Aangeboden 21 mei 2014
A. |
Algemeen |
4 |
|
1. |
Aanbieding van het jaarverslag en verzoek tot dechargeverlening |
4 |
|
2. |
Leeswijzer |
7 |
|
B. |
Beleidsverslag |
8 |
|
1. |
Beleidsprioriteiten |
8 |
|
2. |
Beleidsartikel |
9 |
|
Artikel 1. BES-fonds |
9 |
||
3. |
Bedrijfsvoeringsparagraaf |
12 |
|
C. |
Jaarrekening |
13 |
|
1. |
De verantwoordingsstaat |
13 |
|
2. |
De saldibalans |
14 |
|
D. |
Bijlage |
16 |
|
1. |
Overzicht rijksuitgaven Caribisch Nederland |
16 |
AAN de voorzitters van de Eerste en de Tweede Kamer van de Staten-Generaal.
Hierbij bied ik het jaarverslag met betrekking tot de begroting van het BES-fonds (H) over het jaar 2013 aan.
Onder verwijzing naar de artikelen 63 en 64 van de Comptabiliteitswet 2001 verzoek ik de beide Kamers van de Staten-Generaal de Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties decharge te verlenen over het in het jaar 2013 gevoerde financiële beheer.
Ten behoeve van de oordeelsvorming van de Staten-Generaal over dit verzoek tot dechargeverlening is door de Algemene Rekenkamer als externe controleur op grond van artikel 82 van de Comptabiliteitswet 2001 een rapport opgesteld. Dit rapport wordt separaat door de Algemene Rekenkamer aan de Staten-Generaal aangeboden. Het rapport bevat de bevindingen en het oordeel van de Rekenkamer met betrekking tot:
a. het gevoerde financieel en materieel beheer;
b. de ten behoeve van dat beheer bijgehouden administraties;
c. de financiële informatie in het jaarverslag;
d. de betrokken saldibalans;
e. de totstandkoming van de informatie over het gevoerde beleid en de bedrijfsvoering;
f. de in het jaarverslag opgenomen informatie over het gevoerde beleid en de bedrijfsvoering.
Bij het besluit tot dechargeverlening dienen verder de volgende, wettelijk voorgeschreven, stukken te worden betrokken:
a. het Financieel jaarverslag van het Rijk over 2013;
b. het voorstel van de slotwet dat met het onderhavige jaarverslag samenhangt;
c. het rapport van de Algemene Rekenkamer met betrekking tot het onderzoek van de centrale administratie van ’s Rijks schatkist en van het Financieel jaarverslag van het Rijk;
d. de verklaring van goedkeuring van de Algemene Rekenkamer met betrekking tot de in het Financieel jaarverslag van het Rijk over 2013 opgenomen rekening van uitgaven en ontvangsten van het Rijk over 2013, alsmede met betrekking tot de Saldibalans van het Rijk over 2013 (de verklaring van goedkeuring, bedoeld in artikel 83, derde lid, van de Comptabiliteitswet 2001).
Het besluit tot dechargeverlening kan niet worden genomen, voordat de betrokken slotwet is aangenomen en voordat de verklaring van goedkeuring van de Algemene Rekenkamer is ontvangen.
De Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties, R.H.A. Plasterk
Dechargeverlening door de Tweede Kamer
Onder verwijzing naar artikel 64 van de Comptabiliteitswet 2001 verklaart de voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal dat de Tweede Kamer aan het hiervoor gedane verzoek tot dechargeverlening tegemoet is gekomen door een daartoe strekkend besluit, genomen in de vergadering van
De voorzitter van de Tweede Kamer,
Handtekening:
Datum:
Op grond van artikel 64, tweede lid, van de Comptabiliteitswet 2001 wordt dit originele exemplaar van het onderhavige jaarverslag, na ondertekening van de hierboven opgenomen verklaring, ter behandeling doorgezonden aan de voorzitter van de Eerste Kamer.
Dechargeverlening door de Eerste Kamer
Onder verwijzing naar artikel 64 van de Comptabiliteitswet 2001 verklaart de voorzitter van de Eerste Kamer der Staten-Generaal dat de Eerste Kamer aan het hiervoor gedane verzoek tot dechargeverlening tegemoet is gekomen door een daartoe strekkend besluit, genomen in de vergadering van
De voorzitter van de Eerste Kamer,
Handtekening:
Datum:
Op grond van artikel 64, derde lid, van de Comptabiliteitswet 2001 wordt dit originele exemplaar van het onderhavige jaarverslag, na ondertekening van de hierboven opgenomen verklaring, doorgezonden aan de Minister van Financiën.
