op het terrein van China. Tevens bezocht ik het Chinese Peacekeeping Training Center in Peking. Tot slot woonde ik de Armed Forces Day-receptie bij die door Nederland jaarlijks wordt georganiseerd ter gelegenheid van Veteranendag. Hier sprak ik kort de aanwezige militairen uit verschillende landen toe.
In het constructieve en uitgebreide gesprek dat ik met Minister Wang Yi van Buitenlandse Zaken voerde, zijn de bilaterale relatie in brede zin, mensenrechten en internationale samenwerking aan de orde gekomen.
Wat betreft de bilaterale relatie, is het duidelijk dat deze relatie de afgelopen periode is geïntensiveerd, mede door de regelmatige bezoeken van de premier en diverse bewindslieden. In het gesprek is vooruitgekeken naar het staatsbezoek dat Zijne Majesteit Koning Willem-Alexander en Hare Majesteit Koningin Máxima in oktober aan China zullen brengen, op uitnodiging van president Xi Jinping. Zij zullen daarbij worden begeleid door een brede economische missie. Ook met staatsraad Yang Jiechi heb ik over het aanstaande bezoek gesproken. Aan Chinese zijde werd ook de warme ontvangst in herinnering gebracht die president Xi Jinping vorig jaar tijdens zijn bezoek aan Nederland ten deel viel.
In het gesprek met Wang Yi zijn tevens de vele terreinen waarop Nederland en China met elkaar samenwerken alsook mogelijkheden om de samenwerking verder te verdiepen, aan bod gekomen. Enkele kansrijke sectoren die ik concreet naar voren heb gebracht zijn windparken op zee, de watersector, landbouw, creatieve industrie, wetenschap en de positie die Nederland inneemt als «gateway to Europe» voor China. China bepleitte het onderzoeken van de mogelijkheden van economische samenwerking met Nederland in derde landen, wat volgens Wang Yi kan bijdragen aan de diversificatie van markten in ontwikkelingslanden. Ik heb aangegeven dat Nederland graag het thema trilaterale samenwerking met China verder wil oppakken. Ook is over de groei van het toerisme gesproken. Volgens Wang Yi was er nog veel verdere groei van het Chinees toerisme naar Nederland mogelijk. Wat betreft de handelsrelatie tussen Nederland en China was er volgens Wang Yi sprake van groot potentieel voor verdere samenwerking.
China heeft grote ambities om de Zijderoute van weleer zowel over land als over zee te doen herleven, via het zogeheten One Belt One Road initiatief. Dit initiatief is de verzamelnaam voor diverse infrastructurele projecten die de aan- en afvoerroutes van goederen naar en van China moeten verbeteren en zekerstellen. Het gaat om wegen, spoorlijnen en havens van en naar verschillende regio’s, waaronder Europa. Ook dit onderwerp is aan bod gekomen, waarbij ik heb opgemerkt dat Nederland bereid is naar mogelijkheden te kijken onze expertise en kennis in te zetten. China noemde de Zijderoute en het EU-China Connectivity Platform als enkele belangrijke onderwerpen voor de EU-China Top, die inmiddels op 29 juni in Brussel heeft plaatsgevonden. Het Connectivity Platform heeft als doel de relatie tussen de EU en China op het terrein van infrastructuur aan te halen. Tijdens het gesprek heb ik ook vooruitgekeken naar 2016, als Nederland het EU-voorzitterschap zal bekleden. Ik heb aangegeven eraan te hechten tijdens het voorzitterschap te investeren in goede onderlinge betrekkingen in het algemeen en de handelsrelaties in het bijzonder.
Met Wang Yi heb ik tevens uitgebreid gesproken over mensenrechten. Ik heb mijn waardering uitgesproken voor het recente bezoek aan Nederland van een delegatie van het Social Law Department van het Nationale Volkscongres, die een onderzoekreis maakte in het kader van China’s wet tegen huiselijk geweld. Huiselijk geweld is een probleem dat beide landen raakt.
Ik heb de bilaterale mensenrechtenconsultaties tussen Nederland en China ter sprake gebracht. Wang Yi gaf aan dat China ervoor open staat om de volgende ronde van de bilaterale mensenrechtenconsultaties binnen enkele maanden te houden. De uitwerking zoals het prikken van de datum en vaststellen van agenda zal op ambtelijk niveau worden opgepakt.
China heeft een concept-wet opgesteld met regelgeving ten aanzien van buitenlandse Ngo’s. Ik heb mijn zorgen geuit over deze concept-wet en de implicaties die deze kan hebben voor organisaties waarmee Nederland samenwerkt. Ik heb daarbij benadrukt dat het belangrijk is dat deze organisaties ook onder de nieuwe wet hun werk kunnen doen. Zorgen over deze concept-wet zijn begin juni jl. ook overgebracht door de EU-delegatie in Peking, Nederland heeft hiertoe ook commentaar aangeleverd bij de EU-delegatie. Dat China streeft naar meer transparantie in het wetgevingsproces, heb ik als positief aangemerkt.
