Vastgesteld 25 april 2014
De vaste commissie voor Infrastructuur en Milieu, belast met het voorbereidend onderzoek van dit wetsvoorstel, heeft de eer verslag uit te brengen van haar bevindingen. Het verslag behandelt alleen die onderdelen waarover door de genoemde fracties inbreng is geleverd.
Onder het voorbehoud dat de regering de vragen en opmerkingen in dit verslag afdoende zal beantwoorden, acht de commissie hiermee de openbare behandeling van het voorstel van wet voldoende voorbereid.
Inhoudsopgave |
|
Inleiding |
1 |
Algemeen |
2 |
Regiefunctie |
2 |
Databeheer |
3 |
Marktwerking |
3 |
Financiële gevolgen |
4 |
Overige |
4 |
Inleiding
De leden van de VVD-fractie hebben met belangstelling kennis genomen van de wijziging van de Wegenverkeerswet 1994 in verband met de ontwerpen voor bewegwijzering. De leden van deze fractie zien in dat een uniformering van de bewegwijzering en een samenhangend systeem over de grenzen van de individuele wegbeheerders en eigenaren heen de doorstroming en de verkeersveiligheid ten goede komt. Daarbij past in de ogen van deze leden een centrale regie. Deze leden hebben nog wel een aantal vragen over het voorliggende wetsvoorstel.
De leden van de PvdA-fractie hebben met instemming kennis genomen van het wetsvoorstel. De leden van deze fractie onderschrijven de noodzaak om te komen tot een organisatie die als regievoerder verantwoordelijkheid krijgt voor de kwaliteit van alle bewegwijzering in ons land. De lacune die was ontstaan na het verlies van het monopolie van de ANWB wordt hiermee naar de indruk van deze leden adequaat opgevangen. Deze leden zijn te spreken over het feit dat er weer regie wordt georganiseerd vanuit het ministerie om daarmee de samenhang in de nationale bewegwijzering te garanderen. Deze leden zijn tevreden dat er voor specifieke plekken in het land de mogelijkheid is voor ontheffing, zoals voor Schiphol. Deze leden zijn daarom positief over dit wetsvoorstel, maar hebben nog wel enkele vragen.
De leden van de CDA-fractie hebben met belangstelling kennis genomen van de Wijziging van de Wegenverkeerswet 1994 in verband met de ontwerpen voor bewegwijzering.
De leden van de SP-fractie hebben kennis genomen van de Wijziging van de Wegenverkeerswet 1994 in verband met de ontwerpen voor bewegwijzering en zien geen aanleiding tot het stellen van nadere vragen.
Algemeen
Met betrekking tot de uiteindelijke keuze voor het in het leven roepen van de Nationale Bewegwijzeringsdienst (NBd) hebben de leden van de VVD-fractie de vraag waarom er niet is gekozen voor het aanpassen van de organisatie van de Nationale Databank Wegverkeergegevens (NDW) zodat dit orgaan de taken genoemd in het wetsvoorstel op kan pakken in plaats van een nieuw te vormen organisatieonderdeel van Rijkswaterstaat, te weten de NBd. De leden van deze fractie vragen hoe wordt voorkomen dat de NBd overlap van werkzaamheden gaat krijgen met de NDW.
De leden van de VVD-fractie hebben behoefte aan een nadere toelichting over wat exact de efficiencyslag en de ontzorging van wegbeheerders inhoudt bij de gekozen oplossing in de vorm van de NBd. De leden van deze fractie stellen deze vraag omdat dit duidelijk als negatief punt wordt aangegeven bij de varianten die gekoppeld zijn aan de CROW-richtlijnen.
De leden van de CDA-fractie vernemen graag of andere personen of instanties dan Rijkswaterstaat, provincies, gemeenten en waterschappen de functie van wegbeheerder kunnen hebben, met name in situaties dat bijvoorbeeld een particulier, een luchthaven of een havenbedrijf een openbare weg in beheer en eigendom heeft.
Regiefunctie
De leden van de VVD-fractie concluderen dat dit wetsvoorstel vooral inhoudt dat er een centrale regie komt om een samenhangend landelijk dekkend systeem te creëren voor de bewegwijzering op het gehele wegennet. De aanbestedingen van bewegwijzeringsopdrachten leidden na 2003 tot versnippering van de regiefunctie. De leden van deze fractie vragen of een centrale regiefunctie niet mogelijk is mét aanbesteden van het geheel aan bewegwijzeringsopdrachten. Kan de centrale regierol niet inhouden dat juist de resultaten van de aanbestedingen op continuïteit en uniformiteit worden gecontroleerd en dat marktpartijen het volledige werk doen, zo vragen deze leden. Kan de bewegwijzering niet in zijn geheel aanbesteed worden in plaats van in kleinere opdrachten, aanbesteed door de wegbeheerders?
De leden van de VVD-fractie willen graag uitleg over hoe bij de landelijke regie gebruik zal worden gemaakt van de kennis en kunde van marktpartijen.
De leden van de CDA-fractie waarderen de inzet om te komen tot de NBd, die landelijke de regie voert bij de totstandkoming van de bewegwijzering op het gehele wegennet. Het is volgens de leden van deze fractie echter de vraag of daarmee sluitend de systeemverantwoordelijkheid van de Minister van Infrastructuur en Milieu voor bewegwijzering wettelijk wordt geborgd. Graag vernemen deze leden de visie van de regering daarop.
Databeheer
De leden van de VVD-fractie vragen hoe het kan dat er uiteindelijk ten minste twee databanken zijn – Rijkswaterstaat en de ANWB – die een verschillende inhoud hebben en onderling geen gegevens kunnen uitwisselen. De leden van deze fractie vragen waarom, ook bij de periode van de aanbestedingsopdrachten, geen centrale regie is gevoerd en hoe dat heeft kunnen leiden tot versnippering.
