Gepubliceerd: 28 mei 2014
Indiener(s): Ronald Plasterk (minister binnenlandse zaken en koninkrijksrelaties) (PvdA)
Onderwerpen: begroting financiƫn
Bron: https://zoek.officielebekendmakingen.nl/kst-33940-VII-2.html
ID: 33940-VII-2

Nr. 2 MEMORIE VAN TOELICHTING

INHOUDSOPGAVE

 
     

A.

Artikelsgewijze toelichting bij het wetsvoorstel

1

     

B.

Begrotingstoelichting

2

     

1.

Leeswijzer

2

     

2.

Het Beleid

2

2.1.

De beleidsartikelen

2

2.2.

De niet-beleidsartikelen

7

3.

Baten-lastenagentschap

11

A. Artikelsgewijze toelichting bij het wetsvoorstel

Wetsartikelen 1 en 2

De begrotingsstaten die onderdeel zijn van de Rijksbegroting, worden op grond van artikel 1, derde lid, van de Comptabiliteitswet 2001 elk afzonderlijk bij de wet vastgesteld en derhalve ook gewijzigd. Het onderhavige wetsvoorstel strekt ertoe om voor het jaar 2014 wijzigingen aan te brengen in de departementale begrotingsstaat van het Ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties.

De in de begrotingsstaten opgenomen begrotingsartikelen en het agentschap worden in onderdeel B van deze memorie van toelichting toegelicht (de zgn. begrotingstoelichting).

De Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties, R.H.A. Plasterk

B. Begrotingstoelichting

1. Leeswijzer

Algemeen

De eerste suppletoire begroting geeft een beeld van de uitvoering van de begroting 2014. De stand van de eerste suppletoire begroting wordt vanaf de stand van de ontwerp begroting 2014 opgebouwd.

Het begrotingshoofdstuk Wonen en Rijksdienst is een programma begroting en heeft geen apart centraal apparaatsartikel. De apparaatsuitgaven zijn opgenomen in de begroting van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties (VII) onder het artikel centraal apparaat.

In de tabel budgettaire gevolgen van beleid is alleen een inhoudelijke toelichting gegeven bij de mutaties boven € 1 miljoen.

Budgetflex

De gepresenteerde budgetflexibiliteit (juridisch verplicht) is de stand per 1 maart 2014.

2. Het beleid

2.1. De beleidsartikelen

Beleidsartikel 1 Openbaar bestuur en democratie

Budgettaire gevolgen van beleid (bedragen x € 1.000)
   

Stand ontwerpbegroting 2014

Mutaties 1e suppletoire begroting

Stand 1e suppletoire begroting

Mutaties 2015

Mutaties 2016

Mutaties 2017

Mutaties 2018

Verplichtingen:

32.629

12.588

45.217

488

488

488

488

                 

Uitgaven:

32.629

12.588

45.217

488

488

488

488

 

Waarvan juridisch verplicht

91%

 

50%

       
                 

1.1

Bestuurlijke en financiele verhouding

11.938

8.488

20.426

488

488

488

488

 

Subsidies

2.764

728

3.492

756

756

756

756

 

Communicatie, kennisdeling en onderzoek

28

0

28

28

28

28

28

 

Diverse subsidies

241

0

241

0

0

0

0

 

Oorlogsgravenstichting (OGS)

2.495

728

3.223

728

728

728

728

 

Opdrachten

8.776

7.773

16.549

– 255

– 255

– 255

– 255

 

Communicatie, kennisdeling en onderzoek

8.776

7.773

16.549

– 255

– 255

– 255

– 255

 

Bijdragen aan (inter)nationale organisaties

398

– 13

385

– 13

– 13

– 13

– 13

 

Bijdragen internationaal

398

– 13

385

– 13

– 13

– 13

– 13

                 

1.2

Participatie

20.691

4.100

24.791

0

0

0

0

 

Subsidies

17.521

500

18.021

0

0

0

0

 

Politieke partijen

17.521

500

18.021

0

0

0

0

 

Opdrachten

3.170

3.600

6.770

0

0

0

0

 

