Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 28 augustus 2015
Hierbij informeer ik u over de stand van zaken bij de Koninklijke Munt (KNM). In de afgelopen maanden zijn – in steeds hoger tempo – feiten boven water gekomen die duidelijk maken dat er over 2014 op een aanzienlijk verlies moet worden gerekend, waar begin dit jaar hooguit een bescheiden negatief resultaat van KNM werd verwacht. Aanleiding hiervoor zijn problemen in de bedrijfsvoering van de Munt bij de afhandeling van een grote buitenlandse order. Er waren productie- en leverantieproblemen, waardoor boetes in het contract in werking zijn getreden en KNM extra investeringen heeft moeten doen. KNM is aan het werk om de betreffende buitenlandse order zo snel mogelijk af te ronden en verdere verliezen te voorkomen.
De problemen met de buitenlandse order hebben er toe geleid dat KNM een achterstand heeft opgelopen in de afdracht van de nominale waarde over 2014 aan de staat, waardoor deze is opgelopen tot circa € 18 miljoen. Het gaat hierbij om de afdracht van de nominale waarde van de Nederlandse munten die KNM in het derde en vierde kwartaal van 2014 in de markt heeft uitgezet. De afdracht over het derde kwartaal 2014 heeft slechts ten dele plaatsgevonden terwijl de afdracht over het vierde kwartaal 2014 begin dit kalenderjaar had moeten plaatsvinden. Door de problemen met de buitenlandse order is KNM niet in staat deze achterstand op korte termijn in te lopen. Wel is er een tijdelijke regeling getroffen op grond waarvan KNM begonnen is met het wegwerken van haar betaalachterstand. Daarnaast hebben de problemen in de bedrijfsvoering geleid tot het feit dat de jaarrekening over 2014 nog niet is vastgesteld. Naar verwachting zal de jaarrekening over 2014 een fors verlies laten zien.
KNM heeft zelf al een aantal maatregelen getroffen. Zo zijn er wisselingen geweest binnen het management. Sinds dit voorjaar ben ik bezig met een herbezinning op de koers ten aanzien van KNM. Tevens is er nauw contact met het bestuur en de raad van commissarissen, waarbij prioriteit wordt gegeven aan de afsluiting van het boekjaar 2014, een oplossing voor de ontstane betalingsachterstand van de nominale waarde over 2014, en de afronding van de genoemde buitenlandse order.
Ik houd uw Kamer op de hoogte van verdere ontwikkelingen.
De Staatssecretaris van Financiën, E.D. Wiebes