Kamerstuk 33930-VII-4

Verslag houdende een lijst van vragen en antwoorden over de slotwet Ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties en van Wonen en Rijksdienst 2013

Dossier: Jaarverslag en slotwet Ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties en van Wonen en Rijksdienst 2013

Gepubliceerd: 5 juni 2014
Indiener(s): Magda Berndsen (D66), Stef Blok (minister zonder portefeuille binnenlandse zaken en koninkrijksrelaties) (VVD)
Onderwerpen: begroting financiƫn
Bron: https://zoek.officielebekendmakingen.nl/kst-33930-VII-4.html
ID: 33930-VII-4

Nr. 4 VERSLAG HOUDENDE EEN LIJST VAN VRAGEN EN ANTWOORDEN

Vastgesteld 10 juni 2014

De vaste commissie voor Binnenlandse Zaken, belast met het voorbereidend onderzoek van dit voorstel van wet, heeft de eer verslag uit te brengen in de vorm van een lijst van vragen met de daarop gegeven antwoorden.

De vragen zijn op 27 mei 2014 aan de ministers voorgelegd. Bij brief van 5 juni 2014 zijn ze door ministers van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties en voor Wonen en Rijksdienst beantwoord.

Met de vaststelling van het verslag acht de commissie de openbare behandeling van het wetsvoorstel voldoende voorbereid.

De voorzitter van de commissie, Berndsen-Jansen

De griffier van de commissie, Van der Leeden

1

Waarom kon de overschrijding bij de uitgaven voor de huurtoeslag in 2013 niet worden voorzien?

Antwoord:

De overschrijding bij de huurtoeslag is in de tweede helft van 2013 ontstaan. Gedurende het jaar is het lastig om een goede inschatting te maken van de vermoedelijke uitputting van de huurtoeslag aan het eind van het jaar als gevolg van de definitieve bijdragevaststellingen in de tweede helft van het jaar.

De overschrijding op de huurtoeslag in 2013 is grotendeels veroorzaakt door tegenvallende ontvangsten. De oorzaak van de tegenvaller bij de ontvangsten ligt vooral in het lage aantal terugvorderingen dat is ontstaan bij de definitieve bijdragevaststellingen in de tweede helft van het jaar. De tegenvaller kon niet eerder worden voorzien omdat pas in september duidelijk was dat de gerealiseerde uitkomsten van de definitieve bijdrage vaststellingen lager waren dan de raming.

Voor een deel is de overschrijding bij de uitgaven huurtoeslag veroorzaakt door toename van het aantal voorschotten, als gevolg van de hogere instroom van nieuwe aanvragen 2013 in de tweede helft van het jaar. Bij de raming van de instroom van nieuwe aanvragen is uitgegaan van voorgaande jaren. De gerealiseerde instroom lag in 2013 hoger als gevolg van slechte economische omstandigheden.

2

Zijn de vertragingen in de uitvoering van de huurtoeslag bij de belastingdienst achter de rug?

Antwoord:

Het toeslagjaar 2012 is het eerste jaar waarbij definitief wordt toegekend met behulp van het nieuwe toeslagensysteem. Omdat het de eerste keer was heeft dat in het begin geleid tot een lagere productie in vergelijking met voorafgaande jaren. Deze lagere productie aan het begin van het definitief toekennen werkt door in de cijfers van het definitief toekennen. Inmiddels is de achterstand ingelopen. Medio april 2014 is 75% van de huurtoeslag definitief vastgesteld voor het toeslagjaar 2012. Deze percentages zijn vergelijkbaar met de percentages van een jaar geleden van het definitief toekennen over 2011.

3

Kan er meer uitleg worden gegeven over de vertraging in de uitvoering bij de belastingdienst omtrent de huurtoeslag?

Antwoord:

Zie antwoord op vraag 2.

4

Wat wordt bedoeld met «intertemporeel»?

Antwoord:

Met intertemporeel wordt bedoeld dat de ontvangsten die in 2013 niet zijn gerealiseerd alsnog in 2014 zullen binnenkomen. De tegenvaller die zich bij de ontvangsten in 2013 heeft voorgedaan is ontstaan omdat het tempo van de definitieve bijdragevaststellingen voor de toeslagjaren 2011 en 2012 lager lag dan waarvan was uitgegaan bij de raming van de terugvorderingen. Hierdoor zijn minder terugvorderingen ingesteld dan geraamd met als gevolg dat de ontvangsten een tegenvaller te zien gaven. Naar verwachting worden de achterstanden in 2014 ingelopen waardoor de ontvangsten die in 2013 niet zijn binnengekomen alsnog in 2014 worden gerealiseerd.

5

Hoe groot is het deel oninbaar bij de ontvangsten van de huurtoeslag en wat is/ zijn de reden(en) voor oninbaarheid?

Antwoord:

In de 13e Halfjaarrapportage van de Belastingdienst is het aandeel buiten invordering gestelde huurtoeslag weergegeven tot en met toeslagjaar 2012 (TK 2013–2014, 31 066, 198). In de volgende rapportage zal het aandeel over 2013 weergegeven worden.

Er zijn verschillende redenen voor het buiten invordering stellen van terugvorderingen. Allereerst betreft dit burgers met wie een betalingsregeling op maat is getroffen, waarbij is vastgesteld dat het de burgers aan financiële middelen ontbreekt om het teruggevorderde bedrag in zijn geheel terug te betalen en is vastgesteld dat geen sprake is van verwijtbaarheid. Op grond van de regelgeving wordt er dan van afgezien van het treffen van verdere invorderingsmaatregelen voor een deel van de terugvordering. Daarnaast zijn er de gevallen van faillissement, schuldsanering of overlijden. Ten slotte zijn er gevallen waar de Belastingdienst de burger niet kan vinden (adres onbekend of vertrokken naar het buitenland) en geen verdere verhaalsmogelijkheden kunnen worden gevonden.