Het jaarverslag van het BES-fonds maakt onderdeel uit van de financiële verantwoording van het Rijk maar heeft daarbinnen een eigen bijzonder karakter. Het jaarverslag van het BES-fonds kent in tegenstelling tot een departementaal jaarverslag slechts één beleidsartikel: het BES-fonds. Het beleid dat wordt gevoerd ter realisatie van de algemene beleidsdoelstelling is direct verbonden met dit ene beleidsartikel. De apparaatsuitgaven/ontvangsten voor de uitvoering van het BES-fonds zijn opgenomen bij het moederdepartement.
Dit jaarverslag zal de eerdere, op 2013 betrekking hebbende, begrotingen van het BES-fonds (de oorspronkelijk vastgestelde begroting 2013 en de 1e en 2e suppletoire begrotingen 2013) als uitgangspunt nemen. Terugkijkend op de beleidsprioriteiten zal hierbij de ontwerpbegroting 2013 van het BES-fonds van belang zijn.
Het jaarverslag is verdeeld in twee onderdelen: het beleidsverslag en de jaarrekening.
Het beleidsverslag 2013
Het beleidsverslag is een terugblik op het gevoerde beleid in 2013. Hierin komt de realisatie van de beleidsprioriteiten aan bod, worden de budgettaire gevolgen van het gevoerde beleid in beeld gebracht en worden er beleidsmatige conclusies ten aanzien van de beleidsprioriteiten getrokken. Bovendien wordt in de paragraaf beleidsartikelen stilgestaan bij de prestatiegegevens die betrekking hebben op de beleidsdoelstellingen van het BES-fonds. Hier wordt ook de toelichting gegeven op het verschil tussen de oorspronkelijke vastgestelde begroting en realisatie.
Wat betreft de budgettaire gevolgen van beleid is alleen een inhoudelijke toelichting gegeven bij opmerkelijke verschillen (boven € 1,0 mln.) tussen de oorspronkelijke vastgestelde begroting 2013 en de realisatie 2013.
De jaarrekening 2013
In de jaarrekening treft u de verantwoordingsstaat voor de begroting van het BES-fonds en de saldibalans met toelichting. De Slotwet wordt als een apart kamerstuk gepubliceerd.
De bijlage
Ten slotte volgt er nog een bijlage Overzicht rijksuitgaven Caribisch Nederland.
Groeiparagraaf
Dit jaar is als bijlage opgenomen een overzicht van de rijksuitgaven voor Caribisch Nederland over de jaren 2012 en 2013.
Naar aanleiding van het onderzoek taakverlichting en deregulering Caribisch Nederland is op 2 juli 2013 een rapportage naar het Parlement gestuurd. Conform afspraak hebben de Staten-Generaal op 7 november 2013 de kabinetsreactie op dit onderzoek ontvangen, welke – conform verzoek van de Tweede Kamer via de in december 2012 aangenomen motie Segers-Heijnen – is besproken en afgestemd met de openbare lichamen en de rijksvertegenwoordiger. Het kabinet neemt de voorstellen ten aanzien van wet- en regelgeving over. De voorstellen zijn gericht op betere toegankelijkheid van de wet- en regelgeving en verbetering van het proces voor de totstandkoming daarvan.
Daarnaast heeft het Rijk op basis van het onderzoek maatregelen genomen om de afstemming binnen de centrale Nederlandse overheid te verbeteren. Het bestaande interdepartementale overleg Caribisch Nederland is uitgebreid met enkele ministeries en krijgt een vaste bemensing alsmede een vaste voorzitter (de Secretaris-generaal van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties). Daarmee fungeert dit overleg als ambtelijk voorportaal. De verschillende departementsoverstijgende onderwerpen worden in dit overleg besproken, zodat het Nederlandse beleid ten aanzien van Caribisch Nederland meer integraal wordt afgewogen en wordt besproken tijdens de Caribisch Nederland (CN)-weken. Een overzicht van alle rijksuitgaven Caribisch Nederland in 2013 is op verzoek van de motie Hachchi c.s. (Kamerstukken II, 2012–2013, 33 000-IV, nr. 28) opgenomen als bijlage 1 bij dit jaarverslag.
