Blz. |
||
A. |
Artikelsgewijze toelichting bij begrotingswetsvoorstel |
2 |
B. |
Begrotingstoelichting |
3 |
1. |
Leeswijzer |
3 |
2. |
De beleidsagenda |
4 |
3. |
Het beleidsartikel |
5 |
Artikel 1 BES-fonds |
5 |
|
4. |
Bijlagen |
8 |
4.1 Verdiepingshoofdstuk |
8 |
|
4.2 Moties en toezeggingen |
9 |
|
4.3 Overzicht rijksuitgaven Caribisch Nederland |
14 |
|
4.4 Overzicht belasting- en premieontvangsten Caribisch Nederland |
17 |
|
4.5 Overzicht eilandelijke inkomsten |
18 |
|
4.6 Overzicht renteloze leningen Caribisch Nederland |
19 |
Wetsartikel 1
De begrotingsstaten die onderdeel zijn van de Rijksbegroting, worden op grond van artikel 1, derde lid, van de Comptabiliteitswet 2001 elk afzonderlijk bij de wet vastgesteld.
Het wetsvoorstel strekt ertoe om de onderhavige begrotingsstaat voor het aangegeven jaar vast te stellen.
Alle voor dit jaar vastgestelde begrotingswetten tezamen vormen de Rijksbegroting voor dat jaar. Een toelichting bij de Rijksbegroting als geheel is opgenomen in de Miljoenennota.
Met de vaststelling van dit wetsartikel worden de uitgaven, verplichtingen en de ontvangsten vastgesteld. Het in de begrotingsstaat opgenomen begrotingsartikel wordt in onderdeel B van deze memorie van toelichting toegelicht (de zogenoemde begrotingstoelichting).
De Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties, R.H.A. Plasterk
De begroting van het BES-fonds maakt onderdeel uit van de Rijksbegroting maar heeft daarbinnen een eigen karakter. Zo kent de begroting van het BES-fonds in tegenstelling tot een departementale begroting slechts één beleidsartikel: het BES-fonds. Het beleid dat wordt gevoerd ter realisatie van het algemene beleid is direct verbonden met dit ene beleidsartikel. Voorts is de fondsbeheerder verantwoordelijk voor het BES-fonds en niet voor de resultaten die de openbare lichamen met hun budget uit dit fonds realiseren. De openbare lichamen zijn, met inachtneming van de wet- en regelgeving, autonoom in het voeren van hun beleid bekostigd uit het BES-fonds. Om die reden bevat de BES-fondsbegroting geen output- en/of outcomegegevens.
De apparaatsuitgaven/ontvangsten voor de uitvoering van het fonds zijn opgenomen bij het moederdepartement Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties.
De voorliggende toelichting bij de begroting 2015 van het BES-fonds kent de volgende indeling.
Na het hoofdstuk met de leeswijzer start hoofdstuk 2 met de beleidsagenda van het BES-fonds. Vervolgens komt het beleidsartikel aan bod. Daarna volgen de bijlagen. Deze zijn achtereenvolgens: het verdiepingshoofdstuk, de moties en toezeggingen, het overzicht van de rijksuitgaven in Caribisch Nederland (naar aanleiding van motie Hachchi), het overzicht belasting- en premieontvangsten Caribisch Nederland, het overzicht eilandelijke inkomsten en het overzicht renteloze leningen Caribisch Nederland.
Groeiparagraaf
Budgetflexibiliteit
Op grond van de Comptabiliteitswet artikel 5, derde lid, onder c, moet in de begroting per beleidsartikel informatie worden opgenomen over de budgetflexibiliteit.
In de tabel budgettaire gevolgen van beleid wordt voor de programma-uitgaven vermeld welk deel daarvan juridisch is verplicht voor het jaar 2015.
De peildatum van de gepresenteerde budgetflexibiliteit (juridisch verplicht) is 1 januari 2015.
Voor 2015 wordt voor het eerst de juridische verplichting toegelicht op het niveau van financieel instrument als geheel. Dit komt voort uit de toezegging van de Minister van Financiën tijdens het Algemeen Overleg over Verantwoord Begroten van 6 maart 2013 (Kamerstukken II, 2012–2013, 31 865, nr. 50).
Via de vrije uitkeringen uit het BES-fonds ontvangen de openbare lichamen middelen om hun taken naar behoren uit te voeren, net zoals gemeenten middelen krijgen uit het gemeentefonds. Het gaat hierbij om vrij besteedbare middelen. Het is dus – net als bij gemeenten – aan de lokale democratie om ambities te formuleren, eigen inkomsten te genereren en beleidskeuzes te maken. Jaarlijks vindt in het bestuurlijk overleg financiële verhoudingen BES besluitvorming plaats over de hoogte van de vrije uitkering voor het jaar daaropvolgend.
Het BES-fonds is een beleidsarm fonds. Immers, het is aan de eilanden om verantwoording af te leggen over de via het BES-fonds verstrekte middelen. De verantwoordelijkheid van de Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties is hierbij van groot belang. Om te voorkomen dat er discrepanties ontstaan tussen eilandelijke taken en financiën, toetst de Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties strikt op artikel 87 van de wet Financiën BES. Op grond van dit artikel dient het Rijk bij beleidsvoornemens welke leiden tot een wijziging van taken voor de openbare lichamen aan te geven welke financiële gevolgen hier aan zijn verbonden voor de openbare lichamen.
