Vastgesteld 9 oktober 2014
De vaste commissie voor Financiën belast met het voorbereidend onderzoek van bovenstaand wetsvoorstel, heeft de eer als volgt verslag uit te brengen van haar bevindingen.
Onder het voorbehoud dat de regering de vragen en opmerkingen in dit verslag afdoende zal beantwoorden, acht de commissie hiermee de openbare behandeling van het voorstel van wet voldoende voorbereid.
Inhoudsopgave
Blz. |
|
---|---|
Inleiding |
1 |
De FATCA en de totstandkoming van de IGA |
2 |
De Nederlandse IGA |
2 |
Mondiale ontwikkeling |
4 |
Administratieve lasten en uitvoeringskosten |
5 |
Artikelsgewijze toelichting |
5 |
Inleiding
De leden van de VVD-fractie hebben met belangstelling kennisgenomen van het wetsvoorstel en van het er onder liggende verdrag. Deze leden zijn zeer voor een goede uitwisseling van inlichtingen op belastingterrein tussen landen. Toch hebben zij enige vragen.
De leden van de PvdA-fractie hebben met belangstelling kennisgenomen van voorliggend wetsvoorstel. Hierover hebben deze leden nog enkele vragen.
De leden van de SP-fractie hebben met interesse kennisgenomen van het verdrag tussen Nederland en de Verenigde Staten naar aanleiding van de FATCA wetgeving.
De leden van de CDA-fractie hebben met belangstelling kennisgenomen van het wetsvoorstel Goedkeuring Verdrag tussen Nederland en de Verenigde Staten dat dient om de FATCA te implementeren. Deze leden merken op dat de Amerikaanse FATCA-wetgeving een nieuwe standaard zet op het gebied van openheid, transparantie en gegevensuitwisseling. De Amerikaanse wetgeving heeft natuurlijk een behoorlijk extraterritoriale werking, maar de Verenigde Staten zijn er wel in geslaagd om bijvoorbeeld het Zwitserse bankgeheim geheel te kraken.
De leden van de CDA-fractie zien hierin een interessante paradox: de Zwitserse en Luxemburgse gegevens gaan nu wel naar de Verenigde Staten, maar nog niet naar Nederland. Op welke wijze is Nederland samen met andere landen in staat om dezelfde informatie uit deze landen op te halen, zo vragen de leden van de CDA-fractie? Is het nuttig dat daarvoor in de EU, hetzij met alle lidstaten, hetzij met een kopgroep, actie wordt ondernomen?
De leden van de D66-fractie hebben kennisgenomen van het voorstel van de regering voor de goedkeuring van het op 18 december 2013 te ’s-Gravenhage tot stand gekomen Verdrag tussen het Koninkrijk der Nederlanden en de Verenigde Staten van Amerika tot verbetering van de internationale naleving van de belastingplicht en de tenuitvoerlegging van de FATCA. Dit Verdrag kan een bijdrage leveren aan het tegengaan van belastingontwijking- en ontduiking, een doel dat door deze leden van harte gesteund wordt, ook in het licht van de inspanningen die er momenteel geleverd worden om dit probleem internationaal aan te pakken.
De FATCA en de totstandkoming van de IGA
De leden van de PvdA-fractie constateren dat Nederland ten aanzien van FATCA pas actie ondernam lang nadat Duitsland, Frankrijk, Italië, Spanje en het Verenigd Koninkrijk het initiatief namen op 8 februari 2012. Kan de regering toelichten wat de verklaring is voor deze ogenschijnlijk terughoudende opstelling van Nederland in de strijd tegen internationale belastingontwijking? Kan de regering toelichten wat de beweegredenen zijn geweest van Chili, Japan, Oostenrijk en Zwitserland om te kiezen voor een overeenkomst gebaseerd op Model II?
De leden van de D66-fractie constateren dat de Verenigde Staten hebben toegezegd om wet- en regelgeving tot stand te brengen om op wederkerige basis informatie uit te wisselen over belastingplichtigen. Ook constateren de leden dat de implementatie van het Verdrag een incidentele kostenpost voor de Belastingdienst oplevert van € 2,9 miljoen en structureel € 450.000 op jaarbasis kost met ingang van 2015. Ook de VS zal informatie leveren aan Nederland op dezelfde wijze als onze Belastingdienst informatie zal leveren aan de Internal Revenue Service (IRS). Hoe ver zijn de Verenigde Staten momenteel in het proces om deze wet- en regelgeving tot stand te brengen?
De Nederlandse IGA
De leden van de fractie van de VVD zijn van mening dat in de stukken niet echt wordt omschreven, wie er als burger in Nederland mee te maken krijgt. Hebben deze leden goed begrepen, dat een persoon die uit Nederlandse ouders is geboren op een moment dat die ouders gedurende een korte periode in de Verenigde Staten woonden, ook altijd de nationaliteit houdt van de Verenigde Staten en dus ook nog steeds belastingplichtig daar is en daar ook aangifte zou moeten doen? Gaat dat niet erg ver, zeker als het gaat om iemand die er enkel als baby woonde en verder persoonlijk geen banden heeft met de Verenigde Staten? Om hoeveel mensen gaat het die in zo een situatie verkeren?
