Gepubliceerd: 28 mei 2014
Indiener(s): Mark Rutte (minister-president , minister algemene zaken) (VVD)
Onderwerpen: begroting financiƫn
Bron: https://zoek.officielebekendmakingen.nl/kst-33940-I-2.html
ID: 33940-I-2

Nr. 2 MEMORIE VAN TOELICHTING

A. ARTIKELSGEWIJZE TOELICHTING BIJ HET WETSVOORSTEL

Wetsartikel 1

De begrotingsstaten die onderdeel zijn van de Rijksbegroting, worden op grond van artikel 1, derde lid, van de Comptabiliteitswet 2001 elk afzonderlijk bij de wet vastgesteld en derhalve ook gewijzigd. Het onderhavige wetsvoorstel strekt ertoe om voor het jaar 2014 wijzigingen aan te brengen in de begrotingsstaat van de begroting van de Koning.

De in de begrotingsstaat opgenomen begrotingsartikelen worden in onderdeel B van deze memorie van toelichting toegelicht (de zgn. begrotingstoelichting).

De Minister-President, Minister van Algemene Zaken, M. Rutte

B. BEGROTINGSTOELICHTING

1. LEESWIJZER

In paragraaf 2 worden de voorgestelde suppletoire mutaties voor 2014 toegelicht.

2.1 Suppletoire mutaties

Overzicht suppletoire uitgavenmutaties voor 2014 (Eerste suppletoire begroting) (Bedragen x € 1.000)
 

Uitgaven

Art. nr.

Stand ontwerpbegroting 2014

39.987

 
     

Voorgestelde suppletoire mutaties:

   

1. Loon- en prijsbijstelling 2014

54

2

2. Loon- en prijsbijstelling 2014

12

3

3. Aandeel Kabinet van de Koning in de eindejaarsmarge 2013 van AZ

24

3

     

Stand 1e suppletoire begroting 2014

40.077

 

Toelichting

Ad 1 en 2. Vanuit de aanvullende posten arbeidsvoorwaarden en prijsbijstelling is budget overgeheveld als tegemoetkoming voor de extra uitgaven als gevolg van de loonkostenontwikkeling en prijsstijgingen.

Ad 3. Dit betreft de doorbelasting van de uitgavenmutatie zoals deze bij het Kabinet van de Koning als onderdeel van de begroting van Algemene Zaken (III) heeft plaatsgevonden. Deze mutatie wordt als uitgaaf en ontvangst van die begroting toegelicht.

Overzicht suppletoire ontvangstenmutaties voor 2014 (Eerste suppletoire begroting) (Bedragen x € 1.000)
 

Ontvangsten

Art. nr.

Stand ontwerpbegroting 2014

nihil

 
     

Voorgestelde suppletoire mutaties:

   

1. Eindafrekening functionele uitgaven 2013

65

2

2. Eindafrekening Militaire Huis 2013

131

3

     

Stand 1e suppletoire begroting 2014

196

 

Toelichting

Zoals aangekondigd in het jaarverslag van de Koning 2013 (Kamerstuk 33 930 I, nr. 1), vindt de eindafrekening van de in 2013 verstrekte voorschotten aan de Dienst van het Koninklijk Huis respectievelijk het Ministerie van Defensie voor het Militaire Huis plaats in het volgende begrotingsjaar. Met bovengenoemde mutaties vindt de budgettaire verwerking van deze eindafrekeningen plaats. Het betreft voor zowel de Dienst van het Koninklijk Huis als het Militaire Huis het verschil tussen de verstrekte voorschotten en de goedgekeurde einddeclaratie over 2013, wat in beide gevallen per saldo een ontvangst inhoudt.

2.2 Toelichting niet-beleidsartikelen

Opbouw verplichtingen-, uitgaven- en ontvangstenramingen vanaf de stand ontwerpbegroting 2014 naar de stand 1e suppletoire begroting 2014

Bedragen x € 1.000

Art.

Stand ontwerp- begroting (1)

Mutaties via NvW en amende-menten (2)

Stand vastgestelde begroting (3=1+2)

Mutaties 1e suppletoire begroting (4)

Stand 1e suppletoire begroting

(5 = 3+4)

Mutatie 2015

Mutatie 2016

Mutatie 2017

Mutatie 2018

 

Verplichtingen

39.987

39.987

90

40.077

57

55

55

52

                     
 

Uitgaven

39.987

39.987

90

40.077

57

55

55

52

1

Grondwettelijke uitkering aan de leden van het Koninklijk Huis

7.614

7.614

7.614

2

Functionele uitgaven van de Koning

26.779

26.779

54

26.833

47

45

45

43

3

Doorbelaste uitgaven van andere begrotingen

5.594

5.594

36

5.630

10

10

10

9

                     
 

Ontvangsten

nihil

nihil

196

196

1

Grondwettelijke uitkering aan de leden van het Koninklijk Huis

nihil

nihil

2

Functionele uitgaven van de Koning

nihil

nihil

65

65

3

Doorbelaste uitgaven van andere begrotingen

nihil

nihil

131

131

Toelichting

De meerjarige uitgavenmutaties op artikel 2 en 3 betreffen de loon- en prijsbijstelling 2014, zoals toegelicht in paragraaf 2.1.