Een belangrijk onderwerp in 2015 is de evaluatie van de staatkundige positie van Bonaire, Sint Eustatius en Saba. In de slotakkoorden uit 2006 is afgesproken dat de staatkundige positie van Bonaire, Sint Eustatius en Saba binnen 6 jaar na de staatkundige ontmanteling van het land Nederlandse Antillen, wordt geëvalueerd en de definitieve staatkundige structuur van Bonaire, Sint Eustatius en Saba wordt vastgesteld. Deze evaluatie bepaling is overgenomen in de Wet Openbare Lichamen Bonaire, Sint Eustatius en Saba en de Wet Financiën Openbare Lichamen Bonaire, Sint Eustatius en Saba. De criteria, thema’s en opzet voor de evaluatie zijn medio 2014, in overleg met de openbare lichamen definitief vastgesteld. Het evaluatieonderzoek wordt verwacht in 2015. Bij de evaluatie wordt ook het BES-fonds betrokken. Overeengekomen met de eilandgebieden is om een onderzoek te verrichten naar de toereikendheid van de vrije uitkering.
Tenslotte zullen de door het Rijk en de eilandgebieden gezamenlijke opgestelde meerjarenplannen, met betrekking tot economische versterking, armoedebestrijding en kinderrechten, worden vastgesteld. De interdepartementale afstemming en eventuele financiering, mede ten behoeve van weging en prioritering van de diverse projecten over de komende jaren, wordt hierin vastgesteld in overeenstemming met de eilandgebieden. De verantwoording over eventueel verstrekte rijksmiddelen voor de meerjarige ontwikkelplannen vindt plaats via de begrotingen van de betreffende ministers. Een totaaloverzicht van bijzondere uitkeringen aan de openbare lichamen (bijzondere uitkeringen) wordt jaarlijks op de derde woensdag van mei aan de Tweede Kamer verstrekt. De verstrekte renteloze leningen aan de openbare lichamen treft u aan in bijlage 4.6 van deze begroting.
Een overzicht van alle rijksuitgaven Caribisch Nederland is op verzoek van de motie Hachchi c.s. (Kamerstukken II, 33 000-IV, nr. 28) opgenomen als bijlage 4.3 bij deze begroting. Om de inzichtelijkheid van deze bijlage te vergroten is ook een overzicht van de rijksinkomsten op Caribisch Nederland opgenomen.
A Algemene doelstelling
Via het BES-fonds wordt bewerkstelligd dat de openbare lichamen Bonaire, Sint Eustatius en Saba middelen krijgen toebedeeld om de tussen het Rijk en eilandgebieden overeengekomen taken naar behoren uit te voeren.
B Rol en verantwoordelijkheid
De Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties is verantwoordelijk voor het BES-fonds. Als fondsbeheerder draagt hij zorg voor een adequate omvang van het fonds in relatie tot de overeengekomen taakverdeling tussen Nederland en de openbare lichamen. De openbare lichamen zijn autonoom in de besteding van de vrije uitkering.
De Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties is verantwoordelijk voor de bestuurlijke en financiële verhouding met de eilanden. De openbare lichamen mogen zelf bepalen welke taken en activiteiten zij bekostigen uit de algemene middelen van de vrije uitkering. Dit uitgangspunt laat onverlet dat de openbare lichamen bepaalde wettelijke taken en activiteiten dienen uit te voeren waarvan zij voor de bekostiging op de algemene middelen zijn aangewezen.
De Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties vervult ook een coördinerende schakel tussen de openbare lichamen en de verschillende departementen. Een belangrijk instrument daarin is de zogenaamde Caribisch Nederland-week (CN-week) die één keer per jaar georganiseerd wordt rond het Bestuurlijk Overleg Financiële verhoudingen BES (BOFv). De CN-week biedt de mogelijkheid aan de besturen van Bonaire, Saba en Sint Eustatius om te overleggen met de departementen in Den Haag. De week moet bijdragen aan een goede relatie en samenwerking tussen de rijksoverheid en de drie eilandbesturen op bestuurlijk en ambtelijk niveau.
De wet Financiën BES (de wet FinBES) biedt – indien nodig – instrumenten voor de Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties en de toezichthouder, het College financieel toezicht (Cft) om in te grijpen. Het openbare lichaam kan in principe alleen uitgaven doen die zijn opgenomen in een door de Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties goedgekeurde begroting.
C Beleidswijzigingen
Staatkundige evaluatie
In 2015 zal een evaluatie plaatsvinden naar de uitwerking van de nieuwe staatkundige structuur van de BES. De evaluatieopdracht is vastgesteld door de vertegenwoordigers van de bestuurscolleges van Bonaire, Sint Eustatius en Saba en de Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties op 19 juni 2014. De evaluatie zal worden uitgevoerd door een onafhankelijke evaluatiecommissie. De evaluatiecommissie wordt door middel van een instellingsbesluit ingesteld door de Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties, in overeenstemming met de bestuurscolleges van de openbare lichamen Bonaire, Sint Eustatius en Saba. Naar verwachting zal de evaluatiecommissie haar eindrapport voor 10/10/2015 opleveren. De bestuurscolleges en de Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties herbevestigen de afspraak uit het bestuurlijke overleg van 14 maart 2013 dat de bevindingen van de evaluatie zullen worden gerespecteerd en middels een uitvoeringsplan geconcretiseerd. Het uitvoeringsplan is onderdeel van het in het overleg met de drie eilanden op te stellen kabinetsstandpunt over de evaluatie.