Kiesraad

420

0

420

0

0

0

0

 

Verkiezingen

2.750

3.600

6.350

0

0

0

0

                 

Ontvangsten:

24.865

0

24.865

0

0

0

0

Toelichting

1.1 Bestuurlijke en financiële verhouding

Opdrachten

Communicatie, kennisdeling en onderzoek

Aan de begroting van BZK zijn extra middelen toegevoegd uit het Gemeentefonds ten behoeve van de ondersteuning van gemeenten bij het inrichten van hun informatievoorziening in het sociaal domein. Deze middelen worden aan de VNG verstrekt.

1.2 Participatie

Opdrachten

Verkiezingen

In 2014 vinden 2 (reguliere) verkiezingen plaats, te weten de verkiezing van de gemeenteraden en de verkiezing van de leden van het Europese parlement. Bij beide verkiezingen, op grond van de Tijdelijke experimentenwet, vinden experimenten plaats. Het gaat dan om een experiment in vijf respectievelijk 3 gemeenten met het centraal tellen van de uitgebrachte stemmen, (bij de verkiezing van de gemeenteraad en van de leden van het Europees parlement) en een experiment waarbij een nieuw ontwerp stembiljet aan de kiezers die vanuit het buitenland mogen stemmen per mail kan worden gezonden en waarbij het mogelijk is om een vervangend briefstembewijs aan te vragen. Dit laatste experiment maakt onderdeel uit van de afspraak in het regeerakkoord, inhoudende dat het de kiezers in het buitenland makkelijker moet worden gemaakt om te stemmen. Conform de Experimentenwet moet elk experiment geëvalueerd worden. Aan de hand van de uitkomsten van de evaluatie vindt de besluitvorming plaats over de experimenten die bij de daarop volgende verkiezingen (herindelingverkiezingen in november 2014, verkiezingen van de leden van provinciale staten en de verkiezingen voor de waterschapsbesturen in 2015). De meerkosten (€ 2 mln.) van de experimenten komen (zie memorie van toelichting bij de Experimentenwet) voor rekening van het Rijk (in casu het Ministerie van BZK).

Naast de verkiezingen staat in het regeerakkoord dat de procedures die gelden voor kiezers die vanuit het buitenland mogen stemmen moeten worden vereenvoudigd. Om uitvoering te geven aan het regeerakkoord zal de registratieprocedure worden herzien. Conform de brief die hierover aan de Tweede Kamer is geschreven is in 2014 een begin gemaakt met het opzetten van de permanente registratie. De Kieswet wordt hiervoor aangepast. In de loop van 2014 zullen alle personen met een Nederlandse nationaliteit (die 18 jaar of ouder zijn) die voorkomen in de registratie niet-ingezetenen van de basisregistratie personen worden aangeschreven. Voor de hiermee gemoeide kosten (geschat € 1 mln.) wordt de raming bij Voorjaarsnota opgehoogd.

Ten slotte worden de aanbevelingen van de commissie Van Beek in 2014 nader uitgewerkt en onderzocht. De geraamde kosten hiervan bedragen € 0,5 mln.

Beleidsartikel 2 Algemene Inlichtingen en Veiligheidsdienst

Budgettaire gevolgen van beleid (bedragen x € 1.000)
   

Stand ontwerpbegroting 2014

Mutaties via NvW en amendement

Mutaties 1e suppletoire begroting

Stand 1e suppletoire begroting

Mutaties 2015

Mutaties 2016

Mutaties 2017

Mutaties 2018

Verplichtingen:

188.892

10.000

3.882

202.774

4.190

14.190

24.190

26.190

                   

Uitgaven:

188.892

10.000

3.882

202.774

4.190

14.190

24.190

26.190

 

Waarvan juridisch verplicht

100%

   

26%

       
                   

2.1

Apparaat

179.666

10.000

3.882

193.548

4.190

14.190

24.190

26.190

 

Apparaat

179.666

10.000

3.882

193.548

4.190

14.190

24.190

26.190

 

