Ontvangen 29 oktober 2014
De ondergetekende stelt het volgende amendement voor:
De begrotingsstaat wordt als volgt gewijzigd:
I
In artikel 13 Spoorwegen worden het verplichtingenbedrag en het uitgavenbedrag verlaagd met € 23.300 (x € 1.000).
II
In artikel 13 Spoorwegen worden het verplichtingenbedrag en het uitgavenbedrag verhoogd met € 23.300 (x € 1.000).
Met dit amendement wordt een kwartierdienst op de Valleilijn (Amersfoort-Barneveld-Ede-Wageningen) mogelijk gemaakt. Momenteel is door de beperkingen van de infrastructuur (deels enkelsporig traject) een kwartierdienst alleen mogelijk op het noordelijke deel van het traject. Door de sterke groei van het aantal passagiers in de afgelopen jaren moeten steeds vaker reizigers op het perron achterblijven. Deze groei zet ook de komende jaren naar verwachting onverminderd door. Met het invoeren van een kwartierdienst ontstaat er ruimte om deze verdere groei van het aantal reizigers op te vangen. Bovendien wordt de reistijd korter en ontstaan zo betere aansluitingen.
De Valleilijn is niet alleen van belang voor de regio Food Valley, maar heeft ook een belangrijke functie voor het hoofdrailnet als omleidingsroute bij verstoringen op Utrecht Centraal. De lijn is op de eindpunten een belangrijke feeder voor het hoofdrailnet. Bovendien maakt een kwartierdienst op deze lijn dat reizigers tussen Amersfoort en Arnhem niet meer hoeven om te reizen via Utrecht waardoor de drukke corridor Amersfoort-Utrecht wordt ontlast.
In de motie Dik-Faber c.s. (Kamerstukken II 2013/14, 29 984 nr. 468) heeft de Tweede Kamer de wenselijkheid van een kwartierdienst op de hele Valleilijn onderstreept en de regering verzocht met betrokken partijen de financiële mogelijkheden voor een kwartierdienst te onderzoeken. Uit het onderzoek blijkt dat de geraamde kosten voor invoering van de kwartierdienst 46,6 miljoen euro (inclusief BTW) bedragen. Daarvoor worden onder meer gerealiseerd: dubbelspoor op een deel van het traject, snelheidsverhoging op delen van het traject en een extra perronspoor op station Ede/Wageningen.
Het is de laatste jaren gebruikelijk dat bij regionale spoorprojecten de regio 50% van de investeringen bijdraagt. De regionale overheden hebben voor de realisatie van de kwartierdienst reeds 17 miljoen euro gereserveerd en hebben de bereidheid uitgesproken deze bijdrage te verhogen tot 23,3 miljoen euro waarmee aan de cofinancieringseis is voldaan.
Met dit amendement wordt voorzien in dekking van de rijksbijdrage van 23,3 miljoen voor de kwartierdienst. Binnen het programma Beter Benutten is 90 miljoen euro gereserveerd voor regionaal spoor (onderdeel 13.03.04). Hiervan is eerder 6,75 miljoen in het vooruitzicht gesteld voor de Valleilijn. Met dit amendement wordt dit geld toegewezen aan de Valleilijn. De overige 16,55 miljoen wordt gedekt vanuit het programma Kleine functiewijzigingen infrastructuur (onderdeel 13.03.01). Dit programma is bedoeld voor kleine aanpassingen aan de infrastructuur zoals aanpassing van wissels en seinen en verlengen van perrons. Een groot deel van de benodigde werkzaamheden voor de Valleilijn zoals de aanpassingen op station Ede-Wageningen vallen onder het bereik van dit programma. Binnen dit programma is jaarlijks ruim 70 miljoen euro beschikbaar. De werkzaamheden aan de Valleilijn duren circa 3 jaar. Per saldo wordt er dus drie jaar lang per jaar ruim 5 miljoen ingezet voor de Valleilijn. Om tot efficiënte besteding van de middelen te komen worden beide budgetten gebundeld binnen het programma Beter Benutten.
Dik-Faber