Meerjarenontwikkelingsplan
Een eerste aanzet vanuit het Rijk voor een meerjarenprogramma voor Bonaire, Sint Eustatius en Saba is in de CN-week van juni 2014 aan de openbare eilanden voorgelegd. Dit programma concentreert zich op drie prioritaire thema’s: economische ontwikkeling, armoedebestrijding en kinderrechten en dient als sturingsinstrument voor het Rijk en de eilandgebieden. In 2015 zal samen met de openbare lichamen gekomen worden tot een gezamenlijk meerjarenprogramma dat gedragen kan worden door Rijk en eilandbesturen.
D1 Tabel Budgettaire gevolgen van beleid
2013 |
2014 |
2015 |
2016 |
2017 |
2018 |
2019 |
||
---|---|---|---|---|---|---|---|---|
Verplichtingen |
35.688 |
31.966 |
31.938 |
31.930 |
31.871 |
31.962 |
32.322 |
|
Uitgaven: |
35.688 |
31.966 |
31.938 |
31.930 |
31.871 |
31.962 |
32.322 |
|
Waarvan juridisch verplicht |
100% |
|||||||
1.1 |
BES-fonds |
35.688 |
31.966 |
31.938 |
31.930 |
31.871 |
31.962 |
32.322 |
Opdrachten |
46 |
100 |
100 |
100 |
100 |
100 |
100 |
|
Onderzoek |
46 |
100 |
100 |
100 |
100 |
100 |
100 |
|
Bijdrage aan medeoverheden |
35.642 |
31.866 |
31.838 |
31.830 |
31.771 |
31.862 |
32.222 |
|
Overige uitkering |
1.204 |
60 |
60 |
60 |
0 |
0 |
0 |
|
Vrije uitkering |
34.438 |
31.806 |
31.778 |
31.770 |
31.771 |
31.862 |
32.222 |
|
Ontvangsten |
35.688 |
31.966 |
31.938 |
31.930 |
31.871 |
31.962 |
32.322 |
D2 Budgetflexibiliteit
De budgetflexibiliteit is nihil. In tegenstelling tot een departementale begroting zijn bij een fonds als het BES-fonds de verplichtingen leidend. Dit houdt in dat zij, eenmaal geaccordeerd, altijd geheel tot uitbetaling komen.
E Toelichting op de instrumenten
Opdrachten
Onderzoek
In 2014 vindt onderzoek plaats naar de vrije uitkering, conform afspraak in de Carbisch Nederland-week van juni 2014. Hierbij wordt onderzocht voor welke taken Bonaire, Sint Eustatius en Saba verantwoordelijk zijn, zij geheel zelfstandig dienen te voorzien in de financiering en welke kosten hieraan volgens objectieve maatstaven zijn verbonden, afgemeten aan verschillende scenario’s voor het voorzieningenniveau. De onderzoeksresultaten komen in 2015 beschikbaar.
Bijdrage aan medeoverheden
Overige uitkering
Naast de vrije uitkering zijn op basis van de Wet Financiën BES, «bijzondere uitkeringen» (art. 91) en «andere uitkeringen» (art. 88) mogelijk. Een bijzondere uitkering wordt uitgekeerd aan de eilandgebieden met als hoofddoel het verbeteren van de leefbaarheid, de re-integratie naar duurzaam betaald werk en het bevorderen van maatschappelijke participatie.
Per ingang van 2014 worden bijzondere uitkeringen bestemd voor sociaal-economische initiatieven op de BES niet langer inzichtelijk gemaakt in de begroting BES-fonds. Deze uitkeringen omvatten financiële middelen van verschillende departementen en zullen voortaan op de begroting van Koninkrijksrelaties (IV) worden opgenomen.
Vrije uitkering
De middelen die de openbare lichamen Bonaire, Sint Eustatius en Saba uit de vrije uitkering ontvangen zijn vrij besteedbaar. Op de vrije uitkering zal dit jaar een aantal bedragen ingehouden worden. Het betreft aflossingslasten voor eerder afgesloten renteloze leningen die het Ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap heeft verstrekt opdat de openbare lichamen een eigen bijdrage kunnen leveren in de kosten om de grote achterstanden in de huisvesting van het onderwijs op korte termijn weg te werken.
Als laatste worden er gedurende de periode 2014–2018 nog bedragen teruggevorderd die verband houden met de ontmanteling van de Nederlandse Antillen (voorschotten werkkapitaal) door deze in te houden op de vrije uitkering. De totale inhouding bedraagt USD 2,36 mln. in vijf jaar (€ 1,82 mln.).
Ontvangsten
Artikel 88, derde lid van de Wet FinBES regelt dat bij (begrotings-)wet voor ieder uitkeringsjaar een bedrag aan middelen van het Rijk wordt afgezonderd ten behoeve van het BES-fonds. De uitgaven en de afgezonderde inkomsten over ieder uitkeringsjaar zijn aan elkaar gelijk. Gelet hierop is ten behoeve van de dekking van de uitgaven ten laste van het BES-fonds een post ontvangsten geraamd.
In de onderstaande tabellen is bij de nieuwe mutaties voor het jaar 2019 tevens de extrapolatiestand voor het artikelonderdeel meegenomen.