Apparaat

179.666

10.000

3.882

193.548

4.190

14.190

24.190

26.190

                   

2.2

Geheim

9.226

0

0

9.226

0

0

0

0

 

Apparaat

9.226

0

0

9.226

0

0

0

0

 

Apparaat

9.226

0

0

9.226

0

0

0

0

                   

Ontvangsten:

12.714

0

0

12.714

0

0

0

0

2.1 Apparaat

Apparaat

De in 2013 ingestelde risicoreserve Veiligheidsonderzoeken, bedoeld om niet tijdig afbouwen van personeel op te kunnen vangen bij een structureel tegenvallende vraag naar veiligheidsonderzoeken, is opgehoogd naar € 1,1 mln.

Daarnaast is een structurele bijdrage van Defensie ontvangen voor de gezamenlijke eenheid Joint Sigint Cyber Unit (JSCU).

Beleidsartikel 6 Dienstverlenende en innovatieve overheid

Budgettaire gevolgen van beleid (bedragen x € 1.000)
   

Stand ontwerpbegroting 2014

Mutaties via NvW en amendement

Mutaties 1e suppletoire begroting

Stand 1e suppletoire begroting

Mutaties 2015

Mutaties 2016

Mutaties 2017

Mutaties 2018

Verplichtingen:

104.758

– 4.500

7.293

107.551

– 950

– 950

– 950

– 950

                   

Uitgaven:

104.758

– 4.500

7.293

107.551

– 950

– 950

– 950

– 950

 

Waarvan juridisch verplicht

98%

   

86%

       
                   

6.1

Verminderen regeldruk

2.500

0

– 400

2.100

0

0

0

0

 

Opdrachten

2.500

0

– 560

1.940

– 160

0

0

0

 

Vermindering regeldruk en administratieve lasten

2.500

0

– 560

1.940

– 160

0

0

0

 

Bijdragen aan baten-lastenagentschappen

0

0

160

160

160

0

0

0

 

Vermindering regeldruk en administratieve lasten

0

0

160

160

160

0

0

0

                   

6.2

Informatiebeleid en ontwikkeling e-overheidsvoorzieningen

26.483

– 500

7.301

33.284

0

0

0

0

 

Opdrachten

26.483

– 500

6.801

32.784

– 1.100

– 1.100

– 1.100

– 1.100

 

(door)ontwikkeling e-overheidvoorzieningen

12.838

0

7.301

20.139

0

0

0

0

 

Aanpak fraudebestrijding

4.600

– 500

– 500

3.600

– 1.100

– 1.100

– 1.100

– 1.100

 

Implementatie NUP (VNG)

9.045

0

0

9.045

0

0

0

0

 

Bijdragen aan baten-lastenagentschappen

0

0

500

500

1.100

1.100

1.100

1.100

 

Aanpak fraudebestrijding

0

0

500

500

1.100

1.100

1.100

1.100

                   

6.3

Betrouwbare levering van e-overheidsvoorzieningen

45.391

0

2.448

47.839

1.900

1.900

1.900

1.900

 

Opdrachten

3.107

0

500

3.607

0

0

0

0

 

Beheer e-overheidsvoorzieningen

235

0

1.154

1.389

606

557

523

361

 

Officiële publicaties en wettenbank

2.872

0

– 654

2.218

– 606

– 557

– 523

– 361

 

Bijdragen aan baten-lastenagentschappen

42.284

0

1.948

44.232

1.900

1.900

1.900

1.900

 

Baten-lastenagentschap BPR

3.490

0

3.322

6.812

1.900

1.900

1.900

1.900

 

Baten-lastenagentschap Logius

34.725

0

– 2.574

32.151

0

0

0

0

 

Baten-lastenagentschap Werkmaatschappij

4.069

0

1.200

5.269

0

0

0

0

                   

6.4

Burgerschap

5.106

0

420

5.526

0

0

0

0

 

Subsidies

4.356

0

693

5.049

0

0

0

0

 

Comité 4/5 mei

107

0

0

107

0

0

0

0

 

ProDemos

4.249

0

543

4.792

0

0

0

0

 

