Kamerstuk 33966-33

Amendement van het lid Van der Linde c.s. over het bieden van een opening om de rol van borgstellers bij het WSW te versterken.

Dossier: Wijziging van de Herzieningswet toegelaten instellingen volkshuisvesting


100,0 %
0,0 %

PvdA

SP

GrKÖ

Klein

CU

CDA

Van Vliet

GL

VVD

SGP

50PLUS

GrBvK

PVV

D66

PvdD


Nr. 33 AMENDEMENT VAN HET LID VAN DER LINDE C.S.

Ontvangen 9 december 2014

De ondergetekenden stellen het volgende amendement voor:

Artikel I, onderdeel G, wordt als volgt gewijzigd:

1. In de aanhef wordt «vier» vervangen door: vijf.

2. Er wordt een artikel toegevoegd, luidende:

Artikel 21e

Bij algemene maatregel van bestuur kunnen voorschriften worden gegeven omtrent de wijze waarop de borgingsvoorziening in compensatie voorziet en de governance van de borgingsvoorziening, alsmede omtrent toezicht door Onze Minister op de naleving van die voorschriften.

Toelichting

De indieners beogen met dit amendement een opening te bieden om de rol van de borgstellers bij het WSW te versterken. Het borgingsstelsel is op privaatrechtelijke basis georganiseerd via de statuten van het WSW en de achtervangovereenkomsten met Rijk en gemeenten. Het gaat daarbij om zowel een sterkere informatie- en monitoringpositie als om meer goedkeuringsvereisten ten aanzien van de risicobereidheid van de achtervangers en het daaruitvolgende risicobeleid binnen de randvoorwaarde van geen gevolgen voor EMU-saldo en -schuld. Het voornemen is deze aanpassingen van de achtervangovereenkomst gelijktijdig met de inwerkingtreding van het voorliggende wetsvoorstel – naar verwachting 1 juli 2015 – van kracht te laten worden.

De Parlementaire Enquêtecommissie Woningcorporaties heeft aanbevolen tevens een vorm van publiekrechtelijke regulering en toezicht voor het WSW in te stellen. Door middel van bijgaand wetsartikel wordt alvast de mogelijkheid geschapen om – wanneer de uitkomsten van het nadere onderzoek naar de consequenties en vormgeving daar aanleiding toe geven – nadere voorschriften aan het WSW te kunnen geven. Het kan hierbij enerzijds gaan om voorschriften voor de eisen die het WSW stelt aan de deelnemende toegelaten instellingen op het gebied van financiële eisen voor de borging en anderzijds om voorschriften voor de financiële soliditeit en kwaliteit van het WSW zelf. In het wetsartikel worden deze aangeduid als het beleid en het beheer van het WSW. De Minister krijgt de bevoegdheid toe te zien op de naleving van deze voorschriften.

Van der Linde Monasch Verhoeven