Ontvangen 24 juli 2014
In het voorstel van wet (stuk nr. 2) worden de volgende verbeteringen aangebracht:
In artikel XIV komt artikel 128a als volgt te luiden:
Artikel 128a
Een ambtenaar als bedoeld in artikel 123, derde lid, onderdeel d, is voor zover dit voor de heffing van de in artikel 122d, eerste lid, van deze wet of artikel 7.2, tweede lid, van de Waterwet bedoelde waterschapsbelasting redelijkerwijs nodig is, bevoegd:
a. elke plaats met medeneming van de benodigde apparatuur, zo nodig met behulp van de sterke arm, zonder toestemming van de bewoner te betreden met uitzondering van een woning;
b. monsters te nemen van het afvalwater dat wordt afgevoerd in de zin van artikel 122c, onderdeel c, van deze wet of wordt geloosd in de zin van artikel 7.1 van de Waterwet.