Programma burgerschap

0

0

150

150

0

0

0

0

 

Opdrachten

750

0

– 273

477

0

0

0

0

 

Programma burgerschap

750

0

– 273

477

0

0

0

0

                   

6.5

Reisdocumenten en basisadministratie personen

25.278

– 4.000

– 2.476

18.802

– 2.850

– 2.850

– 2.850

– 2.850

 

Opdrachten

8.178

0

– 1.310

6.868

– 1.685

– 3.889

– 5.158

– 5.633

 

Beleid GBA en reisdocumenten

6.873

0

– 4.271

2.602

– 4.631

– 5.834

– 5.834

– 5.817

 

Modernisering GBA

1.305

0

2.961

4.266

2.946

1.945

676

184

 

Bijdragen aan baten-lastenagentschappen

17.100

– 4.000

– 1.166

11.934

– 1.165

1.039

2.308

2.783

 

Baten-lastenagentschap BPR

17.100

– 4.000

– 1.166

11.934

– 1.165

1.039

2.308

2.783

                   

Ontvangsten:

3.350

0

1.738

5.088

– 2.850

– 2.850

– 2.850

– 2.850

6.2 Informatiebeleid en ontwikkeling e-overheidsvoorzieningen

Opdrachten

(door)ontwikkeling e-overheidsvoorzieningen

De Ministeries van Financiën, Economische Zaken en Sociale Zaken en Werkgelegenheid dragen bij aan de kosten voor het eID-stelsel (elk ministerie draagt circa € 1 mln. bij). Zoals per brief van 19-12-2013 aangegeven (Kamerstukken II, 26 643, nr. 299) kan de besluitvorming over vormgeving van het eID Stelsel en de introductie van de DigiD-kaart plaatsvinden als de hiermee samenhangende uitgaven en ontvangsten volledig in kaart zijn gebracht en alle uitgaven zijn gedekt. De Tweede Kamer zal hier nader over geïnformeerd worden. Daarnaast wordt het resultaat dat het agentschap BPR in 2013 heeft gehaald ingezet voor de doorontwikkeling van de Registratie Niet-ingezetenen (RNI) (circa € 2,4 mln.). Voorts wordt het iNUP in 2014 afgerond. De € 2,2 mln. die daar nog voor nodig is, was geraamd op artikel 6.3 en dient verantwoord te worden op artikel 6.2.

6.3 Betrouwbare levering van e-overheidsvoorzieningen

Opdrachten

Beheer e-overheidsvoorzieningen

Deze mutatie betreft een budgettaire herschikking.

Bijdrage aan baten-lastenagentschappen

Baten-lastenagenstchap BPR

Betreft onder meer de bijdrage (circa € 1,9 mln.) van het Ministerie van Financiën in de kosten voor de Registratie Niet Ingezetenen (RNI). Tevens is er sprake van een tekort op de kosten voor het beheer en de exploitatie van de Registratie Niet Ingezetenen (RNI). Een eerste tranche van de problematiek wordt opgelost door inzet van resultaat van het agentschap BPR over 2013 en de inzet op het resultaat 2013 op de opdrachtbrieven voor de e-overheidsvoorzieningen die bij het agentschap Logius in beheer zijn. In totaal gaat het om circa € 1 mln.

Baten-lastenagenstchap Logius

Deze mutatie hangt samen met de mutatie op de regeling «(door)ontwikkeling e-overheidsvoorzieningen» inzake het iNUP (€ 2,2 mln. wordt overgeheveld).

Baten-lastenagenstchap Werkmaatschappij

Er is sprake van een tekort op de kosten voor het beheer en de exploitatie van de Wettenbank bij de Werkmaatschappij. Hiervoor wordt de problematiek opgelost door inzet van het resultaat over het jaar 2013 op de opdrachtbrieven voor de voorzieningen die bij het agentschap Logius in beheer zijn (€ 1,2 mln.).