Ik heb mijn zorgen overgebracht over de situatie van een aantal mensenrechtenverdedigers. In algemene zin heb ik opgemerkt dat de goede relatie die Nederland en China onderhouden betekent dat we ook over onderwerpen moeten kunnen spreken waarover we het niet eens zijn.
Nederland houdt in de bilaterale contacten met China aandacht voor de mensenrechtensituatie in China, inclusief de zorgwekkende situatie in Tibet en voor de familie en vrienden van Tibetanen die zichzelf in brand steken, conform de door uw Kamer aangenomen motie van Kamerlid Van Bommel.
In mijn gesprek met Wang Yi heb ik verder gesproken over VN-vredesmissies. China is de laatste jaren steeds actiever geworden op het gebied van vredeshandhaving. Van de permanente leden van de VN Veiligheidsraad levert China de grootste bijdrage aan VN-vredesmissies. Ik heb hiervoor mijn waardering uitgesproken.
Met Wang Yi besprak ik ook de noodzaak om de VN te hervormen en ervoor te zorgen dat VN-vredesoperaties effectiever worden. 2015 is in dat opzicht een belangrijk jaar, gezien onder meer het 70-jarig bestaan van de VN en het recent uitgekomen rapport van het panel onder leiding van José Ramos Horta over VN-vredesoperaties. Het is van belang dat meer landen bijdragen aan VN-vredeshandhaving. Ik heb daarom gewezen op de eerste regionale bijeenkomst voor Europese landen over dit onderwerp die ik heb voorgezeten in Amsterdam, in februari van dit jaar.
Met Wang Yi besprak ik tevens de internationale steun voor opsporing en vervolging van de daders van de ramp met de vlucht MH17. Kort na de ramp heeft China resolutie 2166 gesteund, die opsporing en berechting eist. Nederland zet zich in voor het behoud van internationale steun bij het vervolgingsproces. Wang Yi bevestigde in het gesprek dat China nog altijd achter de afspraken in de resolutie staat.
Veel van de onderwerpen die ik besprak met Wang Yi, kwamen ook aan de orde in het onderhoud dat ik had met de Chinese staatsraad Yang Jiechi. Hij is na de Chinese president de hoogste Chinese vertegenwoordiger op het terrein van het Chinese buitenlandbeleid. Mijn bezoek vormde een goede gelegenheid om ook met hem kennis te maken en de relatie tussen China en Nederland te bespreken.
Tijdens mijn bezoek had ik voorts een onderhoud met viceminister Chen Fengxiang van het internationale bureau van de CPC. De CPC hecht veel waarde aan het onderhouden van externe contacten. Het gesprek bood een goede gelegenheid om de visie van de CPC te vernemen op de ontwikkeling van China, om vooruit te kijken naar het nieuwe Chinese Vijfjarenplan (2016–2020) dat momenteel wordt opgesteld en de ontwikkeling van de rule of law in China te bespreken. Volgens Chen was China nog altijd een ontwikkelingsland waarbij grote verschillen tussen stad en platteland bestaan. Voor het nieuwe Vijfjarenplan is de inschatting van Chen Fengxiang op basis van reeds gepubliceerde documenten van de partij dat het belang van innovatie zal worden benadrukt. Chen Fengxiang benadrukte in het kader van het bevorderen van de rule of law het belang van de anticorruptie campagne die China voert. Ik heb daarbij ook het belang van onafhankelijke «watchdogs» en media genoemd om corruptie op te sporen.
Tijdens mijn bezoek aan het Chinese Peacekeeping Training Center ben ik ontvangen door Generaal-majoor Li Tiantian van het Peacekeeping Office van het Chinese Ministerie van Defensie. Ook met hem sprak ik over het belang van bijdrages aan VN-missies en over de noodzaak dat VN-vredesmissies effectiever worden. Ik sprak daarnaast enkele tientallen Chinese militairen toe tijdens de slotceremonie van een training op het gebied van bescherming van burgers in conflictgebieden, met bijzondere aandacht voor het voorkomen van seksueel geweld. Deze training werd in samenwerking met UN Women verzorgd.
Ik heb het belang benadrukt van het Peacekeeping Training Center, van de Chinese bijdrage aan VN-vredesmissies en van de training in het bijzonder. Ik werd rondgeleid over het terrein van het trainingscentrum en heb de uitgebreide trainingsfaciliteiten van het centrum bekeken, dat zowel Chinees als buitenlands personeel voor vredesmissies traint.
De Minister van Buitenlandse Zaken, A.G. Koenders