De leden van de PvdA-fractie vragen wie precies de eigenaar is van de data in de in het wetsvoorstel bedoelde databank, aan welke organisaties de data in de databank ter beschikking worden gesteld en of daar een financiële vergoeding tegenover komt te staan.
Marktwerking
In het wetsvoorstel lezen de leden van de VVD-fractie dat «vaststelling van het ontwerp zal ook feitelijk door de NBd zelf geschieden. Een deel van de taken kan de organisatie net als nu door andere (markt)partijen laten uitvoeren. Dat kan bijvoorbeeld aantrekkelijk zijn voor relatief simpele ontwerpen waarvoor weinig afstemming nodig is». De leden van deze fractie hebben de vraag of hiermee wordt gezegd dat (markt)partijen geen complexe taken kunnen uitvoeren. Waarom kunnen (markt)partijen alleen maar simpele taken uitvoeren? Is dat geen onderschatting van marktpartijen, zo vragen deze leden.
De leden van de VVD-fractie vragen hoe bij het vaststellen van de tarieven wordt gekeken of deze marktconform zijn.
De leden van de CDA-fractie vragen waarop de toebedeling van niet-wettelijke taken aan de NBd is gebaseerd. Bij de uitvoering van niet-wettelijke taken door de NBd kan deze immers in een concurrentiepositie terechtkomen met particuliere marktpartijen, zo menen de leden van deze fractie.
De leden van de CDA-fractie menen dat voorkomen moet worden dat de inkomsten uit de uitvoering van de wettelijke taken indirect worden gebruikt om voor de niet-wettelijke taken tarieven te hanteren die niet marktconform zijn. Dan is er volgens de leden van deze fractie immers sprake van kruissubsidiëring. Deelt de regering deze visie? Ook vernemen deze leden graag of deze niet-wettelijke taken beperkt blijven tot de inkoop van borden voor bewegwijzering, de plaatsing van de borden, het beheer en onderhoud in samenspraak met de wegbeheerders – inclusief de schade – en de zorg voor levering van de gegevens in de databank.
De leden van de CDA-fractie constateren met voldoening dat het voorstel is aangepast zodat een strikte scheiding in de begroting en facturering mogelijk wordt ter voorkoming van kruissubsidiëring. Ook het feit dat de informatie in de databank, waar de ontwerpen voor bewegwijzering in worden opgenomen als open data, aangeboden wordt voor derden stemt tot tevredenheid.
Financiële gevolgen
Over de financiële gevolgen vragen de leden van de VVD-fractie of de gekozen oplossing de meest efficiënte is. Betekent de voorgestelde oplossing dat geen enkele beheerder er kostentechnisch op achteruit gaat? De leden van deze fractie lezen dat 35% van de kosten van de NBd bij Rijkswaterstaat liggen. Komt dit ook overeen met het aandeel van Rijkswaterstaat in het totaal aan wegbeheer?
Met betrekking tot de administratieve lasten hebben de leden van de VVD-fractie de vraag wat de extra kosten voor bijvoorbeeld agrariërs zijn. Hoe groot is het percentage waarmee de kosten voor deze groep maximaal kunnen stijgen en hoe wordt de stem van de agrariërs kenbaar gemaakt? De leden van deze fractie vragen daarnaast of er nog andere specifieke groepen zijn die zich gesteld kunnen zien voor extra administratieve lasten. Hoe is het bijvoorbeeld met betrekking tot de Waterschappen geregeld?
De leden van de CDA-fractie vragen of het wetsvoorstel voor particulieren, een luchthaven of een havenbedrijf toch niet tot extra administratieve lasten zal leiden. Deze partijen zijn tot nu toe immers niet als wegbeheerders aangeduid.
Overige
Met betrekking tot de uitvoerbaarheidstoets merken de leden van de VVD-fractie op dat Rijkswaterstaat wijst op het risico bij de uitwerking dat er uiteenlopende verwachtingen bij de betrokken partijen zullen blijken te bestaan. De leden van deze fractie horen graag op welke wijze hier in de uitwerking invulling aan is, of wordt, gegeven.
De leden van de VVD-fractie hebben de vraag of de wetswijziging invloed heeft op de bewegwijzering van Schiphol.
De leden van de PvdA-fractie vragen hoe de NBd zich zal gaan opstellen op het vlak van innovatie. Krijgt de NBd een taak in het stimuleren en ontwikkelen van nieuwe technologie? Zal de NBd de samenwerking gaan zoeken met innovatieve partijen om te komen tot betere routetechnologie, «in-car» routeinformatie en slimmere manieren van bewegwijzering waarin bijvoorbeeld ook actuele reisinformatie meer een rol kan gaan spelen? Daarnaast vragen de leden van deze fractie een toelichting op hoe de taken van de nieuwe dienst zich gaan verhouden tot de in Europa overeengekomen standaard voor intelligente vervoersystemen.
De leden van de CDA-fractie vernemen graag of de regering kennis heeft genomen van de aanbevelingen in de initiatiefnota «Een stap Vooruit» van de leden Jansen, Hoogland en De Rouwe ten aanzien van bewegwijzering van wandel- en fietspaden. De leden van deze fractie menen dat deze bewegwijzering onderdeel zou moeten zijn van de nu voorgestane wetgeving opdat uniforme bewegwijzering kan ontstaan.
De voorzitter van de vaste commissie voor Infrastructuur en Milieu, P. Jansen
De adjunct-griffier van de commissie, Jansma