6.5 Reisdocumenten en basisadministratie personen

Opdrachten

Beleid GBA en reisdocumenten

In 2013 is het besluit genomen om het programma reisdocumentenop te heffen en de werkzaamheden en taken van het programma te verdelen over het agentschap BPR en de beleidsdirectie binnen BZK. De kosten voor het programma reisdocumenten op de begroting van BZK stond, worden in het vervolg gemaakt door het agentschap BPR. (circa € – 2,8 mln.).

Tevens is in een brief aan de Tweede Kamer (Kamerstukken II, 27 859, nr. 68) aangegeven dat voor operatie BRP meer budget benodigd is dan oorspronkelijk was geraamd. De extra kosten worden onder andere gedekt uit de middelen voor beleid GBA.

Modernisering GBA

Deze mutatie hangt samen met de bovenstaande regeling «Beleid GBA en reisdocumenten». In de brief aan de Tweede Kamer (Kamerstukken II, 27 859, nr. 68) is aangegeven dat voor Operatie BRP meer budget nodig is dan oorspronkelijk geraamd.

Bijdrage aan baten-lastenagentschappen

Baten-lastenagentschap BPR

Deze mutatie hangt samen met de bovenstaande regeling «Beleid GBA en reisdocumenten». In de brief aan de Tweede Kamer (Kamerstukken II, 27 859, nr. 68) is aangegeven dat voor operatie BRP meer budget nodig is dan oorspronkelijk geraamd.

Ontvangsten

Er is sprake van een tekort op de kosten voor het beheer en de exploitatie van de Registratie Niet Ingezetenen (RNI) en de Wettenbank. Een eerste tranche van de problematiek wordt opgelost door inzet van resultaat van het agentschap BPR en de inzet op het resultaat 2013 op de opdrachtbrieven voor de voorzieningen die bij het agentschap Logius in beheer zijn.

In 2013 is het besluit genomen om te stoppen met het programma reisdocumenten. De werkzaamheden en taken van het programma zijn verdeeld over het agentschap BPR en de beleidsdirectie binnen BZK. De kosten worden in het vervolg gemaakt door het agentschap BPR.

Beleidsartikel 7 Arbeidszaken overheid

Budgettaire gevolgen van beleid (bedragen x € 1.000)
   

Stand ontwerpbegroting 2014

Mutaties via NvW en amendement

Mutaties 1e suppletoire begroting

Stand 1e suppletoire begroting

Mutaties 2015

Mutaties 2016

Mutaties 2017

Mutaties 2018

Verplichtingen:

38.897

– 1.000

– 761

37.136

602

– 1.408

– 433

– 433

                   

Uitgaven:

38.897

– 1.000

– 761

37.136

602

– 1.408

– 433

– 433

 

Waarvan juridisch verplicht

93%

   

86%

       
                   

7.1

Overheid als werkgever

12.471

0

– 273

12.198

90

80

55

55

 

Subsidies

5.674

0

280

5.954

– 47

303

303

303

 

Diverse subsidies

2.959

0

85

3.044

– 240

110

110

110

 

Programma Veilige Publieke Taak

1.065

0

0

1.065

0

0

0

0

 

Subsidies Overlegstelsel

1.650

0

10

1.660

10

10

10

10

 

Subsidies internationaal

0

0

185

185

183

183

183

183

 

Opdrachten

6.797

0

– 553

6.244

137

– 223

– 248

– 248

 

Arbeidsmarktbeleid

4.543

0

– 85

4.458

1.185

209

89

89

 

Programma Veilige Publieke Taak

400

0

0

400

– 260

0

0

0

 

Zorg voor politieke ambtsdragers

1.854

0

– 468

1.386

– 788

– 432

– 337

– 337

                   

7.2

Pensioenen, uitkeringen en benoemingsregelingen

26.426

– 1.000

– 488

24.938

512

– 1.488

– 488

– 488

 

Inkomensoverdracht

9.044

0

0

9.044

20

0

0

0

 

Pensioenen en uitkeringen Politieke ambtsdragers

9.044

0

0

9.044

20

0

0

0

 

Bijdragen aan ZBO's / RWT's

17.382

– 1.000

– 488

15.894

492

– 1.488

– 488

– 488

 