In het bestuurlijk overleg financiële verhoudingen Caribisch Nederland van 14 maart 2013 en 31 oktober 2013 is afgesproken de vrije uitkering te indexeren. Verder is door de Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties € 0,5 mln. extra ter beschikking gesteld via het BES-fonds voor het opstellen van ontwikkelplannen en is afgesproken dat er – net als bij het Gemeentefonds – regelmatig onderhoud zal worden gepleegd aan het fonds.
Artikel 1. BES-fonds
A Algemene doelstelling
Het BES-fonds bewerkstelligt dat de openbare lichamen middelen toebedeeld krijgen om hun taken naar behoren uit te voeren.
Met Bonaire, Sint Eustatius en Saba zijn bestuurlijke afspraken gemaakt over de taakverdeling tussen de eilandelijke overheid en de Rijksoverheid. Op basis van het vastgestelde eilandelijke takenpakket is een bedrag aan vrije uitkering overeengekomen dat de eilanden jaarlijks ontvangen. Het is aan het lokale bestuur om deze middelen in te zetten teneinde hun taken en beleidsambities naar eigen inzicht uit te voeren.
B Rol en verantwoordelijkheid
De Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties is verantwoordelijk voor het BES-fonds. Als fondsbeheerder draagt hij zorg voor een toereikende omvang van het fonds in relatie tot de overeengekomen taakverdeling tussen Nederland en de openbare lichamen. De fondsbeheerder is echter niet verantwoordelijk voor de resultaten die openbare lichamen met hun bijdrage uit dit fonds realiseren: openbare lichamen zijn, met inachtneming van de wet- en regelgeving, autonoom in het voeren van hun beleid bekostigd uit het BES-fonds. Niet alleen de bestedingsrichting, ook de effectiviteit van de inzet van de middelen is primair een eilandelijke verantwoordelijkheid, waarin het bestuurscollege wordt gecontroleerd door de eilandsraad.
De Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties is systeemverantwoordelijk voor de bestuurlijke en financiële verhouding met de eilanden.
De Wet financiën openbare lichamen Bonaire, Sint Eustatius en Saba (Wet financiën BES) biedt – indien nodig – instrumenten voor de Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties en de toezichthouder, het College financieel toezicht (Cft) om de begroting en het financieel beheer op orde te krijgen. Het openbare lichaam kan in principe alleen uitgaven doen die zijn opgenomen in een door de Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties goedgekeurde begroting.
C Beleidsconclusies
Het BES-fonds is een beleidsarm fonds. Immers, het is aan de eilanden om verantwoording af te leggen over de via het BES-fonds verstrekte middelen. De systeemverantwoordelijkheid van de Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties is hierbij van groot belang. Om te voorkomen dat er discrepanties ontstaan tussen eilandelijke taken en financiën, toetst de Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties strikt op artikel 87 van de Wet financiën BES. Op grond van dit artikel dient het Rijk bij beleidsvoornemens, die leiden tot een wijziging van taken voor de openbare lichamen, aan te geven welke financiële gevolgen hier aan zijn verbonden voor de openbare lichamen.
D Tabel Budgettaire gevolgen van beleid
Realisatie |
Oorspronkelijk Vastgestelde begroting |
Verschil |
||||||
---|---|---|---|---|---|---|---|---|
2009 |
2010 |
2011 |
2012 |
2013 |
2013 |
2013 |
||
Verplichtingen |
28.154 |
35.519 |
35.688 |
32.093 |
3.595 |
|||
Uitgaven: |
25.128 |
38.545 |
35.688 |
32.093 |
3.595 |
|||
1.1 |
BES-fonds |
25.128 |
38.545 |
35.688 |
32.093 |
3.595 |
||
Opdrachten |
56 |
46 |
100 |
-54 |
||||
Onderzoek |
56 |
46 |
100 |
-54 |
||||
Bijdragen aan medeoverheden |
38.489 |
35.642 |
31.993 |
3.649 |
||||
Overige uitkering |
3.241 |
1.204 |
0 |
1.204 |
||||
Vrije uitkering |
35.248 |
34.438 |
31.993 |
2.445 |
||||
Ontvangsten |
25.128 |
38.545 |
35.688 |
32.093 |
3.595 |
E Toelichting op de financiële instrumenten
1.1 BES-fonds
Opdrachten
Onderzoek
In 2013 heeft een onderzoek plaatsgevonden naar taakverlichting en deregulering, waarbij ook naar mogelijke besparingen is gekeken. De eilanden zijn bij dit onderzoek betrokken, welke op 2 juli 2013 naar de Eerste en Tweede Kamer is gestuurd (Kamerstukken II, 2012–2013, 33 400 IV, nr. 39). De kabinetsreactie op het onderzoek taakverlichting en deregulering Caribisch Nederland is 7 november 2013 naar het Parlement gestuurd (Kamerstukken II, 2013–2014, 33 750 IV, nr. 7), zie ook onderdeel C Beleidsconclusies.
