Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 15 januari 2015
In het Algemeen overleg Koninkrijksrelaties van 10 december jl. zijn vragen gerezen over de extra kosten in verband met de lening van het ziekenhuis Curaçao voor het land Curaçao.
In het Algemeen Overleg is gesteld dat de mogelijke meerkosten van het aangaan van een lening ANG 25 miljoen zou kunnen bedragen.
Een benadering van lastenverschillen wordt beïnvloed door bijvoorbeeld variërende rentestanden (zowel debet- als creditrente) en het exacte moment van aanwending van de aangetrokken financiële middelen. Naar de inschatting van het Cft is een extra rentelast van ANG 25 miljoen niet aannemelijk.
De totaal geraamde bouwuitgaven van circa ANG 435 miljoen van het nieuwe ziekenhuis zijn als volgt verspreid over de jaren 2013–2016:
in mln ANG |
2013 |
2014 |
2015 |
2016 |
---|---|---|---|---|
Uitgaven nieuwe ziekenhuis |
60 |
125 |
125 |
125 |
Leningen |
250 |
185 |
De totale lening voor het nieuwe ziekenhuis bedraagt circa ANG 435 miljoen. Dit is hoger dan waar in de oorspronkelijke begroting 2014 rekening mee werd gehouden, omdat toen nog werd uitgegaan van een financiering die 70% publiek zou zijn en 30% privaat. Curaçao heeft echter begin 2014 gekozen voor een volledig publiek gefinancierd ziekenhuis, waardoor de totale publieke investering hoger is geworden. Daarnaast is het totaal te lenen bedrag ongeveer ANG 35 miljoen hoger geworden (oorspronkelijk ging men uit van circa ANG 400 miljoen aan benodigde publieke en private leningen). Het te lenen bedrag is hoger geworden doordat de transitiekosten hoger zullen uitvallen en doordat er meer kosten zijn gemaakt bij het aanschaffen en bouwrijp maken van de grond doordat het ziekenhuis wordt gebouwd op een andere locatie dan waar eerder rekening mee werd gehouden. Deze extra kosten hebben er toe geleid dat de business case is bijgesteld. De extra rentelasten voortkomend uit het aantrekken en aanwenden van de middelen bedragen nog geen ANG 1 miljoen extra. Daar dient bij te worden opgemerkt dat in geval van een rentestijging van 1% er een voordeel gaat ontstaan van ANG 2,5 miljoen per jaar over de hele looptijd van de lening (stel 30 jaar) ten opzichte van nu financieren. In aansluiting op het eerder gestelde mag worden aangenomen dat het land Curaçao, die ook deze afweging zelfstandig moet maken, de meerkosten van de lening heeft afgezet tegen de risico’s van een rentestijging.
De Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties, R.H.A. Plasterk