Ontvangen 10 september 2014
De ondergetekenden stellen het volgende amendement voor:
I
In artikel 1.1.1 wordt in de begripsbepaling van «begeleiding» de zinsnede «activiteiten waarmee een persoon wordt ondersteund bij het uitvoeren van algemene dagelijkse levensverrichtingen en bij het aanbrengen en behouden van structuur in en regie over het persoonlijk leven» vervangen door: begeleiding, genoemd in artikel 3.1.1, eerste lid, onderdeel h.
II
Artikel 3.1.1 wordt gewijzigd als volgt:
1. In het eerste lid, onderdeel b, vervalt «, begeleiding».
2. Aan het eerste lid, wordt, onder vervanging van de punt aan het einde van onderdeel g door een puntkomma, een onderdeel toegevoegd, luidende:
h. Begeleiding, omvattende activiteiten aan verzekerden met een somatische, psychogeriatrische of psychiatrische aandoening of beperking, of een verstandelijke, lichamelijke of zintuiglijke handicap die matige of zware beperkingen hebben op het terrein van:
1. de sociale redzaamheid;
2. het bewegen en verplaatsen;
3. het psychisch functioneren;
4. het geheugen en de oriëntatie; of
5. die matig of zwaar probleemgedrag vertonen.
3. Na het eerste lid wordt een lid ingevoegd, luidende:
1a. De activiteiten, bedoeld in het eerste lid, onderdeel h, zijn gericht op bevordering, behoud of compensatie van de zelfredzaamheid en strekken tot voorkoming van opname in een instelling of verwaarlozing van de verzekerde en bestaan uit:
1. het ondersteunen bij of het oefenen met vaardigheden of handelingen;
2. het ondersteunen bij of het oefenen met het aanbrengen van structuur of het voeren van regie; of
3. het overnemen van toezicht op de verzekerde.
III
In artikel 3.2.1, eerste lid, wordt voor onderdeel a, een onderdeel ingevoegd, luidende:
0a. begeleiding, gericht op bevordering, behoud of compensatie van de zelfredzaamheid,
Dit amendement strekt ertoe dat begeleiding onder de Wet langdurige zorg komt te vallen. Daardoor blijft het recht op begeleiding wettelijk geborgd. Bovendien kan op deze manier beter integraal beleid worden vormgegeven dat gericht is op het langer thuis blijven wonen voor mensen die door ouderdom, psychische ziekte of een beperking individuele of groepsbegeleiding nodig hebben. Met goede en tijdige ondersteuning en begeleiding in huis kan voorkomen dat mensen naar een instelling moeten voor zorgverlening, het kan mantelzorgers ontlasten in hun (zware) zorgtaken. Door de begeleiding en de instellingszorg onder één financiële verantwoording te laten vallen, is het niet mogelijk om zorgbehoevenden «door te schuiven». Immers, ontkenning van zorgbehoefte in de thuissituatie levert geen financieel voordeel op wanneer een persoon daardoor opgenomen moet worden in een zorginstelling.
Door begeleiding onderdeel te maken van de Wet langdurige zorg hebben mensen die thuiszorg nodig hebben enkel te maken met de gemeenten voor Wmo-voorzieningen en met de Wlz. Zij zullen bij mogelijke opname niet over hoeven te stappen naar een ander regime, andere zorgverleners, andere eigen betalingen. Ook zal het makkelijker worden om bij tekortschietende thuiszorg – die leidt tot noodzakelijke opnames in zorginstellingen – snel te kunnen ingrijpen. Betere afstemming zal leiden tot minder bureaucratie, minder afschuifgedrag en daardoor minder fouten.
Leijten Siderius