Ontvangen 10 maart 2015
De ondergetekende stelt het volgende amendement voor:
I
In artikel I, onderdeel B, onderdeel 4, wordt aan het vijfde lid een volzin toegevoegd, luidende: In afwijking van de eerste volzin, kan indien alle bevoegde gezagsorganen met vestigingen in het gebied van het desbetreffende samenwerkingsverband ermee hebben ingestemd, het samenwerkingsverband criteria stellen die in het ondersteuningsplan worden opgenomen.
II
In artikel I, onderdeel C, onderdeel 3, wordt «twee onderdelen» vervangen door «drie onderdelen» en wordt na onderdeel j een onderdeel toegevoegd, luidende:
k. indien toepassing wordt gegeven aan artikel 10g, vijfde lid, tweede volzin, de procedure en criteria voor het toelaatbaar verklaren van een leerling tot het praktijkonderwijs.
III
In artikel I, onderdeel O, wordt in artikel 118v, eerste lid, «artikel 17a, achtste lid, onderdelen a, b, c, e en f,» vervangen door: artikel 17a, achtste lid, onderdelen a, b, c, e, f en k,.
Samenwerkingsverbanden moeten de ruimte krijgen om de onderwijsvoorzieningen in hun regio zo in te richten, dat zij leerlingdaling kunnen opvangen en een dekkend aanbod aan onderwijsondersteuning gegarandeerd blijft. De landelijke criteria voor het praktijkonderwijs kunnen dit nu in de weg staan. Dit amendement geeft samenwerkingsverbanden de nodige ruimte eigen criteria op te stellen voor de bijzondere groepen (artikel 10g lid5 van de WVO), die meer inspelen op de behoeften in de regio.
Daartoe is in artikel 10g, vijfde lid, van de Wet op het voortgezet onderwijs opgenomen dat een samenwerkingsverband ervoor kan kiezen om voor de bijzondere groepen niet de criteria te hanteren zoals opgenomen in de algemene maatregel van bestuur, maar criteria te hanteren die zij zelf hebben opgenomen in hun ondersteuningsplan. Het samenwerkingsverband mag alleen zelf criteria opstellen als alle besturen in het samenwerkingsverband daarmee instemmen.
Straus