Bijdragen aan medeoverheden
Overige uitkering
In 2013 zijn voor het eerst middelen verstrekt uit het BES-fonds ten behoeve van de integrale aanpak van de sociaal-economische problematiek van de eilanden. Het betreft uitkeringen conform artikel 88 lid 8, van de Wet financiën BES. De reden om de middelen uit het BES-fonds te verstrekken, is dat meerdere departementen betrokken zijn bij deze regeling (minder administratieve lasten).
Vrije uitkering
De vrije uitkering zijn de vrij beschikbare middelen voor de openbare lichamen Bonaire, Sint Eustatius en Saba waarmee zij hun publieke taken uitvoeren. De vrije uitkering is in 2013 conform bestuurlijke afspraak geïndexeerd op basis van het indexatiecijfer 2012 (t-1, dus de inflatie van het voorafgaande jaar) en per eiland afzonderlijk. Daarnaast is in 2013 voor het eerst de aflossing van een renteloze lening in mindering gebracht op de vrije uitkering, ten behoeve van het verbeteren van de onderwijshuisvesting van Bonaire, Sint Eustatius en Saba.
Het bedrag aan vrije uitkering dat de BES-eilanden ontvangen luidt in dollars. Overeengekomen is dat het valutarisico samenhangend met schommelingen in de koers van de dollar ten opzichte van de euro bij BZK berust. De overschrijding van de vrije uitkering van het BES-fonds (€ 2,5 mln.) is grotendeels toe te schrijven aan het negatieve wisselkoersresultaat (€ 1,6 mln.). 1
De aflossing van de verstrekte renteloze leningen aan de openbare lichamen wordt verrekend met de Vrije Uitkering. Op deze wijze worden onnodige wisselkoerseffecten voorkomen. De realisatie van de Vrije Uitkering over 2013 is dus inclusief de aflossingen van de renteloze leningen van het Ministerie van OC&W, ten behoeve van het verbeteren van de onderwijshuisvesting van Bonaire, Sint Eustatius en Saba. In 2013 bedroeg de aflossing van de drie openbare lichamen tezamen € 975.000.
Ontvangsten
Artikel 88, derde lid van de Wet financiën BES regelt dat bij (begrotings)wet voor ieder uitkeringsjaar een bedrag aan middelen van het Rijk wordt afgezonderd ten behoeve van het BES-fonds. De uitgaven en de afgezonderde inkomsten over ieder uitkeringsjaar zijn aan elkaar gelijk. Gelet hierop is ten laste van het BES-fonds ook een post ontvangsten opgenomen.
Inleiding
Het BES-fonds kent een bedrijfsvoeringsparagraaf met twee verplichte elementen, te weten rechtmatigheid en de totstandkoming van de beleidsinformatie. Voor rechtmatigheid geldt dat wordt vermeld of en bij welk beleidsartikel de tolerantiegrens voor verplichtingen en ontvangsten is overschreden en wat daarvan de oorzaak was. Ten aanzien van de beleidsinformatie is aangegeven op welke manier aandacht is besteed aan de totstandkoming daarvan.
Rechtmatigheid
Uit het onderzoek naar de financiële informatie en de saldibalans in het Jaarverslag 2013 van het BES-fonds blijkt dat deze voldoen aan de eisen die de CW 2001 stelt. Dit betekent dat er geen belangrijke fouten en onzekerheden in de rechtmatigheid en de deugdelijke weergave zijn geconstateerd die de tolerantiegrenzen overschrijden, en dat de informatie voldoet aan de verslaggevingsvoorschriften.