Is het de regering bekend, dat onder meer de ING-bank cliënten benadert om na te gaan of zij ook de nationaliteit hebben van de Verenigde Staten en daarbij aangeven wellicht de rekening van betrokkenen te gaan beëindigen als er ook sprake is van staatsburgerschap van de Verenigde Staten?
Hoe gaan andere landen in de Europese Unie hier mee om, vragen de leden van de fractie van de VVD?
Wat gaat er gebeuren in de situatie dat iemand met ouders uit de Verenigde Staten in Nederland is geboren en hier ook maar kort heeft gewoond, vragen genoemde leden?
De leden van de PvdA-fractie merken op dat de NL IGA voor zowel Nederland als de Verenigde Staten wederzijdse verplichtingen schept. Tegelijkertijd wordt niet geheel duidelijk hoe deze verplichtingen zich tot elkaar verhouden. Genoemde leden vragen de regering of er enig verschil bestaat tussen de gegevens die beide landen gaan uitwisselen, als ook de termijn waarop dat gebeurt? Zo ja, waar en waarom? En wat is de reden dat nog geen schatting is te maken van de budgettaire opbrengst die deze nieuwe stap in de strijd tegen belastingontwijking kan opleveren?
De leden van de PvdA-fractie nemen met instemming kennis van het feit dat het CBP heeft aangegeven dat is gebleken dat de NL IGA in lijn is met de Wet bescherming persoonsgegevens.
Met name op het punt van de wederkerigheid leven er nog veel vragen bij de leden van de SP-fractie. Wat houdt de toezegging van de Verenigde Staten in dat zij wet- en regelgeving tot stand zullen brengen om op wederkerige basis informatie te gaan uitwisselen over belastingplichtigen van het FATCA-partnerland?
Welke harde afspraken zijn daarover gemaakt? Kan de regering de precieze tekst doen toekomen van de gezamenlijke verklaring tussen de G5 en de Verenigde Staten, waarin de Verenigde Staten aangeven bereid te zijn de uitwisseling van informatie op overheidsniveau te laten plaatsvinden? Is er daarmee door de Verenigde Staten ook een bindende toezegging gedaan in de richting van Nederland?
In hoeverre gaat Nederland straks veel meer informatie uitwisselen aan de Verenigde Staten dan andersom, zo vragen de leden van de SP-fractie en de leden van de CDA-fractie, aangezien de Verenigde Staten nog gaan bewerkstelligen dat de automatische uitwisseling op een gelijk niveau komt. Gaan de Verenigde Staten totdat dit gelijke niveau bereikt is meer spontaan informatie uitwisselen in plaats van automatisch? Hoe wordt bijgehouden of de inspanningsverplichting van de Verenigde Staten ook daadwerkelijk tot resultaat leidt, willen de leden van beide fracties weten?
Kan de regering toelichten op welke wijze de Verenigde Staten adequate gegevensbescherming bieden? Bestaat er in de Verenigde Staten een wettelijke equivalent van het Nederlandse artikel 67 AWR?
Onder de vrijgestelde producten vallen een drietal categorieën. Kan de regering onderbouwen waarom derde pijlerproducten hier ook onder vallen? Kan de regering een aantal concrete producten daarvan noemen? Welke lijfrenteproducten vallen onder de vrijgestelde producten en welke niet, vragen de leden van de SP-fractie?
In eerder antwoord op schriftelijke vragen van leden van de SP-fractie naar aanleiding van het uitsluiten van Amerikanen van een beleggingsrekening door Binckbank, is aangegeven dat FATCA voor het begrip US Person uitgaat van de Amerikaanse belastingwetgeving. Op basis daarvan kunnen in Nederland genaturaliseerde Amerikanen mogelijk geen toegang krijgen tot diensten in Nederland. De vraag is of de regering dat een wenselijke situatie vindt. Wat is voor deze groep volgens de regering de oplossing, indien zij geen afstand willen doen van hun oorspronkelijke nationaliteit? In het antwoord op de schriftelijke vragen is aangegeven dat verwacht wordt dat financiële instellingen zich aan hun wettelijke verplichtingen zullen conformeren zonder de dienstverlening aan hun cliënten op te zeggen. Hoe gaat de regering daar op toezien, vragen de leden van de fractie van de SP?
De leden van de CDA-fractie ontvangen graag nog een toelichting welke gegevens Nederland van de Verenigde Staten zal ontvangen in ruil voor de Nederlandse gegevens.
In de memorie van toelichting wordt aangegeven dat er geen enkele reden is te veronderstellen dat de Verenigde Staten geen adequate gegevensbescherming bieden en dat dit ook blijkt uit een peer review van het Gobal Forum on Transparancy and Exchange of Information for Tax Purposes waarin de Verenigde Staten optimaal hebben gescoord. De leden van de CDA-fractie vragen de regering of er in de Verenigde Staten een wettelijke equivalent van het Nederlandse artikel 67 AWR bestaat. Is de gegevensbescherming op dezelfde manier wettelijk vormgegeven als in Nederland?
