Vastgesteld 3 oktober 2014
De vaste commissie voor Binnenlandse Zaken, belast met het voorbereidend onderzoek van dit voorstel van wet, heeft de eer verslag uit te brengen in de vorm van een lijst van vragen met de daarop gegeven antwoorden.
De vragen zijn op 23 september 2014 voorgelegd. Bij brief van 3 oktober 2014 zijn ze door de Minister-President, Minister van Algemene Zaken beantwoord.
Met de vaststelling van het verslag acht de commissie de openbare behandeling van het wetsvoorstel voldoende voorbereid.
De voorzitter van de commissie, Berndsen-Jansen
De waarnemend griffier van de commissie, Hendrickx
Vraag 1
Wat wordt bedoeld met «maximale kosteneffectiviteit en optimale dienstverlening» als het gaat om een sober en dienstbaar voorzitterschap van de Europese Unie van Nederland?
Antwoord
Nederland streeft naar een sober en efficiënt voorzitterschap van de Europese Unie. Daarom is gekozen voor een centrale locatie in Amsterdam voor de ministeriële en ambtelijke vergaderingen. Dat leidt tot een kostenbesparing op infrastructuur ten opzichte van 2004, toen het Voorzitterschap was verspreid over 27 steden in Nederland. Een centrale infrastructuur wordt bovendien gewaardeerd door de gasten, die steeds kunnen beschikken over dezelfde faciliteiten zoals delegatieruimten, perszaal etc. De ervaringen van recente voorzitterschappen met een centrale locatie zijn positief. Maximale kosteneffectiviteit en optimale dienstverlening gaan met een centrale infrastructuur hand in hand.
Vraag 2
Wat levert het wegbezuinigen van alle voorlichters en communicatiemedewerkers bij alle ministeries op?
Antwoord
Het hoofddoel van de communicatie van de rijksoverheid is te voldoen aan het recht van de burger op communicatie met en informatie van de rijksoverheid en het ondersteunen van goed democratisch bestuur. Mede door de enorme toename van digitale media verwachten burgers en journalisten dat zij 24 uur per dag informatie van de overheid kunnen vinden en contact kunnen zoeken. De directies communicatie van departementen zijn verantwoordelijk voor de communicatie met publiek en pers. Concreet gaat het dan om taken als bijvoorbeeld: publieks- en persvoorlichting, communicatieadvies, monitoring en campagnes. Als alle voorlichters en communicatiemedewerkers bij alle ministeries zouden worden wegbezuinigd, dan zouden ministeries deze communicatie-taken op een andere manier moeten organiseren. Op basis van de laatste meting uit medio 2011 zou dit ongeveer 600 fte opleveren. In de periode 2009 tot 2011 is het aantal fte Communicatie teruggebracht van 795 fte naar 608 fte. Dit past in het beleid om te komen tot een efficiëntere en effectievere overheid. Het beleid is nog steeds gericht op kleine en kernachtige directies communicatie en zoveel mogelijk samenwerking via de Dienst Publiek en Communicatie: gezamenlijke inkoop, gezamenlijke website, gezamenlijke campagnes en publieksvoorlichting (de telefonische informatielijn 1400 of brief- en e-mailcorrespondentie voor vragen over het beleid van de rijksoverheid.)
Vraag 3
Ten behoeve van welke taken wordt de ontwerpbegroting van 2013 vanaf 2014 structureel met 194.000 euro verhoogd tot en met het jaar 2019 (van 895.000 euro naar 1.078.000 euro)?
Antwoord
Er is geen sprake van een structurele verhoging van het budget. Het budget staat al enkele jaren op hetzelfde niveau van ca. 1.078.000 euro. De 194.000 euro waarnaar in de vraag wordt verwezen is het verschil tussen begroting 2015 en de realisatie 2013 zoals vermeld in het jaarverslag over 2013. In dit verslag is ook de oorzaak toegelicht, zijnde een overschot veroorzaakt door een niet volledige personeelsbezetting.
Vraag 4
Waar is de 39.000 euro, zoals opgenomen in de tabel onder D, voor bestemd? Waarom is dit slechts eenmalig voor het jaar 2013 weergegeven?
Antwoord
De 39.000 euro heeft geen specifieke bestemming. Het betreft een incidentele ontvangst in 2013 die op grond van de comptabele wet- en regelgeving verantwoord dient te worden ten gunste van de ontvangstenbegroting.
Vraag 5
Per wanneer zal de zichtbaarheid van het Koninklijk Huisarchief en hetgeen daarin wordt bewaard worden vergroot? Op welke manieren zal dat gebeuren?
Antwoord
De zichtbaarheid van hetgeen in het Koninklijk Huisarchief wordt bewaard, zal worden vergroot nadat de website die is aangekondigd in de memorie van toelichting zal functioneren. De archieven zijn, zoals vermeld in de memorie van toelichting, volgens de hiervoor bestaande procedure toegankelijk voor wetenschappelijk onderzoek in de periode tot en met 1934.