Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 10 december 2014
Gaarne breng ik u op de hoogte van de besluitvorming die heeft plaatsgevonden in het project Zeetoegang IJmond, de geplande nieuwe grote zeesluis in IJmuiden.
Nadat in 2012 de bestuurlijke afspraken van 2009 in het voorkeursbesluit zijn herbevestigd, is alle inzet gericht geweest op het voorbereiden van de aanbesteding en de ruimtelijke inpassing met de milieueffectrapportage in een Provinciaal Inpassingsplan (PIP). Uw Kamer is over de bestuurlijke afspraken van 2009 en 2012 geïnformeerd bij Kamerbrief van 21 juni 2012 (Kamerstuk 33 000 A, nr. 71) en bij Kamerbrief van 11 december 2009 (Kamerstuk 32 123 A, nr. 80).
Om vaart in het proces te houden heb ik de aanbesteding medio 2014 al gestart als parallel proces aan de planstudie, dus vooruitlopend op een definitief PIP. Provinciale staten hebben het PIP eind september jl. goedgekeurd. Van de Raad van State ontving ik op 9 december jl. het bericht dat er geen beroepen zijn ingediend en het PIP dus onherroepelijk is.
Om de consortia die meedingen in de aanbesteding vertrouwen te bieden over financiering en bekostiging van dit project, zijn er tussen het Rijk en de regiopartijen Provincie Noord-Holland en de gemeente Amsterdam juridisch bindende afspraken gemaakt over hun financiële bijdragen in een Bestuurlijke Overeenkomst (zie bijlage1). Gedeputeerde en provinciale staten en het College en de Gemeenteraad van Amsterdam kunnen zich vinden in de overeenkomst en de gemaakte (financiële) afspraken. Tijdens het Noordzeekanaalgebied-congres van 11 december a.s. zal de overeenkomst getekend worden.
Hiermee is het project Zeetoegang IJmond weer een zeer belangrijke stap verder gekomen, kan de tweede fase van de aanbesteding starten en zullen er in 2015 enige voorbereidende werkzaamheden op het bouwterrein worden uitgevoerd. Het selectieproces om te komen tot het beste consortium om de opdracht uit te voeren verloopt bemoedigend. Ik reken erop dat de uitkomst ertoe leidt dat ik eind 2015 opdracht en besluit tot realisatie kan geven, zodat de schop in januari 2016 daadwerkelijk de grond in kan. De sluis zal dan uiterlijk eind oktober 2019 beschikbaar zijn voor de scheepvaart en zullen de beschikbaarheidsvergoedingen betaald gaan worden. Aangezien er sprake is van een PPS-constructie vangt dan ook de 26 jaar durende onderhoudsverplichting van het consortium aan.
De Minister van Infrastructuur en Milieu, M.H. Schultz van Haegen-Maas Geesteranus