Een directeur-grootaandeelhouder is de enige aandeelhouder van een beleggings-BV die wereldwijd in aandelen belegt. Is de DGA een customer? Is de beleggings-BV een investment entity, vragen de leden van de CDA-fractie?
Het Verenigd Koninkrijk heeft «holding companies and treasury centers of financial groups» als Financial Institution aangemerkt. Gaat Nederland dat ook doen, ondanks dat dit niet uit de definitie in de IGA volgt, vragen de genoemde leden?
De leden van de D66-fractie constateren dat inmiddels diverse lidstaten een verdrag met de Verenigde Staten hebben gesloten ter verbetering van de internationale naleving van de belastingplicht en de tenuitvoerlegging van de FATCA. Kan de regering op hoofdlijnen aangeven of en hoe het Verdrag verschilt ten opzichte van de verdragen die andere lidstaten met de Verenigde Staten hebben gesloten?
De leden van de D66-fractie constateren dat het College bescherming persoonsgegevens (Cbp) door de regering is gevraagd om een advies uit te brengen over het Verdrag en dat het Cbp tot de conclusie kwam dat het Verdrag niet in strijd is met de Wet bescherming persoonsgegevens. Kan de regering nader toelichten hoe het Verdrag zich verhoudt ten aanzien van Europese richtlijnen voor data protectie? Ten aanzien van het Verdrag vragen de leden zich af wat de juridische status van het Verdrag is en welke rechten hieraan kunnen worden ontleend.
De leden van de D66-fractie vragen de regering om in te gaan op de gevolgen van dit Verdrag voor personen met een dubbele nationaliteit, zowel de Nederlandse als de Amerikaanse, die buiten Nederland wonen.
Mondiale ontwikkeling
De leden van de PvdA-fractie merken op dat ondertussen ook wordt gewerkt aan een wereldwijde FATCA-standaard: de Common Reporting Standard (CRS). Het verschil met FATCA is dat bij de CRS geen sanctie van 30% wordt ingevoerd als bronheffing. Kan de regering aangeven hoe wordt voorkomen dat de CRS een dode letter wordt, doordat een dergelijke sanctie daarin ontbreekt?
Administratieve lasten en uitvoeringskosten
De leden van de CDA-fractie missen een ACTAL-toets op dit wetsvoorstel. De regering gaat uit van kosten voor de overheid, maar de compliance-kosten voor het bedrijfsleven zullen aanzienlijk hoger zijn. Is deze wel op optimale wijze vorm gegeven en is het mogelijk om alsnog een ACTAL-advies te ontvangen, zo vragen de leden van de CDA-fractie de regering?
Artikelsgewijze toelichting
Artikel 3
De leden van de D66-fractie constateren dat de bevoegde autoriteiten nadere regels overeen zullen komen over de beveiliging en bescherming van de uit te wisselen gegevens. Kan de regering aangeven of deze regelgeving er is voordat het Verdrag in werking treedt?
Artikel 4
In artikel 4, lid 7 is bepaald dat Nederland omschrijvingen uit de Amerikaanse uitvoeringsvoorschriften mag hanteren in plaats van de omschrijvingen uit de Nederlandse IGA en dit mag toestaan aan Nederlandse financiële instellingen. Hoe wordt dit publiekelijk inzichtelijk gemaakt? Hoe wordt de Kamer betrokken indien de IGA wordt gewijzigd?
Artikel 6
Het verdrag voorziet in artikel 6, lid 4, sub b in een afspraak dat ten behoeve van de aanlevering van gegevens aan de Verenigde Staten Nederlandse financiële instellingen het Tax Identification Number (TIN) van Amerikaanse klanten vanaf 1-1-2017 zullen gaan vastleggen. De leden van de CDA-fractie vragen de regering explicieter in de toelichting te vermelden dat financiële instellingen ook in de jaren voor 1-1-2017 al gerechtigd zijn om de TIN-gegevens te verzamelen in de aanloop naar de verplichte aanlevering van gegevens over 2017, zodat voorkomen kan worden dat vroegtijdige start met de registratie zou kunnen worden beschouwd als een schending van de Wet bescherming persoonsgegevens.
Artikel 8
Het verdrag voorziet in artikel 8 in een mogelijkheid van overleg tussen de bevoegde autoriteiten en ook om eventueel in gezamenlijkheid te besluiten tot een wijziging. Het verdrag zondert de huidige pensioenproducten aangeboden door pensioenfondsen en pensioenverzekeraars in beginsel uit van de verplichte informatie-uitwisseling. De leden van de CDA-fractie vragen de regering te bevestigen dat het niet de bedoeling is dat het door de regering bedachte nettopensioen de algemene vrijstelling voor pensioenfondsen aantast. Mag dit nieuwe pensioenproduct voor pensioenverzekeraars worden beschouwd als vrijgesteld product waarover niet behoeft te worden gerapporteerd?
De voorzitter van de vaste commissie, Duisenberg
De griffier van de commissie, Berck