De informatie over de bedrijfsvoering en het gevoerde beleid in het Jaarverslag 2013 van het BES-fonds is op deugdelijke wijze tot stand gekomen en voldoet aan de verslaggevingsvoorschriften.
Totstandkoming van beleidsinformatie
Het BES-fonds bevat geen gegevens over niet-financiële beleidsinformatie. Dit onderdeel is derhalve niet van toepassing.
-1- |
-2- |
3=(2–1) |
||||||||
---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|
Art. |
Omschrijving |
Oorspronkelijk vastgestelde begroting |
Realisatie |
Verschil realisatie en oorspronkelijk vastgestelde begroting (+ = tekortschietend t.o.v. geraamd bedrag) |
||||||
Verplichtingen |
Uitgaven |
Ontvangsten |
Verplichtingen |
Uitgaven |
Ontvangsten |
Verplichtingen |
Uitgaven |
Ontvangsten |
||
Totaal |
||||||||||
1 |
BES-Fonds |
32.093 |
32.093 |
32.093 |
35.688 |
35.688 |
35.688 |
3.595 |
3.595 |
– 3.595 |
Activa |
Passiva |
|||||||
---|---|---|---|---|---|---|---|---|
31-12-’13 |
31-12-’12 |
31-12-’13 |
31-12-’12 |
|||||
1) |
Uitgaven ten laste van de begroting |
35.688 |
38.544 |
2) |
Ontvangsten ten gunste van de begroting |
35.688 |
38.544 |
|
3) |
Liquide middelen |
0 |
0 |
|||||
4) |
Rekening-courant Rijkshoofdboekhouding |
0 |
0 |
4a) |
Rekening-courant Rijkshoofdboekhouding |
0 |
0 |
|
5) |
Begrotingsreserves |
0 |
0 |
|||||
6) |
Uitgaven buiten |
0 |
0 |
7) |
Ontvangsten buiten |
0 |
0 |
|
begrotingsverband |
begrotingsverband |
|||||||
(intra-comptabele |
(intra-comptabele |
|||||||
vorderingen) |
schulden) |
|||||||
8) |
Kas-transverschillen |
0 |
0 |
|||||
subtotaal: |
35.688 |
38.544 |
subtotaal: |
35.688 |
38.544 |
|||
9) |
Openstaande rechten |
0 |
0 |
9a) |
Tegenrekening |
0 |
0 |
|
openstaande rechten |
||||||||
10) |
Extra-comptabele vorderingen |
0 |
0 |
10a) |
Tegenrekening extra-comptabele vorderingen |
0 |
0 |
|
11a) |
Tegenrekening extra-comptabele schulden |
0 |
0 |
11) |
Extra-comptabele schulden |
0 |
0 |
|
12) |
Voorschotten |
1.205 |
0 |
12a) |
Tegenrekening voorschotten |
1.205 |
0 |
|
13a) |
Tegenrekening garantieverplichtingen |
0 |
0 |
13) |
Garantieverplichtingen |
0 |
0 |
|
14a) |
Tegenrekening openstaande verplichtingen |
0 |
0 |
14) |
Openstaande verplichtingen |
0 |
0 |
|
15) |
Deelnemingen |
0 |
0 |
15a) |
Tegenrekening deelnemingen |
0 |
0 |
|
TOTAAL |
36.893 |
38.544 |
TOTAAL |
36.893 |
38.544 |
Toelichting bij de saldibalans per 31 december 2013 van BES-fonds (H)
Ad 1 en 2. Uitgaven en ontvangsten 2013
Bij deze posten zijn de gerealiseerde uitgaven en ontvangsten opgenomen met betrekking tot het jaar 2013 waarvoor de Rijksrekening nog niet door de Tweede Kamer is goedgekeurd.
Ad 12. Voorschotten
De saldi van de per 31 december 2013 openstaande voorschotten en van de in 2013 afgerekende voorschotten worden hieronder per jaar gespecificeerd:
Jaar |
Saldo per 1 januari 2013 |
Bevoorschot 2013 |
Afgerekend 2013 |
Saldo per 31 december 2013 |
---|---|---|---|---|
2013 |
0 |
1.205.450 |
0 |
1.205.450 |
Totaal |
0 |
1.205.450 |
0 |
1.205.450 |
Artikel 1 BES-Fonds
Het openstaand saldo heeft betrekking op in 2013 verstrekte voorschotten (ad € 1,2 mln.) in het kader van uitkering voor integrale projecten aan de openbare lichamen Bonaire, Sint Eustatius en Saba (zie ministeriële regeling integrale projecten 2014). De betaling van deze uitkering geschiedt door de Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties, nadat de Minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid de door een Bestuurscollege ingediend projectvoorstel heeft goedgekeurd. Het merendeel van de voorschotten wordt in de loop van 2014 afgewikkeld.
