Vastgesteld 17 juli 2014
De vaste commissie voor Buitenlandse Zaken, belast met het voorbereidend onderzoek van dit wetsvoorstel, heeft de eer verslag uit te brengen van haar bevindingen. Onder het voorbehoud dat de regering de gestelde vragen tijdig en afdoende zal hebben beantwoord, acht de commissie de openbare behandeling van dit wetsvoorstel voldoende voorbereid.
De voorzitter van de vaste commissie voor Buitenlandse Zaken, Eijsink
De griffier van de vaste commissie voor Buitenlandse Zaken, Van Toor
Algemeen
De leden van de VVD-fractie hebben met belangstelling kennis genomen van het voornemen tot goedkeuring van het op 2 april 2013 te New York tot stand gekomen Wapenhandelsverdrag (Trb. 2013, 143 en Trb. 2014, 45). Met het verdrag wordt de handel in conventionele wapens wereldwijd gereguleerd. Bij een wapenembargo vanuit de Verenigde Naties (VN), dreigende oorlogsmisdaden of genocide wordt de handel aan banden gelegd. Binnen de Europese Unie zijn dergelijke afspraken al gemaakt in het kader van het Gemeenschappelijk Standpunt inzake wapenexportbeleid. De leden van de VVD-fractie hebben nog enkele verduidelijkende vragen.
Er is brede steun binnen de VN voor het verdrag. Bij de Algemene Vergadering van de VN (AVVN) stemden alleen Syrië, Noord-Korea en Iran tegen. Kan de regering aangeven welke landen zich hebben onthouden van stemmen en welke gevolgen de 23 onthoudingen hebben voor de werking van het verdrag?
Binnen de EU zal weinig veranderen door het nieuwe verdrag door de al bestaande afspraken ten aanzien van wapenexport. De leden van de VVD-fractie horen graag van de regering in welke mate er wel iets verandert in de praktijk buiten de EU om? Hoe schat de regering in dat het verdrag bijvoorbeeld kan bijdragen aan het niet leveren van wapens aan bijvoorbeeld het regime van Assad in Syrië?
Dit verdrag reguleert alleen de handel in conventionele wapens, niet in de nucleaire en chemische wapens. Kan de regering toelichten in welke mate dit verdrag al dan niet te vergelijken is met de Organisatie voor het Verbod op Chemische Wapens (OPCW), waarmee de handel in chemische wapens gereguleerd wordt?
De regering schrijft dat in voorkomende gevallen een wapenembargo van de EU of de Organisatie voor Veiligheid en Samenwerking in Europa (OVSE) ook doorwerking kan hebben dankzij dit verdrag, naast alleen een VN-wapenembargo. Kan de regering toelichten in welke gevallen een EU-wapenembargo gevolgen kan hebben voor niet EU-landen wat betreft de levering van wapens aan derde landen?
Tot slot horen de leden van de VVD-fractie graag een inschatting van de regering over het ratificatieproces en in welke mate voldoende landen dit verdrag binnen afzienbare tijd zullen ratificeren.
De leden van de SP-fractie hebben kennisgenomen van het voornemen tot goedkeuring van het Wapenhandelsverdrag. Zij hebben echter nog wel wat vragen.
Het verdrag is door drie landen niet ondertekend. Waarom hebben deze landen niet ondertekend en wat zijn de gevolgen voor deze landen dat ze niet hebben ondertekend? Welke 23 landen hebben zich van stemming onthouden en waarom hebben deze landen zich onthouden van stemming? Wat zijn de gevolgen voor de landen die zich van stemming hebben onthouden? Wat was de meerwaarde geweest als alle landen het verdrag hadden ondertekend?
De uiteindelijke verdragstekst is zeer breed gedragen. Welke onderdelen zijn eruit gehaald om tot een breed gedragen compromis te komen? Zijn er bepaalde onderdelen die Nederland wel liever in de verdragstekst had willen zien staan? Zo ja, welke onderdelen?
Artikel 2: Reikwijdte
De leden van de SP-fractie zijn verheugd over het feit dat de reikwijdte is vergroot zodat ook ongecontroleerde handel in handvuurwapens en lichte wapens in ieder geval onder het verdrag valt en kan worden gereguleerd. Kan de regering uitleggen wat voor verplichting landen precies hebben door deze uitbreiding? Europa gaat gebruik maken van de Gemeenschappelijke EU-lijst van militaire goederen. Waarom is deze uitbreiding niet in de verdragstekst opgenomen? Welke andere lijsten worden gebruikt en door welke landen?
Artikel 6: Verboden
De leden van de SP-fractie hebben kennisgenomen van artikel 6 en zijn van mening dat dit artikel het belangrijkste artikel van het verdrag zou moeten zijn. Het is heel mooi dat er een verbod is geregeld in het verdrag. Wel vragen de leden van de SP-fractie wat er gebeurt wanneer het verdrag wordt overtreden? Wat voor maatregelen worden genomen tegen landen die het verbod negeren? Is er gesproken over sancties tijden de onderhandelingen? Wat voor mogelijke sancties kunnen worden genomen? Waarom is er uiteindelijk geen bepaling opgenomen met sancties tegen landen die het verdrag hebben ondertekend en zich niet aan het verdrag houden? Wat gaat door het verdrag precies veranderen voor Nederland?
Artikel 7: Uitvoer en toetsing van uitvoer
Een ander belangrijk artikel volgens de leden van de SP-fractie is artikel 7. Aan welke maatregelen moet worden gedacht die worden gesteld in lid 1om risico’s verbonden aan de voorliggende uitvoer te mitigeren?