Regelingen voor Nederlandse ambtenaren uit de voormalige overzeese gebiedsdelen (SAIP)

17.382

– 1.000

– 488

15.894

492

– 1.488

– 488

– 488

                   

Ontvangsten:

820

0

600

1.420

0

0

0

0

2.2 De niet-beleidsartikelen

Beleidsartikel 11 Centraal apparaat

Budgettaire gevolgen van beleid (bedragen x € 1.000)
   

Stand ontwerpbegroting 2014

Mutaties 1e suppletoire begroting

Stand 1e suppletoire begroting

Mutaties 2015

Mutaties 2016

Mutaties 2017

Mutaties 2018

Verplichtingen:

193.481

78.919

272.400

2.952

2.822

2.592

2.592

                 

Uitgaven:

192.827

78.919

271.746

2.952

2.822

2.592

2.592

 

Waarvan juridisch verplicht

100%

 

19%

       
                 

11.1

Apparaat (excl. AIVD)

192.827

78.919

271.746

2.952

2.822

2.592

2.592

 

Personeel

134.799

23.102

157.901

2.713

1.716

464

192

 

Waarvan:

             
 

Eigen personeel

124.720

21.628

146.348

3.566

3.087

2.658

2.551

 

Externe inhuur

6.545

859

7.404

– 650

– 1.043

– 1.617

– 1.741

 

Materieel

58.028

55.817

113.845

239

1.106

2.128

2.400

 

Waarvan:

             
 

Bijdrage SSO`s

40.993

38.031

79.024

636

632

629

629

 

ICT

0

2.900

2.900

0

0

0

0

                 

Ontvangsten:

3.875

70.577

74.452

– 200

– 200

– 200

– 200

11.1 Apparaat

Op de regelingen hebben diverse (technische) mutaties plaatsgevonden waarvan onderstaand de meest relevante worden beschreven.

De salarissen van alle bewindslieden worden vanaf 2014 door de Algemene Bestuursdienst verstrekt. Hiervoor heeft een overboeking door departementen plaats gevonden.

Voor de uitwerking van de Regeerakkoord prioriteiten wordt het onderdeel Bestuur en Koninkrijksrelaties tijdelijk versterkt.

Voor de rijksbrede bedrijfsvoering dragen andere departementen bij aan de kosten die BZK maakt. De budgettaire afspraken daarover worden in de ICBR (Interdepartementale Commissie Bedrijfsvoering Rijk) gemaakt.

In de ICBR is ook afgesproken dat het tactisch beraad generieke ICT (TBGI) wordt gefinancierd door bijdragen van de deelnemende departementen. TBGI voert de regie namens deze departementen op generieke ICT-voorzieningen (zoals Rijksportaal, DWR infrastructuur en Rijkspas).

Doc-Direkt levert diensten aan departementen en notarissen voor archiefbewerking, -beheer, opslag en digitale documenthuishouding. Daarvoor ontvangt Doc-Direkt middelen ter dekking van de personele en materiële uitgaven.

De Dienst Concernstaf en Bedrijfsvoering (DCB) draagt zorg voor de financiële verrekening van de dienstverleningovereenkomsten tussen de diverse baten-lastenagentschappen van het departement en verlopen via centraal apparaat. Daarnaast heeft er ook een technische herschikking plaatsgevonden binnen de budgetten van DCB.

Ontvangsten

De financiële verrekeningen van de dienstverleningsovereenkomsten tussen de diverse baten en lastenagentschappen van het departement en de middelen die Doc-direkt ontvangt ter dekking van de kosten, leiden tot een verhoging van de ontvangsten.

