Kamerstuk 34000-A-7

Reactie op het rapport 'Externe en infrastructuurkosten van verkeer een overzicht voor Nederland in 2010’

Dossier: Vaststelling van de begrotingsstaat van het Infrastructuurfonds voor het jaar 2015

Gepubliceerd: 13 oktober 2014
Indiener(s): Melanie Schultz van Haegen (minister infrastructuur en waterstaat) (VVD)
Onderwerpen: begroting financiën
Bron: https://zoek.officielebekendmakingen.nl/kst-34000-A-7.html
ID: 34000-A-7

Nr. 7 BRIEF VAN DE MINISTER VAN INFRASTRUCTUUR EN MILIEU

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 13 oktober 2014

Met deze brief geef ik u, mede namens de Staatssecretaris, op het verzoek van uw commissie voor Infrastructuur en Milieu, een specifieke reactie op het rapport «Externe en infrastructuurkosten van verkeer een overzicht voor Nederland in 2010»

Externe kosten

Van externe kosten wordt gesproken als deze kosten niet gedragen worden door de veroorzaker (dit in tegenstelling tot interne kosten; zoals bijvoorbeeld de brandstofkosten voor een automobilist).

Opdracht en doel van het onderzoek

  • Het rapport «Externe en infrastructuurkosten verkeer» is de actualisatie van de studie «de prijs van een reis» uit 2004. De actualisatie is in opdracht van het Kennisinstituut voor Mobiliteitsbeleid uitgevoerd door CE Delft en de Vrije Universiteit Amsterdam.

  • Doel van de studie is een onafhankelijk, wetenschappelijk onderbouwd en actueel overzicht te bieden van de externe en infrastructuurkosten van alle vervoerwijzen: externe kosten van infrastructuur, ruimtebeslag, verkeersveiligheid, congestie, geluid en milieu en klimaateffecten in Nederland in 2010. Naast deze externe en infrastructuurkosten spelen ook ontvangen subsidies, belastingen en heffingen een rol.

  • Deze update was nodig omdat de gegevens uit 2004 verouderd zijn en intussen betere methoden beschikbaar zijn voor het vaststellen van de kosten.

  • Deze studie is ook bedoeld om «witte vlekken» op dit vlak te identificeren. Het onderzoek aan kengetallen houdt niet op: er ontstaan nieuwe inzichten en er komen nieuwe gegevens beschikbaar; mettertijd zal er ook weer een «update» van dit onderzoek komen.

Wijze van onderzoek en vorm van resultaten

  • Onderzoek naar externe kosten en kengetallen in de beschikbare wetenschappelijke literatuur en onafhankelijke databronnen.

  • Gegevens over de Nederlandse situatie, zoals vervoeromvang per vervoerwijze, kosten van infrastructuur per vervoerwijze, verkeersongevallen, subsidies, belastingen en heffingen.

  • Het resultaat van de studie is een state of the art overzicht van externe en infrastructuurkosten, subsidies, belastingen en heffingen per vervoerwijze.

  • Hierin zitten allerlei aannames en soms is sprake van grote onzekerheden, maar deze zijn transparant toegelicht.

  • De verschillende modaliteiten zijn, op basis van de externe- en infrastructuurkosten, niet onderling met elkaar te vergelijken. Dat heeft te maken met verschillen in methoden, aannames en onzekerheden tussen de modaliteiten. Luchtvaart en zeevaart zijn voor het eerst meegenomen; de gegevens voor deze modaliteiten zijn daarmee minder uitontwikkeld dan voor andere modaliteiten.

Gebruik van de resultaten

  • De resultaten van het onderzoek kunnen voor verschillende doeleinden worden ingezet, waaronder voor het gebruik in (Maatschappelijke) Kosten-Batenanalyses (MKBA’s) en (Europese) studies naar het internaliseren van externe kosten. Ook andere landen en de EU verrichten dit soort studies.

  • Er worden geen nieuwe kengetallen gepresenteerd in het rapport, het is een overzicht van reeds in de literatuur bekende kengetallen. Daarmee heeft dit rapport geen invloed op de wijze waarop KBA’s worden uitgevoerd en gevuld.

  • Het vertalen van de schattingen van de externe en infrastructuurkosten in beleidsaanbevelingen om externe kosten te internaliseren valt nadrukkelijk buiten het kader van deze studie. Anders gezegd, er worden geen waardeoordelen gegeven of en zo ja in welke mate en hoe deze diverse soorten kosten aan de gebruiker zouden moeten worden doorberekend. Deze keuzen, bijvoorbeeld voor milieuheffingen, worden politiek gemaakt.

Afbakening en onzekerheden

  • Een aantal externe kosten is niet meegenomen omdat er onvoldoende basis is voor een betrouwbare kwantificering en waardering. Dit is soms het gevolg van gebrek aan data, maar vaker van het ontbreken van methodieken voor het kwantificeren en waarderen van externe kosten

  • Enkele kostenposten die in deze studie niet worden meegenomen zijn:

    • congestiekosten en schaarstekosten (bijv. door slots op luchthavens en beperkte beschikbaarheid van spoorinfrastructuur) m.u.v. congestiekosten van het wegvervoer;

    • externe kosten van energievoorzieningszekerheid;

    • externe kosten als gevolg van nucleaire elektriciteitsopwekking;

    • externe kosten van barrièrewerking van infrastructuur;

    • externe kosten door watervervuiling als gevolg van scheepvaart

    • externe kosten die gerelateerd zijn aan de productie, onderhoud en beheer van voertuigen en infrastructuur.

  • Er zijn verschillende oorzaken voor onzekerheden in de kengetallen:

    • als gevolg van de gehanteerde waarderingsmethodieken: sommige methodieken zijn beter doorontwikkeld dan andere en sommige waarderingen zijn gemakkelijker te kwantificeren dan andere;

    • als gevolg van gehanteerde inputdata, zoals omvang van verkeer en van emissies;

    • als gevolg van gemaakte aannames.

  • Deze onzekerheden worden zichtbaar gemaakt door:

    • gebruik te maken van bandbreedtes;

    • resultaten van gevoeligheidsanalyses te geven;

    • door de gevolgde methodieken en data zo transparant mogelijk weer te geven.

De Minister van Infrastructuur en Milieu, M.H. Schultz van Haegen-Maas Geesteranus