Ad 14. Openstaande verplichtingen
Het bedrag aan openstaande verplichtingen is als volgt opgebouwd:
Verplichtingen per 1 januari 2013 |
0 |
||
---|---|---|---|
Aangegane verplichtingen in 2013 |
35.687.614 |
+/+ |
|
35.687.614 |
|||
Tot betaling gekomen in 2013 |
35.687.614 |
||
Negatieve bijstellingen verplichtingen uit eerdere begrotingsjaren |
0 |
||
35.687.614 |
-/- |
||
Verplichtingen per 31 december 2013 |
0 |
(in € 1.000) |
2012 |
2013 |
||
---|---|---|---|---|
Ministerie |
Artikelonderdeel |
Specificatie |
||
IV. Koninkrijksrelaties |
Artikel 1. Waarborgfunctie |
Het deel dat ten goede komt aan Caribisch |
||
Nederland is niet te bepalen |
||||
Artikel 2. Bevordering autonomie Koninkrijkspartners |
||||
2.2 Bevordering autonomie Koninkrijkspartners |
72 |
322 |
||
VI. Veiligheid en Justitie |
Artikel 31. Nationale Politie |
|||
31.2 BES Brandweer- en politiekorps |
0 |
18.193 |
||
Artikel 33 Veiligheid en criminaliteitsbestrijding |
||||
33.3 Opsporing en vervolging |
4.886 |
4.829 |
||
Artikel 34 Sanctietoepasing |
||||
34.3 Tenuitvoering strafrechterlijke sancties en vreemdelingenbewaring |
10.506 |
9.790 |
||
Artikel 35 Jeugd |
||||
35.2 Voogdijraad |
718 |
685 |
||
VII. Binnenlandse zaken |
Artikel 1. Openbaar bestuur en democratie |
|||
1.1 Bestuurlijke en financiële verhouding |
319 |
422 |
||
1.2 Participatie |
250 |
0 |
||
Artikel 4. Woonomgeving en Bouw |
||||
4.3 Kwaliteit Woonomgeving |
1.000 |
1.680 |
||
Artikel 6. Dienstverlenende en innovatieve overheid |
||||
6.3 Betrouwbare levering e-overheidsvoorzieningen |
0 |
1.052 |
||
6.5 Een betrouwbare GBA en betrouwbare reis- en identiteitsdocumenten |
1.254 |
128 |
||
Artikel 7. Arbeidszaken overheid |
||||
7.2 Pensioenen, uitkeringen en benoemingsregelingen |
810 |
810 |
||
VIII. Onderwijs, Cultuur en Wetenschap |
Artikel 1. Primair Onderwijs |
|||
01.70 Bekostiging |
11.641 |
11.949 |
||
01.71 Subsidies |
308 |
504 |
||
Artikel 3. Voortgezet Onderwijs |
|
|||
03.70 Bekostiging |
12.967 |
13.065 |
||
Artikel 4. Beroeps en Volwasseneneducatie |
||||
04.70 Bekostiging |
3.019 |
3.801 |
||
04.76 |
3.206 |
3.788 |
||
Artikel 9. Arbeidsmarkt- en Personeelsbeleid |
||||
9.71 Subsidies |
183 |
171 |
||
9.71 Subsidies |
2.097 |
2.097 |
||
Artikel 11. Studiefinanciering |
||||
11.80.03 Overige |
1.868 |
2.809 |
||
Artikel 14. Cultuur |
||||
14.71 Subsidies |
41 |
|||
14.71 Subsidies |
50 |
|||
Artikel 16. Onderzoek en Wetenschapsbeleid |
||||
16.71 Kust-en zeeonderzoek |
2.500 |
2.500 |
||
Artikel 25. Emancipatie |
||||
25.71 Subsidies |
80 |
80 |
||
XII. Infrastructuur en Milieu |
12. Waterkwaliteit |
|||
12.01 Waterkwaliteit |
50 |
50 |
||
13. Ruimtelijke Ontwikkeling |
||||
13.04 Ruimtegebruik Bodem |
0 |
0 |
||
17 Luchtvaart (Havermans) |
||||
17.01 Luchtvaart |
515 |
2.388 |
