Wetsartikel 1
De begrotingsstaten die onderdeel uitmaken van de Rijksbegroting, worden op grond van artikel 1, derde lid, van de Comptabiliteitswet 2001 elk afzonderlijk bij de wet vastgesteld en derhalve ook gewijzigd. Het onderhavige wetsvoorstel strekt ertoe om voor het jaar 2013 wijzigingen aan te brengen in de begrotingsstaat van de begroting van de Koning.
De in de begrotingsstaat opgenomen begrotingsartikelen worden in onderdeel B van deze memorie van toelichting toegelicht (de zgn. begrotingstoelichting).
De Minister-President, Minister van Algemene Zaken, M. Rutte
Bedragen in de navolgende toelichting zijn x € 1.000, tenzij anders vermeld.
Artikel 1: Grondwettelijke uitkering aan de leden van het Koninklijk Huis
Doordat de loon- en prijsontwikkeling enigszins afwijkt van datgene waarmee bij het opstellen van de begroting rekening is gehouden, is het begrotingsbedrag met 6 aangepast.
Artikel 2: Functionele uitgaven van de Koning
Geen bijstelling.
Artikel 3: Doorbelaste uitgaven van andere begrotingen
De mutatie is het gevolg van met name hogere personele uitgaven.