Artikel 1 BES-Fonds
2014 |
2015 |
2016 |
2017 |
2018 |
2019 |
||
---|---|---|---|---|---|---|---|
Stand ontwerpbegroting 2014 |
32.709 |
32.709 |
32.709 |
32.709 |
32.809 |
0 |
|
1.1 |
BES-Fonds |
32.709 |
32.709 |
32.709 |
32.709 |
32.809 |
0 |
Mutaties 1e suppletoire begroting 2014 |
– 803 |
– 831 |
– 839 |
– 838 |
– 847 |
– 496 |
|
1.1 |
BES-Fonds |
– 803 |
– 831 |
– 839 |
– 838 |
– 847 |
– 496 |
Nieuwe mutaties |
60 |
60 |
60 |
0 |
0 |
32.818 |
|
1.1 |
BES-Fonds |
60 |
60 |
60 |
0 |
0 |
32.818 |
Stand ontwerpbegroting 2015 |
31.966 |
31.938 |
31.930 |
31.871 |
31.962 |
32.322 |
|
1.1 |
BES-Fonds |
31.966 |
31.938 |
31.930 |
31.871 |
31.962 |
32.322 |
2014 |
2015 |
2016 |
2017 |
2018 |
2019 |
||
---|---|---|---|---|---|---|---|
Stand ontwerpbegroting 2014 |
32.709 |
32.709 |
32.709 |
32.709 |
32.809 |
0 |
|
Mutaties 1e suppletoire begroting 2014 |
– 803 |
– 831 |
– 839 |
– 838 |
– 847 |
– 496 |
|
Nieuwe mutaties |
60 |
60 |
60 |
0 |
0 |
32.818 |
|
Stand ontwerpbegroting 2015 |
31.966 |
31.938 |
31.930 |
31.871 |
31.962 |
32.322 |
Omschrijving motie |
Vindplaats |
Stand van zaken |
---|---|---|
n.v.t. |
Omschrijving motie |
Vindplaats |
Stand van zaken |
---|---|---|
(Gewijzigde) motie Segers en Heijnen; Verzoekt de regering, in overleg met Bonaire, Sint-Eustatius, Saba en de Rijksvertegenwoordiger concrete doelstellingen en maatregelen te formuleren om de overvloed aan wet- en regelgeving beter te kunnen verwerken, ambtelijke druk te verminderen en inefficiëntie tegen te gaan en de Kamer hierover voor mei 2013 te informeren |
Kamerdebat 19-12-2012 Begroting BZK rest |
Afgedaan. De Tweede Kamer is op 7 november 2013 per brief geïnformeerd (TK 2013–2014, 33 750-IV nr. 7). |
Motie Hachchi en Segers; Verzoekt de regering voor mei 2014 een voorstel te doen tot herziening van de benoemingsprocedure van de Rijksvertegenwoordiger dat meer recht doet aan de vereisten van transparantie en openbaarheid van bestuur |
Kamerdebat 28-11-2013 Begrotingsbehandeling Koninkrijksrelaties (hoofdstuk IV antwoord, re- en dupliek) |
Afgedaan. De Tweede Kamer is op 6 mei 2014 per brief geïnformeerd (TK 2013–2014, 33 750-IV nr. 40). |
Motie Hachchi c.s.; Verzoekt de regering een oplossing te zoeken waardoor de inwoners van de BES-eilanden dezelfde toegang tot Nederlandse websites krijgen als de inwoners van het Europese deel van Nederland |
Kamerdebat 28-11-2013 Begrotingsbehandeling Koninkrijksrelaties (hoofdstuk IV antwoord, re- en dupliek) |
Afgedaan. De Tweede Kamer is op 21 maart 2014 per brief geïnformeerd (TK 2013–2014, 33 750-IV nr. 36). |
Omschrijving |
Vindplaats |
Stand van zaken |
---|---|---|
De Minister zegt in reactie op het betoog van het lid Van Raak over de afvalwaterzuivering op Bonaire toe dat nu deze met behulp van geld uit Nederland en Europa is gerealiseerd in CN-tafelverband wordt gekeken naar de structurele bekostiging hiervan en de Kamer hierover te informeren |
Parlementair agenda punt [15-05-2014] – BES-aangelegenheden |
De Tweede Kamer zal hierover voor het Herfstreces 2014 worden geïnformeerd. |
De Minister zegt toe de Tweede Kamer het meerjarenplan toe te zenden zodra dat vastgesteld is. |
Parlementair agenda punt [10-04-2014] – Evaluatie rijkscoördinatie Caribisch Nederland |
De Tweede Kamer zal hierover voor het Herfstreces 2014 worden geïnformeerd. |
De Minister zegt toe beide Kamers zo spoedig mogelijk nader te informeren over het instellen van een evaluatiecommissie Caribisch Nederland en de samenstelling daarvan |
Brief EK en TK d.d. 23 juni 2014 «Evaluatie Caribisch Nederland» |
De Kamer zal hierover voor het Herfstreces 2014 worden geïnformeerd. |
De Minister zegt toe de Kamer, mede namens de Staatssecretaris van VWS, uiterlijk eind dit jaar te informeren over het proces rond het actieplan Kinderrechten, waarbij in ieder geval op de betrokkenheid van Caribisch Nederland en de kinderombudsman wordt ingegaan. |
Parlementair agenda punt [15-05-2014] – BES-aangelegenheden |
Een eerste concept van het actieplan voor Kinderrechten uiterlijk eind 2014 gepresenteerd worden. Zodra het actieplan is vastgesteld zal de Kamer hierover geïnformeerd worden. |
Omschrijving |
Vindplaats |
Stand van zaken |
