Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 27 oktober 2014
In het antwoord op de schriftelijke vragen (Aanhangsel Handelingen II 2013/14, nr. 1804) van het lid Fokke inzake de berichten «Stadsbestuur let onvoldoende op de centen» en «We zijn geen applausmachine van het college» (ingezonden 15 april 2014) heb ik toegezegd om Uw Kamer te informeren over de uitkomsten van een inventarisatie naar de afgegeven controleverklaringen bij de jaarrekeningen 2013 van decentrale overheden. In deze brief kom ik die toezegging na.
Van de 408 gemeenten hebben 391 gemeenten een goedkeurend oordeel bij de jaarrekening 2013 van hun controlerend accountant gekregen voor zowel het getrouwe beeld als voor de financiële rechtmatigheid.
Dit betekent dat 96% van de gemeenten een goedkeurend oordeel op beide aspecten heeft gekregen.
Er zijn 17 gemeenten (4% van het totaal aantal gemeenten) met een ander oordeel dan een goedkeurend oordeel op hetzij rechtmatigheid hetzij op getrouw beeld.
Van deze 17 gemeenten hebben er 13 het oordeel «met beperking» gekregen, waarvan 6 gemeenten alleen voor rechtmatigheid met wel een goedkeurend oordeel op getrouw beeld. De redenen zijn veelal verkeerde aanbesteding (rechtmatigheid) en verkeerde waardering grondposities (getrouw beeld).
Van de 17 gemeenten hebben er 3 het oordeel «oordeelsonthouding» gekregen (op beide aspecten), vanwege (hoge) onzekerheden met betrekking tot grondposities van de gemeente.
Eén gemeente heeft het oordeel «afkeurend» gekregen (alleen op rechtmatigheid, met wel een goedkeurend oordeel op getrouw beeld) met als belangrijkste reden een onrechtmatige aanbesteding voor een hoog bedrag waardoor het foutbedrag boven de 3% uitkomt.
Deze score van 96% goedkeurend ligt iets hoger dan over 2008, het laatste jaar waarvoor een integrale inventarisatie van afgegeven verklaringen is uitgevoerd. Over 2008 kreeg 92% van de gemeenten een goedkeurende verklaring op zowel het getrouwe beeld als op rechtmatigheid.
Alle 12 provincies hebben bij hun jaarrekening 2013 een goedkeurend oordeel gekregen voor zowel het getrouwe beeld als voor financiële rechtmatigheid. Ook over 2008 was dat de uitkomst.
Deze mooie uitkomst bevestigt mijn beeld dat provinciale staten en gemeenteraden hun controlerende taak zeer serieus nemen. Gezien de veranderingen die de decentralisaties voor gemeenten betekenen zal ik de komende jaren een integrale inventarisatie naar de strekking van de afgegeven controleverklaringen blijven uitvoeren, en uw Kamer over de uitkomsten daarvan blijven informeren.
De Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties, R.H.A. Plasterk