Ontvangen 10 december 2014
De ondergetekenden stellen het volgende amendement voor:
Na artikel I, onderdeel AC, wordt een onderdeel ingevoegd, luidende:
ACa
In artikel I, onderdeel B, worden aan artikel 44 van de Woningwet drie leden toegevoegd, luidende:
4. Indien het overleg, bedoeld in het tweede lid, niet binnen zes maanden na aanvang daarvan tot afspraken als bedoeld in dat lid leidt, leggen het college van burgemeester en wethouders, de toegelaten instelling of de organisaties en commissies, bedoeld in het tweede lid, het geschil dat aan het tot stand komen van die afspraken in de weg staat binnen vier weken na het ontstaan van het geschil schriftelijk en onderbouwd ter behandeling voor aan Onze Minister, die vervolgens een bindende uitspraak doet.
5. Onze Minister betrekt bij de behandeling, bedoeld in het vierde lid, het in de betrokken gemeente geldende volkshuisvestingsbeleid, de financiële mogelijkheden van de toegelaten instelling en de bij of krachtens deze wet gegeven voorschriften, en stelt het betrokken college van burgemeester en wethouders, de betrokken toegelaten instelling en de betrokken organisaties en commissies binnen zes weken in kennis van zijn bindende uitspraak over het geschil, bedoeld in het vierde lid.
6. Bij of krachtens algemene maatregel van bestuur kunnen voorschriften worden gegeven omtrent de toepassing van het vierde en vijfde lid.
Gemeenten, huurders en de TI gaan in onderhandeling om tot prestatieafspraken te komen (artikel 44 lid 2). Binnen 6 maanden dienen die prestatieafspraken gereed te zijn en ook te worden toegezonden aan de Minister (art. 44a lid 2). Indien er een geschil ontstaat, bestaat er voor de partijen de mogelijkheid om bij de Minister schriftelijk en onderbouwd het geschil voor te leggen. Dit is nu al opgenomen in artikel 42 lid 2. Om te komen tot een bindende uitspraak neemt de Minister de volgende drie zaken in aanmerking: 1) de wet, 2) de gemeentelijke woonvisie en 3) de financiële mogelijkheden van de toegelaten instelling.
Met dit amendement is de procedure rond de geschilbeslechting bij prestatieafspraken nader vormgegeven. Het artikel is verplaatst naar artikel 44 waarmee tot uitdrukking wordt gebracht dat de geschillen samenhangen met de prestatieafspraken tussen toegelaten instellingen, gemeente en huurdersorganisaties. Het aantal partijen dat geschillen kan voorleggen aan de Minister en de bijbehorende complexiteit aan belangen maakt het wenselijk om de mogelijkheid op te nemen om nadere regels te stellen aan de wijze waarop de Minister geschillen tussen verschillende partijen behandelt. Daarin is met deze aanvulling voorzien. De Minister doet dan binnen 6 weken na ontvangst van het geschilpunt een bindende uitspraak. Bij het voorleggen van het geschil binden de betrokken partijen zich bij voorbaat aan de uitspraak. Indien de toegelaten instelling weigert te tekenen, dan vinden de betrokken partijen het geoorloofd dat de gemeente extra eisen gaat stellen aan de achtervang die zij geeft aan het WSW inzake de leningen van de betreffende toegelaten instelling. Indien de huurders weigeren te tekenen, dan kunnen gemeente en toegelaten instelling alsnog tot prestatieafspraken komen, met inachtneming van de bindende uitspraak van de Minister.
Monasch Karabulut Verhoeven