---|---|---|
De Minister zegt toe economische samenwerking, gezondheidszorg en (jeugd)werkloosheid te zullen agenderen in het Koninkrijksberaad |
Kamerdebat 04-06-2013 Begrotingsstaat Koninkrijksrelaties 2013 (33 400 IV) |
Afgedaan. De Eerste Kamer is op 17 juni 2013 per brief geïnformeerd (EK 2012–2013, 33 400-IV, nr. 36) |
De Minister zegt toe de Minister VWS te informeren over de wens van de Eerste Kamer om eerst met haar te spreken over de te nemen maatregelen in het zorgstelsel van Caribisch Nederland voordat er aanpassingen gedaan worden |
Kamerdebat 04-06-2013 Begrotingsstaat Koninkrijksrelaties 2013 (33 400 IV) |
Afgedaan. De verantwoordelijkheid voor de uitvoering van de toezegging is op 5 juni 2013 overgedragen aan min VWS |
De Minister zegt de staatsecretaris SZW te informeren over de wens van de Eerste Kamer van een onderzoek van het SCP voor Caribisch Nederland |
Kamerdebat 04-06-2013 Begrotingsstaat Koninkrijksrelaties 2013 (33 400 IV) |
Afgedaan. De verantwoordelijkheid voor de uitvoering van de toezegging is op 5 juni 2013 overgedragen aan stas SZW |
De Minister zegt de Tweede Kamer een reactie toe op de sociale achterstanden in het kader van het bezoek van stas SZW aan de eilanden |
Kamerdebat 20-03-2013 BES-aangelegenheden |
Afgedaan. De Tweede Kamer is op 8 oktober 2013 per brief geïnformeerd (TK 2013–2014, 33 750-IV nr. 6) |
De Minister zegt de Kamer een onderzoek toe mbt deregulering inclusief een inhoudelijke reactie en inclusief een reactie op nodeloze wetgeving waarmee de eilanden te maken hebben/krijgen. Kamerleden worden opgeroepen om voorbeelden van nodeloze wetgeving aan te leveren |
Kamerdebat 20-03-2013 BES-aangelegenheden |
Afgedaan. De Tweede Kamer is op 7 november 2013 per brief geïnformeerd (TK 2013–2014, 33 750-IV nr. 7) |
De Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties zegt de Kamer, naar aanleiding van vragen van de leden Van Bijsterveld en Thom de Graaf, toe dat hij het rapport «Mogelijkheden voor de deregulering en taakverlichting Caribisch Nederland» in het najaar van 2013 naar de Kamer stuurt met een kabinetsreactie. In dit onderzoek naar taakverlichting en deregulering komt ook de Rijksvertegenwoordiger aan de orde (T01750) |
Kamerdebat 04-06-2013 Begrotingsstaat Koninkrijksrelaties 2013 (33 400 IV) |
Afgedaan. De Eerste Kamer is op 8 november 2013 per brief geïnformeerd (EK 2013–2014, 33 750-IV nr. B) |
De Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties zegt de Kamer, naar aanleiding van een vraag van het lid Linthorst, toe om de ontwikkelingsplannen per eiland inclusief het beoogde voorzieningenniveau, nadat zij afgestemd zijn met de andere departementen, aan de Kamer te doen toekomen (T01752) |
Kamerdebat 04-06-2013 Begrotingsstaat Koninkrijksrelaties 2013 (33 400 IV) |
Afgedaan. De Eerste Kamer is op 8 november 2013 per brief geïnformeerd (EK 2013–2014, 33 750-IV, nr. B) |
De Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties zegt de Kamer, naar aanleiding van een vraag van het lid Van Kappen, toe dat hij, om onduidelijkheid in de toekomst te voorkomen, ervoor zal zorgen dat de belastinginkomsten en de premies worden meegenomen in de begroting voor het BES-fonds 2014. Daarnaast geeft de Minister aan dat hij aan zijn ambtsgenoot van Financiën zal vragen om, wanneer de contacten van de Minister van Financiën met het CBS over het vaststellen van het bbp voor de BES-eilanden tot resultaat leiden, hij het resultaat hiervan aan de Kamer zal doen toekomen (T01748) |
Kamerdebat 04-06-2013 Begrotingsstaat Koninkrijksrelaties 2013 (33 400 IV) |
Afgedaan. De Eerste Kamer is op 8 oktober 2013 per brief geïnformeerd (EK 2013–2014, 33 750-IV, nr. A) |
De Minister zegt toe de Kamer te informeren zodra er over het gesprek met de Rijksvertegenwoordiger iets te melden is |
Kamerdebat 03-09-2013 Mondelinge vraag van het lid Hachchi (D66) aan de Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties over het bericht «Plasterk deed niets met advies om Stolte op Bonaire te vervangen» (NRC, 31 augustus 2013) |
Afgedaan. De Tweede Kamer is op 13 september 2013 per brief geïnformeerd (TK 2012–2013, 33 400-IV, nr. 46) |