Beleidsartikel 12 Algemeen

Budgettaire gevolgen van beleid (bedragen x € 1.000)
   

Stand ontwerpbegroting 2014

Mutaties 1e suppletoire begroting

Stand 1e suppletoire begroting

Mutaties 2015

Mutaties 2016

Mutaties 2017

Mutaties 2018

Verplichtingen:

1.450

107.063

108.513

50

50

50

50

                 

Uitgaven:

2.164

107.063

109.227

50

50

50

50

 

Waarvan juridisch verplicht

0%

 

1%

       
                 

12.1

Algemeen

1.464

107.063

108.527

50

50

50

50

 

Subsidies

177

250

427

200

200

200

200

 

Diverse subsidies

0

250

250

200

200

200

200

 

Koninklijk Paleis Amsterdam

177

0

177

0

0

0

0

 

Opdrachten

1.287

– 240

1.047

– 150

– 150

– 150

– 150

 

Internationale Samenwerking

470

– 96

374

– 96

– 96

– 96

– 96

 

Opdrachten

817

– 144

673

– 54

– 54

– 54

– 54

 

Bijdragen aan baten-lastendiensten

0

107.053

107.053

0

0

0

0

 

Apparaatsgeld bestemt voor Egalisatievordering Rijk I. enM.

0

25.003

25.003

0

0

0

0

 

Apparaatsgeld bestemt voor Egalisatievordering Rijk MiFi

0

41.441

41.441

0

0

0

0

 

Apparaatsgeld bestemt voor Egalisatievordering Rijk SZW

0

498

498

0

0

0

0

 

Apparaatsgeld bestemt voor Egalisatievordering Rijk V En J

0

39.685

39.685

0

0

0

0

 

Apparaatsgeld bestemt voor Egalisatievordering Rijk VWS

0

426

426

0

0

0

0

                 

12.2

Verzameluitkeringen

700

0

700

0

0

0

0

 

Bijdragen aan (inter)nationale organisaties

700

0

700

0

0

0

0

 

IPSV en impulsbudget

700

0

700

0

0

0

0

12.1 Algemeen

Apparaatsgeld bestemt voor egalisatievordering Rijkshuisvestingsstelsel

Het kabinet heeft besloten tot een nieuwe vormgeving van het Rijkshuisvestingsstelsel per 1-1-2016 (Kamerstukken II, 2011–2012, 31 490 nr. 75). Onderdeel van dit nieuwe Rijkshuisvestingstelsel is bijvoorbeeld een vaste gebruiksvergoeding voor departementen per m2 en het voorkomen van leegstand door centrale sturing. De een-op-een relatie uit het oude huisvestingstelsel tussen de (huur)prijs van het pand en het behuizen van een pand wordt met het nieuwe Rijkshuisvestingsstelsel losgelaten, waardoor de huidige huurcontracten voortijdig worden opengebroken. Gedurende de looptijd van het huurcontract heeft de Rijksgebouwendienst (RGD) een vordering op de balans (zogenaamde egalisatievordering). Doordat de huurcontracten voortijdig moeten worden opengebroken vanwege de overgang naar het nieuwe huisvestingsstelsel, dienen departementen deze egalisatievordering voortijdig af te lossen. Afgesproken is dat dit vanaf Voorjaarsnota 2014 tot en met uiterlijk Najaarsnota 2015 kan. De departementen Veiligheid en Justitie, Financiën, Infrastructuur en Milieu, Sociale Zaken en Werkgelegenheid en Volksgezondheid, Welzijn en Sport lossen bij eerste suppletoire begroting 2014 hun aandeel in de egalisatievordering af. Dit budget heeft betrekking op het apparaat van het Rijk, maar niet op het apparaat van het departement Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties.

Beleidsartikel 13 Nominaal en onvoorzien

Budgettaire gevolgen van beleid (bedragen x € 1.000)
   

Stand ontwerpbegroting 2014

Mutaties 1e suppletoire begroting

Stand 1e suppletoire begroting

Mutaties 2015

Mutaties 2016

Mutaties 2017

Mutaties 2018

Verplichtingen:

1.229

10.957

12.186

7.274

3.908

528

502

                 

Uitgaven:

1.229

10.957

12.186

7.274

3.908

528

502

                 

13.1

Loonbijstelling

0

645

645

629

562

508

491

                 

13.2

Prijsbijstelling

0

1.003

1.003

418

305

303

294

                 

13.3

Onvoorzien

1.229

9.309

10.538

6.227

3.041

– 283

– 283

13.2 Prijsbijstelling

Betreft de resterende prijsbijstelling tranche 2014 voor de begrotingshoofdstukken BZK en WenR.