||
18. Scheepvaart |
||||
18.01 Scheepvaart en havens |
100 |
160 |
||
23. Meteorologie, seismologie en aardobservatie |
||||
23.01 Meteorologie en seismologie |
650 |
640 |
||
24. Handhaving en toezicht |
||||
24.01 Handhaving en toezicht |
885 |
770 |
||
26. Bijdrage investeringsfondsen |
||||
26.01 Bijdrage aan het Infrastructuurfonds |
700 |
770 |
||
97. Algemeen departement |
||||
27.01 IenM-brede programma middelen |
100 |
50 |
||
XIII. Economische Zaken, Landbouw en Innovatie |
Artikel 11. Goed functionerende economie en markten |
|||
Beleidsvoorbereiding, veiligheid en frequenties |
58 |
42 |
||
Bijdrage Metrologie |
228 |
173 |
||
Bijdrage aan het CBS |
650 |
650 |
||
Artikel 12. Een sterk innovatievermogen |
||||
Bijdrage overige organisaties |
60 |
0 |
||
Artikel 13. Een excellent ondernemingsklimaat |
||||
Bevorderen ondernemerschap |
0 |
44 |
||
Artikel 14. Een doelmatige en duurzame energievoorziening |
||||
Overige subsidies |
1.300 |
3.160 |
||
Artikel 16. Concurrerende, duurzame en veilige agro-, visserij- en voedselketens |
||||
Gewasbescherming |
40 |
0 |
||
Artikel 18. Natuur en Regio |
||||
Caribisch Nederland |
505 |
1.113 |
||
IXB. Financiën |
Artikel 1. Belastingen |
|||
Uitvoering fiscale wet- en regelgeving en douanetaken (Belastingdienst/Caribisch Nederland) |
10.933 |
21.477 1 |
||
Artikel 2. Financiële Markten |
||||
Bijdrage toezicht DNB |
980 |
780 |
||
Bijdrage toezicht AFM |
289 |
415 |
||
XV. Sociale Zaken en Werkgelegenheid |
Artikel 2. Bijstand, Toeslagenwet en Sociale werkvoorziening |
|||
2.11.09 Onderstand |
743 |
958 |
||
2.11.10 Re-integratie |
411 |
0 |
||
Artikel 3. Arbeidsongeschiktheid |
||||
3.11.01 Ongevallenverzekering (OV) |
562 |
592 |
||
Artikel 5. Werkloosheid |
||||
5.11.02 Cessantiawet |
79 |
46 |
||
Artikel 6. Ziekte en Zwangerschap |
||||
6.11.02 Ziekteverzekering (ZV) |
1.685 |
2.471 |
||
Artikel 8. Oudedagsvoorziening |
||||
8.11.02 Algemene Ouderdomsverzekering (AOV) |
15.480 |
15.537 |
||
Artikel 9. Nabestaanden |
||||
9.11.01 Algemene Weduwen- en Wezenverzekering (AWW) |
869 |
814 |
||
Artikel 98 Algemeen |
||||
98.14.01 Uitvoeringskosten RCN |
2.490 |
2.626 |
||
XVI. Volksgezondheid, Welzijn en Sport |
Artikel 1. Volksgezondheid |
|||
2 Ziektepreventie |
166 |
397 |
||
Artikel 4. Zorgbreed beleid |
||||
5 Zorguitgaven |
84.686 |
88.033 |
||
5 Jeugdzorg |
4.532 |
4.547 |
||
Artikel 6. Sport en Bewegen |
||||
1 Sport en bewegen |
0 |
0 |
||
X. Defensie |
Het deel dat ten goede komt aan Caribisch |
|||
Nederland is niet te bepalen |
||||
Totaal |
187.572 |
227.431 |
De operationele uitgaven van de Belastingdienst Caribisch Nederland zijn in 2012 en 2013 nagenoeg gelijk gebleven. Incidentele ICT-investeringskosten ad € 3,6 mln. in 2012 en € 11,9 mln. in 2013 veroorzaken het verschil.