De Minister zegt toe de brief over de Scholengemeenschap Bonaire (SGB) door te geleiden naar de Staatssecretaris van OCW en geeft richting Kamer aan dat hij tijdens de reis dit al heeft gedeeld met de Staatssecretaris |
Kamerdebat 28-11-2013 Begrotingsbehandeling Koninkrijksrelaties (hoofdstuk IV antwoord, re- en dupliek) |
Afgedaan. De verantwoordelijkheid voor de toezegging is op 11 december 2013 overgedragen aan Minister OCW. |
De Minister zegt toe de Tweede Kamer te informeren over de voortgang ten aanzien van de aanleg van de glasvezelverbinding (de zogenaamde zeekabel) in Caribisch Nederland |
Brief TK d.d. 9 december 2013 |
Afgedaan. De Tweede Kamer is op 24 januari 2014 per brief geïnformeerd (TK 2013–2014, Aanhangselnummer 1041) |
De Minister zegt toe de Tweede Kamer in april 2014 te informeren over het rapport van de dienst ISB, het rapport van de bestuurlijke commissie Van Gastel en de kabinetsreactie hierop |
Brief min BZK d.d. 7 februari 2014 «Evaluatie Rijkscoördinatie Caribisch Nederland» |
Afgedaan. De Tweede Kamer is op 21 maart 2014 per brief geïnformeerd (TK 2013–2014, 33 750-IV, nr. 35) |
De Minister zegt toe collega’s te informeren over het nut en noodzaak van het laten vertalen van overheidsdocumenten in de eigen taal van de inwoners van Caribisch Nederland en hen te attenderen op dienstverlening van het RCN met betrekking tot het vertalen van documenten |
Brief d.d. 21 maart 2014 «Toezeggingen en motie begrotingsdebat d.d. 28 november 2013» |
Afgedaan. Het is in de interdepartementale werkgroep aan de departementen meegegeven en ook de CN-tafel (alle DG’s van de departementen) zijn per brief geïnformeerd. |
Ministerie |
Artikelonderdeel |
Instrument |
2014 |
2015 |
2016 |
2017 |
2018 |
2019 |
---|---|---|---|---|---|---|---|---|
IV Koninkrijksrelaties |
Artikel 1 Waarborgfunctie |
Het deel dat ten goede komt aan Caribisch Nederland is niet te bepalen. |
||||||
Artikel 2 Bevorderen autonomie Koninkrijkspartners |
Bijdragen aan (inter)nationale organisaties |
1.000 |
1.500 |
1.500 |
2.500 |
2.500 |
2.500 |
|
Bijdragen aan andere overheden |
1.000 |
1.000 |
||||||
VI Veiligheid en Justitie |
Artikel 31 Nationale Politie |
Bijdrage aan ZBO's/RWT's |
16.510 |
16.653 |
17.605 |
17.605 |
17.605 |
17.605 |
Artikel 33 Veiligheid en criminaliteitsbestrijding |
Bijdrage aan (inter)nationale organisaties |
4.911 |
4.912 |
4.912 |
4.913 |
4.912 |
4.912 |
|
Artikel 34 Sanctietoepassing |
Bijdrage aan agentschappen |
9.300 |
9.300 |
9.300 |
9.300 |
9.300 |
9.300 |
|
Bijdrage aan ZBO's/RWT's |
932 |
928 |
881 |
881 |
881 |
881 |
||
Artikel 35 Jeugd |
Bijdrage aan medeoverheden |
1.218 |
1.248 |
1.480 |
1.480 |
1.480 |
1.480 |
|
VII Binnenlandse Zaken |
Artikel 6 Dienstverlenende overheid |
Bijdrage aan agentschappen |
1.500 |
1.500 |
2.900 |
2.900 |
2.800 |
|
Artikel 7 Arbeidszaken overheid |
Inkomensoverdracht |
1.100 |
1.100 |
1.100 |
1.100 |
1.100 |
1.100 |
|
VIII Onderwijs, Cultuur en |
Artikel 1 Primair Onderwijs |
Bekostiging |
12.936 |
12.955 |
12.506 |
12.506 |
12.506 |
12.506 |
Wetenschap |
Artikel 3 Voortgezet onderwijs |
Bekostiging |
14.043 |
13.051 |
12.414 |
12.427 |
12.441 |
12.427 |
Artikel 4 Beroepsonderwijs en volwasseneneducatie |
Bekostiging |
6.658 |
5.664 |
5.664 |
5.664 |
5.664 |
5.664 |
|
Bijdragen aan mede-overheden |
12.180 |
23.284 |
26.702 |
12.708 |
672 |
810 |
||
Artikel 9 Arbeidsmarkt-en Personeelsbeleid |
Subsidies |
2.280 |
2.280 |
|||||
Artikel 14 Cultuur |
Bijdragen aan (inter-)nationale organisaties |
50 |
50 |
50 |
50 |
50 |
50 |
|
Artikel 16 Onderzoek en Wetenschapsbeleid |
Subsidies |
2.500 |
2.500 |
2.500 |
2.500 |
2.500 |
2.500 |
|
Artikel 25 Emancipatie |
Subsidies |
156 |
134 |
74 |
69 |
|||
IX Financiën |
Artikel 1 Belastingen |
Apparaatsuitgaven |
13.000 |
13.000 |
13.000 |
13.000 |
13.000 |
13.000 |
Artikel 2 Financiële markten |
Bijdragen aan ZBO's en RWT's |
1.200 |
1.200 |
1.200 |
1.200 |
1.200 |
1.200 |
|
X Defensie |
Het deel dat ten goede komt aan Caribisch Nederland is niet te bepalen. |
|||||||
XII Infrastructuur en Milieu |
Artikel 13 Ruimtelijke Ontwikkeling |
Opdrachten |
100 |
100 |
100 |
100 |
100 |
100 |
Bijdragen aan medeoverheden |
4.029 |
800 |
200 |
|||||
Artikel 14 Wegen en verkeersveiligheid |