13.3 Onvoorzien

In 2013 zijn diverse budgetten binnen het begrotingshoofdstuk WenR niet volledig tot besteding gekomen. Een deel hiervan wordt op een later moment toebedeeld aan de verschillen de begrotingsonderdelen en staan daartoe tijdelijk geparkeerd op Onvoorzien.

Verder is een deel van de ontvangen bijdragen van andere departementen voor de rijksbrede bedrijfsvoering in afwachting van de definitieve besteding hier gereserveerd. Uiterlijk bij 2e suppletoire wordt deze toegewezen aan programma (begrotingshoofdstuk Wonen en Rijksdienst) of centraal apparaat.

Beleidsartikel 14 VUT-fonds

Budgettaire gevolgen van beleid (bedragen x € 1.000)
   

Stand ontwerpbegroting 2014

Mutaties 1e suppletoire begroting

Stand 1e suppletoire begroting

Mutaties 2015

Mutaties 2016

Mutaties 2017

Mutaties 2018

Verplichtingen:

70.000

– 70.000

0

0

0

0

0

                 

Uitgaven:

70.000

– 70.000

0

0

0

0

0

                 

14.1

VUT-fonds

70.000

– 70.000

0

0

0

0

0

                 

Ontvangsten:

337.900

– 62.400

275.500

– 48.700

0

0

0

14.1 VUT-fonds

Algemeen

Algemeen

Voor 2014 verwacht het VUT-fonds een lager beroep op de VUT-lening te doen dan eerder was geraamd. Hierdoor gaat de raming voor de ontvangsten ook omlaag. De leenbehoefte is lager, omdat steeds meer mensen besluiten langer door te werken, zelfs tot de leeftijd van 64 jaar en 11 maanden, en er daarom steeds later een beroep wordt gedaan op de regeling Flexibel Pensioen en Uittreden. Deze trend is al vanaf de aanvang van de leenovereenkomst zichtbaar. Indien men langer doorwerkt, komt de volledige VUT/FPU tot uitkering in een kortere periode. De totale kosten veranderen niet. De raming voor de VUT-lening wordt regelmatig bijgesteld op basis van de meest actuele inzichten in de liquiditeitsplanning.

3. Baten-lasten agentschap

BPR

Met ingang van dit jaar is de geldigheidsduur van Nederlandse reisdocumenten voor volwassenen verlengd van 5 tot 10 jaar. Deze langere geldigheidsduur leidt tot vijfjaarlijkse schommelingen in het aantal aangevraagde (verlenging) reisdocumenten en tot grote schommelingen in de prijs die burgers zouden betalen voor deze documenten. Om dit te voorkomen heeft het Kabinet besloten de tarieven voor het rijksdeel gemiddeld over 10 jaar kostendekkend te laten zijn. Dit houdt in dat alle kosten die het Rijk gedurende 10 jaar maakt, worden toegerekend aan alle reisdocumenten die in deze periode worden uitgegeven. Om de kostendekkendheid over 10 jaar te realiseren is er in de jaren met veel aanvragen een opslag op de kostprijs van de documenten nodig, die in de jaren met weinig aanvragen wordt ingezet om het tarief per document te drukken. Dit voorkomt forse schommelingen van de tarieven voor burgers. Om deze egalisatie via de tarieven van BPR te faciliteren, is bij agentschap BPR een egalisatierekening gevormd. De egalisatierekening dient alleen ter opvang van de prijsfluctuaties ten gevolge van de verlenging van de geldigheidsduur reisdocumenten voor volwassenen en wordt in principe tot 2023 ingesteld.

Vanaf 9 maart 2014 heeft BPR een egalisatierekening op haar balans waardoor schommelingen in de prijs die burgers betalen voor de reisdocumenten als gevolg van de 10-jarige geldigheid worden voorkomen.