Nader te bepalen |
1.200 |
||||||
Artikel 17 Luchtvaart |
Opdrachten |
565 |
540 |
545 |
545 |
1.045 |
545 |
|
Bijdragen agentschappen |
10.000 |
11.850 |
8.900 |
|||||
Artikel 18 Scheepvaart en havens |
Opdrachten |
160 |
160 |
160 |
160 |
160 |
160 |
|
Artikel 21 Duurzaamheid |
Opdrachten |
2.600 |
||||||
Artikel 22 Externe Veiligheid en Risico's |
Opdrachten |
39 |
||||||
Artikel 23 Meteorologie, Seismologie en Aardobservatie |
Bijdragen agentschappen |
610 |
610 |
610 |
610 |
610 |
610 |
|
Artikel 24 Handhaving en toezicht |
Bijdragen agentschappen |
795 |
770 |
795 |
795 |
795 |
795 |
|
Artikel 26 Bijdrage aan Investeringsfondsen |
Bijdragen IF |
2.810 |
475 |
490 |
390 |
390 |
390 |
|
Bijdragen DF |
400 |
450 |
400 |
400 |
400 |
400 |
||
XIII Economische Zaken |
Artikel 11 Goed functionerende economie en markten |
Opdrachten |
125 |
125 |
125 |
125 |
125 |
125 |
Bijdragen aan ZBO's/RWT's |
705 |
725 |
725 |
725 |
725 |
725 |
||
Artikel 13 Een excellent ondernemingsklimaat |
Subsidies |
100 |
100 |
100 |
100 |
100 |
100 |
|
Artikel 14 Een doelmatige en duurzame energievoorziening |
Subsidies |
14.512 |
7.000 |
4.000 |
3.500 |
3.000 |
3.000 |
|
Artikel 18 Natuur en regio |
Opdrachten |
799 |
779 |
1.181 |
1.581 |
1.581 |
1.581 |
|
Bijdragen aan mede-overheden |
1.500 |
2.500 |
2.000 |
1.500 |
||||
XV Sociale Zaken en Werkgelegenheid |
Artikel 2 Bijstand, Toeslagenwet en Sociale werkvoorzieining |
Inkomensoverdrachten |
1.225 |
1.596 |
1.250 |
1.181 |
1.255 |
1.255 |
Artikel 3 Arbeidsongeschiktheid |
Inkomensoverdrachten |
586 |
604 |
624 |
646 |
678 |
711 |
|
Artikel 5 Werkloosheid |
Inkomensoverdrachten |
150 |
150 |
150 |
150 |
150 |
150 |
|
Artikel 6 Ziekte en Zwangerschap |
Inkomensoverdrachten |
2.446 |
2.518 |
2.605 |
2.695 |
2.829 |
2.967 |
|
Artikel 7 Kinderopvang |
Opdrachten |
1.000 |
||||||
Artikel 8 Oudedagsvoorziening |
Inkomensoverdrachten |
14.714 |
15.289 |
15.059 |
15.626 |
15.391 |
15.929 |
|
Artikel 9 Nabestaanden |
Inkomensoverdrachten |
805 |
829 |
858 |
887 |
931 |
977 |
|
XVI Volksgezondheid, Welzijn |
Artikel 1 Volksgezondheid |
Subsidies |
1.900 |
1.900 |
1.900 |
1.900 |
1.900 |
1.900 |
en Sport |
Artikel 4 Zorgbreed beleid |
Bekostiging |
78.430 |
86.007 |
88.695 |
91.674 |
94.741 |
97.800 |
Artikel 10 Apparaatsuitgaven |
Personeel/materieel |
10.000 |
9.300 |
9.300 |
9.300 |
9.300 |
9.300 |
|
Totaal |
252.779 |
258.436 |
255.560 |
235.393 |
224.817 |
225.455 |
De Miljoenennota 2015 bevat een gedetailleerd overzicht van de raming van de belasting- en premieontvangsten op kasbasis voor 2015. Dat overzicht bevat ook het totaal van de belasting- en premieontvangsten uit Caribisch Nederland. In onderstaande tabel wordt het totale bedrag van de voor 2015 geraamde belasting- en premieontvangsten op kasbasis uit Caribisch Nederland op gedetailleerdere wijze gepresenteerd door de geraamde kasontvangsten voor 2015 uit te splitsen over alle in Caribisch Nederland geheven rijksbelastingen en premies.
Raming 2015 |
|
---|---|
Loonbelasting en premies volks- en werknemersverzekeringen |
59,2 |
Algemene bestedingsbelasting |
23,3 |
Vastgoedbelasting |
8,8 |
Accijnzen |
4,7 |
Overdrachtsbelasting |
2,3 |
Inkomstenbelasting |
2,0 |
Opbrengstbelasting |
0,6 |
Kansspelbelasting |
0,5 |
Ontvangsten oude belastingstelsel |
1,4 |
Totaal |
102,8 |
De eilandelijke belastingtarieven worden vastgesteld door de openbare lichamen. De afweging en de verantwoording over de hoogte van de tarieven vindt plaats in de eilandraden. De doorberekening van de rechten, de rioolheffing en de reinigingsheffing mag maximaal 100 procent kostendekkend zijn. Het bedrag van de inkomsten voor de openbare lichamen kan fluctueren, zoals dat ook bij Europees-Nederlandse gemeenten het geval is.
Net als bij de begroting van het gemeentefonds, verstrekt het kabinet jaarlijks een overzicht van de ontwikkeling van de begrote opbrengsten uit eilandbelastingen als bijlage bij de begroting van het BES-fonds. De in dit overzicht gebruikte gegevens zijn afkomstig van de door de Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties goedgekeurde begrotingen van de openbare lichamen Bonaire, Sint Eustatius en Saba.
Voor de bekostiging van eilandelijke taken mogen de openbare lichamen ook enkele in de wet limitatief genoemde eilandbelastingen heffen en innen (vergelijkbaar met systematiek voor gemeenten). Het gaat op basis van de meest recent ingediende en vastgestelde eilandelijke begrotingen (van 2014).
2011 |
2012 |
2013 |
2014 |
|
---|---|---|---|---|
Motorrijtuigenbelasting |
2.273.743 |
2.402.458 |
2.501.117 |
2.500.000 |
Logeergastenbelasting |
2.713.408 |
1.969.317 |
1.769.749 |
1.700.000 |
Verhuurautobelasting |
558.659 |
649.200 |
614.525 |
650.000 |
Grondbelasting |
2.022.346 |
809.212 |
2.449.581 |
1.200.000 |
Opcenten |
279.330 |
1.830.000 |
307.263 |
1.200.000 |
Precariorechten |
614.525 |
785.172 |
675.978 |
700.000 |
Totale opbrengst |
8.462.011 |
8.445.359 |
8.318.222 |
7.950.000 |
2011 |
2012 |
2013 |
2014 |
|
---|---|---|---|---|
Motorrijtuigenbelasting |
254.386 |
262.506 |
259.000 |
259.000 |
Logeergastenbelasting |
25.671 |
56.795 |
60.500 |
127.000 |
Verhuurautobelasting |
5.101 |
5.875 |
6.000 |
6.000 |
Totale opbrengst |
285.158 |
325.176 |
325.500 |
392.000 |
2011 |
2012 |
2013 |
2014 |
|
---|---|---|---|---|
Motorrijtuigenbelasting |
115.821 |
113.764 |
126.000 |
130.000 |
Logeergastenbelasting |
52.352 |
68.014 |
62.500 |
60.000 |
Totale opbrengst |
168.173 |
181.778 |
188.500 |
190.000 |
De begrote opbrengsten uit eilandelijke belastingen bedragen gemiddeld circa USD 8,8 mln. (€ 6,4 mln.). In de tabellen A t/m C is te zien dat de openbare lichamen aanmerkelijk van elkaar verschillen wat betreft de samenstelling en inkomsten uit de eigen belastingen.
Conform artikel 89 van de wet Financiën BES kunnen de openbare lichamen Bonaire, Sint Eustatius en Saba (BES) een verzoek tot een renteloze lening indienen bij een vakdepartement ten behoeve van het doen van investeringen die dienen voor de uitoefening van de publieke taak. Een dergelijk verzoek wordt door een openbaar lichaam ingediend door tussenkomst van het College financieel toezicht (Cft). Het Cft voorziet de aanvraag van zijn advies. Volgens lid 4 van artikel 89 stelt de Ministerraad jaarlijks vast welk bedrag ieder van de openbare lichamen verschuldigd is aan aflossing van de renteloze leningen. Deze vaststelling geschiedt bij de behandeling van het Besluitvormingsmemorandum in de Ministerraad.
In de onderstaande tabel wordt een overzicht gegeven van de renteloze leningen en de bijbehorende aflossingsbedragen voor 2015, zoals die tot op heden aan Caribisch Nederland zijn verstrekt. Het risico van de wisselkoers euro-dollar ligt bij het vakdepartement.
Eiland |
Leningverstrekkend departement |
Onderwerp |
Oorspronkelijke omvang lening |
Looptijd Lening |
Af te lossen in 2015 |
Af te lossen in 2016 |
Openstaand ultimo 2015 |
---|---|---|---|---|---|---|---|
Saba |
OCW |
Onderwijshuisvesting |
0,3 |
2019–2020 |
0,0 |
0,0 |
0,3 |
Eiland |
Leningverstrekkend departement |
Onderwerp |
Oorspronkelijke omvang lening |
Looptijd Lening |
Af te lossen in 2015 |
Af te lossen in 2016 |
Openstaand ultimo 2015 |
---|---|---|---|---|---|---|---|
Bonaire |
OCW |
Onderwijshuisvesting |
19,1 |
2013–2031 |
1,0 |
1,0 |
16,1 |
Sint Eustatius |
OCW |
Onderwijshuisvesting |
4,0 |
2013–2032 |
0,2 |
0,2 |
3,4 |
Saba |
OCW |
Onderwijshuisvesting |
1,3 |
2013–2018 |
0,3 |
0,3 |
0,7 |
Totaal Caribisch Nederland |
24,4 |
1,5 |
1,5 |
20,1 |
Toelichting lening
Onderwijshuisvesting
Het Cft heeft voor Bonaire, Sint Eustatius en Saba een positief oordeel gegeven over de financiële ruimte van het openbaar lichaam om de aflossingslasten van de investering te dragen. Deze aflossingslasten worden in mindering gebracht op de vrije uitkering uit het BES-fonds. Het Ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap verstrekt de leningen opdat de openbare lichamen een eigen bijdrage kunnen leveren in de kosten om de grote achterstanden in de huisvesting van het onderwijs op de BES-eilanden op korte termijn weg te werken. Met elk van de eilanden zijn door de Minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap, mede om tot deze leningen te komen, afspraken gemaakt om er voor te zorgen dat alle scholen kunnen beschikken over fatsoenlijke onderwijshuisvesting. Dat is een randvoorwaarde voor het realiseren van de basis onderwijskwaliteit.